Literatuurstudie naar multidisciplinair leiderschap tijdens crises

7 december 2023

Tijdens een crisis staat er veel op het spel: de veiligheid en gezondheid van burgers en hulpverleners, de continuïteit van vitale diensten, openbare orde en veiligheid, natuur en milieu. Terecht worden er dan ook hoge eisen gesteld aan crisismanagement en -leiderschap. Reden voor het NIPV om onderzoek te doen naar crisisleiderschap. De resultaten uit deze verkennende literatuurstudie dienen als input voor empirisch vervolgonderzoek naar crisisleiderschap op operationeel, tactisch en strategisch niveau.

Rode houten pionnen met een grote rode pion in het midden die de leider voorstelt

Factoren die het crisisleiderschap beïnvloeden

In deze studie is onderzocht welke factoren het crisisleiderschap beïnvloeden. De studie toont dat vier factoren multidisciplinair leiderschap tijdens een crisis beïnvloeden, namelijk:

  1. Situationele factoren, zoals de mate van dreiging, omvang en soort crisis.
  2. Omgevingsfactoren, zoals het aantal betrokken crisisteams, bestuurlijke betrokkenheid en reacties van gedupeerden.
  3. Leiderschapsfactoren, zoals persoonlijkheid, vaardigheden en leiderschapsstijlen.
  4. Teamfactoren, zoals de samenstelling, bereidheid en kunde van het crisisteam.

Vijf leiderschapsdimensies

Op basis van dit onderzoek onderscheiden de onderzoekers vijf leiderschapsdimensies. Deze dimensies gelden voor elke (in)formele leider binnen crisismanagement, ongeacht rol, hiërarchische positie en taken. Het gaat om:

  • Taakgericht leiderschap (‘de professional’): gericht op de uitoefening van concrete taken en processen.
  • Teamgericht leiderschap (‘de primus inter pares’): gericht op de behoeften, verwachtingen en bereidheid van het crisisteam.
  • Omgevingsgericht leiderschap (de partner’): gericht op de interacties met het bredere crisisnetwerk, gedupeerden en de samenleving.
  • Persoonlijk leiderschap (‘de mens’): gericht op de leider zelf met zijn mens-zijn, valkuilen, vaardigheden en voorkeursstijlen.
  • Integratief leiderschap (‘de gids’): de leider heeft de verschillende leiderschapsstijlen volwaardig geïntegreerd in zijn/haar handelingsrepertoire.

Reflecteren op eigen functioneren

Crisisfunctionarissen kunnen deze dimensies gebruiken om te reflecteren op hun eigen functioneren: in hoeverre zijn deze dimensies onderdeel van je handelingsrepertoire als leider en hoe schakel je tussen de verschillende dimensies? 

Vervolg: empirisch onderzoek naar goed operationeel crisisleiderschap

Momenteel voeren we vervolgonderzoek uit in drie veiligheidsregio’s. Hierbij staat het leiderschap van de leider CoPI (= commando plaats incident) centraal.

Er is toekomst voor de vrijwillige brandweer, als je anders kijkt

6 december 2023

Is er nog toekomst voor vrijwilligheid bij de brandweer? Deze vraag was de aanleiding voor het programma Vrijwilligheid. Het NIPV heeft de afgelopen jaren 8 onderzoeken gedaan naar vrijwilligheid bij de brandweer. De conclusie van alle onderzoeken samen: er is toekomst voor de vrijwillige brandweer. Maar hiervoor is het wel nodig om anders naar de vrijwillige brandweer te kijken.

De leerpunten van het congres Aandacht voor vrijwilligheid bij de brandweer in beeld gebracht.

Mogelijkheden op 3 thema’s

Op 29 november was het afsluitende congres van het programma Vrijwilligheid. Het was een inspirerende dag, met voorbeelden van waar het schuurt, maar zeker ook veel positieve initiatieven en veel bereidheid om actief met vrijwilligheid aan de slag te gaan. Lector Brandweerkunde Ricardo Weewer presenteerde de verbindende analyse, die de belangrijkste resultaten van alle onderzoeken naar vrijwilligheid met elkaar verbindt. Daaruit komen 3 thema’s naar voren: maatwerk, aandacht en steun, en beeldvorming.

