“Uitdagingen in natuurbrandveiligheid zijn internationaal vergelijkbaar”
Uit: nieuwsbrief Natuurbrandveiligheid, januari 2025
“Zelfs als je volledig voorbereid bent op natuurbranden kun je niet alle branden voorkomen. Wat je wél kunt doen, is ervoor zorgen dat alle voorbereidende maatregelen op orde zijn en de schade zo veel mogelijk beperken”, zegt onderzoeker Hugo Lambrechts van het NIPV.

Hugo Lambrechts is onlangs gestart als onderzoeker natuurbrandveiligheid bij het NIPV. Hij groeide op in een struisvogelboerderij in de buurt van Kaapstad en maakte van jongs af aan veel natuurbranden mee. Ook op hun eigen boerderij waarbij alle boomgaarden, weilanden en de boerderij waarin zij woonden afbrandde. Lambrechts studeerde bosbeheer aan de Universiteit van Stellenbosch. De afgelopen 4 jaar deed hij promotieonderzoek aan de Wageningen Universiteit gericht op natuurbranden en geïntegreerd brandbeheer in Europa.
“Zowel Nederland als Zuid-Afrika wordt geconfronteerd met een toenemend brandrisico door klimaatverandering, groeiende uitdagingen in de wildland-urban interface (WUI) en een gedeelde behoefte aan betere risicobeoordeling, bewustwording en geïntegreerd brandmanagement. In Nederland wordt vuur vooral als een bedreiging gezien, met nadruk op preventie, snelle detectie en risicoanalyse, terwijl gecontroleerde branden minder worden toegepast. En waar Zuid-Afrika gebruik maakt van goed ingebedde instellingen zoals Fire Protection Associations, zet Nederland vooral in op samenwerking tussen brandweer, beleidsmakers en natuurorganisaties”, vertelt Lambrechts.

In Nederland kunnen droogteperiodes ertoe leiden dat gebieden branden die normaal gesproken niet brandgevoelig zijn. “Ik zie vaak overeenkomsten tussen de wildland-urban interface in Nederland en de Knysna-natuurbranden van 2017 in Zuid-Afrika. In sommige delen van de Garden Route in Zuid-Afrika wordt het risico op natuurbranden als laag beschouwd omdat de vegetatie meestal vochtig is. Het bouwen van huizen in de bossen is daar ook vrij gebruikelijk. Maar in 2017 leidde een extreme droogte tot meerdere natuurbranden die zich verspreidden naar de stad Knysna. Meer dan 10.000 mensen moesten worden geëvacueerd en er vielen 8 dodelijke slachtoffers. Waaronder 2 brandweermannen. In totaal moesten 1.059 formele woningen en 385 informele woningen worden geëvacueerd. De brand verwoestte een gebied van 19.316 hectare.
Deze gebeurtenis benadrukt hoe extreme droogte en veranderende omstandigheden kunnen leiden tot rampzalige branden. Zelfs in gebieden die normaal gesproken niet brandgevoelig zijn. Dit biedt belangrijke lessen voor Nederland, waar droogte en klimaatverandering de risico’s in de wildland-urban interface vergroten.” Lambrechts: “Veel mensen denken dat Nederland anders is dan andere landen, maar in werkelijkheid zijn de uitdagingen op het gebied van natuurbrandveiligheid internationaal vergelijkbaar. Toch zijn er in Nederland ook unieke problemen. De meeste mensen beseffen nog steeds niet dat natuurbranden hier kunnen of zullen voorkomen. Nederland is dichtbevolkt, bewustwording en voorbereiding zijn daarom belangrijk.”
“De komende tijd ga ik binnen het programma Natuurbrandveiligheid onderzoeken wat de wildland-urban interface in Nederland precies inhoudt. Welke term zouden we in Nederland hiervoor moeten gebruiken? Wat is de omvang van de wildland-urban interface in Nederland? Daarnaast wil ik internationale best practices identificeren die we ook in Nederland kunnen toepassen. Mogelijk organiseer ik ook stakeholderworkshops om deze best practices te vertalen naar de Nederlandse context”, sluit Lambrechts af.
Lees meer nieuws over het programma Natuurbrandveiligheid
Slimme repressie: op basis van kennis de brand bestrijden
Uit: nieuwsbrief Natuurbrandveiligheid, januari 2025
Natuurbranden worden steeds complexer en dynamischer. Afhankelijkheid van één bestrijdingsmethode, waterlevering, is niet meer voldoende. Specialistische eenheden van de brandweer zetten in op meer kennis en andere methoden om slimmer met natuurbranden om te gaan. Een introductie én vooruitblik van Jelmer Dam van het NIPV die vanuit zijn rol als landelijk coördinator het landelijk specialisme natuurbrandbeheersing ondersteunt.

