label Veilige energietransitie

Toename van 10 procent van incidenten met elektrische en hybride voertuigen in 2024

15 mei 2025

Schoon rijden, en dan met name elektrisch, is in opkomst, maar dat brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee voor de hulpdiensten. Het NIPV en de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s hebben onderzocht hoe vaak de brandweer in 2024 moest uitrukken voor incidenten met alternatief aangedreven (lees: emissieloze) voertuigen (AAV’s), zoals elektrische auto’s of voertuigen op waterstof. De ‘Jaarrapportage 2024 Incidenten met alternatief aangedreven voertuigen’ geeft inzicht in het aantal en de aard van incidenten. De rapportage laat een toename van 10 procent zien van incidenten met elektrische en hybride voertuigen ten opzichte van 2023.

Auto aan laadpaal
Foto: NIPV.

De cijfers op een rij

In totaal waren er in 2024 356 incidenten met AAV’s waarbij de brandweer ter plaatse kwam. Dat ging om 135 ongevallen en 221 voertuigbranden.

Bij die 135 ongevallen waren 141 alternatief aangedreven voertuigen betrokken. Ruim 46 procent van de bij ongevallen betrokken voertuigen was volledig elektrisch en iets meer dan 51 procent had een (plug-in) hybride aandrijving. Bij 7 ongevallen vloog het voertuig in brand, waarbij in 2 gevallen de accu zelf de boosdoener was.

De brandweer trad hierbij op met speciale bescherming, zoals 1000V-handschoenen en warmtebeeldcamera’s. Soms werd een voertuig in een dompelcontainer gezet om te voorkomen dat het opnieuw in brand vloog.

Branden: wat valt op?

Er waren in totaal 221 voertuigbranden, waarbij in totaal 241 voertuigen betrokken waren.

  1. Van de 241 voertuigen die betrokken waren bij brand, had bijna de helft een volledig elektrische aandrijving. In 23 procent van de gevallen waarbij voertuigen met accu’s betrokken waren, heeft de accu ook daadwerkelijk gebrand.
  2. 46 voertuigen stonden aan een laadpaal tijdens de brand, in 17 van deze gevallen was bij deze branden de accu betrokken. In totaal zijn 29 voertuigen volledig ondergedompeld in een dompelcontainer.

Lees de jaarrapportage en de factsheet

label Fysiek veilige leefomgeving

Branden in de isolatieschil van verduurzaamde woningen

15 mei 2025

Eerder deze week brandde in Didam een blok met woningen af die, na renovatie, waren voorzien van een nieuwe isolerende schil. RTL Nieuws besteedde aandacht aan de brand. Lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte vertelde in de uitzending: “Bij deze manier van isoleren zie je vaker dat brandbare materialen worden gebruikt en dat een brand in de constructie terecht kan komen en zich dan in de constructie verplaatst. Dat soort branden is gewoon heel gevaarlijk voor zowel de bewoners als de hulpverleners.”

Drie branden in de gebouwschil onderzocht

De afgelopen jaren zijn er meerdere branden geweest die zich snel en onvoorspelbaar uitbreidden in de gevel- en dakconstructie (de zogenoemde gebouwschil) van verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen. Hierbij bleef de brand niet beperkt tot één woning, maar verspreidde deze zich over een groter aantal woningen. Het NIPV heeft onderzocht welke lessen er zijn te trekken uit drie relevante branden in Arnhem (2023) en Amsterdam (2022 en 2023). En hoe de risico’s en de impact van branden in de gebouwschil kunnen worden beperkt.

Uit het onderzoek komen vier lessen:

  • Weeg zorgvuldig de risico’s af bij de verduurzaming en versnelde realisatie van woningen. Welke risico’s en impact vinden we als maatschappij acceptabel?
  • Geef duidelijkheid over de gevolgen van het brandrisico voor de regelgeving en de maatschappij. Kijk naar bouwvoorschriften, bouwmaterialen, bouwprocessen en brandveiligheidsmaatregelen als één geheel.
  • Verbeter de veiligheid en effectiviteit bij het bestrijden van branden in de gebouwschil. Ontwikkel een handelingsperspectief voor de brandweer.
  • Zorg voor verdere ontwikkeling en verspreiding van kennis over branden in de gebouwschil en brandveiligheid. Bouw casuïstiek en statistiek op.

Lees het rapport

Decaan Hans Veltkamp met pensioen, maar blijft opleiden 

13 mei 2025

Decaan Hans Veltkamp heeft bijna 24 jaar bij het NIPV gewerkt en velen zullen hem kennen als docent van de officiersopleidingen. In april is hij met pensioen gegaan. In dit interview blikt hij terug op zijn carrière in het brandweeronderwijs. “Ik heb veel te danken aan alle gepassioneerde collega’s die de leergangen hebben vormgegeven.” 

ontvangst Hans Veltkamp op het NIPV

We spreken Hans aan de vooravond van zijn afscheidsfeest op 24 april. Een mooi moment om terug te blikken op een lange carrière bij de brandweer. Hoe zag die brandweerloopbaan eruit?  

“Ik ben in 1979 begonnen als manschap in Haarlem. Daarna heb ik 10 jaar bij de KLM-brandweer op Schiphol gewerkt. Daar ben ik ploegchef geworden en heb ik de officiersopleiding gedaan, die toen nog was ondergebracht bij de Stichting BOiN. Vervolgens heb ik 10 jaar als OvD en plaatsvervangend hoofd Preventie bij de brandweer in Flevoland gewerkt. In 1996 ben ik gevraagd om les te gaan geven op het gebied van brandpreventie. Ik had geen idee of ik daar geschikt voor was, maar ik heb gewoon de stoute schoenen aangetrokken. Nadat ik een keer bij het NIPV had lesgegeven, heeft Ira Helsloot me gevraagd of ik bij het NIPV (toen nog Nibra) wilde komen werken. Dat was in het jaar 2001. Ik ben toen onderzoeker geworden naast mijn werk als OvD in Almere.”  

Je bent dus begonnen als onderzoeker. Wanneer ben je decaan geworden?  

“In 2008 heb ik het decanaat van Louis Witloks overgenomen. Ik was zeer vereerd dat ik daarvoor werd gevraagd. Ik was verantwoordelijk voor de OvD-leergang en brandpreventie. Daarna kwamen daar ook de HOvD- en AGS-opleidingen bij en bijscholing. Jaap Molenaar was in die tijd verantwoordelijk voor de onderliggende leergangen, zoals Manschap, Bevelvoerder en Duiken. Dat is een stuk complexer, omdat je met veel meer partijen te maken hebt. Mijn decanaat was wat dat betreft een stuk overzichtelijker. Beide decanaten zijn afgelopen jaren overgedragen aan Tanja Guyken en Marc Ploegman, die het stokje van ons hebben overgenomen.”  

