“De mensen in het veld werden tijdens het klaren van een klus doorlopend gebeld en moesten steeds maar weer vertellen wat er aan de hand was”
7 februari 2024
Martijn Korpel is als adviseur Netcentrisch werken werkzaam bij het NIPV. Vanaf het moment dat hij zijn carrière binnen het veiligheidsdomein begon in 2001, ervaarde hij zelf hoe moeizaam de informatieoverdracht verliep tussen crisispartners. Nu, 23 jaar later, blikt hij terug op de grote en belangrijke stappen die met het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) gemaakt zijn.

“Toen ik in 2001 het veiligheidsdomein binnenstapte, was er nog geen Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS). Informatieoverdracht ging via de telefoon, sms en e-mail. Qua (crisis)informatiemanagement werkte elke organisatie anders. Denk aan de verschillende veiligheidsregio’s, de politie, de waterschappen en bijvoorbeeld Rijkswaterstaat.”
“In een crisis heeft iedereen een stukje van de informatiepuzzel. Om in een netwerk van hulpdiensten en partners in de vitale infrastructuur samen de juiste keuzes te kunnen maken, moet je alle stukjes bij elkaar leggen. Dat begint bij het bijhouden en delen van een situatiebeeld. Waarin je opneemt wat ánderen van jou nodig hebben. Daarvoor was een omslag in de manier van denken nodig.”
“Inmiddels is die omslag ruimschoots gemaakt: Netcentrisch werken bij een crisis is gemeengoed voor veel organisaties in het veiligheidsdomein en de vitale sectoren. Je merkt dat relevante partners elkaar sneller vinden, hun belangen delen en die met elkaar afwegen. Denk bijvoorbeeld aan de containerramp met de MSC Zoë of de brand op de autocarrier Fremantle Highway. Maar ook de manier waarop we de opvang van vluchtelingen en ontheemden uit Oekraïne organiseren: het zijn casussen waarin veel partijen elkaar écht beter zien en hun informatie met elkaar delen.”
“Wat we nu breed zien gebeuren, is dat we samenwerken en informatie delen in een netwerk vooropstellen in álle fases van crisisbeheersing. Dat we niet enkel wachten tot wordt opgeschaald, maar in het reguliere al risico’s uitwisselen met vitale partijen. Om zo samen voorbereid te zijn op een mogelijk incident. Dit is een kentering: niet meer alleen de blauwe lichten centraal, maar de samenwerking tussen de verschillende partijen. Voor, tijdens en na een incident. Doorlopend risico’s scannen, vinger aan de pols houden, informatie uitwisselen. Is er een incident, dan focus je daarop. Maar ondertussen monitor je het geheel, betrek je de juiste partners en deel je informatie. En soms is het dan niet eens meer nodig om op te schalen.”
“De manier waarop we anno 2024 in Nederland informatie delen tussen zo’n 200 organisaties is best uniek in de wereld. Dat hebben we toch maar mooi met elkaar gefikst. Een ambitie voor de toekomst is samen de kwaliteit van situatiebeelden nog beter maken. Door de focus op verwachte trends, knelpunten, onzekerheden en dilemma’s te leggen, kunnen we nog veel meer verschil gaan maken.”
Drones en robots van Team Digitale Verkenning afgelopen jaar 330 keer gealarmeerd
6 februari 2024
In 2023 ondersteunde Team Digitale Verkenning (TDV) maar liefst 330 keer bij een incident. Dit landelijk brandweerspecialisme levert onbemande systemen, zodat brandweermensen effectiever, efficiënter en veiliger hun werk kunnen doen. Het gaat om bijvoorbeeld drones, maar ook om blusrobots en om vierpotige robots.

