Blog: Zero emissie vrachtwagens: volop beleid, nog weinig (brand)veiligheid
3 november 2022
Lector Energie en Transportveiligheid Nils Rosmuller maakt zich zorgen over de veiligheid van zero emissie vrachtwagen.

Voor elektrische auto’s hebben we in Nederland de incidentbestrijdingsprocedures voor de brandweer al een poosje gereed (1). Hetzelfde geldt in grote mate ook voor de bergers (2). Wel is er nog altijd ‘wat te doen’ over de overdracht van het elektrische voertuig van de brandweer aan de berger en de verdere (financiële) afhandeling door de bergers. Maar dat is ‘klein’ te noemen wanneer je de blik laat vallen op veiligheidsaspecten die gepaard gaan met zero emissie (ZE) zwaar/groot materieel zoals in het openbaar vervoer (ov), logistiek en bouw (denk hierbij aan vrachtwagens, shovels, bussen en heftrucks (3) ).
Geboden, verboden en subsidies leiden tot groei van het aantal ZE-vrachtwagens
De afgelopen periode viel mijn oog, als gevolg van nieuwsartikelen, diverse keren op zero emissie vrachtwagens. Dat zijn vrachtwagens die geen CO2 uitstoot meer produceren als gevolg van het rijden. Dat betekent in dit geval vrachtwagens die rijden op waterstof (FCEV) of aangedreven worden door een batterijpakket (BEV). De Europese unie voert druk op bij haar lidstaten om de laadinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor de transportsector (sneller) te gaan realiseren (fit-for-55 pakket (4) ). Dat betekent een grotere dichtheid van laadpunten, voldoende laadvoorzieningen op beveiligde parkeerplaatsen en toename van het aantal waterstoflaadstations.
In staatcourant (5) (21 sept 2021) valt te lezen dat volgens onze eigen regering de vrachtwagenheffing volledig ingezet moet gaan worden als subsidie voor ter stimulering van het zero emissie vrachtverkeer (de zogenaamde terugsluis). En nog een schaalniveau kleiner zijn het de gemeentes die die overgaan tot de instelling van milieuzones. In 2030 mogen er geen vrachtwagens met CO2 uitstoot meer de binnensteden in.
Dat alles betekent een snelle gestage groei van het aantal elektrische vrachtwagens in Nederland (dat nu ca 1% van het totaal aan vrachtwagens uitmaakt).
Snelle ontwikkelingen op tal van facetten van het zero emissie vrachtvervoer
Door dit soort geboden, verboden en subsidies zal de groei van de zero emissie vrachtwagens een grote vlucht nemen de komende jaren. Of het nu waterstof is of batterij elektrisch. En daar spelen diverse partijen weer op in. Zo heeft het verbond voor verzekeraars door enkele van haar young professionals een zero emissie vrachtwagenverzekering ontwikkeld (6). De verzekering is met name gericht op de voor transportondernemingen die gepaard gaan met overstap van diesel naar zero emissie transport.
Vrachtwagenbouwers ontwikkelen vrachtwagens die volledig op batterijen of waterstof worden aangedreven, zoals Nikola (voornaam van de briljant natuurkundige Tesla) die een volledig elektrisch truck in serie produceert (7) of ons ‘eigen’ DAF (8) . Er zijn ook chassis-ombouwers die dieseltrucks ombouwen tot waterstof trucks, zoals in Nederland door Holthausen (9) of bedrijven die dieseltrucks ombouwen tot hybride elektrische trucks.
Het is dus een domein dat volop in beweging is. En zoals met veel van dit soort snelle ontwikkelingen gaan hiermee onvolkomenheden/ongelukken/branden gepaard. Zo valt ook te lezen in het bericht juli 2022 van een volledig uitgebrande vrachtwagen, merk Janus (10) (Australië) als gevolg van een brand met de batterij van hun omgebouwde vrachtwagen. Ook vloog een tweetal weken geleden in België tijdens onderhoudswerkzaamheden de batterij van een elektrische bus in brand (11) .
Veiligheidsvraagstukken nog amper geadresseerd
Over de ongevalskans zijn voor elektrische en waterstof vrachtwagens geen betrouwbare ongevalscijfers bekend (het aantal vrachtwagens is nog marginaal, het aantal voertuigkilometer gering en de effecten van veroudering en onderhoud zijn nog amper aan de orde). Wat wel al weten van diverse incidenten met vrachtwagens, bussen (Doetinchem oktober 2021: 1 waterstof bus; Haarlem, december 2020, 4 elektrische bussen) en ander soortige grote wegvoertuigen is dat de gevolgen van deze branden al reden genoeg zijn voor serieuze aandacht voor de veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan het langdurig moeten koelen van instabiele elektrische personenauto’s in dompelcontainers. Hoe gaat dit plaatsvinden met vrachtwagens op de weg, laat staan in tunnels? En hoe gaat dit koelen in zijn werk van bijvoorbeeld een elektrische shovel op een bouwplaats?