Steeds meer brandstof voor natuurbranden
“De laatste jaren zien we langere droge periodes en steeds hogere temperaturen. En de winters zijn dan weer milder en natter”, begint Dam zijn uitleg. “Ideale omstandigheden voor bomen en planten om te groeien. Meer vegetatie betekent ook meer brandstof voor natuurbranden. Daar moeten we mee aan de slag. Niet voor niets is eind 2023 de Visie natuurbrandbeheersing van Brandweer Nederland vastgesteld. We moeten ons voorbereiden op de bestrijding van steeds meer complexe en dynamische incidenten in de toekomst. Slimme repressie is de sleutel: meer kennis en meer verschillende methoden inzetten om slimmer natuurbranden te bestrijden.”

Specialistische brandweereenheden natuurbrandbestrijding
Verschillende veiligheidsregio’s hebben al specialistische eenheden natuurbrandbestrijding die bijstaan bij complexe of grote natuurbranden. Het NIPV ondersteunt de eenheden door ontwikkeling en verbinding van expertise, systemen, mensen en middelen. De specialisten gebruiken verschillende slimme methoden om een natuurbrand te versterken, somt Dam op:
- Handcrew Overijssel en Handcrew Zuid6
Zij bestrijden een natuurbrand door vegetatie te manipuleren. Met vuur bestrijd je vuur en haal je brandstof weg om een stoplijn te maken. - Fire Bucket Operation (FBO)
Helikopters van Defensie werken hierin samen met het Heliteam brandweer om grote hoeveelheden water op strategische plekken te droppen. FBO is vaak slim in te zetten in samenwerking met lokale brandweereenheden en de Handcrew. - Meer dan 10 landelijk adviseurs natuurbrandbeheersing
Zij zijn specialistisch opgeleid om het lokale commando te adviseren. Zij maken een inschatting van de huidige en toekomstige ontwikkeling van een natuurbrand en geven advies over de tactieken en technieken om de brand slim te bestrijden.
Doorontwikkeling van slimme repressie: samenwerken en nieuwe tactieken en technieken
Slimme repressie is voor Jelmer Dam in 2025 een belangrijk focuspunt. “Ik ga me voornamelijk bezighouden met het doorontwikkelen van het landelijk specialisme natuurbrandbeheersing. De samenwerking tussen de specialistische brandweerteams en crisispartners is daarbij een belangrijk onderdeel. Bijvoorbeeld door gezamenlijke oefeningen en vakbekwaamheid. We werken aan nieuwe tactieken en nieuwe technieken om complexe en grootschalige natuurbranden nog beter te bestrijden. In deze nieuwsbrief zal ik hierover elke editie een update geven.”
Lees meer nieuws over het programma Natuurbrandveiligheid
”Men kijkt al snel naar de veiligheidsregio omdat wij overal aangehaakt zijn”
Uit: nieuwsbrief Natuurbrandveiligheid, januari 2025
Afgelopen najaar heeft het project Natuurbrandmanagement een Europese subsidie toegekend gekregen. Doel van het project is om in de toekomst natuurbranden die grensoverschrijdend zijn zo veel mogelijk te voorkomen en snel te kunnen stoppen door samen te oefenen en preventieve maatregelen te nemen. Projectleider Sraar Theeuwen van Veiligheidsregio Limburg-Noord, de leidende partner in het project, deelt zijn belangrijkste inzichten.

Na een intensieve voorbereidingsperiode zijn 7 projectpartners geselecteerd. Op 17 mei 2024 werd het projectvoorstel ingediend bij het Interreg-programmabureau Duitsland-Nederland, mede namens 14 Duitse en Nederlandse gemeenten, natuurbeheerders en kennisinstituten.
We stelden Sraar Theeuwen een aantal vragen:
Wat is de belangrijkste toegevoegde waarde van de veiligheidsregio in dit project?
Men kijkt al snel naar de veiligheidsregio omdat wij overal aangehaakt zijn. Ook omdat we een stevige organisatie zijn met veel ervaring. Wij werken al samen met onze Duitse collega’s, maar ook met gemeenten. We hebben ook al eerder samen met Nederlandse en Duitse natuurbeheerders en gemeenten natuurbrandpreventieplannen gemaakt voor een aantal natuurgebieden, dus er is voldoende kennis. De eindverantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid ligt bij de gemeente, maar de veiligheidsregio is hierin adviserend. Omdat de veiligheidsregio betrokken is bij alle ruimtelijke veiligheidsvraagstukken in de regio, is de regie van een dergelijk project daar goed op zijn plek. Ook omdat wij de partner zijn die al ervaring hebben opgedaan met andere grensoverschrijdende projecten.
Waarom was het belangrijk dat dit project er kwam?
We willen ook de grensoverschrijdende natuurgebieden weerbaarder maken tegen natuurbranden en maatregelen en werkwijzen afstemmen. Je kunt niet verwachten dat de Duitsers dezelfde technieken en tactieken toepassen in het bestrijden en voorkomen van natuurbranden als wij in Nederland. Wij werken bijvoorbeeld samen met Nordrhein-Westfalen, een deelstaat met 18 miljoen inwoners. Dus je kunt niet zeggen van ‘doen jullie maar hetzelfde dan wij, dan hebben we dat geregeld’. Zij hebben hun eigen technieken en tactieken. En dus moet je met elkaar in gesprek en afspraken maken. Bijvoorbeeld over met elkaar oefenen waarbij zowel de tactiek, de techniek als de commando- en crisisstructuur aan bod komen. Zodat je weet wat te doen wanneer je daadwerkelijk een grensoverschrijdende natuurbrand hebt.

