Invloed van duurzame energiesystemen op brandveiligheid van woningen
20 april 2023
De klimaatverandering, en het daaruit voortvloeiende streven naar een meer duurzaam energiegebruik, heeft een enorme invloed op wijze waarop met energie wordt omgegaan; ook in de woonomgeving.

Het lectoraat Energie en Transportveiligheid van NIPV heeft onderzoek gedaan naar de invloed op brandveiligheid van verschillende typen installaties in woningen die het mogelijk maken om op een meer duurzame manier met energie om te gaan.
De studie richt zich niet op de bouwkundige brandveiligheid maar op de brandveiligheid van de technische installaties. Daarbij gaat het specifiek om (nieuwe ontwikkelingen in) installaties voor duurzame energievoorziening in woningen. De brandveiligheidsaspecten van duurzamere bouwmethoden en -materialen zijn onderwerp geweest van een eerdere studie.
Particuliere woningbezitters worden steeds vaker energieleverancier
Tot voor enkele jaren werd energie in de vorm van elektriciteit of aardgas opgewekt bij een (beperkt aantal) energiecentrales, om vervolgens via kabels en leidingen naar woningen te worden getransporteerd. Er vindt nu een transitie plaats, waarbij er steeds meer mogelijkheden ontstaan voor particuliere woningbezitters om zelf energie op te wekken, energie op te slaan en energie (terug) te leveren.
Hiervoor ontstaan er steeds meer (technische) mogelijkheden, waardoor er een steeds grotere diversiteit ontstaat aan installaties die in woningen kunnen worden geïnstalleerd.
Doel onderzoek
Deze studie geeft op basis van publiek toegankelijk informatie een overzicht van systemen die nu of in de nabije toekomst een rol kunnen spelen bij een (duurzame) energievoorziening. Ook is gekeken of deze systemen naar verwachting in particuliere woningen kunnen of zullen worden geïnstalleerd. Het doel van het onderzoek was om:
- een beeld te geven van de typen installaties die momenteel of – naar verwachting – in de nabije toekomst toegepast zullen worden voor een duurzame energievoorziening (ook klimaatbeheersing) in (nieuwe) woningen in Nederland
- aan te geven wat de invloed van deze installaties is op de brandveiligheid
- aan te geven hoe brandveiligheidsrisico’s kunnen worden beperkt.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Voorbij het stoere imago: de brandweercultuur onderzocht
18 april 2023
Brandweermensen krijgen tijdens hun werk te maken met ingrijpende incidenten. Dat kan grote impact hebben op individuele brandweermensen en op het collectief (brandweerploeg of -korps). Onderzoeker Karin Dangermond laat in haar promotieonderzoek zien dat informele collegiale steun cruciaal is voor het verwerken van deze incidenten. En dat humor hierbij een belangrijke rol speelt.

Brandweermensen ervaren ingrijpende incidenten meestal als collectief; in de brandweerploeg of het brandweerkorps. Tot nu was echter onduidelijk hoe de brandweercultuur de verwerking van ingrijpende incidenten beïnvloedt. Dit onderzoek brengt hier verandering in. Dangermond laat zien welke incidenten brandweermensen als ingrijpend ervaren en welke rol de brandweercultuur speelt bij de verwerking ervan.
De ervaringen van brandweermensen zelf staan hierbij centraal. Dangermond interviewde een groot aantal brandweermensen en sleutelfiguren in de brandweerorganisatie en was veelvuldig aanwezig bij 24 uursdiensten en oefenavonden van verschillende brandweerploegen verspreid over het land. Niet eerder is zo’n omvangrijk onderzoek naar de rol van de brandweercultuur onder de Nederlandse brandweer uitgevoerd.
Waarom incidenten ingrijpend zijn
Waarom en wanneer brandweermensen incidenten als ingrijpend ervaren, hangt af van persoonlijke eigenschappen en omstandigheden, en de cultuur binnen de brandweerploeg. De impact van incidenten is het grootst als:
- er sprake is van fysiek letsel of overlijden van het slachtoffer
- brandweermensen het slachtoffer persoonlijk kennen
- brandweermensen de hulpverlening als mislukt beschouwen
- brandweermensen levensbedreigende situaties meemaken
- kinderen betrokken zijn bij het incident
- collega’s worden bedreigd of sterven.
Groepsverwachtingen, standaarden en normen binnen het brandweercollectief hebben invloed op de verwerking van deze gebeurtenissen.
Collegiale steun
Bij het verwerken van ingrijpende incidenten geven brandweermensen de voorkeur aan informele collegiale steun binnen hun brandweerploeg of korps. Ze hoeven hun ervaringen en emoties dan niet uit te leggen, omdat ploegleden vergelijkbare ervaringen hebben. Bovendien is informele steun meer gericht op persoonlijke behoeften dan formele vormen van steun die binnen de brandweer worden geboden. Ook humor is van belang bij het verwerken van ingrijpende incidenten. Het kan de sociale cohesie, het groepsgevoel, in de ploeg versterken en de sfeer positief beïnvloeden. Voor brandweervrijwilligers is collegiale steun moeilijker te krijgen dan voor beroepsbrandweermensen, omdat zij minder vaak en langdurig samenwerken.
