“Hoe zorg je ervoor dat je je niet op de laatste crisis voorbereidt maar op de volgende?”
22 oktober 2024
“Het multidisciplinaire veld binnen crisisbeheersing vind ik erg boeiend. Er komen allemaal verschillende culturen en identiteiten bij elkaar. We kunnen allemaal naar hetzelfde probleem kijken en allemaal met een andere oplossingsrichting komen. Daarnaast heeft dit werk ook echt maatschappelijke meerwaarde.” Barry Visscher is Operationeel Manager GHOR en Regionaal Operationeel Leider (ROL). Hij rondde onlangs de opleiding Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) af.

Samenwerking maakt het crisisbeheersingslandschap interessant
“Ik heb zo’n 17 jaar bij Defensie gewerkt. Als daar besluiten moeten worden genomen is er altijd wel een baas boven baas. Dat is anders bij een multidisciplinair team. Als je als Operationeel Leider een besluit wilt doorduwen en je creëert geen commitment, dan gebeurt het niet, klaar. Die samenwerking maakt het crisisbeheersingslandschap interessant en uitdagend. Ingewikkeld soms ook wel ja. Natuurlijk wordt Defensie hoog geprezen om het leiderschap, maar dat geldt ook voor een brandweerman of politieagent die dagelijks vooraan staan bij incidenten. Op het gebied van informatiemanagement en besluitvormingsprocessen is Defensie een heel interessante partner. Zeker als crises langduriger en grootschaliger zijn hebben ze daar hele mooie methodieken.”
Omgang met motorgangs en clubhuizen
“Voordat ik MCPM ging doen had ik bij alle organisaties binnen crisisbeheersing wel eens in de keuken gekeken. Dus dat kende ik al wel. Maar wat mij erg aansprak was het wetenschappelijke perspectief van de studie. De verdieping die werd gegeven. Over waarom dingen nou lopen zoals ze lopen. Daarnaast was public ordermanagement echt nieuw voor mij. Hoe ga je bijvoorbeeld juridisch om met motorgangs en clubhuizen die je eigenlijk niet in je wijk wilt hebben? Met name de docenten vanuit de wetenschap vond ik zeer inspirerend. En dat gecombineerd met mensen in de groep, die situaties in de praktijk hebben meegemaakt, kom je tot hele mooie gesprekken en inzichten. Want de beleving in het voorterrein is wel eens heel anders dan hoe een wetenschappelijk docent dezelfde situatie benaderd.”
Begrijpen waarom de dingen gaan zoals ze gaan
“Die gesprekken over de moeilijke punten in crisisbeheersing waren zeer waardevol: hoe werk je samen? Hoe kies strategisch positie? Hoe kom je aan tafel in de voorbereiding op een crisis? Hoe zorg je ervoor dat je je niet op de laatste crisis voorbereidt maar op de volgende? Het is goed om het daar over te hebben.”
“De opleiding heeft me echt in mijn werk geholpen. Ik begrijp nu beter waarom dingen gaan zoals ze gaan en wie waar bestuurlijk verantwoordelijk voor is. Heel vaak ‘zijn bestuurders er niet van’ maar worden ze wel verantwoordelijk gehouden. Wat voor dynamiek levert dat op? Ook naar het Rijk toe. Daar heb ik meer gevoel voor ontwikkeld en daardoor kan ik me makkelijker in dat bestuurlijke veld bewegen. Je moet de vertaling kunnen maken van strategisch naar tactisch en van tactisch naar strategisch niveau. Je bent de brug tussen die twee werelden. Ik ben geen bestuurder maar ik moet bestuurders wel kunnen voeden met de juiste informatie.”
“Hoogtepunt van de studie vind ik dat je kijkjes achter de schermen krijgt die je normaal gesproken niet krijgt. In binnen- en buitenland. Je krijgt toch net even meer te horen dan wat je op het 8 uurjournaal hoort. Daarnaast is een hoogtepunt de saamhorigheid die binnen de groep is ontstaan. Het is ook gewoon gezellig en inspirerend om met elkaar van gedachten te wisselen.”