Hoogste tijd voor maatregelen
Zeker nu de regelgeving ook de vrachtwagens dwingt tot zero emissie (net als eerder al de ov-bussen (12) ), is nu de hoogste tijd goed na te denken over de veiligheid van zero emissie vrachtwagens. Welke maatregelen tref je bij het opladen van elektrische trucksen voor het stallen? Wat doe je met waterstof aangedreven truck op petrochemisch bedrijfsterreinen? En welke incidentbestrijdingsprocedures zijn nodig voor de brandweer? En wat is een passende werkwijze voor de overdracht aan bergers in het kader van de langdurige koeling van instabiele batterijpakketten? Voor deze vraagstukken kan prima geleerd worden van hetgeen de afgelopen jaren aan werk is verricht voor ov-bussen (13,14,15). Maar bovenal zal bij de ontwikkeling van dit soort ‘groene’ subsidieregelingen van het begin of aan aandacht voor de veiligheid (risicobeheersing en incidentbestrijding) moeten zijn. Want alleen dan kunnen subsidie-aanvragers, truck-ontwikkelaars en – beheerders hier willens en wetens rekenschap aan geven. Alleen zo maken we van een duurzame mobiliteit ook een brandveilige mobiliteit.
Voetnoten
- https://nipv.nl/wp-content/uploads/2022/02/20201207-BA-Aandachtskaart-bestrijding-incident-e-voertuig.pdf
- https://www.incidentmanagement.nl/kennisbank/richtlijnen-en-protocollen/default.aspx
- https://www.dnv.nl/Publications/veiligheid-elektrisch-rijden-en-laden-in-logistiek-en-bouw-219308
- https://www.tln.nl/nieuws/druk-vanuit-europa-op-laadinfrastructuur-lidstaten/
- https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-41566.html
- https://www.verzekeraars.nl/publicaties/actueel/een-product-ontwikkelen-is-doen-en-het-daarna-steeds-iets-beter-maken?utm_medium=email
- https://www.ttm.nl/trucks/nikola/nikola-tre-bev-debuteert-op-iaa/148154/
- https://www.daf.com/nl-nl/over-daf/duurzaamheid/alternatieve-brandstoffen-en-aandrijflijnen/batterij-elektrische-voertuigen
- https://www.nt.nl/wegvervoer/2020/07/23/holthausen-2000-waterstoftrucks-per-jaar-uit-groningen/
- https://www.truckandbus.net.au/fire-fail-janus-electric-truck-destroyed-in-devastating-fire/
- https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20221013_95096830
- https://zeroemissiebus.nl/bestuursakkoord/
- https://www.kennisplatformtunnelveiligheid.nl/wp-content/uploads/2018/03/2016-09-30-IFV-Brandveiligheid-elektrische-bussen.pdf
- https://ce.nl/wp-content/uploads/2022/02/CE_Delft_210239_Inventarisatie-veiligheidsaspecten-ZE-bussen_DEF.pdf
- https://archief.nipv.nl/wp-content/uploads/sites/2/2022/03/20200425-IFV-Staak-Veiligheidsaspecten-laadproces-elektr-bussen-openbare-ruimte.pdf
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Werking en toepassing van alternatieve blusmiddelen onderzocht
3 november 2022
Om brandweerkorpsen en -opleidingen meer inzicht te geven in de werking en toepassing van alternatieve blusmiddelen voerde het lectoraat Brandweerkunde van NIPV een literatuuronderzoek uit.

Er komen steeds meer alternatieve blusmiddelen op de markt waarvan (deels) onduidelijk is hoe ze werken en waarvoor ze gebruikt kunnen worden. Meestal onderbouwen fabrikanten de werking van deze middelen met testresultaten. Maar zijn deze testresultaten ook te vertalen naar de praktijk? Om brandweerkorpsen en -opleidingen meer inzicht te geven in de werking en toepassing van alternatieve blusmiddelen voerde het lectoraat Brandweerkunde van NIPV een literatuuronderzoek uit.
In het literatuuronderzoek zijn de volgende vragen beantwoord:
- Welke soorten alternatieve blusmiddelen zijn er?
- Welke relevante kennis, kaders en handelingsperspectieven zijn er in de literatuur te vinden over deze alternatieve blusmiddelen?
- Wat is de bluswerking van deze middelen?
- Hoe werken de blusmiddelen binnen standaard en specifieke incidentscenario’s?
Effect op de zijden van de branddriehoek
De alternatieve blusmiddelen zijn ingedeeld in twee groepen: watergedragen additieven en aerosolen. De onderzoekers hebben de blusprincipes van beide groepen blusmiddelen verklaard vanuit hun effect op een of meer zijden van de branddriehoek: de zuurstof verdringen, de brandstof wegnemen, de temperatuur verlagen, of een combinatie hiervan. Ook is gekeken naar de fysische en chemische eigenschappen van de middelen die de bluswerking kunnen verklaren. Op basis hiervan is bepaald in welke incidentscenario’s een blusmiddel kan worden gebruikt.