Maatwerk

Voordat het onderzoek startte, waren er allerlei meningen over vrijwilligheid. Maar strookte dat ook echt met de werkelijkheid? Na al die onderzoeken bleek dat er geen generiek probleem is en daarmee dus ook geen generieke oplossing. Het is erg belangrijk om maatwerk te voeren, ook al zijn sommige mensen bang dat het een precedent schept. Weewer gaf de aanwezigen bij het congres mee: “Maak gebruik van de kracht van het verschil en heb het lef om uitzonderingen te maken!”

Aandacht en steun

De verbondenheid onderling is een belangrijke reden om brandweervrijwilliger te worden, te blijven, maar ook een reden voor vertrek. Uit de onderzoeken kwam naar voren dat de postcommandanten hierbij een sleutelrol hebben. Ze spelen een cruciale rol in de goede sfeer en een goed team, waardoor ook mond-tot-mondreclame werkt om nieuwe vrijwilligers te werven. Als schakel tussen management en vrijwilligers moet er óók voor hen meer aandacht en steun komen. Ilona Oolthuis, postcommandant in Lichtenvoorde, wees op het belang van het stellen van vragen. ”De trots op het brandweervak is heel groot. Daardoor blijven veel vrijwilligers bij de brandweer. Maar als er iets speelt, maak het bespreekbaar en vraag dóór. Ook de dynamiek tussen mannen en vrouwen kan hierbij helpen. Je krijgt immers andere gesprekken.”

Beeldvorming

Volgens Lucas Meijs, professor Vrijwilligheid bij de Erasmus Universiteit, is in Nederland de bereidheid om vrijwilliger te worden niet afgenomen. Het wordt vaak alleen anders georganiseerd: “Er komen steeds vaker burgerinitiatieven, terwijl er ook steeds meer bemiddelingsbureaus komen. Maar de energie van vrijwilligheid is sterk aanwezig. Maak daar gebruik van!”

Burgers en werkgevers hebben over het algemeen een positief, maar onjuist beeld van de vrijwillige brandweer. Het geven van de juiste informatie én het benadrukken van de urgentie zijn effectief bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Hier ligt dus nog een uitdaging voor de posten, de regio’s én de landelijke communicatie. Daarom werden tijdens het congres ook ideeën opgehaald voor een grote landelijke campagne volgend jaar.

Vervolg

Het congres was dan wel de afsluiting van het programma Vrijwilligheid, maar hierbij stopt het niet. Nu de feiten bekend zijn kan de brandweer daar ook op sturen. Hiervoor moet de brandweer dus wel anders gaan kijken naar vrijwilligheid.

Video

Anders kijken naar vrijwilligheid.
Ervaringen van vrijwilligers.

Handelingsperspectief voor brandweerinzet in gesprinklerd gebouw

28 november 2023 (bijgewerkt op 30 januari 2025)

Steeds meer gebouwen zijn voorzien van een sprinklerinstallatie. Tot nu toe was er nog geen standaard procedure voor het brandweeroptreden bij branden in gebouwen voorzien van een sprinklerinstallatie. Dit terwijl een inzet in een gesprinklerd gebouw tamelijk complex kan zijn. Dat was voor het NIPV de aanleiding om een handelingsperspectief te ontwikkelen.

Brandweermensen bij een sprinklerinstallatie

Handelingsperspectief plus achtergrondinformatie

Het nu verschenen rapport bestaat uit het handelingsperspectief plus de informatie die als onderbouwing van de procedure geldt. Voor het handelingsperspectief zijn de Basisprincipes van brandbestrijding als uitgangspunt gebruikt: die gelden immers altijd.

In het rapport komen achtereenvolgens aan bod:

  • de inzet in een gesprinklerd gebouw
  • de verschillende scenario’s waarbij sprinklers betrokken kunnen zijn
  • de risico’s bij het brandweeroptreden in een gesprinklerd gebouw
  • het handelingsperspectief voor het brandweeroptreden bij een door brand geactiveerde sprinklerinstallatie
  • het handelingsperspectief voor het brandweeroptreden wanneer de sprinklerinstallatie is geactiveerd, maar er geen sprake is van brand
  • informatie over de soorten en de werking van een sprinklerinstallatie en de gebouwen waarin ze worden gebruikt
  • een stroomschema voor het handelingsperspectief.