Marc Ploegman, Hans Veltkamp en Tanja Guijken
Marc Ploegman, Hans Veltkamp en Tanja Guyken.

Hoe heb je jouw functie als decaan vormgegeven?  

“Allereerst was ik trots dat ik door Louis en René Hagen gevraagd werd, maar ik vond het ook eng. Want je zit toch in een glazen huis en het hele land vindt iets van die mensen in Schaarsbergen, die het allemaal bedenken voor de rest van Brandweer Nederland. Wim Beckmann, die toen leidinggevende was van de Brandweeracademie, gaf me de vrijheid om zelf vorm te geven aan het decanaat. Ik koos ervoor om vooral de regie te houden, want ik ben minder van het schrijven en alles vastleggen. Ik wilde graag een bijdrage leveren aan een betere beeldvorming van onze leergangen en ons instituut. De officiersopleidingen waren immers van Brandweer Nederland, dus we hebben de regio’s nodig om een goede opleiding neer te zetten. Ik ben op zoek gegaan naar een mix van nieuwe mensen om samen te bouwen aan de officiersleergangen.”  

En is dat gelukt? Kun je wat voorbeelden noemen van resultaten die je hebt bereikt?  

“In 2009 heb ik het leiderschap geïntroduceerd in de opleiding. Het was een vrij technische opleiding. Mijn vrouw was trainer en heeft me daarbij geholpen. Wonder boven wonder viel dat in bijzonder goede aarde en is het nog steeds een van de pijlers waar de leergang op draait. Ik ben sowieso van mening dat er veel meer aandacht mag zijn voor het vormingsaspect bij de brandweer. Ook als je als manschap begint bij de brandweer mogen we meer aandacht besteden aan: hoe gedraag je je bij de brandweer, hoe ga je met elkaar om? Zeker nu het steeds meer gaat over veerkracht en weerbaarheid en omgaan met PTSS, moet je als brandweer in staat zijn om daar met elkaar over in gesprek te gaan. Die reflectie zit er bij de officiersopleidingen wel in, en daar ben ik trots op.”  

Zijn er nog meer ontwikkelingen waar je trots op bent?  

“Wim Beckmann heeft mij ooit gevraagd om een leergang Brandonderzoek op te zetten. Doel was om te gaan leren van de eigen inzetten en of de brandpreventieve maatregelen effect hebben. Ik heb toen Martin Nijssen en Erik Overtoom gevraagd om deze leergang vorm te geven. In het begin gingen we naar Engeland voor de praktijkweek. Die is later verplaatst naar Troned. Ook hebben we een leergang ontwikkeld rondom de Basisprincipes van brandbestrijding, samen met Edward Huizer, Frank Vinken en Eric Didderen. Het duurt altijd even om de inzichten uit brandweeronderzoek door te voeren in de leergangen; dat is een kwestie van lange adem. Maar we hebben inmiddels ontzettend veel OvD’s en HOVD’s opgeleid. Zelfs in het buitenland willen ze ermee aan de slag, en daar ben ik trots op. Ik denk dat wij steeds weer in staat zijn om de juiste mensen op de juiste plek te krijgen en daarbij ons gedachtegoed aan de man te brengen.” 

Je hebt vast ook tegenslagen gekend. Wat hield je gemotiveerd om elke dag naar het NIPV toe te komen?  

“Als je bij ons het terrein oprijdt, heb je rechts het brandweermonument. Mijn opdracht is altijd geweest om daar zo min mogelijk namen op te krijgen. Deze missie heeft me altijd gedreven om mij in te zetten voor een veilig optreden. Ik begin ook elke opleiding bij het monument om hierbij stil te staan. Ik heb het geluk gehad dat ik de juiste mensen om me heen had die dezelfde passie en gedrevenheid hadden voor het vak. Mensen die met me meedachten om het onderwijs in goede banen te leiden. Dat maakt het werk een stuk eenvoudiger.” 

Je hebt inmiddels het decanaat overgedragen. Wat zou je jouw opvolgers willen meegeven?  

“Wees af en toe burgerlijk ongehoorzaam. Ga gewoon dingen doen en uitproberen. We zouden nog veel ondernemender kunnen zijn. Natuurlijk zul je dan ook fouten maken, maar daarvan kun je leren. Maar wat je nu ziet, is dat je steeds meer in processen en procedures terechtkomt. Er komt steeds minder ruimte voor creativiteit. Maar voor innovaties is geen protocol. Dus moet je zelf de ruimte en vrijheid creëren om zaken in beweging te krijgen.” 

Wat ga jij zelf nog ondernemen na je pensioen?  

“Ik blijf nog twee dagen in de week werken als docent aan de officiersopleidingen en daarnaast ga ik helpen bij het trainen van jachthonden. Ik heb zelf een labrador waarmee ik train en nu heeft de trainster mij gevraagd om haar te komen helpen. Dat vind ik geweldig, en dan met name de combinatie van de hond en de baas. Je hebt veel verschillende honden en veel verschillende baasjes. De hond doet niet zo veel fout, maar de baasjes… Dat vind ik prachtig om te doen.”  

Onderzoek naar leiderschapsontwikkeling binnen de brandweer

12 mei 2025

Hoe pakken veiligheidsregio’s leiderschapsontwikkeling aan? En welke kansen, uitdagingen en best practices signaleren HR-professionals hierbij? Dat heeft het NIPV geïnventariseerd als onderdeel van een onderzoek naar beheersmatig leiderschap binnen de brandweer. De belangrijkste uitkomsten zijn samengebracht in een publicatie.

Brandweermensen in gesprek op oefenlocatie.
Foto: NIPV.

Leiderschapsontwikkeling is actueel thema

Uit de inventarisatie blijkt dat er veel gebeurt op het gebied van leiderschapsontwikkeling. Van de 25 veiligheidsregio’s hebben er 16 een vastgestelde visie op leiderschap. Maar ook zonder formele visie blijkt leiderschapsontwikkeling in vrijwel alle regio’s een actueel thema.

Veelgenoemde ambities

De doelen die regio’s nastreven met leiderschapsontwikkeling lopen uiteen. Veelgenoemde ambities zijn:

  • Handvatten bieden voor de werving, selectie en begeleiding van (nieuwe) leidinggevenden
  • Een gedeeld beeld creëren van wat ‘goed’ leiderschap betekent binnen de regio
  • De aansturing van de organisatie en projecten versterken
  • Sociale veiligheid bevorderen binnen de organisatie.