Reikwijdte onderzoek
In het literatuuronderzoek is gekeken naar blusmiddelen waarvan nog niet of niet geheel duidelijk is hoe ze werken en in welke incidentscenario’s ze kunnen worden toegepast. Hierbij is de focus gelegd op blusmiddelen die nog niet algemeen in gebruik zijn bij Nederlandse brandweerkorpsen, bijvoorbeeld omdat ze pas korte tijd op de markt zijn. Daarnaast zijn er, mede door de energietransitie, een aantal nieuwe incidentscenario’s ontstaan, waarbij de vraag is of een alternatief blusmiddel een toegevoegde waarde heeft.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Literatuuronderzoek naar rookgaskoeling en straalpijptechnieken
26 oktober 2022
Bij het uitvoeren van een offensieve binneninzet in een kleine ruimte kan de brandweer met verschillende technieken rookgassen koelen. Wat is er in de internationale literatuur te vinden over de toepassing van die verschillende rookgaskoelingstechnieken en welke risico’s zitten hieraan vast? Dat onderzocht het lectoraat Brandweerkunde van het NIPV.

De onderzoekers concluderen dat er in de literatuur vrij weinig experimenteel onderzoek is te vinden over het toepassen van rookgaskoelingstechnieken. In de discussies en in de experimenten lopen verschillende technieken en omstandigheden door elkaar heen, zodat er geen harde conclusie is te trekken. De belangrijkste bevindingen zijn:
- Stoomvorming lijkt het grootste risico te zijn, hoewel niet helder is hoe groot dat probleem daadwerkelijk is. Er is namelijk geen praktijkonderzoek naar gedaan.
- Aangezien er bij het raken van hete oppervlakken met veel water veel stoom wordt gevormd, is het het veiligste om ook voor een uitstroom te zorgen en om als brandweer uit de uitstroom te blijven. Maar bij welke hoeveelheid stoom er sprake is van overdruk en van uitstroom is niet helder. Ook de mate waarin de rookgaslaag krimpt of juist uitzet, is niet duidelijk.
- Er is geen indicatie te vinden in de literatuur dat het toepassen van de boogmethode een risico oplevert. Er lijkt wel consensus te bestaan over het belang van het debiet voor rookgaskoeling. Het toepassen van optimale debieten lijkt belangrijker te zijn dan de straalpijptechniek.
Aanleiding voor dit literatuuronderzoek
Wereldwijd is er veel discussie over straalpijptechnieken, debieten en met name wat de veiligste en eenvoudigste manier is om rookgassen te koelen. Een belangrijke vraag is of er niet een eenvoudig uitvoerbare techniek is die altijd werkt. Omdat de deskundigen nogal van mening verschillen, heeft de Brandweeracademie vorig jaar praktijkonderzoek gedaan naar het effect van verschillende rookgaskoelingstechnieken. De conclusie van dat onderzoek was dat de ‘boogmethode’ het best aan de voorwaarden van uitvoerbaarheid en effectiviteit voldoet. Vervolgens ontstond er direct een discussie over de vraag of deze methode wel onder alle omstandigheden veilig is vanwege (vermeende) stoomvorming. Daarom is besloten om deze literatuurscan te doen.
Lees de rapporten
Download hier alle documenten.
Bekijk ook
Meer informatie over onze onderzoeken naar rookgaskoeling vindt u op de onderzoekspagina Rookgaskoeling.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Zakboek Energietransitie voor incidentbestrijders
18 oktober 2022
Hoe treedt u als brandweer op bij incidenten met nieuwe energiedragers, zoals LNG, accu’s en waterstof? Dit zakboek biedt een bundeling van de voornaamste risico’s en handelingsperspectieven in een handig formaat. Zo heeft u de belangrijkste informatie altijd bij de hand.

Achtereenvolgens komen in het zakboek aan bod:
- Accu’s
- Biomassa
- Elektriciteit
- Geothermie
- Koolstofdioxide
- Liquified Natural Gas (LNG)
- Multifuel tankstations
- Waterstof
- Windturbines
- Zonnepanelen
Kennis gebundeld
Nils Rosmuller, lector Energie- en transportveiligheid: “De energietransitie staat niet stil. De afgelopen jaren hebben NIPV en Brandweer Nederland een aanzienlijke hoeveelheid hulpmiddelen, aandachtskaarten en protocollen gepubliceerd. Denk aan aandachtskaarten voor LNG, waterstof en energieopslagsystemen. In dit zakboek hebben we die operationele kennis gebundeld. Een mooie toevoeging is dat per energiedrager een QR-code is toegevoegd naar de actuele aandachtskaart(en). Zo heeft u de belangrijkste informatie altijd bij de hand.”
Voor wie?
Dit zakboek is primair bedoeld voor manschappen, bevelvoerders, (hoofd)officieren van dienst en adviseurs gevaarlijke stoffen. Uitgebreidere informatie over dit onderwerp is te vinden in het geactualiseerde infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders.
Download het zakboek en infoblad Energietransitie voor incidentbestrijders
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Blog: ‘Wat als de bom valt….’
14 oktober 2022
Lector Crisisbeheersing Menno van Duin bespreekt in zijn blog de situatie in Rusland. ‘Feitelijk zijn we weer min of meer in een nieuwe Koude Oorlog beland.’

