Evaluatie Covid-19-crisis in Curaçao

27 februari 2024

De directie Risicobeheersing & Rampenbeleid van het Ministerie van Algemene Zaken van Curaçao heeft het NIPV gevraagd het optreden van de overheid in de Covid-19-crisis in Curaçao te evalueren. Meer reservecapaciteit organiseren, de professionaliteit van crisisfunctionarissen versterken en meer tijd en ruimte inbouwen voor (tussentijdse) reflectie zijn enkele aanbevelingen die uit de evaluatie komen.

vlag van Curaçao

In de evaluatie staan enkele thema’s centraal, waaronder de voorbereiding van de crisisorganisatie op een pandemie, de crisisrespons van de overheid en de lessen die uit de crisis getrokken kunnen worden. Door middel van documentanalyse en interviews met de ambtelijk meest direct betrokkenen zijn deze thema’s geëvalueerd. Hoewel de pandemie enkele kwetsbaarheden zichtbaar heeft gemaakt, zijn er zeker ook dingen goed opgepakt.

Beperkte capaciteit maakte verschillende organisaties en sectoren kwetsbaar

De beperkte capaciteit, die inherent is aan de kleinschaligheid van het land, in de gezondheidszorg zorgde ervoor dat op bepaalde momenten de reguliere zorg (deels) stil kwam te liggen. Maar ook de crisisorganisatie was kwetsbaar door het beperkt aantal betrokkenen. Het is zonder meer knap dat gedurende een lange periode een relatief klein aantal (overheids)fuctionarissen zich zo hard heeft ingezet voor het algemeen belang. Ook de getoonde veerkracht van de Curaçaose samenleving valt op. Kenmerkend voor bewoners van (kleine) eilanden is dat zij altijd eerst en vooral zelf problemen moeten oplossen en dat hulp van buiten (vaak) laat komt. Bij een toekomstige crisis zullen ook  hun inzet en veerkracht weer bepalend zijn.

De belangrijkste lessen gaan over het functioneren tijdens de koude fase

De Covid-19-crisis liet in Curaçao vooral goed zien waar regulier, in de koude fase, de kwetsbaarheden en zwakheden zitten. Zoals het gebrek aan actuele gezondheidswetgeving, onvoldoende zicht op de (verborgen) armoede en op het deel van de bevolking met een zwakke gezondheid. Met name de publieke gezondheidszorg zou steviger verankerd moeten worden. Voor de crisisorganisatie gelden de volgende aanbevelingen:

  • Investeer in het op peil houden en versterken van de professionaliteit van betrokkenen bij de crisisstructuur
  • Ruim bij een volgende crisis  meer tijd en ruimte  in voor (tussentijdse) reflectie
  • Zet multidisciplinaire samenwerking door in de koude fase.

Wat kan Nederland leren van Curaçao?

Terwijl in Nederland de verantwoordelijken begin 2020 dachten goed voorbereid te zijn op het coronavirus, was men in Curaçao veel minder optimistisch. Overheidsinstanties waren zich bewust van de risico’s door de beperkte capaciteit en kleinschaligheid van het land. In januari werden al maatregelen genomen ter voorbereiding op de eerste besmetting. Nadat de eerste besmetting was geconstateerd, volgden dan ook snel zeer vergaande maatregelen. Tijdens de eerste coronagolf is één persoon in Curaçao overleden aan corona.

Bekijk ook

“Met vrouwen in een brandweerploeg verandert de sociale cohesie”

24 februari 2024

Vandaag staat in NRC een groot artikel over vrouwen bij de brandweer. Senior onderzoeker Karin Dangermond vertelt hierin over het onderzoek dat het NIPV heeft gedaan naar het werven en behouden van vrouwen bij de vrijwillige brandweer. Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat vrijwillige brandweervrouwen een positieve invloed hebben op het improvisatievermogen tijdens de incidentbestrijding. En op de sociale cohesie op de brandweerpost.

Brandweerploeg met mannen en vrouw voor een tankautospuit

Brandweervrouwen zien andere, vaak creatievere oplossingen

Dangermond zegt in het interview in NRC dat het NIPV-onderzoek laat zien dat vrouwen een belangrijke meerwaarde hebben in een korps. In de groepsgesprekken die de onderzoekers hebben gevoerd, vertelden brandweermannen én -vrouwen: “Met vrouwen in een ploeg wordt de sfeer zachter en veiliger, mannen voelen meer ruimte om zich kwetsbaar op te stellen.” En ook: “Tijdens het incident zelf hebben brandweervrouwen vaak een andere blik op een situatie en zien ze dan ook andere, vaak creatievere oplossingen. Een voorbeeld: de mannen gaan slopen, het moet kapot en snel. Maar als je dan samen even nadenkt en aangeeft dat het efficiënter kan. De vrouw heeft soms de helikopterview. Mannen zijn meer van de risico’s en vrouwen van de zekerheid.”