Welke tip kun je veiligheidsregio’s geven die willen samenwerken met andere partijen?
Vaak spelen financiën een cruciale rol. In ons project gaan we samenwerken met natuurbeheersorganisaties. En die willen graag, maar worstelen wel vaak met hoe ze iets gefinancierd krijgen. In dit geval bijvoorbeeld voor bosomvorming en het maken van compartimenten als preventieve maatregel. En dus zijn we op zoek gegaan naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden, in de vorm van financiering. Met als resultaat dat de EU 50 procent van de kosten draagt van de maatregelen.
Dus mijn advies voor natuurbeheerders maar ook veiligheidsregio’s is om het gesprek te voeren over hoe je geld kunt generen om de te nemen maatregelen financieel voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld door aanspraak te maken op provinciale, landelijke of Europese subsidies.
Wat zijn de uitdagingen op het gebied van samenwerking?
Om een voorbeeld te geven, in Duitsland is de brandweer lokaal georganiseerd. En heb je dus per gemeente een eigen brandweerkorps dat valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dus als je afspraken wilt maken over bijvoorbeeld in te zetten tactieken of preventieve maatregelen, moet je dat met elke gemeente apart doen. Bij sommige brandweerkorpsen hebben ze een vrijwillige brandweercommandant, bij andere een beroeps, en wordt er vaak alleen in de avonden of weekenden vergaderd en geoefend. Brandweerzorg en crisisbeheersing zijn in Duitsland heel anders georganiseerd. Het is niet beter of slechter, maar anders. Als de nood aan de man is, dan moet je wel weten hoe je bijvoorbeeld de mensen uit Duitsland kunt bereiken wanneer je ook deze bezoekers wilt weren in een natuurgebied. Maar ook hoe een meldkamer werkt en hoe het juridisch zit. Zodat je weet hoe je moet handelen bij een natuurbrand in het grensgebied.
Lees meer nieuws over het programma Natuurbrandveiligheid
Investeren in weerbaarheid: de sleutel tot een veerkrachtige toekomst
19 december 2024 (voor het laatst bijgewerkt op 20 januari 2025)
Diverse maatschappelijke ontwikkelingen maken onze samenleving kwetsbaar voor verstoringen. De huidige geopolitieke dreigingen en de gevolgen daarvan vragen om een gezamenlijke aanpak. Het NIPV initieert en stimuleert deze aanpak en draagt bij door middel van onderzoek, onderwijs en voorlichting.
Zo waren NIPV-directeur IJle Stelstra en Hoofd Nationale Hulpverlening bij het Rode Kruis Suzanne Segaar te gast bij BNR in het programma BNR Beter voor een uitzending en podcast over het thema weerbaarheid. Op basis van dit gesprek maakte BNR ook een nieuwsbericht.

Weerbaarheid en Veerkracht: samen voor een veilig Nederland
Ook heeft het NIPV een eigen driedelige podcastserie over dit thema gemaakt. De eerste aflevering werd in december gelanceerd.