Eerder wijdde ik een blog aan het bekende thema van onzekerheid naar aanleiding van de inval van Rusland in de Oekraïne. Ik sloot die blog af met de zin: We hopen maar, met Sting, dat Poetin naar zijn onderdanen gaat luisteren. Sting zong immers 37 jaar geleden al in het prachtige nummer Russians (1985): “How can I save my little boy from Oppenheimer’s deadly toy” en “What might save us, me and you, is if the Russians love their children too.”
Het is feitelijk nog steeds volstrekt onzeker of Poetin dat gaat doen. Als er één doemscenario is dan is het wel dat Poetin ‒ volledig in het nauw gedreven en in ego weinig meer te verliezen ‒ alsnog gebruik gaat maken van een (klein) nucleair wapen. Militairen zeggen dan wel steeds dat Poetin ‘not mad but bad’ is, maar hoe zeker zijn we daarvan?
Eén van Nederlands meest populaire popgroepen, Doe Maar, kwam al wat eerder (1982) ‒ ook direct gerelateerd aan de Koude Oorlog ‒ met het geweldige nummer De bom: “Want als de bom valt, dan lig ik in mijn nette pak, diploma’s en mijn cheques op zak, mijn polis en mijn woordenschat aaoei, onder de flatgebouwen van de stad naast jou …”
Voorlopig leeft deze nieuwe ‘cold war’ nog niet echt want een nieuwe De Bom of Russians heeft zich nog niet gemeld, maar wat niet is… Deze nieuwe situatie roept wel de vraag op wat dat nu voor ons persoonlijk maar ook professioneel betekent. Vooral sommige jongeren, zo hoor ik wel al wat om me heen, worden knap onrustig van deze nieuwe dreigingen. Ook wel begrijpelijk: hebben ze eerst als geen andere groep geleden onder de beperkingen van de coronacrisis en vervolgens hangt dit weer boven hun hoofd.
Zouden we ons moeten/kunnen voorbereiden op ‘als de bom valt’. De schuilkelders (onder flatgebouwen van de stad) zijn er niet meer, maar dat betekent nog niet per se dat we niets meer zouden kunnen doen. Enige voorbereiding op een dergelijke situatie kan waardevol zijn. Ik denk dat het goed zou zijn hier toch al wat meer over na te denken en mogelijk wat – zeker in het communicatieve! – maatregelen te nemen. Om wat te noemen.
- Welke gevolgen heeft een eventuele nucleaire fall-out voor ons land. Het antwoord in technische zin (stralingsrisico) zal zijn: heel weinig. Maar dat zal zeker niet iedereen voetstoots aannemen. Een mens lijdt immers het meest van het lijden dat hij vreest. De belevingsaspecten zijn vaak belangrijker dan de feiten.
- Moeten wij alvast of snel aan de jodiumprofylaxe? Ook hier zal het antwoord nee zijn, maar daarbij zal verdere uitleg wenselijk zijn. Liggen alle Q&A’s hierover klaar of vraagt dat nog wat aandacht?
- Welke indirecte gevolgen kunnen er zijn en zijn daar onderwerpen bij die nu voorbereid kunnen worden (aanpak import mogelijk besmette producten, nieuwe vluchtelingenstromen).
Eén ding is zeker. Ook al blijft het verder beperkt tot (be)dreigingen. De samenleving of tenminste een deel van de samenleving wordt (wat) onrustig en zal gaandeweg met vragen komen. Communicatief ‒ risico- en crisiscommunicatie – wacht mogelijk een pittige klus. Daarop in relatieve rust (die er natuurlijk niet meer is nu de crises over elkaar heen rollen) al wat anticiperen kan mijns inziens geen kwaad.
Misschien verbaast sommigen deze oproep omdat ik vooral bekend sta als een veerkracht-aanhanger. Dat blijf ik ook onverkort, maar dat laat onverlet dat ik vind dat overheidscommunicatie langzamerhand wel op zijn plaats is. Niet dat daarmee antwoorden zullen komen; wel dat begrip wordt getoond voor de gevoelde onrust en mogelijk ook al wat wordt gezegd hoe de overheid zich hierop voorbereid.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Centrum voor Veiligheid en Digitalisering officieel geopend
13 oktober 2022
Maandag 10 oktober opende Hester Somsen, plaatsvervangend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en directeur Cybersecurity en Statelijke dreigingen, officieel de locatie van het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering (CVD) in Apeldoorn.

Somsen sprak over de nieuwe Nederlandse Cybersecuritystrategie en de rol die het CVD in de nationale vraagstukken kan spelen. Lodewijk Asscher, aanjager van het CVD: “Digitale veiligheid raakt ons allemaal. We moeten sneller en beter nadenken over hoe we werkende Nederlanders digitaal weerbaar maken. Het CVD pakt die taak met steeds meer partijen samen op, en het is geweldig dat ze nu ook de deuren openen van een eigen thuishonk in Apeldoorn.”
Ambitie voor initiatiefnemers
Het CVD is een initiatief van hogeschool Saxion, de Politieacademie, de Universiteit Twente, de gemeente Apeldoorn en de recent toegetreden leden Aventus en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). Samen met partners als Centraal Beheer/Achmea, het Kadaster, de Belastingdienst en de Landmacht wordt onder andere een krachtig stelsel van learning communities ontwikkeld met als doel om jaarlijks ruim 1.000 professionals, docenten en onderzoekers in partnership te laten samenwerken. Ben Kokkeler, directeur-bestuurder van het CVD: “Leven Lang Ontwikkelen (LLO) is een centraal programma van het CVD. Samen met onze kennispartners en werkgevers zetten wij unieke doorlopende leerlijnen neer voor de 100.000+ medewerkers in het domein veiligheid en digitalisering.”