Inzet met blusrobots en drones bij branden in Den Bosch en Rutten
Team Digitale Verkenning wordt onder meer ingezet bij hulpverlening, waterongevallen en brandbestrijding. Teammanager Robbert Heinecke licht toe: “Ook bij brandincidenten worden we ingezet, zoals enkele weken geleden in Den Bosch. In een parkeergarage onder een appartementencomplex bluste robot Brutus brandende auto’s. Ook controleerde het team met de indoor drone of de constructie nog betrouwbaar was. Je wilt natuurlijk geen mensen naar binnen sturen en er daarna achterkomen dat het niet veilig is.”
“Datzelfde deden collega’s van Veiligheidsregio Flevoland, Veiligheidsregio IJsselland en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond eerder in Rutten. Blusrobots Brutus en Fikthor konden met camera’s veilig het pand in. Via die camera’s en die van de outdoor drone zagen we precies waar ze moesten blussen. Ondertussen controleerden we met een indoor drone of de constructie veilig genoeg was voor brandweerlieden om naar binnen te gaan.”
Meer overzicht bij herstellen van overlaatdam
Niet alleen bij brand ondersteunt Team Digitale Verkenning. “Begin januari was in Maastricht een woonboot losgeslagen door het doorbreken van een overlaatdam. Dat veroorzaakte schade aan de naastgelegen brug en ook de overlaatdam moest hersteld worden. Defensiehelikopters plaatsen hiervoor stenen. De teams van Veiligheidsregio Zuid-Limburg en Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ondersteunden daarbij met beelden van de outdoor drone. Vervolgens gaven ze uitleg van die beelden. Daardoor wisten de Defensiehelikopters precies waar ze de stenen moesten plaatsen. Omdat er tijdens de operatie zowel helikopters als drones rondvlogen, rukte ook de Landelijk Adviseur Digitale Verkenning uit om de samenwerking met Defensie te coördineren.”
Team Digitale Verkenning voor elke veiligheidsregio?
Team Digitale Verkenning is een van de landelijke specialismen die de brandweer in Nederland ondersteunen. Het NIPV coördineert en stimuleert onder meer de samenwerking en adviseert over het opzetten van een team. Ook ondersteunt het NIPV met mensen, kennis en kunde, en middelen. Elke veiligheidsregio beslist zelf welke faciliteit het team aanbiedt. Bijvoorbeeld of dat alleen drones zijn of ook andere onbemande systemen. “Op dit moment zijn er zeven veiligheidsregio’s met een Team Digitale Verkenning en de komende tijd komen daar nog vier teams bij. We hopen dat dit aantal nog verder uitbreidt, zodat we in de toekomst de mogelijkheden binnen elke veiligheidsregio snel kunnen toepassen”, sluit Heinecke af.
Bekijk ook
Brandveiligheid bestaande stallen in veehouderij verbeteren
31 januari 2024
Het uitvoeren van een technische ruimte als apart brandcompartiment in bestaande stallen blijkt geen realistische optie te zijn. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Livestock Research, waaraan het NIPV heeft meegewerkt. De onderzoekers bevelen aan om de mate van brandveiligheid van een stal integraal te benaderen en niet op losse onderdelen te beoordelen.

Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over stalbranden uit 2021 heeft het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) gevraagd na te gaan in hoeverre het mogelijk is om in bestaande veehouderijbedrijven boven een bepaalde omvang, de technische ruimte(n) als separaat brandcompartiment uit te voeren.
Geen technische ruimte aanwezig
Een belangrijke conclusie uit het onderzoek van Wageningen Livestock Research en het NIPV is dat er in veehouderijbedrijven geen technische ruimte aanwezig is zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012. De apparatuur komt meestal verspreid over een bedrijf voor. Waarbij de ruimten waarin de apparatuur is aangebracht ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Het uitvoeren van een technische ruimte als apart brandcompartiment is daarom niet realiseerbaar.
Denkkader brandveiligheid gebruiken
De onderzoekers bevelen aan om de mate van brandveiligheid van een stal integraal te benaderen en niet op losse onderdelen te beoordelen. Hierdoor wordt beter inzichtelijk met welke maatregel het meeste effect wordt bereikt. Zodat met een investering in de brandveiligheid het hoogste brandveiligheidsrendement kan worden verkregen. Het denkkader brandveiligheid uit de NIPV-publicatie ‘Basis voor brandveiligheid’ kan worden gebruikt om inzicht te krijgen in de meest effectieve maatregelen.