5 redenen waarom het percentage vrijwillige vrouwen rond de 6 procent schommelt

Het aandeel vrouwen bij de vrijwillige brandweer schommelt al jaren rond de 6 procent. Uit het onderzoek komt naar voren dat hiervoor 5 belangrijke redenen zijn:

  • Vrouwen die interesse hebben om vrijwilliger te worden, denken geregeld ongeschikt te zijn voor het brandweervak vanwege fysieke eisen, gebrek aan technisch inzicht, maar ook vanwege hun zorgtaken.
  • De meeste brandweervrijwilligers, vrouwen en mannen, willen vooral geschikte vrijwilligers werven. Het geslacht vinden zij niet belangrijk. Maar door generieke wervingscampagnes en doordat het werven hoofdzakelijk via mond-tot-mondreclame gebeurt, worden vrouwen minder snel bereikt.
  • Vrijwillige brandweervrouwen voelen zich over het algemeen geaccepteerd op hun eigen post, maar niet allemaal en niet overal. Soms ervaren zij een (on)bewuste nadruk op hun ‘anders-zijn’ en stuiten zij op (voor)oordelen over vrouwen
  • Vrijwillige brandweervrouwen stoppen om andere redenen dan brandweermannen, en ook eerder. Brandweervrouwen stoppen vanwege hun gezondheid, (onvrede) over het PPMO of de combinatie van het brandweervak en hun hoofdbaan en/of hun privéleven.
  • Hoewel de meeste veiligheidsregio’s een meer divers personeelsbestand willen, heeft ongeveer de helft van de regio’s in haar beleid geen aandacht voor diversiteit en specifiek vrouwen bij de brandweer. Zo zijn niet op alle posten voorzieningen voor vrouwen.

Tips voor het werven en behouden van vrijwillige brandweervrouwen

Brandweerposten zijn meestal zelf verantwoordelijk voor het werven van nieuwe vrijwilligers. De postcommandanten spelen een cruciale rol bij het ontwikkelen van draagvlak bij ploeggenoten voor een verandering naar een inclusieve organisatiecultuur. Speciaal voor postcommandanten heeft het NIPV daarom een aantal tips gebundeld voor het werven én behouden van vrijwillige brandweervrouwen.

Ontwikkelfonds: wat staat er op de planning voor 2024? 

22 februari 2024

Hakan Meijer, lid van de stuurgroep Ontwikkelfonds en werkzaam bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, vertelt over de stappen die zijn gezet in de afstemming met het werkveld. Ook is te lezen wat er op de planning staat voor 2024. 

Bevelvoerders brandweer aan het werk.

Draagvlak creëren en aansluiten bij behoeften van het veld

Hakan Meijer, lid van de stuurgroep Ontwikkelfonds en werkzaam bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord: “Binnen de vakraad Leren en Ontwikkelen (L&O) van Brandweer Nederland ben ik portefeuillehouder vakbekwaam worden. Vanuit deze rol ben ik aangesloten als lid van de stuurgroep Ontwikkelfonds. Bij de oprichting hiervan wilden we namelijk vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven, de opleiders in de vorm van het LOBO (Landelijk Overleg Brandweeropleidingen), de WVA (werkveldadviesommissie) en het NIPV aan tafel hebben. Dit heeft als doel om meer draagvlak te creëren en aan te sluiten bij de behoeften van het veld. En dat het NIPV daar dan de middelen van het ontwikkelfonds op een goede manier voor inzet.”  

Laat weten wat er speelt in de regio

“Ik wil graag een oproep doen aan de hoofden vakbekwaamheid en andere betrokkenen: laat weten wat er speelt in de regio! Dan kunnen we met elkaar daarin optrekken en de goede keuzes maken. Zo krijgen wij als stuurgroep nog eerder zicht op welke thema’s er spelen. Zo kunnen de regio’s en het NIPV veel meer samen met elkaar optrekken. Zo draagt het onderwijsaanbod nog meer bij aan wat het werkveld graag wil.”   