Algemeen directeur IJle Stelstra (NIPV) vult aan: “Digitale veiligheid is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Niet alleen van de veiligheidsprofessional, niet alleen van de IT-er. Het is van èn voor ons allemaal. Er is in gezamenlijkheid geopend, want het landelijk belang wordt gedragen door de regio maar ook door organisaties als Achmea en de Belastingdienst. Met goede samenwerkingen, opleidingen en kennis is er met het CVD een belangrijke gezet om Nederlands digitaal veiliger en weerbaarder te maken, want we zijn er nog niet: werk aan de winkel!”
Een fysieke ontmoetingsplek
Wil je de digitale veiligheidsvraagstukken van nu serieus oppakken, dan moet je dat integraal doen. Bedrijfsleven, kennisinstituten en overheid hebben elkaar nodig om te kunnen leren, onderzoeken en innoveren. Het CVD zet trajecten op waarin ze theorie en praktijk bij elkaar brengt. “Nu we onze intrek hebben genomen op de eerste verdieping van de Wapenrustlaan 11 kunnen we leren en innoveren op allerlei manieren in de praktijk brengen. Je werkt, studeert of volgt een training in een van onze multifunctionele ruimtes en labs. Het is dé plek waar docenten en onderzoekers van kennisinstellingen en praktijkexperts uit het domein veiligheid en digitalisering samenwerken en elkaar ontmoeten,” aldus een trotse Kokkeler.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
LCMS biedt steeds betere ondersteuning in crisissituaties
13 oktober 2022
Binnen het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) delen crisispartners informatie voor een actueel, gedeeld beeld van een crisissituatie. Met het vernieuwde LCMS is het mogelijk om zowel landelijke als organisatie specifieke dashboards met meer informatie in te voegen. Daarnaast is een belangrijke stap gezet in het faciliteren van het veilig samenwerken tussen verschillende sectoren (politie, medische partners, veiligheidsregio’s etc.). Zo is het LCMS steeds beter uitgerust om te ondersteunen in de onvoorziene en (langdurige) crisis maar ook bij grote evenementen.

Om betere samenwerking en informatie-uitwisseling binnen het LCMS mogelijk te maken, is eenduidige taal nodig. Crisispartners gebruiken bijvoorbeeld verschillende termen voor hetzelfde onderwerp. Om hier meer eenheid in te creëren is in het LCMS nu voor alle deelnemende organisaties vastgesteld welke rechten zij hebben, bijvoorbeeld het mogen lezen van informatie, maar ook het mogen bewerken van teksten en tekeningen. Het blijkt dat alle organisaties met deze 14 ‘standaard’ rollen prima uit de voeten kunnen. Dat is goed nieuws, want dit bevordert de samenwerking tussen organisaties uit verschillende disciplines.
Spreiding van vluchtelingen
Een voorbeeld waarbij het LCMS recent is ingezet was bij de spreiding van vluchtelingen uit Oekraïne. Met een nieuwe functionaliteit in het LCMS kunnen rapporten vanuit Microsoft PowerBI in het LCMS worden gekoppeld. Hierdoor kunnen live-dashboards met actuele informatie, bijvoorbeeld over de spreiding van vluchtelingen en de beschikbare opvangplekken, worden geïntegreerd in het LCMS. Deze functionaliteit kwam in het Knooppunt Coördinatie en Informatie Oekraïne (KCIO) van pas om de spreiding van vluchtelingen voorspoedig te laten verlopen. Tom Hage (hoofd Informatiemanagement KCIO) gaf aan dat deze functionaliteit van grote meerwaarde was om de standaard Netcentrische werkwijze met LCMS flexibeler te maken.

Formule 1 Grand Prix van Zandvoort
Een ander voorbeeld waarbij het LCMS is ingezet was bij de Grand Prix van Zandvoort. Veiligheidsregio Kennemerland gebruikte het systeem samen met andere partners (o.a. ProRail, NS, de meldkamer, politie en gemeentes) voor de monitoring van de veiligheid en het verloop van het evenement.
Door de informatie centraal te delen in een gezamenlijk beeld met de betrokken partijen konden diverse processen sneller en efficiënter worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het uitvragen van parkeren en toegangspassen. De beeldvorming van de omgeving werd gedurende het evenement op een snelle manier up-to-date gehouden doordat partijen elkaar snel op de hoogte konden brengen over de stand van zaken. De informatiemanagers van de veiligheidsregio Kennemerland, Simon Stenneberg en Danielle Winter, gaven aan dat het LCMS in combinatie met de Netcentrische werkwijze zeer geschikt is om in te zetten tijdens grootschalige evenementen. Kers op de taart was natuurlijk dat Max Verstappen zijn thuisrace won.