Verschillen in accenten en aanpak

Wat onder ‘goed’ leiderschap wordt verstaan, verschilt per regio. Vaak wordt dit gekoppeld aan bredere organisatiedoelen of kernwaarden, zoals het streven naar een wendbare of vitale organisatie, waarin vakmanschap, samenwerking, verbinding of besluitvaardigheid centraal staan. Op basis daarvan leggen regio’s de nadruk op bepaalde leiderschapsstijlen of ontwikkelrichtingen, zoals dienend, situationeel, authentiek of persoonlijk leiderschap.

De aanpak verschilt eveneens per regio. Sommige veiligheidsregio’s zetten in op grootschalige, organisatiebrede leiderschapsprogramma’s, terwijl andere juist kiezen voor gerichte activiteiten voor specifieke doelgroepen of thema’s, bijvoorbeeld trainingen voor postcommandanten.

Lees de terugkoppeling

Meer over het onderzoek naar beheersmatig leiderschap

Het NIPV doet momenteel onderzoek naar beheersmatig leiderschap binnen de brandweer. Hiermee wordt bedoeld het dagelijks leidinggeven aan posten, ploegen en teams op kantoor. Centraal in het onderzoek staat de vraag hoe leidinggevenden én leidingontvangers het leiderschap ervaren. Naast de inventarisatie doet het NIPV een (inter)nationale literatuurstudie naar brandweerleiderschap en leiderschap in vergelijkbare organisaties zoals politie en defensie. Ook worden er (groeps)interviews gehouden met leidinggevenden en medewerkers op alle niveaus binnen de brandweer.

Het onderzoek geeft input en is het startpunt voor de kwalificatiedossiers voor leidinggevenden binnen de brandweer, toekomstige visies op brandweerleiderschap en onderwijs en lesmateriaal van het NIPV. Het onderzoeksrapport met de resultaten verschijnt dit najaar.

Laatste plaatsen leergang Specialist opleiden en oefenen beschikbaar 

8 mei 2025

Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar bij de leergang Specialist opleiden en oefenen  (SOO) die in september start bij het NIPV. Wie zich voor 1 juni inschrijft, kan nog onder de vouchergelden deelnemen. “Ik volg de leergang vanuit mijn functie als coördinator vakbekwaamheid bij Brandweer Brabant-Noord”, zegt Jan-Peter van de Wiel die dit jaar deze leergang volgt. “De opleiding biedt een sterke koppeling tussen theorie en praktijk en helpt me om bewuster en planmatiger te werken aan vakbekwaamheid binnen onze organisatie.” 

Jan-Peter van de Wiel die dit jaar deze leergang volgt.

Van de Wiel: “Wat het voor mij extra waardevol maakt, is het leren van én met elkaar. Het samenwerken met collega’s uit het hele land verrijkt mijn blik en versterkt mijn netwerk in het vakgebied. Deze leergang is dan ook bijzonder geschikt voor collega’s die zich bezighouden met het organiseren, ontwikkelen of verbeteren van opleiden en oefenen binnen de brandweer of veiligheidsregio.” 

Kritisch kijken naar leer- en verandervraagstukken 

De leergang is bedoeld voor medewerkers die werken in de veiligheidsregio binnen een team dat zich bezighoudt met alle activiteiten rondom vakbekwaamheid. Je leert onder meer kritisch kijken naar leer- en verandervraagstukken en een verantwoord leertraject te ontwerpen. Het modulaire programma bestaat uit vier leerblokken: Onderzoeken, Adviseren, Ontwerpen en Coördineren. Binnen een leerblok wordt steeds aan één afgebakende kerntaak gewerkt. Elk leerblok is losstaand van het gehele programma te volgen en middels een examen af te sluiten met een deeldiploma.  Als je alle deeldiploma’s hebt behaald, ontvang je het diploma Specialist opleiden en oefenen.  

Aanmelden 

Op deze leergang is de Financieringsregeling leergangen Brandweermanagement van toepassing. Om onder de vouchergelden deel te nemen aan de leergang SOO dient jouw aanmelding vóór 1 juni a.s. binnen te zijn. Ben je werkzaam bij een provincie, gemeente, brandweer of veiligheidsregio, neem dan voor het aanmelden contact op met de trajectbegeleider van jouw regio.  

De start- en examendata van elk leerblok zijn als volgt: 

  • Leerblok 1 Onderzoeken start op dinsdag 2 september 2025. Het examen is op donderdag 18 december 2025.  
  • Leerblok 2 Adviseren start op dinsdag 6 januari 2026. Examens zijn op 14 april en 19 mei 2026.  
  • Leerblok 3 Ontwerpen start op dinsdag 21 april 2026. Het examen is op 15 september 2026.  
  • Leerblok 4 Coördineren start op 27 oktober 2026. Het examen is op 9 februari 2027.  

Meer informatie 

Of neem contact op met Marieke Geelen, trainer-adviseur Leiderschap & Organisatie en kerndocent van de leergang SOO. 

Release LCMS 2025 Q2 – TGV

6 mei 2025

Op dit moment zijn we bezig met de uitrol van de release LCMS Q2 2025 – Toegangsservice Gezamenlijke Voorzieningen (TGV). TGV is een landelijke oplossing die de toegang tot voorzieningen en websites voor gebruikers binnen de veiligheidsregio’s en crisispartners regelt. Gebruikers kunnen hiermee nog veiliger inloggen. In dit bericht informeren we je over de planning van deze release.

Planning release

Op maandag 26 mei laten wij weten of de release doorgaat. Dit besluit hangt af van functionele bevindingen en securitytesten. Bij een ‘Go’ staat de release gepland op: 

  • Dinsdag 27 mei (Oefenomgeving) 
  • Dinsdag 3 juni (Operationele omgeving).  

Vóór we van start gaan met de releases controleren we of er een incident gaande is. Is er een reden om niet te releasen? Dan communiceren wij dat op de dag van de release. 

Release op Oefenomgeving – dinsdag 27 mei

Tijdens de release zijn beide omgevingen (zowel Oefen als Operationeel) niet beschikbaar van 09:00 tot 11:00 uur. In deze periode is het LCMS dus niet te gebruiken. De reden hiervan is de update van de module Centraal Gebruikersbeheer (CGB). 

  • De Operationele omgeving is vanaf 11:00 uur weer beschikbaar.  
    Let op: is er sprake van geplande oefeningen? Plaats deze dan tijdelijk op de Operationele omgeving. Vermeld in dat geval duidelijk het woord ‘Oefening’ in de naam van de activiteit. 
  • De Oefenomgeving is naar verwachting vanaf 16:00 uur weer toegankelijk.  

Release op Operationele omgeving – dinsdag 3 juni

Vanaf 9:00 uur vindt de release plaats op de Operationele omgeving. Vanaf dat moment is de Operationele omgeving niet beschikbaar. 