Meer informatie
Lees het volledige nieuwsbericht en het rapport op de website van Wageningen University & Research.
Lees de Kamerbrief (d.d. 25 januari 2024) van minister Piet Adema over de aanpak van stalbranden.
Universiteit Antwerpen en NIPV gaan samenwerken op gebied van crisismanagement
23 januari 2024
Onlangs zijn de Universiteit Antwerpen en het NIPV een samenwerking gestart. Doel hiervan is om kennisuitwisseling in brede zin rondom crisismanagement te bevorderen.

Gezamenlijke onderzoeken en kennisdeling
De samenwerking met de leerstoel Crisis Governance van de Universiteit Antwerpen krijgt vorm door het bevorderen van gezamenlijke onderzoeksprojecten en door samen activiteiten te ontwikkelen, zoals cursussen, lezingen en conferenties. Ook verwachten beide organisaties kennis met elkaar uit te wisselen. Daarnaast neemt een vertegenwoordiger van het NIPV zitting in de academische adviesraad van de leerstoel Crisis Governance.
Crisis is een gegeven in de huidige turbulente tijd
“Het NIPV heeft de ambitie om samen te werken met toonaangevende kennisinstellingen in binnen- en buitenland. Bovendien zijn frisse perspectieven op crisismanagement altijd welkom. De samenwerking met de nieuwe leerstoel van de Universiteit Antwerpen sluit hierop uitstekend aan”, zegt Laurens van der Varst, senior onderzoeker bij het NIPV. “Het perspectief van onze Belgische collega’s is om meerdere redenen interessant. Zij zien een crisis niet zozeer als uitzonderlijk, maar eerder als een gegeven in de huidige turbulente tijd. Het gaat dan om het vermogen van organisaties om daarop te anticiperen: door tijdig dreigingen te onderkennen (foresight), door goede relaties te onderhouden en door organisatorische wendbaarheid. Daarnaast kan een crisis worden benut om noodzakelijke veranderingen door te voeren.”
Uitdagingen samen aanpakken
“De recente geschiedenis heeft ons duidelijk gemaakt dat we leven en werken in een bijzonder onstabiele omgeving. Dat stelt heel wat uitdagingen voor zowel hulpverleners, bestuurders, als bedrijfsleiders. Want hoe gaan we met verschillende partijen, zowel binnen onze organisaties als in de samenleving, een constructieve dialoog aan om ongekende toekomstige crises aan te pakken? En hoe zorgen we er dan voor dat er tussen die partijen collectief leren ontstaat waardoor kennis actief met elkaar gedeeld wordt om het eigen en het collectief handelen beter te maken? En hoe vertalen we die kennis dan naar leertrajecten?” aldus Hugo Marynissen, co-houder van de leerstoel Crisis Governance aan de Universiteit Antwerpen.
“Het mooie aan deze samenwerking met het NIPV is dat zij al jaren in Nederland, maar ook daarbuiten, de referentie bij uitstek zijn als het gaat over praktijkgericht onderzoek op het gebied van crisisbeheersing en brandweerzorg. Een blik op hun strategische onderzoeksagenda 2023-2026 leert ons dat er heel wat thema’s zijn waar ook wij vanuit onze expertise een bijdrage aan kunnen leveren. Ik denk dan aan thema’s zoals gevolgen van klimaatverandering, crisisleiderschap, datagedreven crisismanagement, en omgaan met langdurige en grensoverschrijdende crises. Het zou mooi zijn als we voor die en andere uitdagingen samen antwoorden kunnen formuleren.”
De komende maanden gaan het NIPV en de Universiteit van Antwerpen gebruiken om de samenwerking vorm te geven.