Raed Arafat, de Roemeense staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, is samen met NIPV-directeur IJle Stelstra een speciale gast in de NIPV-podcastreeks ‘Weerbaarheid en Veerkracht’, met een belangwekkend verhaal en een boodschap waar Nederland van kan leren. “Voorbereid zijn en investeren in veerkracht en paraatheid redt levens”, stelt Raed Arafat.
De tegenstrijdigheid tussen weerbaarheid en crisisvoorbereiding houdt ons tegen, want, in de woorden van Arafat: “Veerkracht en kostenefficiëntie zijn vijanden”. Om ons goed te kunnen voorbereiden op crises en rampen moeten we overschotten creëren, moeten we investeren in mens en materiaal en moet de hele samenleving zich inzetten. De heer Arafat licht toe hoe Roemenië dit al doet en de vruchten daarvan plukt in tijden van nood.
We hebben ook in Nederland te maken met een toenemend aantal risico’s, die de potentie hebben om de samenleving te ontwrichten. De Trendanalyse Nationale Veiligheid benoemt 4 domeinen van transitie: klimaat, technologische ontwikkelingen, geopolitiek en economie. Om deze dreigingen het hoofd te bieden en ons weerbaar te maken tegen maatschappij ontwrichtende rampen, crises of mogelijk zelfs oorlog, is – net als in Roemenië – de inzet van heel Nederland nodig. Daarom zetten we nu in op het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en het versterken van de paraatheid voor een weerbare samenleving. Niet voor niets benoemt IJle Stelstra dat investeren in weerbaarheid niet langer een optie is, maar noodzaak.
Hoe kunnen we de burger hier bewust van maken zonder angst te zaaien? Arafat vergelijkt het met een autoverzekering: “Je betaalt de verzekering en je hoopt dat je geen ongeluk krijgt. Aan het eind van het jaar krijg je het geld dat je voor de verzekering hebt betaald niet terug. Dat was een investering in je veiligheid.”
We investeren in weerbaarheid om onszelf te beschermen en om onze samenleving veerkrachtig te houden. En dit vergt de betrokkenheid van de hele samenleving. Niemand kan het alleen.
Luister de podcast
Luister naar de podcast van Raed Arafat, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van Roemenië, en IJle Stelstra, directeur NIPV.
De podcast is ook te beluisteren op Spotify.
“Ik heb zin om collega’s de nieuwe leeromgeving Canvas te laten zien”
16 januari 2025
De eerste leergangen in de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas zijn inmiddels gestart. Maikel Wondergem, coördinator leergang Manschap en functioneel beheerder ELO bij Veiligheidsregio Zeeland, is betrokken bij de invoering van Canvas in de regio. Hij deelt zijn ervaringen. “Mijn tip voor collega’s bij veiligheidsregio’s en regionale opleidingsinstituten: ga met Canvas aan de slag, ga het jezelf eigen maken. Ik ben iemand die leert door het te doen. Probeer dingen uit, klik ergens op. Dan wijst het zich vind ik vanzelf.”

“Het heeft even geduurd maar ik ben blij dat we nu echt onderwijs gaan geven vanuit Canvas. Ik heb zin om de mensen in onze regio hierin mee te nemen en de nieuwe leeromgeving te laten zien. Het is mooi dat ze het nu zelf gaan ervaren en dat we de oude ELO achter ons kunnen laten.”
Gangbaar en overzichtelijk
“Ik ben functioneel beheerder maar ik heb ook als eerste de leergang Instructeur in Canvas mogen volgen als cursist en het examen gedaan. Mijn ervaring is dat het een gangbaar, overzichtelijk systeem is. Vaak weet je hoe iets werkt als je het een of twee keer hebt gezien. Ik weet dat het in de oude leeromgeving echt zoeken is. Canvas is heel gebruiksvriendelijk. Daarom moeten we het goed uitrollen.”
Uitdaging om alle mensen in de regio Canvas te laten gebruiken
“Ik zie het dan ook als een uitdaging om alle mensen in de regio enthousiast te maken om Canvas te gaan gebruiken. Collega’s die een opleiding volgen gaan er sowieso mee werken. De mensen die dat niet doen, kijken nu zelden of nooit in de online leeromgeving. Dit geldt bijvoorbeeld voor vrijwilligers. Dat is zonde, want ik zie echt de voordelen om dat wel te doen. Je kunt in Canvas veel informatie over bijvoorbeeld oefeningen kwijt en het is bruikbaar als naslagwerk. Ook is voor leerwerkplekbegeleiders heel eenvoudig na te kijken hoe een cursist heeft geleerd. Dat wordt nu niet of nauwelijks gedaan. Maar ik ben van mening: Canvas is een nieuw systeem, dus laten we dan ook een goede start maken door iedereen gelijk goed mee te nemen, zodat het meer gaat leven in de regio.”
Gefaseerde uitrol tot de zomer
“Eind januari start in onze regio een volledige leergang Manschap in Canvas. Als het live is, zullen we nog wel tegen dingen aanlopen. Maar daar leren we dan weer van. Later dit jaar rollen we in Zeeland Canvas verder uit voor de functies bevelvoerder, chauffeur en pompbediener. Hiervoor hebben we een planning gemaakt tot de zomer waarin we gefaseerd leergangen overzetten of nieuw starten in Canvas.”
Bekijk ook
Nieuw lectoraat Datagedreven publieke veiligheid geeft impuls aan publieke veiligheid
15 januari 2025
Deze maand start het nieuwe lectoraat Datagedreven publieke veiligheid. Binnen dit lectoraat staat datascience centraal: een vakgebied dat binnen brandweerzorg en crisisbeheersing nog in de kinderschoenen staat, maar dat samen met de praktijk voor een belangrijke impuls kan zorgen om Nederland veiliger en veerkrachtiger te maken. Met datascience maken we de slag van het tellen van incidenten en dreigingen naar het verklaren en voorspellen van incidenten en dreigingen.