Waardevolle informatie voor incidentbestrijding, risicobeheersing en vakbewaamheid

Dit rapport is vooral bedoeld voor de operationele afdelingen van de brandweer: incidentbestrijding, vakbekwaamheid en operationele voorbereiding. Maar de informatie kan ook nuttig zijn voor afdelingen risicobeheersing, adviesbureaus en installateurs. Zij kunnen het rapport als hulpbron gebruiken bij het ontwerpproces van een gebouw met een sprinklerinstallatie. En zo in deze fase al rekening houden met de inzet door de brandweer.

Instructievideo en e-module

Samen met de VSI (Verenigde Sprinkler Industrie) heeft het NIPV een instructievideo gemaakt over het bestrijden van een brand in een gesprinklerd gebouw.

E-module

Voor manschappen en bevelvoerders bij de brandweer is via de elektronische leeromgeving van de veiligheidsregio de e-module Brandbestrijding in gesprinklerde gebouwen te volgen.

label Veilige energietransitie

Ultra high pressure extinguishing system suitable, under conditions, to extinguish battery fires of electric vehicles

26 November 2024

An ultra high pressure (UHP) extinguishing system can safely and effectively extinguish an unstable or burning battery pack of an electric vehicle. This provided a number of safety measures are taken. This follows from a fire experiment with 2 electric cars and additional research by the NIPV.

Brandweermensen doen een proef met inzet van ultrahogedruk blussysteem om batterijpakket elektrisch voertuig te blussen

This makes an UHP-extinguishing system an important additional option in the fire department’s toolbox when extinguishing electric vehicle fires involving the battery. It is therefore and additional intervention option in addition to a water-filled submersion container or letting the vehicle burn out.

With UHP-extinguishing technology, battery cells can be cooled directly

An UHP-extinguishing system uses ultrahigh pressure water jet technology. This makes it possible to create an opening in the battery pack to introduce water directly into the battery pack. The thermal runaway in the battery can thus be stabilized on site.

Four safety measures

The following measures are conditional for safe deployment of the UHP-extinguishing system:

  • Use low-pressure jets to suppress flares from the battery and protect the UHP operator.
  • Ventilate any accumulated flammable gases in the vehicle by braking it windows with the UHP-extinguishing system from a distance or using fans, for example.
  • Position firefighters away from (toxic) smoke. Use low-pressure jets to shield them from any flames if necessary.
  • Use the long lance or extension of the UHP-extinguishing system.

Clear deployment procedure provides guidance for use of UHP extinguishing system

The UHP-extinguishing system operational guidelines consists of locating hot spots with a thermal imaging camera, penetrating the battery pack at these locations and introducing water via the UHP-extinguishing system. Steam formation serves as an indicator that there is cooling of the batteries. The leakage of water out of the battery pack, combined with the cessation of steam formation, indicates that the thermal runaway has stopped. A period of visual monitoring, supported by checks with a thermal imaging camera, is necessary to see if the deployment is effective. Firefighters who participated in the fire experiment are positive about deployment with an UHP-extinguishing system: they indicate that the method is relatively easy to implement.

In conclusion, the results of the fire experiments provide the NIPV with sufficient confidence to recommend the deployment of the UHP-extinguishing system by trained UHP-units within the Dutch fire department.

Collaboration with many parties

The fire experiment was made possible by cooperating with Fire Brigade Netherlands, Fire Brigade Schiphol, Joint Fire Brigade Rotterdam, Company Fire Brigade Tata Steel, Safety Region Utrecht and Safety Region Haaglanden. In addition, the German working group VDA/VDIK ‘Rescueing of people’, Cobra Coldcut Systems and the supplier of the cars are contributing to the research.

Read the research report

The findings of the fire experiment are documented in a research report and have been translated into concrete action guidelines for firefighters who want to use this system.

“Er gebeurt veel binnen het brandweeronderwijs”

April 2024

Welkom bij de nieuwste editie van onze nieuwsbrief brandweeronderwijs. In deze editie wil ik graag enkele belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen met u delen. 