Bekijk ook
Defensie breidt contract met NIPV uit: alle krijgsmachtdelen sluiten aan op de LVCb
18 januari 2023
Op 18 januari 2024 tekenden Defensie en het NIPV de intentieverklaring voor verdere samenwerking binnen de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb). Naast de Koninklijke Marechaussee, sluiten nu ook het ministerie, de Defensiestaf en de andere krijgsmachtdelen aan op de LVCb. De samenwerking maakt beter geïnformeerde ondersteuning van Defensie mogelijk. Bijvoorbeeld bij een natuurramp, aanslag of uitval van infrastructuur.
“Met deze uitbreiding van het contract is de cirkel rond”, zegt adviseur Netcentrisch Werken bij het NIPV Bregje Veldman: “Het idee van het huidige netcentrisch werken komt namelijk oorspronkelijk bij Defensie vandaan. In 1990 pionierde het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten met ‘network-centric warfare’, oftewel netwerkgerichte oorlogsvoering. Dit gedachtegoed vormt de basis van het netcentrisch werken bij crisisbeheersing.”

Samen voor veiligheid
Defensie sloot eerder vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) aan om goed te kunnen samenwerken met de Openbare Orde en Veiligheid-sector (OOV). De LVCb wordt nu breder ingezet, bijvoorbeeld bij de vluchtelingencrisis als gevolg van de oorlog in Oekraine.
Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim: “Het belang van informatiegestuurd optreden neemt toe. Dat betekent dat de krijgsmachtdelen in staat moeten zijn snel de juiste informatie te verzamelen en analyseren. Zo kunnen zij snellere en betere besluiten nemen. De LVCb draagt hier positief aan bij, omdat deze de uitwisseling van relevante (geografische) informatie mogelijk maakt.”
Het recente hoogwater is een voorbeeld van de inzet van de LVCb: Defensie werkte samen met crisispartners aan de noodreparatie van een overlaatdam in Maastricht. Via het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS), onderdeel van de LVCb, wisselden de verschillende partijen informatie uit. Zoals de vliegroutes van de helikopters. Het leverde een beter beeld op van de actuele situatie en van de bijdrage van Defensie.

Nu en straks
De KMar maakt sinds november 2020 gebruik van de LVCb. In 2022 kwam daar als voorloper binnen Defensie het Territoriaal Operationeel Centrum bij. De komende tijd wordt de LVCb geïmplementeerd binnen het ministerie en de verschillende krijgsmachtdelen. Daarnaast buigen het NIPV, de Defensiestaf en de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) zich samen over de doorontwikkeling van de doctrine Netcentrisch werken, die ook onderdeel is van de LVCb. De focus ligt daarbij op de samenwerking van Defensie met de hulpdiensten en civiele autoriteiten als de politie en de brandweer.
Over de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb)
Via de doctrine Netcentrisch werken en systemen als het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS), helpt de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing zo’n 200 crisispartners samenwerken in alle fases van crisisbeheersing. Crisispartners hebben via de LVCb altijd en overal toegang tot beheerde informatievoorziening. Hiermee kunnen crisisfunctionarissen voor, tijdens en na de crisis een rijk en actueel beeld met elkaar delen. In dit beeld is niet alleen informatie over de situatie opgenomen, maar ook informatie over de andere crisispartners. Dit laatste zorgt voor meer netwerkbewustzijn; het helpt crisispartners in de gezamenlijke besluitvorming.
Bekijk ook
Geo4OOV groeit door: nieuwe kaartlaag energie-onderbrekingen
9 januari 2024
Geo4OOV is de landelijke geodatavoorziening voor de veiligheidsregio’s en crisispartners. Binnen de voorziening kunnen veiligheidsregio’s en ketenpartners geodata met elkaar uitwisselen. Op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau. Onlangs ging een nieuwe versie van de kaartlaag ‘energie-onderbrekingen’ live. De nieuwe kaartlaag toont op landelijk niveau alle energie-onderbrekingen, en geeft een beeld van de mogelijke impact ervan.