  • De Operationele omgeving is naar verwachting vanaf 16:00 uur weer toegankelijk. 
  • De Oefenomgeving blijft beschikbaar. Uitwijken naar de Oefenomgeving is mogelijk bij calamiteiten. 

Liveblog lcms.nl

Tijdens de release geven we via een liveblog hier op lcms.nl updates over de voortgang en de beschikbaarheid van de omgevingen. De link naar dit liveblog delen we tijdig. 

Vakbekwaamheid en arbeidsveiligheid: twee kanten van dezelfde medaille 

mei 2025

Het brandweerveld en het NIPV weten elkaar steeds beter te vinden bij het ontwikkelen van leermiddelen voor de blijvende vakbekwaamheid van brandweerpersoneel. Belangrijke aanjager van deze samenwerking is het Ontwikkelfonds Brandweer. Ymko Attema, sectorhoofd Vakbekwaamheid en Kennis Brandweer Twente is namens de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland betrokken bij de Stuurgroep Ontwikkelfonds en Platform Vakbekwaam Blijven. Rijk Hofman is projectleider vakbekwaamheid bij het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB,) onderdeel van het NIPV. Samen beantwoorden ze zeven vragen over vakbekwaamheid bij de brandweer en geven ze hun toekomstvisie op dit thema.  

Oefening straalpijpvoering op trainingscentrum Troned. Foto: Brandweer Twente.

Wat moet je doen om vakbekwaam te blijven?  

Attema: “Allereerst moet je vakbekwaam worden, en dus zorgen dat je een basisopleiding krijgt. Dan start de grote puzzel voor de regio’s om te zorgen dat je de benodigde kennis en vele vaardigheden ook onderhoudt. Ik zie dat er daarbij een gekke ‘waterscheiding’ optreedt tussen vakbekwaam worden – waarbij het NIPV en regionale opleidingsinstituten (roi’s) de opleidingen op landelijk niveau verzorgen – en blijven, waarbij elke regio zijn eigen verantwoordelijkheid heeft en die op zijn eigen manier invult.” 

Hoe sluit dat aan op de ambitie van de stuurgroep?  

Attema: “In de regio ben ik als Sectorhoofd Vakbekwaamheid en Kennis  een soort van manager van schaarste: ik heb beperkte tijd en beperkte middelen. Er komt veel kijken om van een oefening een relevant leermoment te maken en als les- en leermiddelen dan meer landelijk worden gedeeld of samen ontwikkeld met het NIPV betekent dat een ontlasting. Vanuit de stuurgroep stimuleren we de samenwerking bij de ontwikkeling van les- en leermiddelen. Zodat het NIPV voorziet in iets wat goed past bij de behoeften van het werkveld. Zo kan het NIPV de regio’s ontzorgen. En door een betere verdeling van het werk tussen NIPV en veiligheidsregio’s kunnen les- en leermiddelen efficiënter worden ontwikkeld. Juist door de samenwerking gaat de kwaliteit omhoog: doordat er meerdere ogen naar kijken, ieder vanuit de eigen expertise.” 

Ymko Attema. Foto: Brandweer Twente.

Wat is de rol van het Ontwikkelfonds Brandweer?  

Attema: “De wereld verandert snel; wat vandaag waar is, kan morgen anders zijn.  Dus daar moeten we ook op kunnen inspelen. Voor leermiddelen voor bijscholing op de kazernes kloppen we via het ontwikkelfonds aan bij het NIPV. Bovendien ontwikkelt het NIPV de onderwijscontent door op basis van onderzoek dat het NIPV als kennisinstituut uitvoert.” 

Hofman: “Het Ontwikkelfonds realiseert zaken op drie sporen: spoor 1  is onderwijscontent voor leergangen, spoor 2 is onderwijscontent voor bijscholingen en spoor 3 is het bijscholen van regionale kerninstructeurs. Het ontwikkelen van (praktijk)oefenmiddelen behoort niet tot de taken van het ontwikkelfonds, maar ligt bij de regio’s zelf.” 

Hoe zien jullie je eigen rol?

Hofman: “Ik zie heel duidelijk de rol van het NIPV binnen de kenniscirkel: Kennis ontwikkelen (Onderzoek)-Kennis ontsluiten (Onderwijs)-Kennis toepassen (Praktijk)-Evalueren (Leren van incidenten). Wij moeten die cirkel samen op gang houden. Daar hebben we de regio’s keihard bij nodig.”

Attema: “De rol van het NIPV als kennisinstituut zie ik dichtbij de post- door onderwijs praktisch en concreet te houden, en dat we leermiddelen voor de opleidingen ook kunnen benutten voor het oefenprogramma. Want we doen het samen. Wij leunen op het NIPV. Dat bracht vroeger dikke rapporten, nu ontwikkelt het les- en leermiddelen voor, door en met de praktijk. Onze lijntjes zijn kort.”

Waar liggen uitdagingen?

Attema: “De grote uitdaging daarbij is hoe brengen we de behoeften van 25 verschillende regio’s in beeld. Daar zijn we zoekende in, via netwerken en platforms. De mindset in de regio is dat ze gewend zijn om in de productiestand te schieten, en hoe zeg je dat ook: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder? Dat zie ik gebeuren, dus bij deze de oproep richting de regio, kijk om je heen, misschien zijn er meerdere regio’s die te maken hebben met dezelfde uitdagingen. Dan kun je een collectief maken en wordt de kwaliteit van leermiddelen beter!

Daarnaast: elke regio heeft een eigen kleurtje en geurtje en we spreken nog onvoldoende dezelfde taal. Om elkaar te begrijpen is dat wel van wezenlijk belang. Dat heeft ook tijd nodig. Ik zie echt verbeteringen, er is wil en bereidheid tot samenwerking. Kijken naar jezelf is lastig: maar er is een andere generatie aan het opkomen die ook anders naar dingen kijkt en de regio’s zijn ook gegroeid. Er is meer onderwijskundige capaciteit, en er is nu ook andere expertise aan boord zodat we beter kunnen kijken naar de kwaliteit van de leermiddelen.”

Rijk Hofman. Foto: NIPV.

Waar vinden jullie elkaar en versterken jullie elkaar?