Vakbekwaam worden en blijven heel nauw met elkaar verweven

“Ik zie vanuit mijn rol dat er twee belangrijke ontwikkelingen spelen. De eerste is dat we vanuit de vakraad L&O zien dat vakbekwaam worden en blijven heel nauw met elkaar verweven zijn. Daar is heel veel in geïnvesteerd. Wat hebben we hier in te doen? Wat zijn de juiste keuzes om te maken? Waar steken we vanuit het land de energie in? Ten tweede: hoe zorgen we ervoor dat dit signaal helder is bij het Ontwikkelfonds? Dat we niet alleen maar behoefte hebben aan ontwikkeling of het actualiseren van bestaande leergangen. Maar dat we ook producten van vakbekwaam blijven nodig hebben. Dat zie je ook terug in de drie ontwikkelsporen: ontwikkeling en onderhoud van leergangen, content voor vakbekwaam blijven en bijscholing van kerninstructeurs. Daar is wat mij betreft veel meer evenwicht in gekomen.” 

Nu meer inzicht in het proces  

“Tanja Guyken, lid van de stuurgroep, doet namens het NIPV een voorstel voor herzieningen en ontwikkelingen van producten aan de rest van de stuurgroep. Wij kijken dan of het past bij de geluiden die wij horen. Misschien zijn er andere urgenties. Of hebben we andere producten nodig? Het is de bedoeling om dat nog meer op elkaar te laten afstemmen. Dat we het terugleggen aan het veld en draagvlak ophalen. Hier is nog ruimte voor verbetering. We gaan meer tijd inruimen in het proces voor de afstemming. Zodat we echt weten: dit zijn de behoeften van de 25 regio’s. Dan kunnen we het ook makkelijker uitleggen, als er bepaalde keuzes zijn gemaakt, waar misschien niet iedere regio bij is gebaat. Maar dat ze het wel begrijpen binnen het grote plaatje.”  

Wat staat er op de planning voor 2024? 

Het programma Ontwikkelfonds voor 2024. 

  • Ontwikkelspoor 1 (beheer en onderhoud leergangen)
    • Leergang Chauffeur herzien n.a.v. de evaluatie
    • Leergang Medewerker Vakbekwaamheid ontwikkelen
    • Leergangen Manschap en Bevelvoerder – evaluatie
    • Diverse leergangen – ontwikkelen lesstof gebouwcodering binnen brandbestrijding
    • Diverse leergangen – aanpassen lesstof Technische hulpverlening (THV) i.r.t. medische inzichten bij verkeersongevallen met beknelling
    • Diverse leergangen – ontwikkelen lesstof t.a.v. arbeidsveiligheid en arbeidshygiëne (THV-Brand-IBGS (incidentbestrijding gevaarlijke stoffen))
    • Leergang Centralist – ontwikkeling lesstof
    • Leergang Duiken – ontwikkeling lesstof
    • Jeugdbrandweer – ontwikkeling lesstof
  • Ontwikkelspoor 2 (content bijscholing t.b.v. vakbekwaam blijven)
    • Leerlijn Energietransitie – vakbekwaamheidsadviezen, e-modules en webinars over LNG/CNG, accu’s, zonnepanelen en windturbines
    • Leerlijn Natuurbrandbestrijding – Inventarisatie bronnen en onderwijscontent natuurbrandbestrijding, als vertrekpunt voor onderwijsontwikkeling in 2025
    • Leerlijn Brandbestrijding:
      • vakbekwaamheidsadvies en e-module over gebouwcodering
      • vakbekwaamheidsadvies basisprincipes en rookverspreiding
      • vakbekwaamheidsadvies en e-module over sprinklers en BMI
    • Leerlijn Technische hulpverlening (THV):
      • vakbekwaamheidsadvies Medische inzichten bij verkeersongevallen met beknelling (afhankelijk van uitkomsten onderzoek en beschikbaarheid handelingsperspectief)
    • Ontwikkelen gesprekstool functioneren in teamverband en sociale dilemma’s
    • Vakbekwaamheidsadvies Medewerker Vakbekwaamheid n.a.v. nieuwe leergang
    • Oriëntatie op onderwijsinnovatie – pilot met microlearning als bijscholingstool
  • Ontwikkelspoor 3 (bijscholing instructeurs)
    • Instructeurs Energietransitie bijscholen
    • Instructeurs Brandbestrijding bijscholen
    • Instructeurs THV bijscholen
    • Didactische bijscholing kerninstructeurs
    • Bijscholing Duikinstructeurs

Wat is het Ontwikkelfonds? 