Sterke informatiepositie is onmisbaar
Ook de ontwikkeling en toepassing van bijvoorbeeld slimme sensoren en uiteindelijk autonome robots stellen eisen aan datascience. Het toepassen van slimme sensoren moet uiteindelijk leiden tot het op grotere schaal inrichten van systemen die crises beter kunnen verklaren én voorspellen (early warning).
Eind vorig jaar stemde het algemeen bestuur van het NIPV in met de instelling van dit vijfde lectoraat binnen onze organisatie. Hiermee geven we invulling aan de ambitie zoals geformuleerd in de Strategische Onderzoekagenda 2023-2026.
Amy Matser start als nieuwe lector
Het nieuwe lectoraat staat onder leiding van lector Amy Matser. Zij brengt veel relevante kennis mee die ze heeft opgedaan als infectieziekten-epidemioloog en teamleider datascience bij de GGD Amsterdam.
Amy Matser: “Vanuit de data en door het toepassen van datascience heb ik onderzoek gedaan naar de verspreiding van infectieziekten zoals COVID-19 en de effectiviteit van preventie en bestrijding. In de brandweerzorg en crisisbeheersing worden data, datascience en artificiële intelligentie (AI) ook steeds belangrijker. Maar welke data hebben we echt nodig? En welke datascience-toepassingen hebben meerwaarde in de praktijk? Hoe borgen we privacy en welke ethische afwegingen maken we? Ik kijk ernaar uit om samen met mijn collega’s het lectoraat rondom deze thema’s vorm te geven.”

Vliegende start met twee projecten
Binnen de onderzoekslijn datagedreven crisisbeheersing start het MultiAI-project, een samenwerking met Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, de Vrije Universiteit Amsterdam en het Centrum Wiskunde & Informatica. Ook gaat het lectoraat een vierjarige samenwerking aan met de TU Delft en Veiligheidsregio Utrecht in het Europese consortium FOURIER, aangevoerd door Politecnico di Torino.
Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs: “Een sterke informatievoorziening wordt steeds belangrijker om de toenemende complexe dreigingen, bijvoorbeeld natuurrampen en technologische verstoringen, het hoofd te bieden. Met dit nieuwe lectoraat geven we een boost aan het onderzoek op het gebied van efficiënte, veilige en duurzame inzet van data en datatoepassingen in de brandweerzorg en crisisbeheersing. Deze kennis is nodig om Nederland veiliger en veerkrachtiger te maken.”
AI toepassen om crisisorganisaties te vormen
In het MultiAI-project onderzoekt het lectoraat het gebruik van AI om crisisorganisaties aan het begin van een acute crisis te vormen. Er is gebleken dat generatieve AI er moeite mee heeft om in de operationele context de juiste duiding te geven aan de brede informatie uit bijvoorbeeld bestuurlijke netwerkkaarten. Hierdoor is het tot nog toe lastig om dergelijke tools in te zetten in de praktijk. In dit project wordt onderzocht hoe de duiding van informatie door middel van datascience verbeterd kan worden om toch te komen tot een toepasbare accurate oplossing.
Digitale tweeling voor veiligere kritische infrastructuur
In het FOURIER-project onderzoekt het lectoraat de toepassing van een digital twin om de veiligheid van kritische infrastructuur te inspecteren en te bewaken. Kritische infrastructuur, zoals het elektriciteitsnet en communicatie, is essentieel voor het functioneren van de samenleving. Het NIPV wil er daarom alles aan doen om deze te beschermen tegen allerlei soorten dreigingen. Door het toepassen van digital twin-technologie, waarin de realiteit wordt nagebootst, krijgen we inzicht in het systeem en kunnen mogelijke veiligheidsrisico’s worden gedetecteerd.
Startnotitie lectoraat Datagedreven publieke veiligheid
In de startnotitie leest u meer over de doelstellingen en de onderzoeksagenda van het lectoraat.
Bekijk ook
Brandveiligheid van parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen
15 januari 2025
Het afgelopen weekend werkte onze lector Energie- en transportveiligheid Nils Rosmuller mee aan een tv-item van de NOS over de brandveiligheid van parkeergarages waarin elektrisch aangedreven voertuigen worden geparkeerd en opgeladen. Aanleiding voor het item is de toename van het aantal elektrische voertuigen en daarmee van het aantal branden van deze voertuigen.