Duurzame inzetbaarheid
Een ingrijpend incident kan bij brandweermensen leiden tot ernstige mentale problemen, zoals depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en zelfmoordgedachten met als gevolg suïcidaliteit. Voor hun welzijn is het belangrijk om inzicht te hebben in de verwerking van dit soort incidenten. Brandweermensen die tevreden zijn over de hulp die ze krijgen, ervaren minder stress. Een betere afstemming van de hulp en nazorg op hun specifieke behoeften kan bijdragen aan hun welzijn en (geestelijke) gezondheid. Dit is van belang voor de duurzame inzetbaarheid van brandweermensen, en daarmee voor de brandweerorganisatie en de samenleving als geheel.
Nederlandse publieksversie
Op 18 april verdedigde Dangermond haar proefschrift ‘Beyond tough appearances: The impact of fire service culture in the processing of critical incidents’ aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.
Van het proefschrift is een Nederlandstalige publieksversie gemaakt: ‘Voorbij het stoere imago. De invloed van de brandweercultuur op de verwerking van ingrijpende incidenten’. Deze publieksversie is bedoeld om medewerkers van de brandweer en andere belangstellenden te informeren over de resultaten van het promotieonderzoek.
Proefschrift, samenvatting en publieksversie
Download hier alle documenten.
-
Voorbij het stoere imago. De invloed van de brandweercultuur op de verwerking van ingrijpende incidenten (publieksversie)
pdf | 1 MB | 18-04-2023 -
Beyond tough appearances. The impact of fire service culture in the processing of critical incidents
pdf | 2 MB | 18-04-2023 -
Summary Beyond tough appearances. The impact of fire service culture in the processing of critical incidents
pdf | 616 KB | 18-04-2023
Bekijk ook
Trainen in scenariodenken binnen veiligheidsregio’s: een eerste inventarisatie
13 april 2023
Het NIPV heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd rondom het trainen van crisisfunctionarissen in scenariodenken. De inventarisatie brengt in kaart hoe veiligheidsregio’s wensen dat de crisisfunctionarissen ‘van morgen’ scenariodenken toepassen. De vraag met welke doelstelling veiligheidsregio’s crisisfunctionarissen trainen in scenariodenken en hoe ze aan deze doelstelling voldoen, staat centraal in het rapport.

De veiligheidsregio’s stonden de afgelopen jaren voor grote opgaven. We zien en horen dat crisisfunctionarissen van veiligheidsregio’s steeds vaker gevraagd worden scenario’s te ontwikkelen bij grote crises zoals de coronacrisis en de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Ondanks de populariteit van scenario’s als hulpmiddel, bestaan er nog veel vragen over de wijze waarop functionarissen onder tijdsdruk en te midden van veel onzekerheid scenario’s het meest effectief kunnen inzetten.
Een eerste inventarisatie
De onderzoekers hebben meerdere gesprekken gevoerd met respondenten van de 25 veiligheidsregio’s en gelieerde instanties. Hieruit kwam naar voren dat:
- meer dan de helft van de veiligheidsregio’s in 2022 een training in scenariodenken aanbood. De behoefte aan een dergelijke training kwam zowel vanuit de organisatie als vanuit het veld
- de doelstelling van het trainen in scenariodenken is om crisisfunctionarissen in staat te stellen in crisissituaties ontwikkelingen te voorzien en, waar mogelijk, te beïnvloeden
- er veel verschillen in de trainingen bestaan wat betreft het doel van scenariodenken, de werkwijze en de doelgroep van de trainingen
- trainen in scenariodenken in de veiligheidsregio’s nog volop in ontwikkeling is. In veel regio’s staat het onderwerp op de agenda en bestaan ideeën en plannen voor (door)ontwikkeling.
Voor wie?
Het rapport is geschreven voor medewerkers (multidisciplinair) opleiden, trainen, oefenen van de veiligheidsregio’s, en voor andere geïnteresseerden.
Lees het rapport
Verwantencontact ingezet bij treinongeluk in Voorschoten
5 april 2023
Op verzoek van de Veiligheidsregio Hollands Midden is Verwantencontact ingezet bij het treinongeluk in Voorschoten op 4 april 2023. Bij dit incident werden negentien personen gewond naar vijf verschillende ziekenhuizen gebracht. Eén persoon kwam om het leven. Met behulp van Verwantencontact kunnen ongeruste verwanten geïnformeerd worden over waar hun naaste zich bevindt.

Verwantencontact werd dinsdagochtend rond 06:00 uur geactiveerd. Kort daarna was het telefoonnummer bereikbaar voor ongeruste verwanten die geen contact konden krijgen met hun naaste, familielid of partner. De telefoontjes komen binnen bij de ANWB Alarmcentrale in Assen (frontoffice). Om 07:45 uur was de backoffice in Driebergen operationeel. In de backoffice onderzoekt de politie de matches tussen de personen waarvoor een zoekvraag is ingediend en de gegevens van slachtoffers die zijn opgenomen in ziekenhuizen.
50 telefoontjes
Bij de frontoffice kwamen in totaal 50 telefoontjes binnen, hiervan waren 5 telefoontjes van zoekende verwanten. De backoffice heeft matchopties onderzocht voor 5 vermiste personen, waarbij 1 persoon is gebeld dat zijn naaste in het ziekenhuis lag. In de loop van de ochtend werden 2 personen door hun verwanten veilig gemeld. 2 andere personen zijn teruggebeld met de mededeling dat bij Verwantencontact geen informatie bekend was over hun naasten. In overleg met Veiligheidsregio Hollands Midden is Verwantencontact om 12.30 uur afgeschaald.