Hofman: “Het brandweervak is heel complex met veel verschillende taken en regiospecifieke accenten. Het gaat van een kat uit de boom halen tot aan de inzet bij grote branden en alles wat ertussen zit. En vooral: elk incident is anders en daardoor nauwelijks te beoefenen. Dit geldt zeker voor de grotere en complexere calamiteiten. Dus we moeten goed nadenken over hoe we vakbekwaam kunnen blijven. Wat is de vakbewaamheid van een hulpverlener, hoe ziet die er eigenlijk uit? Wat moet je minimaal kennen en kunnen om veilig je werk te kunnen doen? Zeker in een maatschappij waar de uitdagingen ook groter en complexer worden is dit een heel relevant vraagstuk. Wat kunnen we als brandweer aan en waar liggen de grenzen, want vergeet niet dat de meeste brandweermensen vrijwilliger zijn. Dan is het zaak om te proberen zaken eenvoudig te houden. Bovendien moet de brandweer vaak optreden in situaties waarvan de gevolgen bij voorbaat onoverzichtelijk zijn. Dat betekent dat we in de opleidingen moeten werken aan improviseren en lerend vermogen; communiceren en trainen op weerbaarheid en veerkracht. Soms ook in situaties met vakoverstijgende context. Dat betekent bijvoorbeeld goed kunnen samenwerken met experts op afstand.”

Attema: “Ja dat herken ik. Rijk noemt terecht de vrijwilligers. Want dat betekent dat het overgrote deel van de brandweer uit mensen bestaat die een andere baan hebben. Die komen na hun werk naar de kazerne om te oefenen. En dan betekent het dat leren, naast belangrijk en nuttig ook leuk moet zijn. En inderdaad, het is belangrijk om het eenvoudig en behapbaar te houden; zoals de basisprincipes bij brandbestrijding. Daarbij hoort ook het delen van leermiddelen en het delen van de ontwikkeling ervan. Zo krijg je niet alleen meer inzicht, maar ook meer gezamenlijke focus.”

Hoe kijken jullie naar de komende periode?

Hofman: “Eigenlijk gaat het bij vakbekwaam worden om gestolde vakkennis, terwijl er bij vakbekwaam blijven meer ruimte voor doorontwikkeling en innovatie van vakkennis is. Ik vind dat ook spannender, het speelveld om iets te onderzoeken of proberen is groter. Voor bijscholen en oefenen gelden minder strakke kaders dan voor het opleiden. Instructeurs hebben een speciale rol in het overdragen van nieuwe ontwikkelingen en inzichten aan hun collega’s. Zij zijn onze navelstreng naar het werkveld.”

Attema: “Van schaarste word je ook creatief. Nieuwe onderwijstechnieken zoals micro-learning en nieuwe werkvormen vind ik superinteressant, juist ook wanneer daarbij AI ingezet wordt. Maar dat zijn nu vooral nog experimenten op inhoud en vorm.”

Hofman: “We werken landelijk aan een flexibel en modulair leerlandschap. Een groot voordeel hiervan is dat we de onderwijscontent weer thematisch en functie-overstijgend kunnen ontwikkelen. In het huidige functie- en competentiegerichte brandweeropleidingsstelsel is de onderwijscontent en daarmee de vakkennis verweven met een spaghetti aan kwalificaties en opleidingstechnische uitgangspunten. We moeten kennis en opleidingen weer gaan ontvlechten. Die ontvlechting maakt het mogelijk om voor vakbekwaam worden én blijven dezelfde onderwijscontent en leermiddelen te ontwikkelen. Dit maakt de ontwikkeling en het beheer van de onderwijsproducten efficiënter en goedkoper. Bovendien kunnen vakbekwaam worden en blijven op die manier beter naar elkaar toegroeien tot vakbekwaam zijn. Zo kunnen we misschien de muur tussen vakbekwaam worden en blijven, waar ook Ymko op doelt, slechten.”

Attema: “Vakbekwaam zijn, dat is mooi en belangrijk, maar dan hebben we nog wel wat hordes te nemen. Waarom maken we vakmanschap niet de verantwoordelijkheid van de persoon zelf? Ik denk dat we dat optimaal moeten faciliteren. Dat begint tijdens de opleiding. Daar dienen cursisten helder te krijgen wat de eigen ontwikkelbehoeften zijn. Wat mij betreft is die waterscheiding tussen worden en blijven dus ook niet houdbaar. Veilig werken is daarbij een veel beter handvat! We moeten meer naar de bronvraag toe: wat moeten we doen om veilig te kunnen werken.”

Hofman vult aan: “Vakbekwaamheid en arbeidsveiligheid zijn twee kanten van dezelfde medaille. Formeel gezien hoeft de veiligheidsregio als werkgever alleen maar aan te tonen dat zijn werknemers hun werk veilig en gezond kunnen uitoefenen en dat zij hiervoor van de werkgever de juiste kennis en hulpmiddelen krijgen aangereikt. De brandweer heeft een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting. We hoeven niet elk incident met succes te kunnen bestrijden. Het is veel belangrijker om na een uitruk veilig op de kazerne terug te keren. Stuur brandweermensen niet onnodig naar allerlei civiele cursussen om certificaten te scoren die alleen maar een vals gevoel van veiligheid en vakbekwaamheid creëren. Wanneer je te weinig tijd hebt om nieuw aangeleerde vaardigheden te onderhouden, hebben trainingen weinig nut. Beter kun je als brandweer civiele experts inschakelen om een specifiek probleem op te lossen, zeker wanneer er geen mensenlevens op het spel staan en de tijdsdruk daarmee relatief is. Als NIPV’er word ik gedreven door de missie om nieuwe namen op ons brandweermonument te voorkomen.”

Samen bouwen aan beter onderwijs: ervaringen uit de Manschap-bijeenkomsten 

mei 2025

Het programma Onderwijs Onderweg startte in 2024 met het project ‘Verkenning beroepspraktijk Manschap’. Dit project onderzoekt welke vaardigheden een beginnend brandweerman of -vrouw moet hebben. Projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder vroegen zich af wie hen zou kunnen helpen om hierover mee te denken. Al snel werd duidelijk dat de brandweermensen die de functie zelf uitoefenen, samen met hun leidinggevenden, de juiste gesprekspartners waren. Daarom gingen zij in januari op pad en spraken in twaalf bijeenkomsten met beroeps- en vrijwillige brandweermensen uit verschillende regio’s over hun inzichten en ervaringen met deze vraag uit de beroepspraktijk. 

Lodder: “Het doel van de bijeenkomsten was om samen met de praktijk te onderzoeken welke taken en eisen precies bij de functie Manschap horen. Tijdens de eerste bijeenkomst in Drachten bleek bijvoorbeeld dat er behoefte was aan meer aandacht voor specifieke, veelvoorkomende scenario’s, zoals schoorsteen- en kachelbranden. Ook het trainen in het gebruik van de portofoon en de apps op de tablet werd genoemd. Door de ervaringen en kennis van professionals te verzamelen, ontstaat er een helder en gezamenlijk beeld van de noodzakelijke vaardigheden voor startende beroepsbeoefenaars. Dit legt de basis voor toekomstgericht onderwijs binnen de brandweer- en crisisbeheersing.”