Bekijk ook
“Ik heb in mijn werk meer diepgang gekregen”
22 oktober 2024
Lars Carree is wethouder en loco burgemeester van Zandvoort. En rondde in 2022 de MCPM opleiding succesvol af. We vroegen Lars wat de opleiding hem heeft gebracht voor het uitoefenen van zijn vak.

“Iedere casus, ieder veiligheidsincident is anders. Het is nooit rechttoe rechtaan. Wat voor mij is veranderd, is dat ik in mijn werk meer diepgang heb. Ik snap waarom structuren tot stand gekomen zijn en daardoor kan ik er ook flexibeler mee werken. De structuren binnen de crisisbeheersing kende ik wel, maar wat het een Master maakt is dat je meer strategisch leert denken. En dat je structuren eerder herkent en daar ook mee kan spelen. Als je processen begrijpt, zie je eerder in wanneer die mogelijk tot een crisis kunnen leiden en kun je daarop anticiperen.”
Bouwen op een theoretisch kader strategisch crisismanagement
“Jeugdzorg bijvoorbeeld zit in mijn portefeuille. Wat je daar ziet is dat vraag en aanbod in disbalans zijn en het systeem vastloopt. Je kunt het een beetje vergelijken met de coronacrisis: er zijn meer patiënten dan er capaciteit is. En dus word je gedwongen keuzes te maken. Wie laat je gaan en wie neem je op? Als ik dit als crisis zie, kan ik bouwen op het theoretisch kader van strategisch crisismanagement dat ik bij de MCPM heb geleerd. Welke structuren bouw ik op? Uit welke onderdelen bestaat mijn strategisch crisismanagement en waar moet ik op inzetten? Hoe zorgen we dat we niet in een acute crisis terechtkomen, maar weten we van tevoren wat er speelt? Hoe kom ik aan data?”
De kracht van de MCPM is dat het een multidisciplinaire opleiding is
Hierdoor begrijp je hoe je kunt samenwerken met anderen. Je leert waar de belangen liggen van samenwerkingspartners en hoe ze in elkaar zitten. Dat leer je door de theorie die je wordt aangereikt, maar ook door het multidisciplinaire karakter van de groep studenten. Samen werk je aan probleemstellingen en leer je dus hoe je elkaar kunt versterken. In mijn huidige werk heb ik met veiligheidsregio’s en met politie te maken. Door te begrijpen hoe ze werken en vanuit welke denkwijze en achtergrond ze komen, werk je dus veel efficiënter multidisciplinair met elkaar samen.”
Bekijk ook
“Toen ik op het scherm zag dat het SIS-piketnummer werd gebeld stond ik meteen op scherp”
21 oktober 2023
Jeroen Brouwer is werkzaam als specialist Cyber en teamleider Slachtofferinformatiesystematiek (SIS/verwantencontact). Hij had als teamleider piketdienst tijdens het treinongeluk bij Voorschoten en vertelt hier over zijn ervaringen.

“Ik sliep nog toen op 4 april om 5:30 de telefoon ging. Ik ben vanuit mijn brandweerachtergrond wel gewend om op zulke tijden gebeld te worden, maar dit was toch anders. Toen ik op het scherm zag dat het SIS-piketnummer werd gebeld stond ik meteen op scherp. In de eerste zin van het telefoongesprek hoorde ik al het woord treinongeval, ik wist daardoor gelijk dat het mis was.”
“Door mijn operationele ervaring kon ik vrij makkelijk omschakelen naar mijn rol als teamleider SIS. Ik begon direct met het leggen van contacten met betrokken partijen: de veiligheidsregio en de aanspreekpunten voor GHOR, de plaatselijke politie en bevolkingszorg, de ANWB-alarmcentrale die bij een SIS-inzet de frontoffice vormt, en het LOCC dat landelijk coördineert. Het team was binnen een kwartier ‘up and running’, maar door files op de weg duurde het ruim twee uur voordat iedereen in Driebergen bij elkaar was. Gelukkig kun je in de auto prima handsfree bellen.”
“Bij een inzet van SIS krijg je te maken met gegevens van echte mensen. Dat geeft, ten opzichte van bijvoorbeeld een oefening, toch een heel andere lading aan je taak. SIS redt geen levens, maar achter de schermen draagt SIS wel bij aan het beperken van leed van mensen in een chaotische en onzekere situatie. Juist deze maatschappelijk meerwaarde is de reden waarom ik dit werk doe.”