De inzet van Verwantencontact wordt de komende periode met de direct betrokkenen geëvalueerd ter lering en eventuele ontwikkeling.
Verwantencontact 088 269 00 00
Voor verwanten telt elke minuut. Verwantencontact zorgt ervoor dat verwanten die bij een incident op zoek zijn naar hun naaste, familielid of partner snel en zorgvuldig geïnformeerd worden wanneer deze persoon is opgenomen in een ziekenhuis of overleden is. Gemeenten, GHOR en Politie werken samen binnen Verwantencontact. Bij een incident kan een verwant bellen naar Verwantencontact 088 269 00 00.
Kijk voor meer informatie: www.verwantencontact.nl of voor informatie over eerdere inzetten op www.nipv.nl/sis.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
“Kijk naar wat jou verbindt met andere regio’s”
5 april 2023
‘Stap uit je bubbel en kijk naar wat jou verbindt met andere regio’s en organisaties. Want soms overstijgen jouw issues de regio’, zegt Soufiane Benslimane, teammanager landelijke middelen bij het NIPV. Benslimane is verantwoordelijk voor de logistieke ondersteuning van de hulpdiensten. Ook draagt hij met zijn team zorg voor alle persoonlijke beschermingsmiddelen in tijden van rampen en calamiteiten, voor zowel burgers als hulpverleners. Welke tips wil hij meegeven aan organisaties in het veld?

Wat doen jullie zoal in Zoetermeer?
Soufiane: ‘Eigenlijk ontzettend veel. Onze afdeling draait piketdiensten, want we moeten meteen klaar staan. Voor de noodhulpverlening in het kader van USAR, het landelijke bijstandsteam voor Urban Search and Rescue. Maar ook als er ondersteuning nodig is voor tijdelijke zendmasten die extra bereik bieden voor C2000, het communicatiesysteem voor alle hulpdiensten.
Verder beheren we USAR-materieel en de landelijke voorraden – denk aan zandzakken, kussens, laarzen, handschoenen en jodiumpillen – maar ook het speciale materieel van de politie, zoals containers, waterwerpers en arrestatievoertuigen. En tot slot werken we samen met het Rode Kruis en de ambulancediensten via 6 grote containers die bij een grote crisis zijn in te zetten.’

Wat kan het NIPV op logistiek vlak betekenen voor de veiligheidsregio’s?
Soufiane: ‘Veel veiligheidsregio’s kennen het NIPV wel, maar niet zo zeer als logistieke organisatie. Dat is zonde, want als je samenwerkt, kan je dingen vaak veel efficiënter organiseren.
Heel praktisch gezegd: kijk voordat je als veiligheidsregio zelf iets aanschaft eerst of NIPV het al heeft staan. Of besluit om met meerdere regio’s middelen in te kopen. Dat kan ontzettend schelen in de kosten.’
Wat wil je nog meer meegeven aan de veiligheidsregio’s?
Soufiane: ‘Stap uit je bubbel en kijk naar wat jou verbindt met andere regio’s en organisaties. Want soms overstijgen jouw issues de regio. Wij kunnen dan meedenken en helpen op manieren waar je niet aan had gedacht.
‘We zijn heel duidelijk ook een netwerkorganisatie. Alles staat met elkaar in verbinding, van onderzoek tot logistieke ondersteuning tot het werk in het veld. We zijn een kennisinstituut, maar het gaat bij ons veel verder dan theorie, onderzoek en opleiding. We staan rechtstreeks in verbinding met de veiligheidsregio’s, gemeenten, provincies, het ministerie en alle andere crisispartners.’

Wat voor mensen werken op jullie afdeling?
Soufiane: ‘Bij ons werken zowel denkers en doeners, van projectleiders tot medewerkers die elke dag het materieel onderhouden. Maar we hebben allemaal een paar dingen gemeen: we zijn nieuwsgierig en resultaatgericht en houden van de hectiek en dynamiek van ons werkveld. En natuurlijk moet je sociaal van karakter zijn als je in de maatschappelijke hulpverlening werkt.
Carrièremogelijkheden zijn er volop. Ik hoef maar naar mezelf te kijken: ik ben 31 en de jongste teammanager. Ik vind het belangrijk dat mijn werk impact heeft. Wat draag je bij aan de samenleving? Ik zou jonge mensen daarom adviseren om aan beide werkkringen te proeven: zowel commercieel als maatschappelijk. Neem bijvoorbeeld een commerciële baan, maar ga ook vrijwilligerswerk doen. Via het vrijwilligerswerk merk je snel genoeg of je bij een overheidsorganisatie thuishoort of niet.
We hebben regelmatig aantrekkelijke functies, stageplekken en vacatures tijdelijke inhuur beschikbaar. Kijk voor meer informatie over werken bij NIPV op werkenbij.nipv.nl.’