Leren van elkaar: de bijeenkomst in Drachten 

Loes Brinkman is vrijwilliger bij de brandweer en werkt bij Veiligheidsregio Fryslân. Ze werkt al 3,5 jaar voor de brandweer en voltooide de opleiding Manschap twee jaar geleden. Toen ze de uitnodiging voor de bijeenkomst kreeg, twijfelde ze geen moment: “Ik had tijdens mijn opleiding al ideeën over hoe het beter kon. Als je iets vindt, moet je ook je gezicht laten zien.” 

Brinkman vond de bijeenkomst inspirerend en een kans om mee te denken. “Wat ik mooi vond, was dat ik de mensen in mijn groepje niet kende, maar toch een goede discussie had. Soms dacht ik: ‘Oh, zo had ik er nog niet naar gekeken.” Ze vond echter dat er veel onderwerpen tegelijk werden besproken. “Misschien was het een beetje veel, maar het was goed dat we betrokken werden bij dit proces.”  

“Pak je kans om jouw visie te delen” 

Johnny Keijnemans is bevelvoerder en opleidingscoördinator in Gelderland-Zuid. Hij is al jaren actief bij de brandweer en heeft zowel de Manschap- als Bevelvoerdersopleiding gevolgd. Voor hem was het vanzelfsprekend om deel te nemen aan de bijeenkomst: “We kunnen wel veel van alles vinden, maar als je de kans krijgt om echt iets in te brengen, moet je die pakken.” 

Keijnemans vond de bijeenkomst waardevol, maar kort. “Twee uur is kort voor zo’n belangrijk onderwerp. De inleiding was goed, de groepsdiscussies waren prima, maar ik had graag wat meer tijd gehad om samen het gesprek aan te gaan over bepaalde onderwerpen.” Wat hem vooral opviel, was dat er nog veel discussie is over wat de basis moet zijn en wat regionaal geregeld kan worden. “Een brandweerman in Gameren doet ander werk dan een collega in Amsterdam. In Gameren worden we regelmatig opgeroepen voor het redden van dieren uit een mestput, terwijl in Amsterdam werken op hoogte vaker voorkomt. Die verschillen zijn er, maar wat is de basis die overal hetzelfde moet zijn? Die vraag blijft belangrijk.”  

Hoe nu verder?  

De input uit de bijeenkomsten wordt zorgvuldig bekeken en verwerkt. Lodder licht toe: Het is belangrijk dat we dicht bij onze opdracht blijven, namelijk het beantwoorden van de vraag vanuit de beroepspraktijk. Daarom richt het vervolg van dit project zich niet direct op het herzien van de opleiding, maar op het maken van een voorstel voor een nieuwe bundeling van de taken. In dit voorstel nemen we verschillende dingen mee, waaronder de feedback vanuit het werkveld, maar ook de resultaten uit de evaluatie Manschap van het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV, wetenschappelijke onderzoeksresultaten, de Toekomstverkenning Brandweer en behoeften vanuit werkgevers.” 

Op basis van al deze input wordt een voorstel opgesteld voor een aangepaste taakverdeling. Hierover gaan we in gesprek met de Vakraden Incidentbestrijding en Leren en Ontwikkelen. We hopen zo tot een duidelijk beeld te komen van wat er de komende jaren nodig is. Zodra hierover door de RCDV (Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio) een besluit is genomen, kan de volgende stap gezet worden in de ontwikkeling van een aangepast kwalificatiedossier, waarna ook het onderwijs hierop kan worden aangepast.  

Meer informatie

Bekijk meer informatie over het Programma Onderwijs Onderweg.

label Fysiek veilige leefomgeving
label Informatiegestuurde veiligheid

Steeds vaker inzet van drones en robots tijdens incidenten

6 mei 2025

Waar het landelijke brandweerspecialisme Team digitale verkenning (TDV) enkele jaren geleden nog niet bestond, zijn drones en robots nu niet meer weg te denken tijdens incidenten. Landelijk coördinator TDV a.i. Bram Seen: “Met 375 uitrukken in 2024, 5 nieuwe teams bij verschillende veiligheidsregio’s en een goed doorlopen audit mogen we trots terugkijken op de afgelopen periode. Met innovatieve technologie zorgen we ervoor dat brandweermensen steeds effectiever, efficiënter en veiliger hun werk kunnen doen.”

TDV Limburg-Noord bereidt de drone voor.
TDV Limburg-Noord. Bron: Veiligheidsregio Limburg-Noord, Meijel 24.

Goed doorlopen audit door stabiele en professionele vliegorganisatie

“Veiligheidsregio’s organiseren zelf pilots met TDV’s, allemaal afhankelijk van wat er nodig is in hun regio. Maar er zijn wel speciale ontheffingen nodig om met een drone te vliegen in de nacht en bijvoorbeeld boven industriegebieden en gecontroleerd luchtruim. De richtlijnen daarvoor hebben we landelijk afgesproken en het NIPV is de vergunninghouder voor de landelijke vliegorganisatie. In de afgelopen jaren werkten we hard aan het leggen van een sterke en goede basis voor een stabiele en professionele vliegorganisatie. Dat heeft z’n vruchten afgeworpen: de audit van de Inspectie Leefomgeving en Transport is helemaal goed doorlopen. De vliegorganisatie zag er keurig uit, vertelden ze, waarbij veiligheid hoog in het vaandel staat.”

Maar liefst vijf nieuwe teams erbij

“In het afgelopen jaar traden vijf nieuwe teams in dienst. Zij voldoen aan de afgesproken richtlijnen en kregen officiële goedkeuring voor inzetten. Het laatste team dat we officieel welkom mogen heten, is TDV Drenthe dat sinds 30 maart inzetbaar is. Ik wens ze veilige vluchten toe en begreep dat er al direct een inzet was voor het team.” Team digitale verkenning is breed inzetbaar tijdens incidenten. Zo heeft TDV Utrecht een onderwaterdrone beschikbaar en werken Fryslân, Groningen en Drenthe samen als TDV 3 Noord om snellere slagen te maken.

0

Inzetten in 2024

0

Nieuwe teams

0

Teams in totaal

Team digitale verkenning Drenthe: buitendrone en misschien ook nog wel een verkenningsrobot

Jeroen Antoons is projectleider XR/Digitale ontwikkelingen en hoofdofficier van dienst/leider commando plaats incident (CoPI). Hij vertelt dat de ze al een aantal jaren bezig zijn om een droneteam op te zetten in Veiligheidsregio Drenthe: “Het droneteam heeft de beschikking over een DJI M30t. Dat is een outdoor drone die ons helpt om beeld van bovenaf te geven, als helicopterview, zodat de Assistent operator (camerabediener) duiding kan geven aan de beelden van het incident. TDV bestaat bij ons uit zes leden die brandweervrijwilliger zijn bij de post Rolde. Ze rukken uit bij een alarmering met hun voertuig, voorzien met de dronekoffer.”