“En dat geldt ook voor de rest van het team; SIS is eigenlijk een potpourri van disciplines op een kluitje, geformeerd uit mensen met wie je doorgaans niet samenwerkt. Verenigd in een gemeenschappelijk doel: het in contact brengen van verwanten met niet-zelfredzame slachtoffers. Ik kijk met trots terug op een effectieve en prettige samenwerking van het SIS-team.”
Nieuwe beoordelingsrichtlijn voor de veiligheid van batterijwisselstations
19 oktober 2023
Om de energietransitie te versnellen verschijnen er naast laadpunten voor elektrische auto’s ook batterijwisselstations in Nederland. Voor gemeenten die vergunningsaanvragen voor deze stations moeten beoordelen is er nu een beoordelingsrichtlijn. In de richtlijn staan criteria die bijdragen aan een (brand)veilig batterijwisselstation.

De beoordelingsrichtlijn (niet verplichtend) is gericht op het voorkomen van incidenten, op de ruimtelijke inrichting (omgevingsveiligheid) en op het bestrijden van incidenten als deze zich toch voordoen. In de richtlijn staan criteria over onder andere de brandwerendheid, het brandblussysteem, de ruimtelijke inrichting en de noodstopvoorziening van een batterijwisselstation. Ook het ventilatiesysteem en de bluswatervoorziening komen aan de orde. Het NIPV heeft de richtlijn opgesteld in opdracht van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur.
‘Swappen’ van batterij vraagt om richtlijnen voor gemeenten
Elektrische voertuigen kunnen op verschillende manieren worden geladen. Een nog niet zo gangbare manier is die van het verwisselen van de leeggereden li-ion batterij door een opgeladen (volle) li-ion batterij: het ‘swappen’ van de batterij. Dit kan vooralsnog bij een beperkt aantal elektrische auto’s, en gebeurt in batterijwisselstations. Omdat dit een nieuw concept is, hebben gemeenten behoefte aan richtlijnen voor het beoordelen van vergunningsaanvragen voor deze stations. Dit helpt hen bij hun inhoudelijke werk, zorgt voor voorspelbaarheid en objectiviteit bij de beoordeling, en voor uniformiteit tussen de verschillende gemeenten.
Lees het rapport
Treinincident Voorschoten: leerpunten voor de crisisbeheersing
13 oktober 2023
Hoe functioneerde de crisisbeheersingsorganisatie tijdens de afhandeling van het treinincident dat op 4 april 2023 plaatsvond bij Voorschoten? Op verzoek van Veiligheidsregio Hollands Midden heeft het lectoraat Crisisbeheersing van het NIPV dit samen met Crisisplan BV onderzocht. Het onderzoek resulteert in een aantal leerpunten die ook voor andere veiligheidsregio’s relevant kunnen zijn.

In de vroege ochtend van 4 april 2023 deed zich tijdens werkzaamheden aan het spoor een noodlottig ongeval voor in de buurt van station Voorschoten. Een kraan op lorries die op het spoor stond, werd om 03.25 uur aangereden door een goederentrein. Dit had tot gevolg dat twee minuten later een tegemoetkomende intercitytrein ontspoorde. Bij het treinincident kwam de kraanmachinist om het leven en raakten ongeveer dertig treinpassagiers gewond, van wie een aantal (zeer) ernstig.
Acute hulpverlening goed verlopen
De onderzoekers concluderen dat de acute hulpverlening na het treinincident professioneel en in goede harmonie is verlopen. Hulpverleners en andere betrokken partijen, waaronder ProRail, NS en omwonenden, hebben effectief met elkaar samengewerkt. Ook is er goed geïmproviseerd, bijvoorbeeld bij het opvangen van de niet- en lichtgewonden door omwonenden in twee nabijgelegen huizen.
Drie meer algemene leerpunten
Er zijn ook zaken die achteraf gezien beter hadden gekund. Het rapport noemt drie leerpunten, die niet alleen van toepassing zijn op dit treinongeval, maar ook op eerdere incidenten in ons land.