De informatiemanagers van de veiligheidsregio Kennemerland, Simon Stenneberg en Danielle Winter, hebben de regie over het beeld gehad van het hele weekend, zij zorgden dat de informatie door alle partijen tijdig werd doorgegeven, in enkele gevallen vulde zij de informatie aan in LCMS.

Verdere ontwikkeling LCMS
Door een nieuwe ontwikkelproces, zal het LCMS in 2023 vaker nieuwe functionaliteiten bevatten, zonder in te boeten aan de stabiliteit en betrouwbaarheid waar het systeem om bekend staat.
Meer informatie
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
De vraagstukken voor de brandweer in 2030
12 oktober 2022
De wereld verandert razendsnel. Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Hoe ziet de Nederlandse samenleving er in 2030 uit? Wat betekent dit voor de rol en de taken van de brandweer? Dat onderzocht het lectoraat Brandweerkunde van NIPV in opdracht van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV). Met de kennis en inzichten uit het onderzoek kan de RCDV haar strategische agenda voor de komende jaren opstellen.

Hans Hazebroek, senior onderzoeker, was de projectleider van het omvangrijke project. “De expliciete opdracht van de RCDV was om van buiten naar binnen te kijken en een gedragen toekomstverkenning op te leveren waarin de brandweer zich kan herkennen. Naast literatuuronderzoek hebben we daarom twee grote events georganiseerd volgens de methode van de Future Search en zijn de vakraden aangesloten. Verder hebben we mensen van binnen en buiten de brandweer geïnterviewd. Vervolgens hebben we alle opgehaalde inzichten geanalyseerd, geprioriteerd en geclusterd. Zo zijn we uitgekomen op 7 perspectieven, in het rapport ‘samenlevingen’ genoemd, en op 5 overkoepelende strategische vraagstukken voor de brandweer.”
Herkenbaar rapport
“Ik ben buitengewoon trots op het rapport dat er nu ligt”, vertelt Petra de Kam, voorzitter van de Stuurgroep Toekomstverkenning brandweer namens Brandweer Nederland. “Ondanks de coronabeperkingen is het ons gelukt om meerdere malen met grote groepen mensen van binnen én buiten de brandweer naar de toekomst te kijken. Dat is belangrijk omdat – zoals het rapport laat zien – een toekomstverkenning geen wiskundig proces is waar een bepaalde concrete uitkomst uit rolt. Alle deelnemers hebben de ruimte en vrijheid gekregen om elkaar aan te vullen en de toekomstvisie van de brandweer te verrijken. Op deze manier hebben we een rapport gekregen waarin iedereen zich kan herkennen. Het is echt een rapport van ons samen geworden.”
Strategische agenda
Lector Brandweerkunde Ricardo Weewer: “Ik ben blij dat we dit onderzoek voor de RCDV hebben mogen doen. Het was een heel interessante exercitie om opnieuw naar de toekomst van de brandweer te kijken en daaraan strategische thema’s te verbinden. Dit onderzoek is niet alleen het uitgangspunt voor de RCDV voor het opstellen van haar strategische agenda. Voor ons vormt het de basis voor de strategische onderzoeksagenda voor de komende jaren.”
Vijf strategische vraagstukken
De 5 strategische vraagstukken voor de brandweer zijn:
- Moet de maatschappelijke opgave van de brandweer worden verbreed naar 1) grootschaliger incidenten en 2) het inzetten van daadkracht, netwerk en middelen bij crises met behoud van lokale inbedding?
- In welke netwerken en op welk niveau is samenwerking gewenst en hoe kan dit het beste flexibel worden georganiseerd?
- Hoe organiseer je flexibiliteit, wendbaarheid en veerkracht binnen de brandweer? Let wel: organisatie én mens! Wil de brandweer een rol spelen in het organiseren van flexibiliteit en veerkracht binnen de samenleving en zo ja hoe?
- Hoe zorg je ervoor dat de brandweer voortdurend inhoudelijke kennis opdoet, deelt en innoveert om mee te komen met de 7 gevonden trends?
- Hoe beweegt de brandweer qua werkgeverschap en leiderschap? Hoe breng je mens en werk in balans in de organisatie en in de ontwikkelingen die de organisatie zal doormaken?
Lees het rapport en de interactieve samenvatting
Download de documenten op de onderzoekspagina Toekomstverkenning Brandweer.
Bekijk ook: Toekomstverkenning crisisbeheersing
Behalve voor de brandweer wordt een soortgelijke toekomstverkenning voor het vakgebied crisisbeheersing uitgevoerd. Zie voor meer informatie Toekomstverkenning Crisisbeheersing.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Ongevallenstatistiek voorrangsvoertuigen 2020-2021
6 oktober 2022
Vandaag presenteerde het NIPV de cijfers van ongevallen met voorrangsvoertuigen over 2020 en 2021. Doel van het tweejaarlijkse onderzoek is om inzicht te krijgen in het aantal en de kenmerken van ongevallen met voorrangsvoertuigen.