De outdoor drone van TDV Drenthe
De outdoor drone van TDV Drenthe. Bron: Veiligheidsregio Drenthe, drone-team VRD.

“De plannen voor de toekomst weten we nu nog niet precies, maar binnen onze veiligheidsregio kijken we uiteraard naar nieuwe ontwikkelingen. Wij zijn bijvoorbeeld bezig met een verkenningsrobot, genaamd BAS. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen voor wat betreft een productiemodel. Maar we hopen uiteraard in de toekomst te kunnen uitbreiden met sensoren, zodat technologische ontwikkelingen ons kunnen ondersteunen bij incidenten. Waardoor we nog beter de juiste beslissingen kunnen nemen op de juiste momenten.”

Beeld van de outdoor drone van TDV Drenthe
Beeld van de outdoor drone van TDV Drenthe. Bron: Veiligheidsregio Drenthe, drone-team VRD.

Team digitale verkenning Fryslân experimenteert met drone-inzet voor meer grip op de grond

Sinds eind januari experimenteert het Friese Team digitale verkenning met drones, als extra ogen in de lucht om de teams op de grond te ondersteunen. Teamleden Taco Machiela en Wouter Titsing: “Onze buitendrone heeft verschillende camera’s en live datastreaming. Deze drone biedt ons extra ogen in de lucht. Bovendien kan een drone veilig opereren op plekken waar het voor mensen te gevaarlijk is om te werken.” De dronebeelden helpen bij het lokaliseren van brandhaarden, bij natuurbranden en of in complexe situaties.

TDV Brandweer Fryslân met de outdoor drone
TDV Brandweer Fryslân met de outdoor drone. Bron: Veiligheidsregio Fryslân, Kees van der Mark.

“We moeten in de praktijk ontdekken waar onze drone het meest van waarde is”, legt Taco uit. “Ook onze collega’s moeten wennen aan de extra ogen die ze straks tot hun beschikking hebben. Na twee jaar wordt het experiment geëvalueerd om te bepalen of de veiligheidsregio verder wil met drones.” Op dit moment heeft het TDV bij 6 grotere incidenten de meerwaarde al bewezen. Leidinggevenden kregen door het streamen van de beelden een goed overzicht van de situatie ter plaatse en konden daarop de inzet bepalen.

Team digitale verkenning Groningen: drones zijn niet meer weg te denken

Sinds 1 september 2024 is TDV Groningen operationeel. Het team is actief vanuit post Winsum. Inmiddels is het droneteam al ingezet tijdens diverse incidenten, voornamelijk bij grote branden. Maar ook was het team actief bij een olielekkage op het water en bood het ondersteuning bij het zoeken naar een vermiste persoon. Dronepiloot Jeremy Postuma: “Het grote voordeel van de drone is dat je een 2D-situatie in één keer 3D maakt. Je creëert in één klap een mooi overzicht van de incidentlocatie. Dat scheelt tijd in de beeldvorming en zo kunnen we sneller beslissingen nemen en inzettactieken bepalen.”

TDV Groningen in het donker met de buitendrone.
TDV Groningen. Bron: Veiligheidsregio Groningen, Stella Dekker Fotografie.

Het droneteam dat op pad gaat bestaat uit drie personen: een piloot, teamleider/operator en een veiligheidsfunctionaris. Terwijl de piloot helemaal gefocust is op de drone in de lucht, zorgt de veiligheidsfunctionaris ervoor dat de andere teamleden hun werk veilig kunnen doen. De teamleider/operator bedient intussen de camera’s en interpreteert de beelden. Dronepiloot Peter Brouwer: “Als piloot ben je gefixeerd op de drone en de veiligheidsfunctionaris is er dan om de omgeving en het luchtruim in de gaten te houden. Stel, er komt een traumaheli aan, dan moet de drone naar beneden. Want bemand gaat voor onbemand. De veiligheidsfunctionaris is daarmee een cruciaal onderdeel van onze inzet.”

Het Groningse TDV is onderdeel van de pilot in 3-Noord samen met Fryslân en Drenthe. Het experiment loopt twee jaar. Daarna wordt er geëvalueerd en komt er een advies voor de toekomst.

Team digitale verkenning Limburg-Noord: intensief opleidingstraject tot dronepiloot

Officier van dienst Jeffrey Tolboom: “In Limburg-Noord werken we met een concept waarbij vrijwilligers naar de incidentlocatie gaan en vanaf post Meijel worden de drone en alle andere materialen gebracht. In 2025 onderzoeken we onder het mom van een pilot de meest effectieve vorm van TDV voor de regio. Hierom gaat het team standaard mee bij bepaalde classificaties, zoals grote brand of persoon te water.” TDV Limburg-Noord wordt onder meer ingezet bij:

  • opsporen, monitoren en bestrijden van branden
  • ontdekken van chemische reacties en lekkages van gevaarlijke stoffen
  • opsporen van drenkelingen
TDV Limburg-Noord aan het werk
TDV Limburg-Noord. Bron: Veiligheidsregio Limburg-Noord.

Kevin de Smedt van post Panningen is een van de zes geselecteerde teamleden die, net als alle TDV-specialisten, een intensief opleidingstraject volgde. “Er kwam veel meer bij kijken dan we van tevoren hadden bedacht. We moesten bijvoorbeeld alles leren over luchtvaartregelgeving, iets waar je als brandweerman normaal niet over nadenkt. Tijdens de opleiding leer je precies hoe je veilig en volgens de regels opereert in het luchtruim. Hoewel we als brandweer uitzonderingen krijgen, moesten we alsnog alle regels kennen. We hebben meerdere praktijkdagen gehad en ook lessen in de avond om te leren vliegen in het donker. Ondanks dat het pittig was, waren we allemaal super gedreven en hebben we veel geleerd waardoor we in staat zijn veilig en effectief te vliegen.”

Team digitale verkenning Utrecht: experimenten met innovatieve techniek

Veiligheidsregio Utrecht onderzoekt hoe technologische innovatie de incidentbestrijding kan ondersteunen. Bijvoorbeeld met blusrobots, onderwaterdrones en lichte drones. TDV-teamlid Frank de Keijzer: “Bij een incident in Utrecht rukt TDV Gooi- en Vechtstreek/Flevoland uit voor luchtbeelden. Maar is het zinvol om ook zélf lichte drones in te zetten als zij er nog niet zijn? Daarom starten we in juli 2025 met het experiment 360 gradenverkenning.” Het team schaft drones aan, ontwikkelt procedures en test de inzet in de praktijk. Daarna volgt een voorstel voor structurele toepassing.

TDV Utrecht over hun onderwaterdrone. Bron: Veiligheidsregio Utrecht.