Voorbeeld van succesvolle regionale innovatie naar landelijk niveau
De vernieuwing van de kaartlaag was een gezamenlijke, dringende wens van de veiligheidsregio’s. De regio’s deelden deze wens tijdens één van de KCR2-leerarena’s. Sjoerd Harmsen, geo-specialist bij het NIPV: “Veiligheidsregio Twente ontwikkelde en deelde een oplossing die in één oogopslag het getroffen gebied laat zien. Met daarin de hoeveelheid huishoudens en de aanwezigheid van eventuele ‘spannende panden’ als ziekenhuizen of woonzorglocaties. Vanuit het NIPV voerden we deze oplossing door in GEO4OOV, zodat alle veiligheidsregio’s er gebruik van kunnen maken.”
Wat is de impact van de energie-onderbreking?
Waar in de vorige versie alleen de contouren van de storing zichtbaar waren, laat de nieuwe kaartlaag de mogelijke kwetsbaarheid van een gebouw zien. Hiermee wordt snel duidelijk wat de impact van een energie-onderbreking is. Harmsen: “De nieuwe kaartlaag wordt net zoals de vorige versie gevoed door de API van energieonderbrekingen.nl. Bij inzoomen zie je eerst de contouren van de storing: de postcodegebieden met daarin de getroffen panden. De stroom- en gassymbolen zijn aanklikbaar; ze geven informatie over de onderbreking en de getroffen panden. Met daarbij een overzicht van het aantal adressen en de getroffen huishoudens. Ook eventuele kwetsbare ‘objecten’ worden hierin meegenomen. Denk bijvoorbeeld aan woonzorglocaties.”

Kaartlaag wordt ingezet bij crises en risicomonitoring
De nieuwe kaartlaag wordt gebruikt door de veiligheidsregio’s. Bij een crisis, maar ook in de fase van risicomonitoring: zo wordt de kaartlaag uitgelezen in het Veiligheid Informatie Knooppunt (VIK). Energie-onderbrekingen dienen dan als eerste indicator van een mogelijk risicovol scenario dat staat te gebeuren. Dit kan gaan om de onderbreking zelf, of als onderdeel van een stapeling gebeurtenissen waardoor een mogelijk scenario in de buurt optreedt.
Over Geo4OOV
Geo4OOV biedt de veiligheidsregio’s en ketenpartners een uitgebreide catalogus van landelijke en regionale kaartsets. De geodata kan bijvoorbeeld via de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing uitgelezen worden in het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). De data omvat onder andere luchtfoto’s, waterdieptekaarten en adres- en gebouwlocaties. Deze informatie ondersteunt bedrijfsprocessen als het analyseren van risico’s, het opstellen van operationele plannen en procedures, het bestrijden van brand, het regisseren van geneeskundig opgeschaalde zorg en de besluitvorming bij multidisciplinaire crisisbeheersing.
Bekijk ook
Blog: Onzichtbare (brand)veiligheid
20 december 2023
Al jaren staat het thema brandveilig meubilair en matrassen hoog op de agenda van het lectoraat Brandveiligheidskunde. Vanuit het NIPV hebben we een Community of Practice Brandveilig Meubilair en Matrassen opgericht, blogt lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte.

Verkleurende en vallende bladeren. De herfst heeft voor mij altijd iets treurigs en dit wordt versterkt door wat er bij het schrijven van deze column in de wereld gebeurt. Het maakt me verdrietig. Waar zijn de menslievendheid en het begrip voor elkaar gebleven?
Brandveilig meubilair en matrassen: belangrijk speerpunt
Deze dagen lijkt elk aan te roeren onderwerp over brandveiligheid onzinnig en onbelangrijk. En toch probeer ik het, omdat dit onderwerp – op een heel andere en niet te vergelijken manier – ook gaat over begrip voor elkaar. Al jaren staat het thema brandveilig meubilair en matrassen hoog op de agenda van het lectoraat. Mijn voorganger René Hagen besteedde er met veel passie meer dan 15 jaar aandacht aan en ook voor mij is het een belangrijk speerpunt. Nog steeds blijkt uit data van fatale woningbranden dat meer dan een derde van deze branden ontstaat in meubilair of matrassen. En dat zo’n brand niet alleen in, maar ook buiten de woning, tot gevaarlijke situaties kan leiden. Dat is wel gebleken uit ons onderzoek naar rookverspreiding en bij de flatbrand in Arnhem.