Gewondenspreiding
Miscommunicatie tussen de ambulancevoorziening, de GHOR en ziekenhuizen over de gewondenspreiding leidde ertoe dat ziekenhuizen grootschaliger opschaalden dan achteraf gezien nodig was. Terwijl de zorginstellingen in de regio voldoende capaciteit hadden vrijgemaakt, werden er nauwelijks gewonden binnengebracht. Een deel van de gewonden werd namelijk naar het Calamiteitenhospitaal in Utrecht overgebracht. Dat was achteraf gezien niet nodig geweest. Het aantal gebeurtenissen waarbij gewondenspreiding echt noodzakelijk is, is kennelijk zo klein dat de verdeling van gewonden over ziekenhuizen bijna altijd gepaard gaat met misverstanden.
Slachtofferregistratie
Bij de slachtofferregistratie hadden veel organisaties een rol, maar desondanks kon achteraf niet met zekerheid worden vastgesteld of de slachtofferregistratie sluitend was. Slachtofferinformatiesystematiek (SIS) kon wel een relevante bijdrage leveren, maar is er niet op gericht om ook de niet-gewonde slachtoffers in beeld te brengen. De onderzoekers vragen zich daarom af of het niet meer voor de hand ligt om, in plaats van het Team Bevolkingszorg, de politie deze taak te geven. Voor de politie is persoonsregistratie een regulier proces dat bij incidenten ook wordt ingezet om nabestaanden en verwanten te ondersteunen (denk aan de inzet van familierechercheurs).
Publieksinformatievoorziening
Na het treinincident gaven verschillende organisaties informatie aan het publiek. Burgers konden hiervoor terecht bij verschillende informatienummers (waaronder een onjuist informatienummer). De onderzoekers concluderen dat de onderlinge afstemming beter had gekund. Het zou goed zijn om te kijken of de regie bij één organisatie kan worden gelegd.
Lees het rapport Leeronderzoek treinincident Voorschoten
Luistertip: podcast De Kracht van Netwerken: Samen door de Crisis
12 oktober 2023
‘Cruciale Connecties’ is de eerste aflevering van de podcastreeks De Kracht van Netwerken: Samen door de Crisis. Strategisch adviseur Netcentrisch werken Willem Treurniet en de Antwerpse brandweercommandant Bert Brugghemans vertellen over de waarde van een krachtig netwerk én over hoe je als professional netwerkbewuster wordt.

Willem Treurniet: “Alleen door samen te werken kom je tot een oplossing die voor iedereen passend is. Crisismanagement is netwerkmanagement: het gaat niet om hiërarchie, maar om wederzijdse afhankelijkheden.”
“Denk bijvoorbeeld maar eens terug aan het vaarincident in Grave in 2016. Een benzeentanker ramde een stuwdam. Het schip bleef heel, maar de stuw raakte beschadigd. Als in zo’n situatie ieder voor zich aan de slag gaat, sluit Rijkswaterstaat bijvoorbeeld andere stuwen en sluizen. Die maatregelen kunnen op zich goed zijn voor het watersysteem. Maar voor het vaarverkeer slecht, want dat stremt door het veranderde waterpeil. Ook ontstaat er vissterfte. Het nemen van maatregelen vraagt om het constant afwegen van belangen. Maar daarvoor moet je elkaar wel kennen. Investeer daarom in de ‘koude fase’ al in netwerkvorming. Van mens tot mens en op ieder niveau. Zodat je elkaar weet te vinden op het moment dat het spannend wordt.”
Samenwerking bij crises in de praktijk
In de podcastreeks gaan experts in gesprek over verschillende vormen van samenwerking tussen organisaties bij risico- en crisisbeheersing. Aan de hand van zeer uiteenlopende praktijkvoorbeelden diepen zij dit verder uit. Op 23 januari 2024 organiseert het NIPV samen met Universiteit Leiden een symposium over de kracht van netwerken. De onderwerpen in de podcast komen ook op dit symposium aan bod.