In 2020 en 2021 vonden er in totaal 219 ongevallen met voorrangsvoertuigen plaats. Deze ongevallen leidden tot 102 gewonden, waarvan 54 hulpverleners (44 politie, 5 ambulance, 3 brandweer en 2 overige diensten) en 48 andere weggebruikers. Bij 145 ongevallen waren politievoertuigen betrokken, bij 53 ongevallen ambulances en bij 16 ongevallen brandweervoertuigen. Bij 5 ongevallen waren voertuigen betrokken van overige hulpverleningsdiensten die optische en geluidssignalen mogen voeren.
Kenmerken ongevallen
De twee belangrijkste ongevalstypen waren: een verkeerssituatie waarin de weggebruiker niet oplet of onverwacht gedrag vertoont (29 procent) en een kruispunt met verkeerslichten, waarop de voorrangsvoertuigbestuurder door rood licht rijdt, terwijl de andere weggebruiker groen licht heeft (24 procent). Bij de meeste ongevallen was er sprake van een wederpartij (80 procent). Bij meer dan de helft van deze ongevallen – voor zover bekend – had de wederpartij het voorrangsvoertuig niet gezien of gehoord. Bij twee derde van de ongevallen was er sprake van een flankbotsing. Driekwart van de ongevallen gebeurde binnen de bebouwde kom. Hier deden zich ook de meest ernstige ongevallen voor.
Interpretatie cijfers
De hulpverleningsorganisaties hebben in het rijden met optische en geluidssignalen een min of meer gelijksoortige taak. Bij de interpretatie van de cijfers is het echter belangrijk om in gedachten te houden dat de organisaties op andere aspecten verschillen, zoals de grootte van het wagenpark, het aantal uitrukken en de kenmerken van de uitrukken. Deze verschillen kunnen invloed hebben op de omvang en de ernst van ongevallen met voorrangsvoertuigen.
Blog: ‘t Is weer voorbij die droge zomer …
5 oktober 2022
“Er zijn voor het natuurbrandrisico twee centrale vraagstukken waaraan gewerkt moet worden: wat moeten we doen om het natuurbrandrisico in Nederland beheersbaar te maken? En hoe gaat BV Nederland de maatregelen die genomen moeten worden, betalen?”, blogt senior onderzoeker Hans Hazebroek.

Na een lange, droge zomer is er inmiddels overal weer ruim neerslag gevallen en lijkt Nederland gevoelsmatig eerder ‘te nat en koud’ dan ‘te warm en droog’ te worden. Het wisselen van seizoenen activeert in Nederland meestal een natuurlijke cyclus waarin de aandacht voor natuurbranden verschuift naar de traditionele drukke invulling van het najaar met bijeenkomsten, vergaderingen en deadlines voor het ‘normale’ werk. Want natuurbrand is in Nederland een risico waar we ons tot nu toe alleen écht druk over maken als het al een paar weken droog is en terreinbeheerders en brandweermensen elkaar bezorgd aankijken.
Droogte maakt opeens van alles mogelijk
Als het droog is, krijgt het natuurbrandrisico aandacht en lijkt er ook ruimte te zijn om maatregelen te nemen, al is het soms alleen op de korte termijn. Zo was Nederland eerder nooit écht geïnteresseerd in RescEU, een Europees bijstandsmechanisme waarmee de inzet van blusvliegtuigen en -helikopters wordt gecoördineerd. Maar in deze droge zomer nam een senior ambtelijk vertegenwoordiger van het ministerie van Justitie en Veiligheid deel aan gesprekken over hoe dit mechanisme verder kan worden versterkt. Daarnaast is deze zomer een oproep van de brandweer om bermen te maaien door veel wegbeheerders, zowel gemeentelijk, provinciaal als landelijk, opgevolgd.
Overigens laat de reactie op een dergelijke oproep ook zien hoe ad hoc wij onze natuurbrandbeheersing hebben geregeld: sommige wegbeheerders reageerden dat een dergelijke maaiactie eigenlijk niet in het onderhoudscontract was opgenomen. Met andere woorden: wij hebben ons systeem er niet op ingericht dat we in een droge periode soms aanvullende of andere maatregelen moeten nemen dan we gewend zijn. Ook een aantal organisaties die het behoud van de natuur tot doelstelling hebben, maakten bezwaar tegen het maaien van bermen omdat dit de flora en fauna verstoort. Met andere woorden: we hebben nog geen structureel gesprek gevoerd over het wegen van het belang van veiligheid (voor mens, flora en fauna) versus natuur- en andere waarden die hieraan direct gelinkt zijn.