Bekijk ook
Werkwijze netcentrische crisisbeheersing vernieuwd
3 april 2023
De basisprincipes van de manier waarop partners samenwerken in een crisisnetwerk zijn vernieuwd. Dit is vastgelegd in het Referentiekader Netcentrische Crisisbeheersing 2023.

Dit referentiekader is in maart goedgekeurd in het Veiligheidsberaad en onderschreven door de deelnemende partners. Deze werkwijze is daarmee een verbindende schakel tussen veiligheidsregio’s, crisispartners en Rijksoverheid.
Crisisbeheersing is netwerksamenwerking
We krijgen steeds vaker te maken met langdurige verstoringen. Denk hierbij aan de vluchtelingencrisis, corona, extreem weer of een cyberaanval. De aanpak hiervan vraagt om een steeds wisselende netwerksamenwerking tussen crisispartners, waarbij risico’s vroegtijdig in beeld komen. Deelnemende partners werken doorlopend netcentrisch samen om tot een gedeeld beeld van risico’s te komen. Deze manier van samenwerken maakt deel uit van de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb). Deze door de Minister van J&V aangewezen voorziening ondersteunt de crisisbeheersing in Nederland. Het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) maakt hier ook deel van uit.
Deelnemende partijen
In Nederland zijn er meer dan 85 organisaties met elkaar verbonden doordat ze deelnemen aan deze landelijke voorziening. Zij kunnen informatie met elkaar delen over komende risico’s en lopende incidenten. Denk hierbij aan alle veiligheidsregio’s en hulpdiensten zoals politie en Marechaussee. Maar ook partners in de vitale infrastructuur, zoals bijvoorbeeld waterschappen, netbeheerders en Rijkswaterstaat. En de Rijksoverheid, zoals het Nationaal Crisis Centrum (NCC), Departementale Coordinatiecentra Crisisbeheersing (DCC) en het Landelijk Coordinatiecentrum (LOCC).
Netcentrisch werken
De netcentrische werkwijze is eenvoudiger en duidelijker gemaakt. De essentie is samengevat dat:
a) iedere partij een eigen beeld onderhoudt van de situatie, passend bij de eigen rol en taak
b) regie wordt gevoerd op de informatie-uitwisseling
c) continu een actueel gedeeld beeld wordt onderhouden
d) het doel is om gezamenlijke oordeels- en besluitvorming te ondersteunen.

Actueel
Het vernieuwde referentiekader wordt doorlopend aangepast. Het stuk kan worden gebruikt bij het ontwikkelen van onderwijsmateriaal. Wil je meer weten over deze ontwikkelingen?
Neem contact op met een van de adviseurs
Download het referentiekader
Meer informatie
Kijk voor informatie op de pagina over Netcentrisch werken.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Vakbekwaamheidsadvies voor ploegchefs: meer aandacht voor persoonlijk leiderschap en aansturen teams
4 april 2023
In de herziening van de leergang voor ploegchefs in 2019 is een aantal relevante thema’s geïntroduceerd of verder verdiept. Zo is er in de opleiding meer aandacht voor de ontwikkeling van persoonlijk leiderschap en het aansturen van teams. “Deze thema’s zijn ook interessant voor al opgeleide ploegchefs”, vertelt Wendy van Middelkoop, decaan Leiderschap & Organisatie bij NIPV. “Daarom hebben we deze thema’s ook opgenomen in een vakbekwaamheidsadvies speciaal voor zittende ploegchefs. Het vakbekwaamheidsadvies is gemaakt voor collega’s in de veiligheidsregio’s die zich bezighouden met de blijvende vakbekwaamheid van brandweercollega’s.”

Vijf thema’s
Het vakbekwaamheidsadvies bestaat uit vijf thema’s: omgaan met weerstand en conflicten, persoonlijk leiderschap, gespreksvoering, leidinggeven aan teams en coachen. Janneke Titzing, onderwijskundige bij NIPV: “Aan de hand van deze thema’s kunnen ploegchefs hun vakkennis en vaardigheden verder ontwikkelen op een efficiënte, praktijkgerichte en aantrekkelijke manier. Ook is er ruimte om ervaringen uit te wisselen met andere ploegchefs. Naast vakinhoud bevat het vakbekwaamheidsadvies ook een algemene toelichting die voldoende handvatten biedt om met de aangeboden thema’s aan de slag te gaan. Veiligheidsregio’s kunnen zelf keuzes maken in de voorgestelde werkvormen en trainingsactiviteiten.”
Praktijkdilemma’s verwerkt in advies
“Tijdens landelijke Community of Practice (CoP) bijeenkomsten met ploegchefs hebben we input opgehaald over de vijf thema’s. We hebben gehoord tegen welke dillema’s ploegchefs aanlopen. Deze hebben we verwerkt in casuïstiek en praktijkvoorbeelden”, vertelt Van Middelkoop.
Alle benodigde materialen zijn vanaf april beschikbaar in de ELO voor alle functioneel beheerders via E-modules en opleidingsdocumenten > overig > vakbekwaamheidsadvies Ploegchef. Neem voor meer informatie of vragen contact met ons op.