Beluister de podcast
Bekijk ook
Teams STH en USAR.NL oefenen met pittig scenario
10 oktober 2023
De teams van het Specialisme Technische Hulpverlening (STH) van de brandweer en het Urban Search and Rescue team Nederland (USAR.NL) oefenden vijf dagen samen in Dongen. De oefening draaide om de samenwerking tussen de teams STH en USAR.NL.

Het scenario: twee bussen rijden basisschool in
Aan het begin van de dag reden twee bussen op de Dongense basisschool ‘De Noorderpoort’ in. De bussen waren ingezet voor een schoolreisje. Ze arriveerden om 07.45 uur. Kinderen waren op dat moment waarschijnlijk nog niet in de school, maar alle leerkrachten wel. Het is nog onduidelijk wat er precies gebeurd is. Ooggetuigen vertelden dat beide bussen aan kwamen rijden, waarbij er plotseling één bus begon te versnellen en in botsing kwam met de andere bus. De bussen ketsten op elkaar af en reden daarna allebei met hoge snelheid het gebouw in. Het gebouw is dusdanig beschadigd dat de bussen en de omgeving instabiel zijn. Daarom kan de ter plaatse zijnde lokale brandweer het pand niet betreden. Teams STH van de brandweer en USAR.NL worden ingezet om hulp te bieden.
De ander kennen en zicht hebben op elkaars werk
Theo Uffink, adviseur en trainer bij het NIPV: “Bij een groot incident in Nederland kunnen beide teams worden ingezet. Om de samenwerking echt te ervaren is het belangrijk dat je de ander kent en zicht hebt op elkaars werk. Zodat je weet wat ieder team kan en hoe we de werkzaamheden op elkaar kunnen afstemmen.”

Vijfde oefening op rij
Marco Boulogne, Stafofficier opleiden, trainen en oefenen bij USAR.NL, vult aan: “Dit is het vijfde jaar op rij dat we deze unieke eindoefening organiseren. Elk jaar zijn we op zoek naar een bijzondere en realistische locatie, wat geen eenvoudige opgave is. In Nederland bieden oefencentra niet precies dat wat we nodig hebben. Daarom zoeken we samenwerking met gemeenten, sloopbedrijven, aannemers, leveranciers van vloerplaten en andere partners die bereid zijn ons te ondersteunen. Dit jaar heeft de gemeente Dongen ons geholpen door een oud schoolpand ter beschikking te stellen, de firma Dycore kwam met vloerplaten en sloopbedrijf Van Laarhoven ging met ons bouwen.”
Scenario met voldoende uitdagingen
“Als oefenstaf zorgen wij ervoor dat er voldoende uitdagingen in het scenario zitten voor alle specialisten, zoals bouwkundigen, hondengeleiders, verpleegkundigen, reddingswerkers en leidinggevenden. Hierdoor krijgt iedereen de kans om zijn kennis en vaardigheden te demonstreren”, gaat Boulogne verder. “Twee schoolbussen werden op de (extra en gewapende) aangebrachte vloerplaten met geweld het pand in geduwd. De enige ‘aanvalsweg’ voor de ploegen was door de bus richting de kelder waar zich nog levende personen zouden bevinden. Alles natuurlijk als de werkomgeving eerst veilig was gemaakt door het pand en het voertuig te stabiliseren.”

Beroep doen op teams STH en USAR.NL
Na instorting van een gebouw of bij dreigende instorting, bevrijdt de brandweer zo snel mogelijk de eerste slachtoffers. Zijn er daarna nog bedolven slachtoffers waarvoor een lastige en soms langdurige reddingsoperatie noodzakelijk is? Dan kan de brandweer een beroep doen op de teams STH en USAR.NL.
STH: incidenten met (dreigende) instorting
De specialistische teams STH worden ingezet bij incidenten waar sprake is van een (dreigende) instorting. Of bij incidenten met slachtoffers die met de standaardbasisinzet niet te bereiken zijn. Deze situaties vragen veel bouwkundige kennis en expertise. Bouwtechnisch inzicht, een sterk ontwikkeld analytisch vermogen en oplossingsgericht werken zijn dan ook belangrijke vaardigheden van de teamleden. Verspreid over Nederland zijn er vijf teams STH operationeel, waardoor de opkomsttijd beperkt is tot 1,5 à 2 uur. Bij een incident met een omvang als in deze oefening worden standaard twee teams gealarmeerd. De wijze van alarmering verschilt nu nog per team, maar onlangs is een uniforme wijze van alarmering vastgesteld door de landelijke Vakraad Incidentbestrijding. Hiermee kunnen alle incidentregio’s op dezelfde manier een beroep doen op een bovenregionaal bijstandsteam.