Via het Ontwikkelfonds financieren de veiligheidsregio’s sinds 2013 de ontwikkeling van les- en leerstof voor de (v)mbo-functies bij de brandweer. De doelstelling van het fonds is de ontwikkeling en distributie van les- en leerstof voor de opleiding (de initiële vakbekwaamheid) en leermiddelen voor het oefenen en bijscholen (de blijvende vakbekwaamheid) van brandweermensen.  

Leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds

Patrick Sprokkereef (Vakraad L&O), Monique van Beek (LOBO), Hakan Meijer (Vakraad L&O), voorzitter Jan Pieter Duhen (WVA), Tanja Guyken (NIPV)

Bekijk ook

Werving 54e voltijdopleiding Brandweerofficier van start: “Dat ik een bijdrage kan leveren aan de samenleving, dat is mijn drijfveer!”

19 februari 2024

In september 2024 begint de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier. 17 veiligheidsregio’s zijn hiervoor nu op zoek naar geschikte kandidaten om brandweerofficier te worden. Kandidaten komen in dienst van een veiligheidsregio en volgen de opleiding tot brandweerofficier bij het NIPV. Joris Brehm is student van de huidige 53e leergang Brandweerofficier en bijna afgestudeerd. Hij vertelt hoe hij de opleiding heeft ervaren.

Brandweerofficier in opleiding Joris Brehm aan het werk.
Brandweerofficier in opleiding Joris Brehm (rechts) aan het werk.

“Tijdens de opleiding heb je de mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen”, vertelt Joris. “Dat heb ik als heel prettig ervaren. Je wordt breed opgeleid, op verschillende gebieden: het repressieve programma van de brandweeropleidingen, beheersmatige onderwerpen en persoonlijke ontwikkeling en leiderschap. Als onderdeel van dit laatste hebben we als studenten zelf een tweedaagse bij Defensie georganiseerd. We hebben leidinggeven onder verzwaarde omstandigheden opgezet. We zijn toen bijna 40 uur non-stop uitgedaagd, fysiek en mentaal. Om te ervaren, wat doet dat nou als je echt onder druk wordt gezet?”

Baan met maatschappelijke relevantie

“Ik ben er tijdens de opleiding achter gekomen dat een bijdrage leveren aan de maatschappij voor mij nog meer van belang is dan dat ik eigenlijk dacht! Van te voren had ik twee redenen om deze opleiding te doen. Aan de ene kant had ik al aan de brandweer geproefd als vrijwilliger. Aan de andere kant was ik toe aan verandering vanuit mijn vorige baan in de consultancy. Dat ging vooral over geld verdienen en door corona was er ook best veel veranderd. Ik wilde graag een baan met maatschappelijke relevantie. Waar je een bijdrage kan leveren aan de samenleving, hoe cliché het ook klinkt. Dat is echt mijn drijfveer!”

Stage in Verenigde Staten was hele toffe ervaring

“Het zelf organiseren van een buitenlandstage was een hele, hele toffe ervaring! Ik ben met een medestudent naar de brandweer in Philadelphia in de Verenigde Staten geweest. We kregen tijd en geld en de opdracht om zelf de contacten en een plek te regelen. Het was heel leerzaam om te netwerken in het buitenland. Hoe pak je dat aan? Wie ken je daarvoor uit je eigen netwerk? En dan komen we daar zo meteen: is er dan wel iemand? En het feit dat dat dan gaat rollen, dat is tof. In Philadelphia werden we met open armen ontvangen! Alle deuren gingen voor ons open. De verbinding met die mensen was ook bijzonder. Het brandweer familiegevoel dat je in Nederland hebt, dat heb je ook internationaal. In Amerika hebben ze trouwens een totaal andere kijk op brandbestrijding dan wij in Nederland. Wij zijn hier van antiventilatie, alles dichthouden. Zij zijn van zoveel mogelijk open zagen en alle hitte en rook eruit. Dat verschil was ook vaktechnisch heel erg interessant om mee bezig te zijn.”

Na de opleiding aan de slag als OvD en op kantoor

“Na de opleiding ga ik bij Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland werken. Deze regio kent een eigen inwerktraject om als officier van dienst (OvD) aan de slag te gaan. Daarnaast heb ik dan de kantoorfunctie. Hoe ik dat in ga vullen, ben ik nog aan het bekijken. Ik heb daarin de ruimte gekregen om te kijken waar ik binnen de organisatie denk te passen en waar plek is.”

Portretfoto van Joris Brehm, student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier. Copyright: John Voermans
Joris Brehm, student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier.

Ga het doen, het is een unieke kans!