Diploma-uitreikingen

Allereerst mijn felicitaties aan de recent afgestudeerde officieren van de 53e Voltijdopleiding Brandweerofficier (VOO). Hun toewijding en harde werk zijn inspirerend en verdienen alle lof. Tegelijkertijd richten we ons op de werving voor de 54e VOO. Het is van cruciaal belang voor de veiligheidsregio’s en de brandweer in Nederland om nieuwe officieren aan te trekken. Het doet mij veel om te zien hoeveel toewijding en inzet er vanuit alle betrokkenen aanwezig is. 

Naast de officiersopleiding breng ik graag de recente diploma-uitreikingen van onze operationeel managers onder de aandacht. Hun vaardigheden en leiderschap zijn van onschatbare waarde voor onze organisaties. 

Ik ben verheugd om de vernieuwing van ons onderwijsstelsel onder uw aandacht te brengen. Deze verandering brengt veel energie met zich mee en is een belangrijke stap voorwaarts in ons onderwijs. Hulde aan alle betrokken collega’s!   

Daarnaast mooi om de samenwerking met de Luchthavenbrandweer Lelystad aan u inzichtelijk te maken en in gesprek te zijn met een inspirerende docent binnen ons onderwijs. 

Flexibel en adaptief onderwijsstelsel 

Zoals Albert Gieling in voorgaande nieuwsbrief al aangaf, deel ik graag de noodzaak van modulair onderwijs binnen het brandweeronderwijs. Met de voortdurend veranderende uitdagingen waarmee de brandweer wordt geconfronteerd, is het van essentieel belang dat ons opleidingsstelsel flexibel en adaptief is. Modulair onderwijs stelt ons in staat om ons aanbod af te stemmen op de behoeften van onze professionals en hen in staat te stellen zich voortdurend te ontwikkelen en aan te passen aan nieuwe omstandigheden en uitdagingen. Deze ontwikkelingen zullen ook centraal staan tijdens het komende Brandweerevenement in oktober 2024, waar we de gelegenheid krijgen om dieper in te gaan op de implicaties en mogelijkheden van deze benadering. 

Kortom, er gebeurt veel en ik vind het fijn u van dit alles op de hoogte te brengen via deze nieuwsbrief.  

Ik draag bij deze het stokje voor het schrijven van het voorwoord van de eerstvolgende nieuwsbrief over aan mijn collega Eva van de Beek-Kool. Zij is als beleidsadviseur Onderwijs nauw betrokken bij ons mooie onderwijs. Een goede gelegenheid om ons de beleidsmatige kant te schetsen en wat dit betekent voor het onderwijs. 

Leo de Niet
Teammanager Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV 

Bekijk ook

Rode Kruis waardevol en essentieel in tijden van crisis

23 november 2023

Het Rode Kruis heeft een waardevolle plek in hulpverlening en crisisbeheersing, nu en in de toekomst. De organisatie vertegenwoordigt het menselijke gezicht binnen de risico- en crisisbeheersing. En is daarom essentieel in de zorg voor kwetsbare slachtoffers van crises. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het adviesrapport van het NIPV dat onlangs is verschenen.

Vrijwilligers van het Rode Kruis in actie

Grote rol bij langdurige en impactvolle crises

Volgens de onderzoekers kan het Rode Kruis juist bij langdurige en impactvolle crises een grote rol spelen. Met name voor kwetsbare groepen in de samenleving. Senior onderzoeker Laurens van der Varst: “We zien het Rode Kruis als een belangrijke organisatie binnen de Nederlandse hulpverlening en crisis: als hulpverlener, pleitbezorger en expert op het gebied van vrijwilligheid. Het Nederlandse crisisstelsel zou wat ons betreft nog meer van de humanitaire expertise, het netwerk en het leiderschap van het Rode Kruis kunnen profiteren.”

Programma voor versterking crisisbeheersing

Het NIPV heeft het adviesrapport opgesteld in opdracht van het Rode Kruis, als onderdeel van een programma om de crisisbeheersing van het Rode Kruis te versterken. Programmaleiders Rick Hollander en Anouk Ros van het Rode Kruis zijn blij met het rapport. Hollander: “Het rapport onderschrijft de richting die we al zijn ingeslagen, met meer aandacht voor complexere crises, die ook nog eens tegelijk komen. Op basis van die richting werken we nu aan een nieuw crisisplan en het toekomstbestendig maken van onze crisisorganisatie.”