7 uitgangspunten voor normen en testmethoden brandveiligheid meubilair en matrassen
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil daarom eisen voor meubilair en matrassen opnemen in het Warenwetbesluit. Dit is echter niet eenvoudig en er spelen nogal wat belangen. Om kennisdeling hierover te bevorderen en deze kennis in te zetten bij de voorbereiding van wetgeving hebben we vanuit het NIPV een Community of Practice (CoP) Brandveilig Meubilair en Matrassen opgericht. Hierin zitten vertegenwoordigers van producenten en retailers van meubilair en matrassen. Eén van de eerste opbrengsten van de CoP is een uitgangspuntendocument: 7 uitgangspunten waaraan volgens de CoP normen en testmethoden voor het bepalen van de brandveiligheid van meubilair en matrassen moeten voldoen .
Begrip voor elkaars standpunten
Ik behandel deze uitgangspunten hier niet, maar de onderliggende boodschap is: begrip voor elkaars standpunten. Brandveilig meubilair en matrassen is een gepolariseerd onderwerp. Tegenstellingen gaan vaak niet over het verbeteren van de daadwerkelijke brandveiligheid. Maar bijvoorbeeld over het gebruik van specifieke materialen en additieven (zoals vlamvertragers) of over de context waarin meubilair en matrassen zich bevinden. “Meubilair en matrassen branden niet vanzelf, dus brandveilig is niet nodig” of “Brandveilig meubilair kan alleen door toepassing van schadelijke vlamvertragers en kan (daardoor) niet duurzaam en circulair zijn” zijn veelgehoorde argumenten. Argumenten die te weerleggen zijn met tegenargumenten. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer duurzame en circulaire mogelijkheden om materialen toe te passen die van zichzelf brandvertragend werken, maar ook veilig te gebruiken additieven.
Vanuit kennisdeling samen werken aan het verbeteren van de brandveiligheid in de woonomgeving
Het blijkt dus best moeilijk te zijn om de aandacht bij het doel te houden. Daarom ben ik trots op de CoP. Vanuit kennisdeling werken aan het verbeteren van de brandveiligheid in de woonomgeving met elkaar in plaats van tegenover elkaar. Uiteindelijk moet dit leiden tot een soort onzichtbare veiligheid in onze leefomgeving, waar we hopelijk geen beroep op hoeven te doen. Maar als er onverhoopt toch iets gebeurt, geeft dit ons in combinatie met andere maatregelen wel de tijd om te handelen en (al dan niet met hulp) te vluchten. Zoals ik vaker benadruk: brandveiligheid is niet een kwestie van óf maar van én. Een goede balans tussen voorkomen, beperken, bestrijden en veerkracht zorgt voor de gewenste brandveiligheid. Brandveilig meubilair en matrassen kan daarin een belangrijke schakel zijn.
Lieuwe de Witte
Lector Brandveiligheidskunde
Deze column is eerder verschenen in Brandveilig.com nr. 4, 2023.
Coby Flier per 1 januari 2024 directeur Onderzoek en Onderwijs NIPV
15 december 2023
“Ik ben blij dat ik kan aankondigen dat Coby Flier per 1 januari 2024 benoemd wordt als directeur Onderzoek en Onderwijs NIPV”, zegt IJle Stelstra, algemeen directeur NIPV. “Het NIPV groeit, maar het NIPV bevindt zich ook in een dynamische fase waarin de wettelijke taken van het NIPV opnieuw worden vastgelegd. We hebben een forse ambitie gedefinieerd waarbij het uitgangspunt is om het NIPV te versterken en de onafhankelijke positie van onderzoek en onderwijs te borgen. Daar hebben we al goede stappen in gezet: de strategische onderzoeksagenda is vastgesteld, we hebben een Adviesraad Onderzoek NIPV ingesteld en als sluitstuk benoemen we een directeur Onderzoek en Onderwijs met Coby Flier aan het roer.”