“Ga het doen! Dat wil ik meegeven aan mensen die overwegen te solliciteren voor de volgende opleiding. Het is gewoon een toffe opleiding en een unieke kans. Er wordt ontiegelijk veel in je geïnvesteerd. Het lesprogramma is intensief, maar het mooie is dat je breed wordt opgeleid en de mogelijkheid krijgt om jezelf te ontwikkelen. Ook heb je een baangarantie bij een veiligheidsregio. Wat je na de opleiding gaat doen, kan heel divers zijn. Het hangt ook af van de afspreken die je van tevoren maakt. Maar er zijn veel verschillende functies mogelijk.”

Meer weten?

In september 2024 start de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier. 17 veiligheidsregio’s zijn hiervoor nu op zoek naar geschikte kandidaten. Ga naar www.brandweerofficier.nl voor alle informatie.

Bekijk ook

“Ons doel is om informatie snel en overzichtelijk beschikbaar te maken”

16 februari 2024

Sjoerd Harmsen is als Geo-specialist werkzaam bij het NIPV. Hij vertaalt data naar visuele, digitale kaarten en zorgt er zo voor dat hulpverleners met een paar drukken op de knop een kaart met relevante informatie voor zich hebben.

Sjoerd Harmsen

“Of het nu om een natuurbrand, een ramp of een storing op het spoor gaat, voor elk soort incident zie je binnen een paar klikken alle relevante informatie op de digitale kaart. Losse kaarten zijn niet meer nodig, want door GEO4OOV zien hulpverleners direct waar brandkranen staan en waar energieonderbrekingen zijn.”

“Met GEO4OOV combineren we datasets van onder meer het Kadaster, de Kamer van Koophandel en veiligheidsregio’s. Naast een routebegeleiding, krijg je tijdens de uitruk op de tablet in het voertuig direct op de kaart te zien of het bijvoorbeeld gaat om een hoogrisicolocatie met verminderd zelfredzame mensen. Zoals een ziekenhuis. Of waar de brandkranen staan en waar de brandweer naar binnen kan. Hulpverleners kunnen daar direct op inspelen. Deze data wordt ook gebruikt in de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb) en veel veiligheidsregio’s halen de informatie op voor hun eigen datawarehouse”.

“Je begrijpt dus hoe handig het is om direct alle informatie op één plek te zien. Maar daarvoor is wel de juiste informatie nodig. Standaardiseren is het toverwoord. Want alleen als je de data allemaal op dezelfde manier aanlevert, krijg je een duidelijk overzicht. Het kan zelfs uitmaken of je een hoofdletter gebruikt of hoe je een diameter noteert. Met bijvoorbeeld de drinkwaterbedrijven hebben we daarom een hele specifieke standaard afgesproken waarin alles overeenkomt”.

“In GEO4OOV zitten zo’n 300 kaartlagen met heel veel informatie. Maar niet alle informatie is voor iedereen relevant. We willen daarom naast het standaardiseren van data ook scenario’s gaan ontwikkelen. Daarmee wordt alleen de relevante informatie getoond: de rest wordt eruit gefilterd. Of het nu een natuurbrand is, een ramp of een storing op het spoor; ons doel is om informatie snel en overzichtelijk beschikbaar te maken”.

Eerste diploma uitgereikt binnen flexibel leerlandschap: “Ik heb leerblokken gekozen die ik dagelijks nodig heb” 

16 februari 2024

“Tijdens een teamoverleg werd ik verrast met de uitreiking van mijn diploma Ruimtelijke veiligheid“, vertelt Jaap van der Donk, senior specialist ruimtelijke veiligheid bij Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Van der Donk ontving het allereerste diploma Ruimtelijke veiligheid. Het was meteen ook het eerste diploma dat voortkomt uit het flexibel leerlandschap Risicomanagement.  

Uitreiking eerste diploma Ruimtelijke veiligheid binnen Leerlandschap Risisocmanagement
Jaap van der Donk neemt zijn diploma Ruimtelijke veiligheid in ontvangst.

“Ik wilde graag vakbekwaam worden op het gebied van omgevingsveiligheid”, aldus Van der Donk. “Het flexibele leren was een goede uitkomst voor mij. Want enerzijds heb ik eerder al bepaalde opleidingen gedaan op het gebied van brandveiligheid bijvoorbeeld. Ook heb ik door werkervaring al een bepaalde basiskennis. Maar aan de andere kant heb ik nog geen opleiding gehad op dit onderwerp. Daarom heb ik voor leerblokken gekozen waarvan ik dacht: deze heb ik nodig!”  