USAR: meer specialistische kennis en nog zwaarder redgereedschap
Is er behoefte aan meer specialistische kennis en nog zwaarder redgereedschap? Dan wordt USAR.NL ingeschakeld. Een USAR-reddingsgroep bestaat uit tien personen, twee speurhonden en materieel. In totaal zijn er vier operationele USAR-reddingsgroepen met mensen die beroepsmatig werken voor politie, brandweer, ambulance en defensie. USAR.NL kan in Nederland binnen 4 uur inzetbaar zijn en in het buitenland binnen 24 uur.
Deelnemers zijn positief over oefening
Naadloos samenwerken was het doel van de oefening in Dongen. Het scenario bood daarin volop mogelijkheden. Uffink: “De reacties van de deelnemers zijn positief. Het scenario is als mooi, maar pittig ervaren. Er zitten dan ook verschillende elementen in: de deelnemers moeten de omgeving stabiliseren, in de bus zien te komen, de slachtoffers vinden, stabiliseren en ze onder de bus vandaan krijgen. Om hiertoe te komen zoeken de teams contact met elkaar om ideeën en gereedschap uit te wisselen. Ze weten goed wat ze doen en daaraan zie je dat ze al vaker samen geoefend hebben; ze weten wat ze aan elkaar hebben. Maar juist daarom is het zo goed om te blijven oefenen.”
Bekijk ook
Strategische onderzoeksagenda 2023-2026 staat online
3 oktober 2023
De strategische onderzoeksagenda van het NIPV bevat de belangrijkste thema’s voor het onderzoek van de Nederlandse Academie voor Crisisbeheersing en Brandweerzorg (NACB) voor de komende jaren. Trends en ontwikkelingen in de samenleving vormen hiervoor de basis.

Als NIPV spelen we in op veranderingen die van invloed zijn op de publieke veiligheid, vertelt Coby Flier, manager van de NACB. “Door klimatologische, digitale, maatschappelijke en internationale ontwikkelingen ontstaan er nieuwe dreigingen. We zien een toename van dynamische, bovenregionale en onvoorspelbare risico’s en van complexe maatschappelijke vraagstukken. Deze raken de vitale veiligheidsbelangen en daarmee de continuïteit van onze samenleving. Om te begrijpen wat dit voor de publieke veiligheid in Nederland betekent, is gevalideerde kennis nodig. Het meerjarenperspectief van een strategische onderzoeksagenda biedt ons de mogelijkheid om te werken aan een gedegen kennisontwikkeling.”
Acht strategische onderzoeksthema’s
De 8 onderzoeksthema’s voor de komende jaren zijn:
- Veilige en adequate incidentbestrijding en crisisbeheersing (professionele respons)
- Datagedreven veiligheidsketen en crisismanagement
- Verbindend en situationeel leiderschap
- Grenzeloze en langdurige crisis
- Weerbare en veerkrachtige samenleving
- Brandveilige samenleving
- Veilige energietransitie
- Gevolgen van klimaatverandering en -adaptatie
Ruimte voor flexibiliteit en actualiteit
Het onderzoek wordt gedaan vanuit de lectoraten Brandveiligheidskunde, Brandweerkunde, Crisisbeheersing en Energie- en transportveiligheid. Flier: “In de jaarplannen van onze lectoraten concretiseren we de strategische onderzoeksthema’s. Natuurlijk is er binnen deze jaarplannen ook ruimte voor flexibiliteit en actualiteit: incidenten, crises of andere ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot nieuw(e) onderzoek(slijnen).”
Download de strategische onderzoeksagenda 2023-2026
Nederland telt 949 brandweerkazernes
2 oktober 2023
Eind 2022 waren er in ons land 949 brandweerkazernes, waarvan 843 vrijwillige kazernes en 106 beroepskazernes.