“Met deze aanstelling heb ik als algemeen directeur meer ruimte en tijd om aandacht te besteden aan de continuïteit van de gehele organisatie NIPV met een belangrijke maatschappelijke opgave én de vele belangrijke ontwikkelingen die in de organisatie spelen.”

Grote toegevoegde waarde op het gebied van onderzoek en onderwijs
“Gelet op onze continuïteit is het goed om de directie te versterken. Coby Flier heeft de afgelopen periode laten zien dat zij grote toegevoegde waarde heeft op het gebied van onderzoek en onderwijs en daarmee vertrouwen het bestuur en ik erop dat zij de capaciteiten heeft om deze positie goed in te vullen. De samenstelling van het MT blijft gelijk. Coby Flier houdt haar plaats in het MT van het NIPV als verantwoordelijke voor de Nederlandse Academie voor Crisisbeheersing en Brandweerzorg en is tevens directeur onderzoek en onderwijs”, aldus Stelstra.
“Veel lof voor de benoeming van Coby Flier”
Het bestuur van het NIPV is actief bij de aanstelling betrokken. “Het dagelijks bestuur van het NIPV heeft veel lof voor de benoeming van Coby Flier als directeur Onderzoek en Onderwijs. Met de keuze voor Coby Flier is iemand gekozen die verstand heeft van de inhoud en die koers kan geven aan de doorontwikkeling van het onderzoek en onderwijs binnen het NIPV. Extra belangrijk gezien de ontwikkelingen binnen het NIPV op dit vlak. Wij hebben alle vertrouwen in haar. Vanuit het DB wensen we haar veel succes met haar nieuwe functie”, zegt Ton Heerts, voorzitter van het dagelijks bestuur van het NIPV.
“Mooie uitdaging waarvoor ik mij samen met collega’s in ga zetten”
Coby Flier over haar benoeming: “Allereerst wil ik zeggen dat ik heel dankbaar ben voor het vertrouwen dat ik van het bestuur en directie krijg om deze stap te zetten. We hebben het afgelopen jaar heel mooie stappen gezet met onderzoek en onderwijs, maar we staan ook nog voor grote nieuwe ontwikkelingen zoals de herziening van het onderwijsstelsel veiligheidsregio’s. Ik zie dit als een mooie uitdaging waarvoor ik mij als directeur onderwijs en onderzoek samen met collega’s in ga zetten”.
Bekijk ook
Onno van Veldhuizen benoemd tot voorzitter Adviesraad Onderzoek
15 december 2023
Om de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de onderzoeksfunctie van het NIPV te borgen en te bewaken, heeft het dagelijks bestuur van het NIPV een Adviesraad Onderzoek ingesteld. Onno van Veldhuizen is op 15 december benoemd tot voorzitter van deze adviesraad.

“Heeft gevoel bij wat er leeft in de samenleving”
“Ik ben verheugd bekend te kunnen maken dat Onno van Veldhuizen de voorzitter wordt van de Adviesraad Onderzoek NIPV”, vertelt Ton Heerts, voorzitter van het dagelijks bestuur van het NIPV dat de benoeming namens het algemeen bestuur doet. “Onno van Veldhuizen heeft als staatsraad gevoel bij wat er leeft in de samenleving. Hij weet wat er speelt binnen het publieke veiligheidsdomein en kan met al z’n ervaring de verbinding leggen met de wetenschappelijke wereld. Samen met de leden van de adviesraad ziet hij toe op de kwaliteit en de relevantie van het NIPV-onderzoek. Nu en in de toekomst.”