Als kennisinstituut helpen we, onder andere via de media, mee om maatschappelijke vraagstukken te duiden en dragen we bij aan een beter geïnformeerde samenleving. Dit geldt ook voor het onderwerp parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen.
Sprinkelerinstallaties kunnen belangrijke bijdrage leveren aan brandveiligheid
In het bijbehorende artikel op de NOS-website wordt gesuggereerd dat sprinklerinstallaties niet werken bij brandende elektrische auto’s. Deze opvatting wordt niet gedeeld door het NIPV. Uit ons onderzoek blijkt dat maatregelen zoals sprinkler- of watermistinstallaties een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de brandveiligheid van parkeergarages. Deze installaties verkleinen de kans op branduitbreiding naar aangrenzende constructies en voertuigen aanzienlijk. Dit geldt niet alleen voor branden in conventioneel aangedreven voertuigen, maar ook voor branden in elektrisch aangedreven voertuigen. Daarnaast vergroten dergelijke installaties ook de inzetmogelijkheden van de brandweer.
Meer informatie: publicatie en infographic
De publicatie ‘Brandveiligheid van parkeergarages met elektrische voertuigen’ helpt bij het maken van de juiste keuzes om tot een acceptabel niveau van brandveiligheid te komen in parkeergarages met elektrische voertuigen. De uitgave is bedoeld voor veiligheidsregio’s (brandweren), gemeenten en eigenaren. In de bijbehorende infographic staan aandachtspunten en maatregelen voor verenigingen van eigenaren en exploitanten van parkeergarages.
Bekijk ook
Natuurbranden: specialistische teams voorbereid op toekomst
30 december 2024 (voor het laatst bijgewerkt op 14 januari 2025)
De natuurbranden in Californië zijn volop in het nieuws. Landelijk coördinator natuurbrandbeheersing Jelmer Dam (NIPV) werkte mee aan verschillende tv- en radioprogramma’s om de natuurbranden te duiden. “Met water kun je de branden in LA niet bestrijden, landschapsmanagement is de oplossing”, zei hij bijvoorbeeld deze week bij BNR. Daarnaast heeft Dam enorm veel respect voor de aanpak van de bestrijding van de branden in Californië. “Als je meer dan 10.000 woningen verliest, maar relatief weinig slachtoffers hebt, dan is het werk van de brandweermensen daar fenomenaal.” Bij RTL Nieuws en bij Editie NL deelde Dam een vergelijkbare observatie.

Voorbereiden op complexe en dynamische incidenten in Nederland
“Het natte jaar 2024 zag relatief weinig natuurbranden, dus grepen specialistische natuurbrandbeheersingsteams de kans om door te ontwikkelen. Want we moeten ons voorbereiden op de bestrijding van steeds meer complexe en dynamische incidenten in de toekomst.” Jelmer Dam blikt terug op een leerzaam jaar. “Grootschalige oefeningen, werken met nieuwe technieken en kennis opdoen bij buitenlandse collega’s stonden dit jaar op het menu.”

Meer natte winters en juist droge zomers
Dat 2024 zo nat was, is een uitschieter volgens de weermodellen. “De laatste jaren zien we juist langere droge periodes en steeds hogere temperaturen. En de winters zijn dan weer milder en natter. Ideale omstandigheden voor bomen en planten om te groeien. Meer vegetatie betekent ook meer brandstof voor natuurbranden. Daar moeten we mee aan de slag.” Niet voor niets heeft de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) eind 2023 de Visie natuurbrandbeheersing van Brandweer Nederland vastgesteld.
Slimme repressie als onderdeel van strategische visie
In de aanpak van natuurbrandbeheersing staan drie sporen centraal: risicobeheersing, slimme repressie en kennisontwikkeling en -deling. Dam focust met het landelijk specialisme natuurbrandbeheersing op slimme repressie. “Met relatief kleine veranderingen kunnen we veel betekenen op dit gebied. Bijvoorbeeld door materieel en middelen van verschillende regio’s op een slimme manier in te zetten. Maar ook door met specialistische teams meer kennis op te doen.”
Focus op kruisbestuiving van specialisten natuurbrandbeheersing
“In 2024 lag er extra focus op vakbekwaamheidsmomenten waarbij de verschillende specialistische teams bij elkaar kwamen. Zo maakten we kruisbestuivingen. Niet alleen met elkaar, ook met natuurbrandspecialisten in andere landen.” Jelmer Dam geeft een overzicht:
1. Voor het eerst oefende het FBO (Fire Bucket Operations) met Heliteam Brandweer met alle teamleden. Zij oefenden een volledige inzet, van alarmering tot inzet van helikopters op de vuurlijn inclusief samenwerking met Team Digitale Verkenning (TDV).

2. Vier teamleiders Handcrew & FBO draaiden in Spanje operationeel mee met de Catalaanse brandweer. Daarbij rukten ze twee keer uit met hun Spaanse collega’s om daadwerkelijk natuurbranden te bestrijden op een voor Nederlandse begrippen innovatieve manier.
3. Zeven FBO’ers en landelijk adviseurs natuurbrandbeheersing gingen samen met de landelijk coördinator ook naar Catalonië om te leren van vuur van daadwerkelijke natuurbranden als beheerbranden. Zo staken ze bij windkracht 6 enkele hectaren aan om onder meer te leren hoe een brand zich gedraagt onder verschillende omstandigheden.