Lees het adviesrapport

Bekijk ook

‘De VPS geeft landelijk inzicht in de real-time posities van alle prioriteitsvoertuigen’

Jeroen Sannen is projectleider van de landelijke voorziening Voertuig Positie Service (VPS). In dit artikel vertelt hij waarom de VPS een nuttige bijdrage kan leveren binnen de crisisbeheersing en brandweerzorg.

Jeroen Sannen VPS

‘Met de Voertuig Positie Service (VPS) heb je in één overzicht de real-time posities van prioriteitsvoertuigen in beeld. Binnen een veiligheidsregio, en over de grenzen van de regio’s heen’, vertelt projectleider Jeroen Sannen. ‘Dit levert inzicht en tijd op: je hoeft bij een incident niet meer te vragen waar een voertuig zich bevindt, maar kan het direct zelf zien.’

‘De basis van de VPS ligt in een onderzoek naar de toekomst van ‘talking traffic’ voor de hulpdiensten. Talking traffic gaat over de toepassing van informatiegestuurde veiligheid in het verkeer. Om de uitruk van een hulpdienst veiliger te maken voor de hulpverleners en de medeweggebruikers. Het onderzoek liet zien dat voor de realisatie van talking traffic een landelijke bron met real-time voertuigposities nodig was: de Voertuig Positie Service. Deze bron wordt gevoed door veiligheidsregio’s: die leveren de posities van hun voertuigen aan. Daarbij kunnen zij binnenkort zelf per voertuig filteren voor welke toepassing deze zichtbaar mag zijn.’

‘Als landelijke informatiebron is de Voertuig Positie Service ook in te zetten voor andere voorzieningen en toepassingen in de crisisbeheersing en brandweerzorg. Denk aan specialistisch optreden met in het bijzonder natuurbrandbeheersing, interregionale inzet, dynamisch alarmeren en de meldkamers brandweer. De toepassingen hoeven daarbij niet meer met alle veiligheidsregio’s afzonderlijk te koppelen, maar alleen met de VPS. En veiligheidsregio’s houden de regie over hun eigen informatie, omdat ze zelf aangeven welke voertuigposities zichtbaar zijn. Dienstvoertuigen kun je bijvoorbeeld aan- en uitzetten.’

‘De VPS is een mooi voorbeeld van een landelijke voorziening die we op verzoek van en in samenwerking met de veiligheidsregio’s hebben ontwikkeld: collega’s van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de Veiligheidsregio Haaglanden zijn vanaf het begin van dit project nauw betrokken geweest. En ook de andere regio’s zijn aangehaakt, waardoor er nu een voorziening staat die aansluit op de vraag en de wensen uit het veld. De VPS ging onlangs ‘live’. Dit betekent dat de techniek getest is en klaarstaat. Ook zijn al 11 veiligheidsregio’s op de VPS aangesloten. De komende weken stellen we het filteren per regio beschikbaar en ondersteunen we de regio’s bij het (verder) aansluiten.’

Nieuwe e-module voor specialisten scheepsincidentbestrijding

21 november 2023

De leerlijn over scheepsincidentbestrijding is uitgebreid met een e-module voor specialistische teams. De nieuwe e-module biedt een eenduidige kennisbasis en een verdere verdieping op de algemene e-module scheepsincidentbestrijding.

Vrachtschip

Leerlijn nu compleet qua zelfstudie

In Nederland zijn veel vaarwegen. Op al deze rivieren, kanalen, meren en havens kan een scheepsincident voorkomen. Voor brandweermensen in alle veiligheidsregio’s is er daarom sinds 2022 een algemene e-module. Deze helpt om hun kennis over scheepsincidentbestrijding te actualiseren en aan te vullen. Vanaf nu kunnen ook specialistische teams scheepsincidentbestrijding voor een eigen e-module in de ELO Brandweer terecht. Deze nieuwe e-module scheepsincidentbestrijding specialistische teams biedt een verdere verdieping op de algemene module.

“Met deze e-module voor specialisten is de leerlijn over scheepsincidentbestrijding in ieder geval qua zelfstudie compleet”, zegt Rijk Hofman, projectleider vakbekwaamheid van het NIPV. Hij adviseert de medewerkers van de specialistische teams om eerst de algemene e-module te bestuderen. “Die module legt de basis onder deze nieuwe, verdiepende e-module.”