Op verzoek van de veiligheidsregio’s publiceert het NIPV ieder jaar cijfers over het aantal, het type en de locatie van brandweerkazernes. Er zijn twee typen kazernes: beroepskazernes en vrijwillige kazernes. Een beroepskazerne wordt permanent, 24/7, bemenst, terwijl een vrijwillige kazerne niet dag en nacht wordt bemenst.
Cijfers over de jaren 2018-2022 beschikbaar
In het online dashboard Kerncijfers Kazernes staan de cijfers over de jaren 2018 tot en met 2022. De oudste cijfers wijken af van eerder gepubliceerde cijfers, omdat er nu voor alle jaren eenduidige definities zijn toegepast. Hierdoor ontstaat een meer betrouwbaar beeld.
Landelijke trends en ontwikkelingen monitoren
De kazernecijfers maken deel uit van de Kerncijfers Veiligheidsregio’s die het NIPV sinds 2018 op landelijk niveau monitort en publiceert. Dit met als doel om trends en ontwikkelingen op landelijke schaal te monitoren.
Ga naar de dashboards met kerncijfers
Bekijk ook
Factsheet treinincident Voorschoten gepubliceerd
29 september 2023
In de nacht van 4 april dit jaar vond bij Voorschoten een incident plaats waarbij een spoorkraan, een goederentrein en een reizigerstrein betrokken waren. In de reizigerstrein zaten ongeveer 50 reizigers, van wie er 30 gewond raakten. 19 van hen werden naar 5 ziekenhuizen in 4 veiligheidsregio’s gebracht. Bij het incident kwam 1 persoon om het leven. Op verzoek van Veiligheidsregio Hollands Midden is de operationele organisatie SIS (Slachtofferinformatiesystematiek, ook Verwantencontact genoemd) ingezet. De evaluatie van deze inzet is samengevat in een factsheet.

SIS is een landelijke aanpak die bij een incident zorgt voor snelle en zorgvuldige informatie aan ongeruste verwanten. Bij een incident bepaalt de algemeen commandant bevolkingszorg of de officier van dienst bevolkingszorg van de gemeente of veiligheidsregio waar het incident heeft plaatsgevonden of SIS wordt ingezet.
In eerste instantie geen inzet
Rond 05.30 uur, zo’n 2 uur nadat het incident plaatsvond, zocht de algemeen commandant bevolkingszorg contact met de teamleider SIS. Hij wilde overleggen over het al dan niet inzetten van SIS. Het beeld op dat moment was dat de situatie op de incidentlocatie overzichtelijk was; alle gewonden waren uit de trein en vervoerd naar een ziekenhuis. De meeste slachtoffers waren zelfredzaam en zelf in staat om hun naasten te laten weten waar zij waren en hoe het met hen ging. Gezamenlijk werd op dat moment besloten SIS niet in te zetten.
Toch inzet van SIS
Rond 06.00 uur, na overleg in het regionaal operationeel team (ROT) en mede op verzoek van de algemeen aommandant geneeskundige zorg, besluit de algemeen commandant bevolkingszorg toch SIS in te zetten. Daar waren meerdere redenen voor:
- Het treinincident is ernstig en het aantal slachtoffers is groot.
- De gewonden liggen in 5 verschillende ziekenhuizen, verspreid over 4 veiligheidsregio’s.
- Het incident is zowel nationaal als internationaal groot in het nieuws.
- Familieleden, vrienden en bekenden zijn mogelijk ongerust door berichtgeving in de media.
Verloop inzet
Om 12.30 uur, zo’n 6,5 uur na activering, wordt de inzet van SIS afgeschaald.
- Tot dat moment is 48 keer gebeld naar het telefoonnummer van Verwantencontact (de frontoffice van SIS) en zijn er 5 vermissingen geregistreerd.
- Van die 5 vermissingen worden in de loop van de ochtend 2 personen gemeld als teruggevonden en veilig.
- Uiteindelijk is voor 1 vermiste een match gemaakt met een slachtoffer. De verwant is hierover geïnformeerd.
Download de factsheet
Wat ging goed? En wat waren de leerpunten uit deze inzet van SIS? Dat leest u in de factsheet.