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
Calamiteitencoördinator is voortaan informatiemakelaar en continuïteitsbewaker
Op advies van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) wordt de functie van calamiteitencoördinator (CaCo) uitgebreid met twee rollen. Die van informatiemakelaar die vooruitkijkt naar wat ons bedreigt en inventariseert hoe we daarop kunnen inspelen. En die van continuïteitsbewaker, die bedenkt wat er moet gebeuren bij een verandering in de software of een storing in de meldkamer. Trainer-adviseur Marn van Bloois heeft samen met het veld de vernieuwde opleiding ontwikkeld.

“De functie van calamiteitencoördinator is onderdeel van de leiding en coördinatie tijdens een crisis. De CaCo heeft de eenhoofdige leiding op de meldkamer op het moment van grootschalige alarmering. De aanleiding voor de vernieuwing van de opleiding is de notitie ‘Harmonisatie CaCo-functie’ van de RCDV uit 2022”, vertelt Van Bloois.
Rode draad in 25 veiligheidsregio’s
“Ik ben vervolgens het land ingegaan om bij de 25 veiligheidsregio’s en 12 meldkamers – straks tien – op te halen hoe zij aankijken tegen de visie van hun bazen in die notitie. Want ik wilde het met het land doen. Dus niet dat we in Schaarsbergen al hadden bedacht hoe de opleiding eruit gaat zien. Met een projectgroep hebben we vastgesteld welke extra inhoud er nodig is. Maar ook hoe we die vernieuwde inhoud het beste kunnen presenteren. In 25 regio’s wordt er natuurlijk overal een beetje anders tegenaan gekeken, maar we hebben er de rode draad in weten te vinden.”
Pilot gedraaid met vernieuwde opleiding
“De pilot van de nieuwe opleiding is inmiddels afgerond. Die liep in Amsterdam als in-company-traject, met twee noorderlingen uit de meldkamer van Drachten erbij. Ze wisten dat wij ook nog niet alles helder hebben omdat de ontwikkelingen rondom de functie nog niet zo ver zijn. Van die rol van continuïteitsbewaker weten we bijvoorbeeld nog weinig. Hoe vaak komt die rol voor? Hoeveel procent van je fte is dit? De Landelijke Meldkamer Samenwerking wilde graag dat deze rol bij de CaCo wordt belegd, maar dan zeggen meldkamers: prima, maar dan betaal je er ook voor. De uren die die rol in beslag neemt, brengen we nu in kaart. Daarnaast is in Drenthe inmiddels twee keer een pilotopleiding gehouden voor alleen de rol van informatiemakelaar. We houden in de gaten wat we daarvan kunnen integreren in de vernieuwde CaCo-opleiding. Daar komt bij dat we in het kielzog van de nieuwe opleiding ook het examen moeten vernieuwen.”
Meer oog voor de menselijke kant
“Toch is de grote lijn nu al erg positief. Eigenlijk bekijken we nu alleen nog op detailniveau hoe het misschien nog anders kan. Voor de inhoud hoefde ik niet van de grond te beginnen. We hebben deze opleiding eerder gedaan. Die was inhoudelijk goed. Ik heb kortom de oude opleiding tegen het licht gehouden en daaruit gepakt wat bruikbaar is. Vervolgens ben ik naar de nieuwe rollen gaan kijken en zijn we gaan onderzoeken wat daarover in de opleiding thuishoort. En wat willen we uitbreiden? Human factors bijvoorbeeld. Wat doet stress met mij? Hoe ga ik om met gedrag van anderen? We hebben nu meer oog voor de menselijke kant. Naast de zes theoriedagen – dat waren er vijf – hebben we bovendien drie stagedagen gecreëerd. Daarin kun je in je eigen tijd alvast kennismaken met de organisatie, je functie en je toekomstige werkplek.”
Afwisseling en koppeling met de praktijk
“Daarnaast ben ik gaan kijken naar andere werkvormen – en ook naar de afwisseling in die vormen. Ik wil niet vervallen in death by slide – ofwel dat je honderd dia’s laat zien en mensen na twintig dia’s zijn afgehaakt. Dan ben je alleen maar aan het zenden. Ik heb dus erg in het oog gehouden dat we maximaal 20 minuten tot een halfuur zenden. Daarna moeten mensen zelf aan de slag gaan, zodat wat je hebt gezonden meteen wordt verwerkt. Bovendien koppel ik er dagelijks een bijdrage van een deskundige uit de praktijk aan: elke dag vlieg ik op een bepaald thema een expert of praktiserend CaCo in. Vooral over die afwisseling en koppeling met de praktijk zijn de eerste deelnemers erg tevreden”, sluit Van Bloois af.
Bekijk ook
Analyse mediaberichten van branden met light electric vehicles (LEV) in 2020-2022
30 maart 2023
Light electric vehicles (LEV’s) zijn in opmars: denk aan scooters en scootmobielen. Maar neemt daarmee ook het aantal branden toe? Uit mediaberichten heeft het NIPV achterhaald dat er in de jaren 2020-2022 in Nederland 327 branden met een LEV hebben plaatsgevonden. Bij deze branden zijn in totaal 696 LEV’s betrokken geweest. Bij 65 procent van de branden is een elektrische scooter betrokken geweest, en bij 24 procent een elektrische fiets. Het grootste deel van de branden is veroorzaakt door brandstichting.

LEV’s in opmars: hoe groot is het brandrisico?