Positieve ontwikkelingen
Dit jaar zijn er echter positieve ontwikkelingen die er hopelijk toe leiden dat hoewel de seizoenen wisselen, het natuurbranddossier NIET tot de lente wordt opgeborgen. Afgelopen week is de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid gepubliceerd, waarin onder regie van het Analistennetwerk Nationale Veiligheid alle risico’s die Nederland (gaan) bedreigen in kaart zijn gebracht en ten opzichte van elkaar zijn gewogen in ‘kans’ en ‘effect’. Uitkomst: natuurbranden kennen én een hoge waarschijnlijkheid én een ernstig potentieel effect en dat is een aanzienlijke verzwaring van de inschatting van dit risico ten opzichte van 2016. Daarmee komt natuurbrand, zonder er een competitie van risico’s van te willen maken, in Nederland voor het eerst in het redelijk selecte rijtje van andere risico’s te staan die eveneens een hoge kans/ernstig effect hebben. Dat is mede omdat gelijktijdigheid bij natuurbranden een belangrijke factor is: de kans op twee of meer grote natuurbranden tegelijk is bijvoorbeeld vele malen groter dan dat er in twee chemische plants tegelijk een groot probleem ontstaat (zie ook mijn eerdere blog ‘Voorbereiden op de natuurbrand van morgen’). In de risicoanalyse wordt aan de indeling ‘hoge waarschijnlijkheid en potentieel ernstig effect’ de conclusie verbonden dat het ‘zinnig is om daar als samenleving op voorbereid te zijn en na te gaan of de weerbaarheid op orde is. Dit is weer input voor de Nationale Veiligheidsstrategie, die hopelijk activerend werkt in het beleidsmatig beheersen van natuurbranden.
Natuurmonumenten, Landschappen NL en het Wereldnatuurfonds deden afgelopen deze week een landelijke oproep (zie Binnenlands Bestuur van 29 september 2022) aan provincies en waterschappen om structurele maatregelen te nemen tegen de verdroging die plaatsvindt. Verdroging is één van de belangrijkste ‘drivers’ van natuurbrandgevaar, en dus zou het nemen van maatregelen tegen verdroging ook positief werken voor het beperken van natuurbrandgevaar.
Daarnaast heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opdracht gegeven om een werkgroep in te richten om het natuurbrandprobleem te gaan adresseren én is de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) bezig om een taskforce in te richten om vanuit het perspectief van de brandweerzorg en crisisbeheersing actie te gaan ondernemen. Bijzonder is immers dat natuurbrand – in tegenstelling tot gebouwbranden – een beleidsarm dossier is: er is geen gezamenlijk beleid, er zijn geen gezamenlijke regels en eigenlijk ook geen organisatievorm om natuurbranden beheersbaar te houden. Samenvattend: er is positieve beweging, iedereen doet zijn best, maar de structuur van en samenhang in natuurbrandbeheersing kunnen en moeten worden verbeterd.
Twee centrale vraagstukken
Er zijn twee centrale vraagstukken in het beheersen van het natuurbrandrisico. Het eerste: is: ‘hoe kunnen we het natuurbrandrisico in Nederland beheersbaar maken en houden met klimaatverandering als uitgangspunt?’ Dit is geen structuur- maar een inhoudelijke vraag waarvoor kennis noodzakelijk is die we nu niet hebben. Want met welke landschapsinrichting en beheermaatregelen houden we bijvoorbeeld een brand binnen een perceel, zelfs als de brandweer op dat punt niks kan doen? Wat moeten we doen om er redelijk zeker van te zijn dat een natuurbrand niet kan overslaan op een camping? Hoe bestrijden we een natuurbrand als het koelend vermogen achterblijft bij het brandvermogen? Hoe beïnvloeden we het publieke gedrag zodanig dat burgers voorbereid zijn op evacuaties? Welke risicocommunicatie over natuurbrand leidt tot het beste resultaat? Het zijn vragen waarop we nu op basis van onze beperkte ervaring eigenlijk geen onderbouwd antwoord kunnen geven. Zeker niet omdat ervaring gaat over incidenten uit het verleden, terwijl we weten dat door klimaatontwikkeling de natuurbranden anders zullen worden en ervaring daarom niet automatisch tot de beste oplossing zal leiden.
Het tweede centrale vraagstuk is – heel Hollands -: ‘wie gaat dat betalen?’ Want ook al worden er perfecte maatregelen en middelen ontwikkeld om het risico op natuurbranden te beheersen én om deze te bestrijden, dan zullen deze niet worden toegepast totdat er geld beschikbaar is. Anton Slofstra, voorzitter van de taskforce natuurbranden van de RCDV, pleit terecht voor een deltaplan natuurbranden in lijn met het samenstel van maatregelen dat ertoe heeft geleid dat Zuidwest-Nederland sinds 1953 niet meer is overstroomd. Vraag is wel waarom het Deltaplan zo succesvol is geworden. Want net als voor natuurbranden geldt, was het beheersen van dat risico bij heel veel verschillende (overheids)partijen en -lagen ondergebracht met ieder hun eigen bevoegdheden, hun eigen visie op dé oplossing en hun eigen rol daarin. Naast een hele concrete aanleiding (de Watersnoodramp van 1953) en centrale regie (onder één ministerie) was geld misschien wel de belangrijkste reden waarom het Deltaplan geslaagd is. Omdat er (ruim) geld beschikbaar was, zijn partijen die aanvankelijk terughoudend waren om mee te werken, over de streep getrokken. In de zoektocht naar een deltaplan natuurbranden moeten we dus in het achterhoofd houden dat een deltaplan dus ook of zelfs vooral draait om het vinden van geld. Daarbij kunnen coalities (met bijvoorbeeld natuurorganisaties) of verbindingen met andere actuele dossiers waarin veel geld omgaat, zoals klimaatadaptatie en stikstof, behulpzaam zijn.
Hans Hazebroek
senior onderzoeker brandweerzorg
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