“Ik wil bijdragen aan relevant en gezaghebbend onderzoek”
“Het NIPV is een uniek instituut. Een mooie combi van doeners en denkers”, vertelt Onno van Veldhuizen. “De rampenbestrijding en crisisbeheersing als kerntaak van de overheid verbreed en verdiept in de 21ste eeuw. Daar kun je van alles van vinden maar het is wel een feit. Het NIPV helpt op tijd klaar te zijn voor wat komt en te leren van wat is geweest. De vooruit- en achteruitkijkspiegel van het bestuur. Daar lever ik heel graag mijn bijdrage aan.”
“Als voorzitter breng ik zin en ambitie mee. Verder is het altijd fijn om het beste uit de groep te halen. Vrolijk slijpen en schuren om te groeien en te bloeien. Misschien zijn we bijvoorbeeld soms wat te vaak ‘a shop without a window’. Met de Adviesraad Onderzoek wil ik bijdragen aan relevant en gezaghebbend onderzoek. Dat mensen vragen om onze inzichten en uitkijken naar een volgend rapport waar ze in de praktijk verder mee kunnen. We zijn onafhankelijk, moedig, nieuwsgierig en niet zonder twijfel. De waarheid van vandaag is immers niet die van morgen. Blijven leren!”
Adviesraad Onderzoek borgt en bewaakt kwaliteit en relevantie NIPV-onderzoek
Binnen het NIPV richt de Nederlandse Academie voor Crisisbeheersing en Brandweerzorg (NACB) zich met onafhankelijk praktijkgericht onderzoek op het ontwikkelen en in stand houden van expertise, kennis en kunde binnen de domeinen crisisbeheersing en brandweerzorg.
Dit onderzoek kan op eigen initiatief van het NIPV of in opdracht van derden worden verricht. Om de onafhankelijkheid en kwaliteit van het onderzoek te borgen en te bewaken, is de Adviesraad Onderzoek ingesteld. Deze raad heeft de volgende taken:
- gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over de kwaliteit en relevantie van het NIPV-onderzoek
- het dagelijks bestuur van het NIPV adviseren over de toepassing en borging van het kwaliteitszorgsysteem voor het NIPV-onderzoek
- adviseren over de relevantie van het onderzoek voor de ontwikkeling van de beroepspraktijk en het onderwijs op het gebied van brandweerzorg en crisisbeheersing
- beoordelen of het onderzoek de publieke veiligheid van Nederland ondersteunt en versterkt en of het aansluit op de visie en missie van het NIPV. Hierbij kijkt de raad niet alleen terug op uitgevoerde onderzoeken, maar blikt hij ook vooruit.
Naast voorzitter Onno van Veldhuizen bestaat de Adviesraad Onderzoek uit ten minste vier leden. Deze leden worden op korte termijn benoemd.
Informatieblad energietransitie geactualiseerd
14 december 2023
De energietransitie heeft een grote impact op de fysieke leefomgeving in Nederland. Maar wat zijn de risico’s hiervan, en hoe zijn die te voorkomen of te verkleinen? Het Informatieblad energietransitie licht de werking van een aantal duurzame energiebronnen en -dragers toe. Ook komen de mogelijke veiligheidsrisico’s en preventieve maatregelen aan bod.

Uitbreiding met Small Modular Reactors, ammoniak en warmtenetten
De eerste versie van het Informatieblad verscheen in 2018. In de vierde versie zijn hoofdstukken toegevoegd over Small Modular Reactors, ammoniak en warmtenetten. De andere duurzame energiebronnen die aan de orde komen, zijn: geothermie, windturbines, biomassa, zonnepanelen, waterstof, li-ion opslagsystemen en kooldioxide.
Concrete veiligheidsonderwerpen voor de planfase
Het Informatieblad kan dienen als achtergronddocument voor veiligheidsadviseurs die meedenken in visie- en planvorming van de fysieke leefomgeving. Adviseurs van veiligheidsregio’s kunnen de kennis gebruiken in hun gesprekken met gemeenten, provincies, Rijk en overige partijen. De uitgave beoogt daarmee bij te dragen aan het faciliteren van een veilige energietransitie.