Beter besef van complexiteit en goede samenwerking bij scheepincidenten

De e-module is een coproductie van het NIPV en de landelijke vakgroep Scheepsincidentbestrijding van Brandweer Nederland. Wim van der Wal, lid van de vakgroep en nauw betrokken bij de totstandkoming van de module, is blij met de verschijning ervan: “Deze landelijke les- en leerstof is niet alleen goed voor de specialisten in de kustregio’s, maar ook voor het brandweeroptreden bij scheepsincidenten als geheel. Door deze e-module besef je beter de complexiteit van scheepsincidenten en het belang van een goede samenwerking tussen de basisbrandweerzorg en specialistische teams bij deze incidenten.”

E-module bevat eenduidige kennisbasis voor specialistische teams

In Nederland opereren specialistische teams voor scheepsincidentbestrijding vanuit drie kustregio’s: Zeeland, Rotterdam-Rijnmond en Noord-Holland Noord. De Noord-Hollandse Veiligheidsregio werkt hierbij samen met het korps Marinebrandweer. Bij het opleiden en oefenen van deze teams werken de veiligheidsregio’s samen met maritieme opleidingsaanbieders en oefencentra. Hierdoor verschilt de opleiding per regio. Die verschillen zijn praktisch en organisatorisch verklaarbaar. Los van die verschillen hebben alle teams behoefte aan een eenduidige kennisbasis. De nieuwe e-module voorziet in die behoefte.

Inhoud ook voor (vak)specialisten interessant

Behalve voor medewerkers van de specialistische teams is de nieuwe e-module ook interessant voor (vak)specialisten van andere regio’s die meer willen weten over scheepsincidentbestrijding en het optreden van specialistische teams. De benodigde basiskennis kunnen zij vinden in de algemene e-module. Die module richt zich op de kennis die manschappen, bevelvoerders en (H)OvD’s nodig hebben om bij een scheepsincident in hun verzorgingsgebied de eerste klap uit te delen. Daarom ligt het accent in die module op binnenvaartschepen die je op vaarwegen door heel Nederland kunt tegenkomen.

In de specialistische module ligt het accent juist op scheepsincidenten die een complexe of langdurige inzet vereisen, zoals branden op (zee)schepen in zeehavens. Dat zijn incidenten waarbij de inzet van een specialistisch team nodig kan zijn.
Alle veiligheidsregio’s kunnen via de meldkamer van Rotterdam-Rijnmond ondersteuning aanvragen bij het bestrijden van een scheepsincident. Dit is de coördinerende meldkamer van dit specialisme.

Advies op afstand, ter plaatse of specialistisch team ter plaatse

Het specialisme richt zich op drie taken: advies op afstand, advies ter plaatse of een specialistisch team ter plaatse. Ook binnenvaartschepen worden steeds groter en complexer. Hierdoor kan ook een incident met een binnenvaartschip complex of langdurig zijn en de inzet of een advies van specialisten nodig maken.

Thema’s die aan bod komen

De specialistische e-module besteedt aandacht aan:
• internationale nautische termen
• de (brand)veiligheidsvoorzieningen, de veiligheidsorganisatie en het blusmaterieel- en materiaal op zeeschepen
• de stabiliteit van zeeschepen
• inzettactiek
• inzettechnieken zoals boundary cooling, ventilatie en carrousel.

Module staat klaar in de ELO Brandweer

De e-module staat klaar in de studieroute Scheepsincidentbestrijding specialistische teams. De veiligheidsregio’s zijn hiervan op de hoogte. Zij koppelen hun eigen medewerkers aan deze studieroute in de ELO Brandweer. De regio’s met specialistische teams kunnen de e-module integreren in het vakbekwaamheidstraject van deze teams.

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met Rijk Hofman.