4. Vijf Handcrew-teamleden waren bij het jaarlijkse FireCamp in Polen, een internationale bijeenkomst waar veel collega’s uit de hele wereld samenkomen. Iedereen rijdt na deze driedaagse weer terug met een rugzak vol ervaringen en een uitgebreid netwerk in de natuurbrandwereld.
5. In Italië deden zeven Nederlandse natuurbrandanalisten mee aan de FireWeather course. Dit is een hoogwaardige Europese opleiding in meteorologie in relatie tot natuurbranden en een goede basis voor natuurbrandanalyse. Ook Nederland levert hiervoor een docent: NIPV-onderzoeker Brian Verhoeven.
6. Als opvolging van de FireWeather-course volgden acht natuurbrandspecialisten de FireAnalysis-ourse in Berlijn. In vier dagen leerden zij met een gedegen onderbouwing een analyse uit te voeren voor de aanpak van grootschalige dynamische natuurbrandincidenten.

Na deze opsomming vervolgt Dam: “Er is internationaal zoveel kennis op te halen. In Catalonië bijvoorbeeld, daar hebben ze nu al veel te maken met droge en warme zomers. De kennis die ze daar hebben, gebruiken wij om te werken aan slimme repressie in plaats van het enkel inzetten van meer materieel om natuurbranden te bestrijden.” Ook in 2025 is Dam van plan om slimme repressie verder te ontwikkelen met de specialistische eenheden. “Met slimmere tactieken en technieken bijvoorbeeld. Maar ook effectieve samenwerking en verdere ontwikkeling van de landelijke specialistische teams.”
Bekijk ook
Blog: De gouden brandpionier in de brandweerkathedraal
7 januari 2025
Tijdens het afgelopen Brandweerevent kreeg Ricardo Weewer, lector Brandweerkunde, de hoogste brandweeronderscheiding: het Gouden Kruis van Verdienste. Lector Lieuwe de Witte roemt de pioniersmentaliteit van zijn collega.