Om meer inzicht te krijgen in het aantal branden waarbij een LEV betrokken is en in de manier waarop deze branden kunnen ontstaan, heeft het NIPV mediaberichten geanalyseerd. Uit de cijfers blijkt dat er de afgelopen 3 jaar in ons land 327 branden met een LEV hebben plaatsgevonden. Dat zal niet minder worden: LEV’s zijn bezig aan een grote opmars.
Steeds meer mensen maken namelijk gebruik van elektrisch aangedreven fietsen, scooters, en scootmobielen. Ook hoverboards en e-steps worden steeds populairder, waarbij e-steps mogelijk nog een extra impuls zullen krijgen als deze op de openbare weg worden toegelaten in Nederland.
Voor- en nadelen van LEV’s
Light electric vehicles (LEV’s) zijn voertuigen die worden aangedreven door elektriciteit en vaak gebruikt worden voor het afleggen van korte afstanden in de stad, om zo de drukte van het autoverkeer te omzeilen. Hoewel ze zeker hun voordelen hebben, kleeft er aan LEV’s ook een belangrijk nadeel: het brandrisico.
Brandrisico
Vaak beschikken deze voertuigen over een lithium-ion accu die beschadigd kan raken, waardoor de kans op brand toeneemt. Ook kunnen de accu’s door een technisch defect spontaan in brand vliegen en mogelijk ook exploderen.
Het opladen brengt ook risico’s met zich mee: particulieren die een LEV hebben, laden deze meestal thuis op. Afhankelijk van het soort voertuig en de oplaadmogelijkheden gebeurt dit binnen- of buitenshuis. Op het moment dat er een brand ontstaat tijdens het opladen, komt er rook vrij die schadelijk is voor de gezondheid.
Daarnaast kan de brand zich uitbreiden en zo schade veroorzaken aan de woning, nabijgelegen gebouwen of – erger – aan de bewoners.
Blog: Beschouwingen bij een doctrine crisisbeheersing
29 maart 2023
Hoe wordt er gekeken naar (het begrip) doctrine Crisisbeheersing? Enerzijds kan het een soort verplichting opleggen aan betrokken instanties. Anderzijds kan het ook worden gebruikt om de belangrijkste gemeenschappelijke uitgangspunten vast te leggen en tot gemeengoed te maken. Het lectoraat Crisisbeheersing pakt de handschoen op.

Van alle kanten klinkt de roep om een heldere doctrine crisisbeheersing. Binnen NIPV is het management volop bezig om deze doctrine te (helpen) ontwikkelen en staat het hoog op de prioriteitenlijst. Ook bij de ‘Drie grote werken’ (zelf denk ik dan meer aan De Nachtwacht; Het meisje met de parel en De Zonnebloemen) wordt de doctrine crisisbeheersing als één van de belangrijkste te realiseren wensen benoemd. Wat opvalt is dat degenen die hier om vragen (soms zelfs lijken te snakken), nogal uiteenlopende zaken noemen waarin die crisisdoctrine zou moeten voorzien en waaruit die zou moeten bestaan. Het is handig enige overeenstemming te hebben als iets (nieuws?) wordt gewenst. Wat wordt met doctrine bedoeld?
Een doctrine?
In de wereld van de krijgsmacht wordt vaak over de/een ‘militaire doctrine’ gesproken. Wikipedia (februari 2023) zegt hierover: “Militaire doctrine is de uitdrukking van hoe strijdkrachten bijdragen aan campagnes, grote operaties, veldslagen en gevechten. Het is een gids voor actie, in plaats van harde en snelle regels. Doctrine biedt een gemeenschappelijk referentiekader in het hele leger.”
In 2019 verscheen de Nederlandse Defensie Doctrine (NDD); een lijvig document (96 p.) waarin over doctrines wordt gezegd: “Zulke omschrijvingen verschaften eenheid van opvatting en kanaliseerden het militaire denken op de diverse niveaus van optreden. Krijgsgeschiedenis werd gezien als de voornaamste basis voor deze doctrinevorming” (1).
Ga er maar aan staan om tegen deze achtergrond voor de crisisbeheersing een overkoepelende doctrine te ontwikkelen: een gemeenschappelijk kader; eenheid van opvatting; alsmede een gids voor actie. Voor de krijgsmacht is dat al lastig; voor crisisbeheersing met zoveel verschillende betrokken organisaties en instellingen, zoveel verschillende mogelijke uitingsvormen (soorten crises), met variaties in tijdsduur, omvang e.v. lijkt dat schier onmogelijk.
Een unité de doctrine en de risico’s van een doctrine
Al in de jaren negentig van de vorige eeuw werd in het kader van de ontwikkelingen van de rampenbestrijding gesproken over de noodzaak van een ‘unité de doctrine’. Een eensluidende opvatting hoe in Nederland rampenbestrijding vorm en inhoud zou worden gegeven. Momenteel speelt dat thema duidelijk bij de bovenregionale samenwerking en opschaling. Steeds vaker zullen in de toekomst rampen en crises de regionale grens overstijgen. In dat geval is het waardevol als de verschillende veiligheidsregio’s onderling en gezamenlijk afspraken maken over de wijze waarop zij in die situaties zullen opereren. Daarbij is het duidelijk dat op voorhand de verschillen tussen de regio’s niet al te groot moeten zijn. Dat brengt op ons de relatie tussen autonomie en discipline.