“Actuele en relevante onderwerpen waar we dagelijks tegenaan lopen”

“Zo heb ik onder meer omgevingsveiligheid, energietransitie en klimaatadaptatie gevolgd. Dit zijn super actuele onderwerpen. En daardoor ook interessant. Hierin zitten echt zaken waar we nu dagelijks tegenaan lopen in de regio. Bijvoorbeeld de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen in relatie tot EOS’en (energieopslagsystemen) en recent de invoering van de Omgevingswet. Tijdens de lessen wordt er ook vooruitgekeken naar wat komen gaat. Dat is heel waardevol. Je hebt er dan in ieder geval een beeld van. Je weet wat er nu speelt en wat je de komende periode nog kan verwachten. Door het volgen van deze leerblokken had ik voldoende inhoudelijke kennis om de proeve van bekwaamheid af te kunnen leggen. Die bestond uit een adviesnota, adviesgesprek en beleidsnota. Dat is dus ook allemaal gelukt!” 

“Kies waar je behoefte aan hebt” 

“Zit je al langer in het vak zit en wil je je vakbekwaamheid op peil wil houden? Kies dan een leerblok dat aansluit bij je behoefte. Je kunt zelf de keuze maken of je een diploma wil halen of alleen wat extra’s wil leren. Het flexibele leren en de leerblokken maken het ook makkelijker om te komen waar je wil. Je kiest wat bij jouw situatie en behoeften past en wanneer je er tijd voor hebt. Aan collega’s die een adviesnota moeten schrijven wil ik meegeven: ga op tijd op zoek naar een geschikte opdracht want die liggen niet altijd voor het oprapen. Maak ook gebruik van de docenten, onderzoekers en adviseurs van het NIPV. Er is voldoende steun en tijd om ze vragen te stellen of om even met ze te sparren.”  

“Kennisdeling gaat ook verder na het onderwijs”

“Ook na het afronden van de leerblokken heb ik nog waardevolle contacten met het NIPV. Met een onderzoeker bijvoorbeeld over het onderzoek naar de toepassing van omgevingsveiligheid in het Omgevingsplan en de implementatie hiervan. En sinds kort hebben we een stagiaire die een regionale vertaalslag gaat maken. Zo brengen we de geleerde kennis en vaardigheden weer over. De verbinding met het NIPV en de kennisdeling gaan dus ook verder na het volgen van het onderwijs.”  

“Ook mijn leerwerkplekbegeleider heeft er nog iets aan overgehouden. Hij was erg enthousiast en wilde graag iets betekenen. Daarom is hij examinator geworden. Daar is het NIPV ook weer heel blij mee.”  

Wat is het flexibel leerlandschap Risicomanagement? 

Hierin is geen onderscheid tussen vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven. En ook gedeeltelijk niet tussen functieprofielen. Iedereen die werkzaam is binnen dit (groeiende) vakgebied kan losse leerblokken of een bij hem of haar passende leerroute tot één van de uitstroomprofielen volgen. 

Bekijk ook

Waterstof in de gebouwde omgeving: handreiking en geleerde lessen

12 februari 2024

Hulpverleners zullen in de toekomst in de gebouwde omgeving vaker waterstof tegenkomen. Waterstofaggregaten zijn hier een voorbeeld van: ze worden op bouwterreinen en festivals gebruikt om op een duurzame manier stroom te leveren. Maar dit brengt ook risico’s met zich mee.

waterstoftank

Het NIPV heeft vanuit het Waterstof Veiligheid Innovatieprogramma (WVIP) twee rapporten geschreven over waterstof. Het eerste rapport gaat over waterstofaggregaten en beschrijft de wet- en regelgeving, de risico’s en de mogelijke maatregelen. Het tweede rapport gaat over waterstofincidenten en beschrijft de lessen die hulpverleningsdiensten hieruit kunnen leren.

Waterstofaggregaten: wet- en regelgeving, risico’s en maatregelen

Bij de inzet van waterstofaggregaten is ook sprake van de opslag van waterstof. En deze opslag brengt risico’s met zich mee. Het NIPV heeft beschreven waaraan waterstofaggregaten moeten voldoen en welke risico’s hieraan verbonden zijn. Zo geeft het rapport aan wanneer een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt en zijn verkennende berekeningen gedaan aan waterstofexplosies in een 20 ft. container. Veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten kunnen het rapport gebruiken bij hun advisering aan het bevoegd gezag over vergunningaanvragen.