TDV-teamlid Mario van Hattum experimenteert met onderwaterdrones: “Brandweerduiken kent risico’s en beperkingen, zoals diepte en scheepvaart. De onderwaterdrone maakt het veiliger en efficiënter.” Sinds september 2024 beschikt ons team van tien operators over twee ROV-systemen (Remotely Operated Vehicles), uitgerust met sonar, camera’s en grijparmen. In tegenstelling tot duikers hebben de ROV’s geen dieptebeperkingen en kunnen ze tot een afstand van 150 meter en enkele uren onafgebroken onder water opereren. Net als bij de vliegende drones zorgen we voor vakbekwaamheid en technisch beheer. TDV Utrecht staat hiermee aan de vooravond van een belangrijke technologische vooruitgang binnen de brandweer waarbij veiligheid en innovatie hand in hand gaan.”

Twaalf teams ondergebracht bij veiligheidsregio’s door het hele land

Bram Seen rondt af: “Inmiddels zijn meer dan 200 brandweermensen gespecialiseerd in technologische ontwikkelingen en opgeleid tot bijvoorbeeld dronepiloot. Naast Limburg-Noord, Groningen, Fryslân, Drenthe en Utrecht, zijn er ook teams in Twente, Haaglanden, Midden- en West-Brabant, Rijnmond, IJsselland, Gooi en Vechtstreek/Flevoland, Sitech Geleen (Zuid-Limburg) beschikbaar om het werk van brandweermensen effectiever, efficiënter en veiliger te maken. Mooi dat we hier samen aan mogen werken!”

Situationele commandovoering centraal bij kennisuitwisseling in Finland 

mei 2025

Het NIPV was in april vertegenwoordigd op het congres van de Finse Vereniging van Brandweerofficieren, waar veel internationale kennis werd gedeeld. De bijdrage van het NIPV ging over het onderzoek naar situationele commandovoering en de implementatie daarvan in Nederland. Arjan Bruinstroop vertelt over zijn ervaringen.  

Trainer-adviseur Arjan Bruinstroop geeft een presentatie op het congres van de Finse Vereniging van Brandweerofficieren.

“Samen met Edward Huizer en Ricardo Weewer heb ik de afgelopen periode de rapporten opnieuw doorgenomen en diverse gesprekken gevoerd, om een volledig beeld te krijgen van de ontwikkeling van situationele commandovoering binnen onderzoek, onderwijs en de brandweerpraktijk. De aanleiding voor het onderzoek naar situationele commandovoering ligt bij de zeer grote brand bij Chemie-Pack in Moerdijk. Tijdens dat incident werd duidelijk dat complexe incidenten niet effectief kunnen worden aangestuurd vanuit een eenhoofdige commandostructuur. Incidenten ontwikkelen zich anders dan vooraf is voorspeld en vragen om een flexibelere aansturing. Dit leidde tot de introductie van de flexibele commandostructuren:  swarming, specialistisch en hiërarchisch commandovoeren. 

Menselijke kant

Daarnaast kwam er meer aandacht voor de menselijke kant van commandovoering. Hoe werkt besluitvorming onder tijdsdruk? Wat is het verschil tussen systeem 1- en systeem 2-denken? En hoe kunnen we leidinggevenden ondersteunen om ook onder druk doordachte beslissingen te nemen? De FABCM-methodiek helpt hierbij: een aanpak die stuurt op bewuste besluitvorming (systeem 2) in plaats van automatische reacties. Ook zijn thema’s als mentale veerkracht, fysieke afstand tot het incident en ademhalingstechnieken opgenomen in lesstof voor opleidingen en bijscholingen. En minstens zo belangrijk: hoe kunnen collega’s een vangnet voor elkaar vormen tijdens ingrijpende incidenten? 

Tijdens mijn presentatie aan ruim 300 Finse brandweerofficieren in Tampere ben ik ingegaan op de onderzoeksresultaten, de implementatie in opleidingen en bijscholing, en op de cultuurverandering die deze aanpak teweeg heeft gebracht. Leidinggevenden zijn opener geworden in het aangeven wanneer zij ondersteuning nodig hebben. Ook het delen van leerervaringen na complexe incidenten wordt steeds gebruikelijker. Het was mooi om te merken dat veel van deze inzichten door collega’s worden herkend vanuit hun praktijkervaring. 

Op 8 april landde ik in Helsinki en reisde per trein door het prachtige landschap naar Tampere, de derde stad van Finland. De brandweer is daar regionaal georganiseerd, met 21 korpsen in Finland. We bezochten onder andere hun 24/7 actiecentrum, van waaruit stafofficieren incidenten op afstand ondersteunen of aansturen. De opschalingsstructuur lijkt sterk op die van ons, al kent Finland ook uitdagingen in de beschikbaarheid van personeel, zeker in dunbevolkte gebieden. Vrijwillige officieren hebben daar niet dezelfde bevoegdheden als beroeps, iets wat in Nederland niet speelt. 

Internationale verbondenheid

Tijdens een informeel diner met Finse collega’s bleek al snel hoeveel we gemeen hebben: vergelijkbare vraagstukken rondom beschikbaarheid van personeel, vakbekwaamheid en de impact van veranderende commandostructuren. Het onderwerp situationele commandovoering en de rol van human factors leidde tot mooie gesprekken. 

Op 9 april mocht ik mijn keynote verzorgen. Met mijn eigen human factors in volle werking gaf ik een presentatie waar veel respons op kwam. Vragen uit de zaal boden ruimte voor verdieping, maar de echt waardevolle gesprekken vonden plaats tijdens de lunch. Opvallend was dat meerdere Finse collega’s bekend waren met de Engelse vertaling van onze rapporten, het NIPV en zelfs betrokken zijn bij het FEU-netwerk. 

Brandweerkazerne Tampere, een van de oudste brandweerkazernes van Finland
Brandweerkazerne Tampere, een van de oudste brandweerkazernes van Finland

Andere blik op veiligheid

Het congres bood daarnaast ruimte voor oefeningen met maquettes, sessies over energietransitie en elektrische voertuigen. Wat mij opviel, was de aandacht voor en de voorbereiding van het brandweeroptreden onder oorlogsdreiging, een andere blik op veiligheid, ingegeven door de actualiteit in Finland. Hoewel de Finse taal lastig te volgen is, bood digitale vertaling uitkomst. Contacten zijn snel gelegd, en enkele Finse collega’s zullen ons in juni bezoeken tijdens het FSS-congres en de Exchange of Experts. 

Na een wandeling langs de oudste brandweerkazerne van Finland, uit 1908, vertrok ik terug naar Helsinki voor de reis naar huis. Met nieuwe inzichten, waardevolle contacten en klein beetje trots dat wij en onze ervaringen uit Nederland zo goed werden ontvangen.”