James Q. Wilson schreef een klassiek geworden studie getiteld ‘Bureaucracy’ (1989). Mijn favoriete hoofdstuk uit dat (misschien wel boeiendste bestuurskundige) boek draagt de intrigerende titel ‘Turf’. Turf betekent niet alleen grond of graszoden, maar ook terrein, speelveld of invloedsfeer. Voor Wilson draait het in het hoofdstuk om het laatste: het afgebakende speelveld; dat deel waarover ‘je gaat’; je autonomie.
Wilson start het hoofdstuk met een aansprekend voorbeeld. Er waren twee ministers van Defensie die op geheel verschillende manieren opereerden. Onder de eerste (McNamara) groeide de krijgsmacht enorm. De tweede (Laird) moest draconische bezuinigingen doorvoeren (zo’n 25 procent). Vreemd genoeg werd Laird binnen de krijgsmacht veel populairder dan McNamara. Waarom? McNamara hanteerde een centrale aanpak waarbij hij ‘whiz kids’ stevige analyses liet maken wat Defensie nodig had en ging daarmee vervolgens aan de slag. Laird liet de afzonderlijke krijgsmachtonderdelen volledig vrij hoe zij de bezuinigingen zouden realiseren. Daarmee konden de verantwoordelijken van de verschillende onderdelen zelf de koers bepalen. Liever meer vrijheid en bezuinigen dan dat anderen bepalen wat er bij jou gebeurt.
Belangrijke aspecten van autonomie zijn volgens Wilson:
• Zorg dat je zelfstandige (unieke) taken hebt.
• Bevecht anderen die proberen jouw taken te gaan doen.
• Doe geen taken die veraf liggen van je kerntaken.
• Pas op voor allerlei samenwerkingsverbanden.
• Vermijd taken die verdeeldheid of protesten van anderen oproepen.
• Vermijd bekende/geleerde kwetsbaarheden.
En wat leert ons dit nu in relatie tot de roep om een doctrine? Een doctrine knaagt al snel aan de eigen autonomie. Hoe meer anderen bepalen wat jij wel of niet moet doen, hoe groter de kans op frustratie. Het volgen van een doctrine betekent dat eigen ‘turf’ wordt ingeleverd. Een doctrine betekent dat eerder ingezette paden soms moeten worden verlaten.
In concreto betekent een doctrine crisisbeheersing voor bijvoorbeeld veiligheidsregio’s dat een aantal zaken – die tot nog toe niet zijn geregeld of verschillend worden uitgevoerd – op eenzelfde manier moeten worden gedaan. Een doctrine verdraagt geen grote verschillen tussen regio’s of regio’s die zaken vooral op hun eigen manier wensen te doen. Recente crises (corona, opvang) lieten al zien hoe groot de verschillen tussen regio’s onderling zijn. Zowel de directeuren en hun managementteams als de bestuurders hebben op vele punten hun eigen ideeën en wensen. In een veiligheidsregio die veel taken en zaken bij de gemeenten belegt en vooral ‘mean and lean’ moet zijn, kijken leidinggevenden en bestuur echt anders naar een ‘unité de doctrine’ dan in een regio waar de veiligheidsregio juist groot en sterk wordt geacht. Een gezamenlijke doctrine tast de autonomie van de afzonderlijke organisaties/instanties aan. Knagen aan de autonomie van de regio’s ligt bij directeuren maar zeker ook bij hun bestuurders gevoelig.
Kansen voor een doctrine
De doctrine Crisisbeheersing kan aanleiding geven tot strijd tussen afzonderlijke organisaties en mogelijk voor sommigen voelen als een keurslijf. Tegelijkertijd kan het ook wel aanzetten geven om gezamenlijk een aantal uitgangspunten van de crisisbeheersing – bij elkaar de doctrine vormend – te benoemen. Hierbij een eerste voorzet aan de hand van negen begrippen:
Grenzeloze karakter
- De crises van vandaag en morgen kenmerken zich meer en meer door hun grenzeloze karakter (in termen van de veelheid van betrokkenen, het grotere en lastiger te definiëren gebied en de langere en onvoorspelbare tijdshorizon).
- Dat grenzeloze maakt goede afstemming, informatiedeling en samenwerking tussen de verschillende lagen van groot belang.
Netwerkmanagement
- Crisismanagement is netwerkmanagement: je doet het altijd in een genetwerkte omgeving met anderen.
- Cruciaal voor goed crisismanagement is te zorgen dat op alle niveaus de juiste personen/organisaties participeren (wie hebben we aan tafel; wie missen we?) en de beschikbare informatie wordt gedeeld.
Informatie
- Crisismanagement is vooral informatiemanagement.
- De rol van de reguliere en sociale media neemt toe; sociale media zijn minder doorslaggevend dan vaak gedacht.
Plannen
- Plannen zijn een aardig hulpmiddel maar wij hebben vaak een te groot vertrouwen in plannen.
- Opleiden, trainen en oefenen versterken de planmatige voorbereiding.
Veerkracht
- Naast plannen (inclusief OTO) vormt vooral veerkracht de tweede pijler onder goede crisisbeheersing.
- Veerkracht krijgt vorm door professionele hulpverleners, betrokken burgers en organisaties (publiek, semipubliek en privaat) en flexibel acterende autoriteiten. Alle drie de aspecten vergen inspanningen.