Geleerde lessen over waterstofincidenten delen

Als een waterstofincident zich voordoet, is een belangrijke vraag hoe het incident heeft kunnen gebeuren. Met die kennis kunnen in de toekomst risico’s beperkt worden en mogelijk andere incidenten voorkomen worden. Maar een aspect dat vaak onderbelicht blijft, is welke lessen hulpdiensten kunnen leren van de inzet bij waterstofincidenten. Een belangrijke les is bijvoorbeeld dat een waterstofincident uit meerdere fasen bestaat en dat de inzet in iedere fase anders is. Het rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek dat het NIPV heeft gedaan naar de ervaringen van hulpdiensten bij verschillende waterstofincidenten.

Lees de rapporten op de website van NL Hydrogen

“De mensen in het veld werden tijdens het klaren van een klus doorlopend gebeld en moesten steeds maar weer vertellen wat er aan de hand was”

7 februari 2024

Martijn Korpel is als adviseur Netcentrisch werken werkzaam bij het NIPV. Vanaf het moment dat hij zijn carrière binnen het veiligheidsdomein begon in 2001, ervaarde hij zelf hoe moeizaam de informatieoverdracht verliep tussen crisispartners. Nu, 23 jaar later, blikt hij terug op de grote en belangrijke stappen die met het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) gemaakt zijn.

Martijn Korpel
Martijn Korpel.

“Toen ik in 2001 het veiligheidsdomein binnenstapte, was er nog geen Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS). Informatieoverdracht ging via de telefoon, sms en e-mail. Qua (crisis)informatiemanagement werkte elke organisatie anders. Denk aan de verschillende veiligheidsregio’s, de politie, de waterschappen en bijvoorbeeld Rijkswaterstaat.”

“In een crisis heeft iedereen een stukje van de informatiepuzzel. Om in een netwerk van hulpdiensten en partners in de vitale infrastructuur samen de juiste keuzes te kunnen maken, moet je alle stukjes bij elkaar leggen. Dat begint bij het bijhouden en delen van een situatiebeeld. Waarin je opneemt wat ánderen van jou nodig hebben. Daarvoor was een omslag in de manier van denken nodig.”

“Inmiddels is die omslag ruimschoots gemaakt: Netcentrisch werken bij een crisis is gemeengoed voor veel organisaties in het veiligheidsdomein en de vitale sectoren. Je merkt dat relevante partners elkaar sneller vinden, hun belangen delen en die met elkaar afwegen. Denk bijvoorbeeld aan de containerramp met de MSC Zoë of de brand op de autocarrier Fremantle Highway. Maar ook de manier waarop we de opvang van vluchtelingen en ontheemden uit Oekraïne organiseren: het zijn casussen waarin veel partijen elkaar écht beter zien en hun informatie met elkaar delen.”

“Wat we nu breed zien gebeuren, is dat we samenwerken en informatie delen in een netwerk vooropstellen in álle fases van crisisbeheersing. Dat we niet enkel wachten tot wordt opgeschaald, maar in het reguliere al risico’s uitwisselen met vitale partijen. Om zo samen voorbereid te zijn op een mogelijk incident. Dit is een kentering: niet meer alleen de blauwe lichten centraal, maar de samenwerking tussen de verschillende partijen. Voor, tijdens en na een incident. Doorlopend risico’s scannen, vinger aan de pols houden, informatie uitwisselen. Is er een incident, dan focus je daarop. Maar ondertussen monitor je het geheel, betrek je de juiste partners en deel je informatie. En soms is het dan niet eens meer nodig om op te schalen.”

“De manier waarop we anno 2024 in Nederland informatie delen tussen zo’n 200 organisaties is best uniek in de wereld. Dat hebben we toch maar mooi met elkaar gefikst.  Een ambitie voor de toekomst is samen de kwaliteit van situatiebeelden nog beter maken. Door de focus op verwachte trends, knelpunten, onzekerheden en dilemma’s te leggen, kunnen we nog veel meer verschil gaan maken.”

Drones en robots van Team Digitale Verkenning afgelopen jaar 330 keer gealarmeerd 

6 februari 2024

In 2023 ondersteunde Team Digitale Verkenning (TDV) maar liefst 330 keer bij een incident. Dit landelijk brandweerspecialisme levert onbemande systemen, zodat brandweermensen effectiever, efficiënter en veiliger hun werk kunnen doen. Het gaat om bijvoorbeeld drones, maar ook om blusrobots en om vierpotige robots. 

Team digitale verkenning tijdens een oefening
Team Digitale Verkenning ondersteunt bij het herstellen van een overlaatdam in Maastricht.