Onlangs kreeg mijn zeer gewaardeerde collega Ricardo Weewer, lector Brandweerkunde, tijdens het Brandweerevent de hoogste brandweeronderscheiding: het Gouden Kruis van Verdienste. Een zeer verdiende onderscheiding die zijn jarenlange inzet voor de brandweer en zijn enorme bijdrage aan brandweerkundig onderzoek en onderwijs in Nederland en daarbuiten benadrukt. Hoewel hij zelf zou zeggen dat hij dat niet alleen heeft gedaan en dat deze onderscheiding een beetje van alle collega’s is die hieraan gewerkt hebben, vind ik dat hij zichzelf daarmee tekortdoet. Nu wordt deze column geen lofzang op mijn collega, maar ga ik iets uit zijn werkwijze belichten dat hem kenmerkt en dat is zijn pioniersmentaliteit.
Er is iets met dat woord pionieren. Je kunt dat positief en negatief uitleggen. Het woord pionier roept bij mensen grofweg twee reacties op. De eerste groep reageert met een gezicht als een oorwurm. “Dat is wat proberen zonder dat je weet waar je aan begint.” Het tegenovergestelde effect ontstaat bij de tweede groep: “Yes! We gaan iets nieuws doen!” Hoewel pionieren in eerste instantie ‘iets uitproberen’ lijkt te betekenen, heeft het een veel diepere betekenis. Een pionier verricht baanbrekend werk en heeft de kwaliteiten om te blijven verkennen, uitzoeken en nieuwe mogelijkheden te zoeken. Maar er zitten ook valkuilen aan dat pionieren. Loop je te ver voor de troepen uit, dan word je niet begrepen. Ben je pionier in conservatieve en reactieve organisaties, dan is er snel weerstand tegen verandering. Wat dan helpt, is om in verbinding te staan met je doelgroep en veranderingen direct te koppelen aan de praktijk, of nog beter ze met de praktijk uit te vinden. Dat wordt ook wel participerend onderzoek genoemd. Daarnaast zijn lef en durf belangrijk om mythes en eigen overtuigingen te ontkrachten. En je moet erop vertrouwen dat het leidt tot een groter geheel.
Tijdens het Brandweerevent riep Ricardo Weewer op om groot te denken, of zoals hij dat noemde: kathedraaldenken. Oftewel we moeten niet bang zijn om ambitieuze doelen na te streven die mogelijk tientallen jaren duren om te voltooien. Het betekent in het hier en nu werken aan iets dat mogelijk verder reikt dan je eigen carrière. Die kathedraal kun je overigens als metafoor voor veel onderwerpen gebruiken. Een leuk element in een kathedraal is de ‘vliegende steunbeer’. Een boogconstructie die zorgt voor de afdracht van de krachten naar een externe kolom op enige afstand van de muur. Dit zorgt voor dunnere constructies en de mogelijkheid om ramen toe te voegen in de muren van de kathedraal.
Leuk dat pionieren en die kathedraal, maar wat heeft dat met brandveiligheid te maken? We staan binnen het vakgebied op een interessant kruispunt. Er verandert veel in onze leefomgeving en maatschappij (zie ook mijn vorige column) en deze veranderingen vragen om nieuwe frisse ideeën buiten de gebaande paden. Met andere woorden: we hebben meer pioniers nodig die de ruimte krijgen om creatief en flexibel te werken aan het innoveren van de brandveiligheidskathedraal. Vanuit het lectoraat Brandveiligheidskunde proberen we daaraan bij te dragen door bijvoorbeeld handvatten te bieden om brandveiligheid op een andere, meer doelgerichte manier aan te pakken. Maar dat kunnen we niet alleen, dus hierbij een oproep aan organisaties om dat pionierswerk mogelijk te maken en te ondersteunen!
Gelukkig hebben we binnen het NIPV een gouden brandpionier rondlopen, die blijft werken aan die mooie brandweerkathedraal!
Lieuwe de Witte
Lector Brandveiligheidskunde
Deze column is eerder verschenen in Brandveilig.com nr. 4, 2024.
Bekijk ook
Hulplijn bij gevaarlijke stoffen: landelijk specialisme IBGS
6 januari 2025
“Als er gevaarlijke stoffen vrijkomen, kan de lokale brandweer dat vaak zelf oplossen. Het landelijk specialisme IBGS (incidentbestrijding gevaarlijke stoffen) is er voor uitzonderlijke gevallen. Echt grote of complexe incidenten.” Jan Jacobs, landelijk coördinator IBGS bij het NIPV, vertelt dit in een nieuwe video over het landelijk specialisme IBGS. De video is gemaakt om te laten zien waar ze voor in te zetten zijn.
Bij incidenten met gevaarlijke stoffen is vaak een adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) ter plaatse. “Die kan veel oplossen, maar wij zijn een hulplijn”, licht Jacobs toe. “Sommige stoffen zijn onbekend en dan is het fijn als iemand meedenkt. Bijvoorbeeld: moet je mensen gaan ontsmetten of niet? Is het gevaarlijk voor het milieu of niet? De landelijk adviseur gevaarlijke stoffen (LA-GS) kan meedenken en adviseren om een specialistisch team of een netwerkpartner in te zetten.”
Specialisten verlenen bijstand aan lokale gezag
“Het lokale gezag kan tijdens een incident verschillende landelijk inzetbare specialistische teams vragen om bijstand te verlenen. Er zijn bijvoorbeeld zes Grootschalige Ontsmettingseenheden, de GOE’s. Zij kunnen een grote hoeveelheid mensen ontsmetten. Zo nodig dragen ook netwerkpartners bij aan de bestrijding van grote of complexe incidenten met gevaarlijke stoffen. Denk aan het RIVM bij specialistische metingen of Defensie bij het ontsmetten van materieel en infrastructuur. Ook hebben we afspraken met verschillende chemische bedrijven over de inzet van hun specialistische bedrijfsbrandweer.”
Samenwerken met andere organisaties
“Als landelijk coördinator ondersteun ik het landelijk specialisme IBGS en mag ik onder meer de doorontwikkeling faciliteren. Dat doe ik met name door samenwerking. Niet alleen met eenheden uit verschillende veiligheidsregio’s en het NIPV, ook met bestaande en nieuwe netwerkpartners. Zo kunnen we in veel situaties met gevaarlijke stoffen, die gelukkig maar weinig gebeuren, een oplossing bieden. Die samenwerking met zoveel partijen, het door de constante ontwikkelingen uitgedaagd blijven worden, dat is wat mij heel erg bevalt.”
Over de landelijke specialismen van de brandweer en IBGS
Een incident houdt zich niet aan regio- of landsgrenzen. Ook zijn incidenten soms zo complex of groot dat speciale kennis en materieel nodig zijn. Dan is het noodzakelijk dat de brandweer de krachten bundelt en samenwerkt. Binnen IBGS onderscheiden we verschillende onderdelen die horen bij het landelijk specialisme:
- Landelijk adviseur gevaarlijke stoffen als hulplijn.
- Advies over schuimgebruik bij het afdekken van plassen met gevaarlijke stoffen.
- Meten van gevaarlijke stoffen.
- Ondersteuning van industriële bedrijfsbrandweren.
- Grootschalige ontsmetting.
- Bronbestrijding op locatie (in gaspak) met specialistische teams.
Het NIPV ondersteunt de landelijke specialismen door ontwikkeling en verbinding van expertise, systemen, mensen en middelen. Voor een veilig en veerkrachtig Nederland.