Besluitvorming
- In crises is het aantal bestuurlijke besluiten uiterst gering; het draait meer om operationele keuzes.
- Tegelijkertijd zijn autoriteiten van wezenlijk belang bij die crises (duiders, beeldbepalers, communicators e.v.) maar dus minder als ‘besluitvormers’.
- Zeker bij ‘moderne’ crises is verbindend leiderschap belangrijker dan ‘eenhoofdige leiding’.
Normaal en bijzonder
- Wat je zelden doet doe je zelden goed; een zeven voor crisismanagement is al een heel mooi cijfer.
- Sluit ook in bijzondere situaties zoveel als mogelijk aan op de reguliere processen.
De samenleving
- Goede crisisbeheersing kan alleen maar door de goede en permanente verbinding met het publiek vorm krijgen.
- De burgers/mensen doen het normaliter nog niet zo slecht in crises; de overheid is minder feilloos dan soms aangenomen.
- Inwoners hebben soms (te) veel vertrouwen in de overheid; de overheid soms (te) weinig in haar inwoners.
Na de crisis
- De ramp na de ramp is vaak lastiger dan de ramp zelf.
- Juist in deze fase is nog veel te winnen (psychosociale ondersteuning; verantwoord herstel; transparant evalueren).
Afronding
Het is dus de vraag wat je vindt en hoe je kijkt naar (het begrip) doctrine Crisisbeheersing. Enerzijds kan het een soort verplichting opleggen aan betrokken instanties. Dan zal er ook aandacht moeten zijn voor de risico’s die daarmee gepaard gaan, te weten afnemende autonomie. Anderzijds kan het ook worden gebruikt om de belangrijkste gemeenschappelijke uitgangspunten vast te leggen en tot gemeengoed te maken.
Eigenlijk zijn we er zelf ook niet helemaal uit hoe wij nu die crisisbeheersingsdoctrine zouden moeten invullen. Natuurlijk is het waardevoller iets te ontwikkelen dat de relevante actoren (veiligheidsregio’s en anderen) stimuleert in het denken en prioriteren dan te komen met een leidraad die (sommige) organisaties niet con amore zullen verwelkomen. Vanuit dat idee willen wij vanuit het lectoraat Crisisbeheersing vooral proberen aspecten van dat gemeenschappelijke gedachtengoed te bundelen. Een doctrine voor onderwijs en opleiden.
Omdat daar zoveel verschillende en deels elkaar overlappende thema’s en onderwerpen aan bod komen betekent dat deze niet zomaar in één doctrine zijn te vangen. Met het lectoraat zijn wij recent gestart met het opstellen van een Basisboek Crisisbeheersing waarmee wij hopen voor onderwijs en praktijk een bijdrage te leveren. Wat zou de (beginnende) medewerker Crisisbeheersing (bij een veiligheidsregio, gemeente, ministerie of grote organisatie) sowieso moeten weten? Forse aantallen nieuwe medewerkers zijn immers door de BDUR-gelden in aantocht. Het basisboek is dan misschien geen doctrine; het is de bedoeling dat het straks wel ‘the state of art’ geeft – misschien wel die Meesterwerken – van de hedendaagse crisisbeheersing. Wat zijn belangrijke termen en begrippen; wat zijn belangrijke principes en werkwijzen; wat leert al dat ramponderzoek en ook al die casuïstiek ons?
Menno van Duin
lector Crisisbeheersing
Lees ook
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het MT NIPV hebben weer ingestemd met een aantal belangrijke besluiten binnen het programma Onderwijs Onderweg.
Saskia Vonk is manager Veilig Thuis bij GGD Gelderland-Zuid en lid van het MT bij de GGD. Toen de bezetting voor de back-up functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) krap werd, besloot ze de DPG opleiding voor de GHOR-taken bij het NIPV te gaan doen.
Als drager van waterstof maakt ammoniak de grootschalige opslag en het transport van deze stof mogelijk. De toenemende aandacht voor ammoniak was voor het NIPV de aanleiding om een nieuwe kennisbundel te publiceren.
Het Algemeen Bestuur, bestaande uit de voorzitters van de veiligheidsregio’s, heeft op vrijdag 12 december ingestemd met ons jaarplan 2026.
Het NIPV werkte mee aan de uitgave ‘Een Extreem Rapport’ van het KNMI. Onderzoeker Brian Verhoeven schreef mee aan een casus over een natuurbrand en de impact daarvan op de brandweerinzet.
De webpagina’s van het LEC Industriële Veiligheid hebben een nieuwe ‘look’. Met de nieuwe indeling en lay-out willen we de vindbaarheid van thema’s en documentatie verbeteren.
Versterking van samenwerking is een van de speerpunten in het Jaarplan 2026 van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) en het Netwerk Industriële Veiligheid (IV). Een greep uit de highlights voor komend jaar.
Het LEC Industriële Veiligheid biedt een training gedragsbeïnvloeding voor specialisten industriële veiligheid aan. Op 15 januari start de volgende training.
Voor het eerst trokken het Netwerk Industriële Veiligheid en het Netwerk Omgevingsveiligheid samen op in de organisatie van de halfjaarlijkse netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid. Een terugblik.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina64
- Volgende pagina