Inzet met blusrobots en drones bij branden in Den Bosch en Rutten 

Team Digitale Verkenning wordt onder meer ingezet bij hulpverlening, waterongevallen en brandbestrijding. Teammanager Robbert Heinecke licht toe: “Ook bij brandincidenten worden we ingezet, zoals enkele weken geleden in Den Bosch. In een parkeergarage onder een appartementencomplex bluste robot Brutus brandende auto’s. Ook controleerde het team met de indoor drone of de constructie nog betrouwbaar was. Je wilt natuurlijk geen mensen naar binnen sturen en er daarna achterkomen dat het niet veilig is.”  

“Datzelfde deden collega’s van Veiligheidsregio Flevoland, Veiligheidsregio IJsselland en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond eerder in Rutten. Blusrobots Brutus en Fikthor konden met camera’s veilig het pand in. Via die camera’s en die van de outdoor drone zagen we precies waar ze moesten blussen. Ondertussen controleerden we met een indoor drone of de constructie veilig genoeg was voor brandweerlieden om naar binnen te gaan.”  

Meer overzicht bij herstellen van overlaatdam 

Niet alleen bij brand ondersteunt Team Digitale Verkenning. “Begin januari was in Maastricht een woonboot losgeslagen door het doorbreken van een overlaatdam. Dat veroorzaakte schade aan de naastgelegen brug en ook de overlaatdam moest hersteld worden. Defensiehelikopters plaatsen hiervoor stenen. De teams van Veiligheidsregio Zuid-Limburg en Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ondersteunden daarbij met beelden van de outdoor drone. Vervolgens gaven ze uitleg van die beelden. Daardoor wisten de Defensiehelikopters precies waar ze de stenen moesten plaatsen. Omdat er tijdens de operatie zowel helikopters als drones rondvlogen, rukte ook de Landelijk Adviseur Digitale Verkenning uit om de samenwerking met Defensie te coördineren.”  

Team Digitale Verkenning voor elke veiligheidsregio? 

Team Digitale Verkenning is een van de landelijke specialismen die de brandweer in Nederland ondersteunen. Het NIPV coördineert en stimuleert onder meer de samenwerking en adviseert over het opzetten van een team. Ook ondersteunt het NIPV met mensen, kennis en kunde, en middelen. Elke veiligheidsregio beslist zelf welke faciliteit het team aanbiedt. Bijvoorbeeld of dat alleen drones zijn of ook andere onbemande systemen. “Op dit moment zijn er zeven veiligheidsregio’s met een Team Digitale Verkenning en de komende tijd komen daar nog vier teams bij. We hopen dat dit aantal nog verder uitbreidt, zodat we in de toekomst de mogelijkheden binnen elke veiligheidsregio snel kunnen toepassen”, sluit Heinecke af. 

Bekijk ook

Brandveiligheid bestaande stallen in veehouderij verbeteren

31 januari 2024

Het uitvoeren van een technische ruimte als apart brandcompartiment in bestaande stallen blijkt geen realistische optie te zijn. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Livestock Research, waaraan het NIPV heeft meegewerkt. De onderzoekers bevelen aan om de mate van brandveiligheid van een stal integraal te benaderen en niet op losse onderdelen te beoordelen.

Stalbrand

Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over stalbranden uit 2021 heeft het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) gevraagd na te gaan in hoeverre het mogelijk is om in bestaande veehouderijbedrijven boven een bepaalde omvang, de technische ruimte(n) als separaat brandcompartiment uit te voeren.

Geen technische ruimte aanwezig

Een belangrijke conclusie uit het onderzoek van Wageningen Livestock Research en het NIPV is dat er in veehouderijbedrijven geen technische ruimte aanwezig is zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012. De apparatuur komt meestal verspreid over een bedrijf voor. Waarbij de ruimten waarin de apparatuur is aangebracht ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Het uitvoeren van een technische ruimte als apart brandcompartiment is daarom niet realiseerbaar.

Denkkader brandveiligheid gebruiken

De onderzoekers bevelen aan om de mate van brandveiligheid van een stal integraal te benaderen en niet op losse onderdelen te beoordelen. Hierdoor wordt beter inzichtelijk met welke maatregel het meeste effect wordt bereikt. Zodat met een investering in de brandveiligheid het hoogste brandveiligheidsrendement kan worden verkregen. Het denkkader brandveiligheid uit de NIPV-publicatie ‘Basis voor brandveiligheid’ kan worden gebruikt om inzicht te krijgen in de meest effectieve maatregelen.

Meer informatie

Lees het volledige nieuwsbericht en het rapport op de website van Wageningen University & Research.

Lees de Kamerbrief (d.d. 25 januari 2024) van minister Piet Adema over de aanpak van stalbranden.