Bekijk ook

Update project Voertuig Positie Service 1.0 

16 november 2023

In februari 2023 startte het project Voertuig Positie Service 1.0 (VPS 1.0). De VPS 1.0 brengt de posities van prioriteitsvoertuigen van de veiligheidsregio’s landelijk in beeld. Op 1 november 2023 tekenden opdrachtgever NIPV en leverancier Level Up het samenwerkingscontract voor de implementatie van de VPS 1.0. 

kaart VPS 1.0

Over het project

Het project Voertuig Positie Service 1.0 is een vervolg op eerder onderzoek naar het gebruik van Talking Traffic voor de hulpdiensten. Projectleider Jeroen Sannen vertelt: “De VPS 1.0 maakt het mogelijk om op basis van GPS-data in een oogopslag de posities van prioriteitsvoertuigen in beeld te brengen. De voertuigposities zijn daarmee over de grenzen van de veiligheidsregio’s heen inzichtelijk en op maat te filteren naar bijvoorbeeld regio, incident en type voertuig. Doordat de VPS in eigen beheer van het NIPV is, kunnen we regie voeren op welke informatie voor wie (veiligheidsregio’s, ketenpartners) beschikbaar is. Regio’s blijven zelf eigenaar van de eigen regionale GPS-data.” 

Leverancier gecontracteerd 

Via een aanbesteding is leverancier Level Up gecontracteerd voor de ontwikkeling en het beheer van de VPS. Level Up levert IT-diensten en -producten binnen de marktsegmenten Openbare orde en veiligheid en Onderwijs. 

Afronding in eerste kwartaal 2024 

Het project zit nu in de implementatiefase en wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 afgerond. Sannen: “Regio’s zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van hun GPS-data en het gebruik van de data uit de VPS in hun regionale toepassingen. Deze maand ontvangen de regionale contactpersonen van VPS uitgebreide informatie over de implementatie en de rol van de regio’s daarin. Hierna volgt een rondje langs deze personen om de informatie door te spreken en te helpen waar nodig.” 

Evaluatie 

In 2025 vindt een eerste evaluatie plaats. “Hierin wordt getoetst of de VPS 1.0 voldoet en ook in de praktijk toegevoegde waarde levert in het operationele proces. Door in 2025 te evalueren kan indien nodig tijdig een vervolg op de VPS 1.0 worden gedefinieerd”, sluit Sannen af. 

Meer informatie 

Neem hiervoor contact op met Jeroen Sannen. 

Bekijk ook

Actuele cijfers over depositie bij branden met zonnepanelen

14 november 2023

In de periode van 1 januari 2018 t/m 30 juni 2023 heeft het NIPV 240 gebouwbranden met zonnepanelen gesignaleerd. Bij 33 van deze branden zijn resten van zonnepanelen terechtgekomen in de omgeving. Alleen bij grotere branden met grote warmteontwikkeling werden zonnepaneelresten op grote afstand van de incidentlocatie gevonden.

Rest van een zonnepaneel na een brand

Cijfers uit 2020 geactualiseerd

In de nieuwe factsheet ‘Depositie bij gebouwbranden met zonnepanelen’ zijn de cijfers uit 2020 geactualiseerd. In dat jaar heeft het NIPV een vooronderzoek gedaan naar de aard en het aantal branden waarbij zonnepaneelresten zijn gevonden in de omgeving (= depositie).

Soorten gebouwen en afstanden van depositie tot incidentlocatie

De factsheet geeft ook een beeld van de soorten betrokken gebouwen. Het gaat om 14 schuren/loodsen, 8 bedrijfsgebouwen/industrie, 6 stallen en 5 woningen.

Ook is informatie opgenomen over de afstanden van de depositie vanaf de incidentlocatie. Bij kleinere branden, zoals woningbranden, kwam de depositie niet verder dan de directe omgeving van de incidentlocatie. Depositie op grote afstand van de incidentlocatie is alleen gevonden bij branden met grote warmteontwikkeling. Dat zijn de grotere branden, zoals die van loodsen/schuren, stallen, etc.

Overzicht van betrokken organisaties in nafase

De factsheet sluit af met een overzicht van de organisaties die in de nafase van een brand met depositie van zonnepaneelresten betrokken kunnen zijn.

Risico’s van zonnepaneelresten voor mens en milieu

In 2021 heeft het NIPV een literatuuronderzoek gedaan naar de risico’s van de depositie van zonnepaneelresten voor mens en milieu. De factsheet is mede gebaseerd op de inzichten uit dit onderzoek.