Brandweerstelsels van 7 Europese landen vergeleken
6 februari 2025
In 2013 heeft het IFV, voorloper van het NIPV, het Nederlandse brandweerstelsel vergeleken met dat van zes andere Europese landen: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Dit rapport is nu geactualiseerd.

Relevante inzichten voor Nederland
Doel van het onderzoek was om kennis te nemen van de manier waarop brandweerstelsels in de landen om ons heen zijn georganiseerd. Dit levert mogelijk inzichten op die voor de Nederlandse brandweer relevant kunnen zijn.
5 thema’s
De brandweerstelsels zijn op 5 thema’s met elkaar vergeleken: bestuur, organisatie en financiering, personeel, taken van de brandweer, opleiding en training, en overige zaken. Bij ‘overige zaken’ is gekeken naar opkomsttijden en voertuigbezetting.
Belangrijkste bevindingen
In vergelijking met het rapport uit 2013 zijn er geen grote veranderingen. Het Nederlandse brandweerstelsel scoort vrij gemiddeld op de onderzochte thema’s:
- De bestuurlijke verantwoordelijkheid is in de onderzochte landen op verschillende niveaus belegd: van lokaal (gemeente) tot regionaal, zoals in ons land.
- Het bedrag dat in Nederland besteed wordt aan de brandweer is gemiddeld.
- In vergelijking met de andere landen is in Nederland een heel klein deel van de beroepsbevolking werkzaam bij de brandweer.
- Het aandeel vrijwilligers in ons land is gemiddeld.
- In alle onderzochte landen is het aandeel vrouwen laag. Nederland springt er met 6,5 procent niet negatief of positief uit.
- De kerntaken van de brandweer zijn in alle onderzochte landen ongeveer hetzelfde. Het belangrijkste verschil is de meer of minder belangrijke rol van de brandweer bij medische incidenten.
- Qua opkomsttijden scoort Nederland vrij goed. Maar het is lastig om de opkomsttijden van een klein, dichtbevolkt land als Nederland te vergelijken met die van grootschalige, dunbevolkte gebieden zoals elders in Europa.
- Per land verschillen de eisen die gesteld worden aan de uitruksterkte. Die kunnen afhangen van het incident of van het voertuig waarmee wordt uitgerukt. Net als in Nederland, is het in de meeste landen mogelijk om uit te rukken met een TS met variabele voertuigbezetting.
Lees het rapport
Bekijk ook
Onderwijs kan de praktijk niet bijhouden
4 februari 2025
De wereld om ons heen verandert snel. Dat merken ook mensen bij de brandweer en crisisbeheersing in hun dagelijkse werk. Het huidige onderwijs sluit daar niet goed op aan. “Daarom is het tijd om het onderwijs anders in te richten”, zegt Frans Schippers, programmadirecteur van Onderwijs Onderweg.

Het is een van de belangrijkste redenen waarom de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) samen gestart zijn met het programma Onderwijs Onderweg. Met als stip op de horizon: praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor mensen bij de brandweer en crisisbeheersing.
Het is zeker niet de enige reden. Frans: “We zien namelijk ook dat vrijwilligers nu vaak erg veel tijd kwijt zijn aan opleidingen. De vraag is: is dat allemaal wel nodig? Of kunnen we dat terugdringen door het onderwijsstelsel beter en flexibeler in te richten? Met onderwijs bijvoorbeeld dat een goede basis biedt. Maar ook onderwijs dat de regio’s meer ruimte geeft voor regionale accenten.”
Tegelijkertijd vindt hij het belangrijk om ook de kwaliteit van het onderwijs te blijven ontwikkelen. Frans: “We hebben met elkaar in 2015 een grote stap gezet. Nu zijn we klaar voor de volgende stap: beter organiseren wat iemand moet weten én kunnen na het afronden van een opleiding. Dat willen we met de mensen doen, die het werk uitvoeren. Nu zitten er in werkgroepen geregeld mensen, die het werk zélf niet uitvoeren of daar leiding aan geven. Ook mist duidelijkheid wie wat bepaalt. Dat moeten we uitzoeken.”
Mee op reis
Lonkend perspectief is dat we na deze aanpassingen afscheid nemen van allerlei zaken die nu niet goed gaan. Frans: “Een voorbeeld: cursisten van de opleiding tot manschap leren met gereedschap te werken, alleen omdat dat in het examen gevraagd wordt. In de praktijk gebruiken ze dit gereedschap niet meer. Of neem het duikonderwijs: we kunnen dat goed geven. Alleen beschikken de veiligheidsregio’s niet over een goed uitgeruste opleidingsplek. En bij de opleiding tot Operationeel Leider bij crisisbeheersing is het belangrijk dat we nu ook de laatste inzichten – denk aan geleerde lessen tijdens Covid19 en de vluchtelingenproblematiek – daarin meenemen.”
Frans hoopt van harte dat vrijwilligers en beroepskrachten bij veiligheidsregio’s en de onderwijscollega’s bij het NIPV de noodzaak en urgentie van het programma onderschrijven. En dat zij ‘kritisch en constructief’ meegaan op de reis naar dat vernieuwde stelsel. “Daarmee ga je met ons op zoek naar een passend onderwijsstelsel. Dat is iets wat alle medewerkers van de veiligheidsregio’s verdienen.”
Dáárom Onderwijs Onderweg
Waarom is een programma als Onderwijs Onderweg zo hard nodig? En wat moet er dan zoal anders? Wij vroegen het aan professionals bij de brandweer en crisisbeheersing. Een bloemlezing van de antwoorden.
Waarom is het belangrijk ons onderwijsstelsel te herzien?
- Zo’n twintig jaar geleden hadden onze vrijwilligers nog niet zoveel ernaast, de opleiding duurt nu te lang.
- We moeten veel sneller inspelen op ontwikkelingen in maatschappij.
- We krijgen te maken met een andere doelgroep bij onze opleidingen, diverser en minder technisch.
- We moeten opleiden voor het vak en niet voor het halen van toetsen.
- De inhoud moet beter aansluiten op het risicoprofiel van een regio.
- We moeten kiezen voor andere werkvormen die beter aansluiten bij de doelgroep.
- We kunnen meer en beter samenwerken en leren van elkaar.
- De nabijheid van opleidingen blijft belangrijk.
- We moeten anders durven nadenken over basisinstroom, maar we moeten wel het hele brede takenpakket als basis hanteren.
Wat is jouw toekomstdroom voor het onderwijs van de veiligheidsregio’s?
- Aandacht voor actuele onderwijsmethoden/ontwikkelingen zoals AI.
- Flexibel, modulair onderwijs, dus passend bij de behoefte.
- Bepaalde uniformiteit ten behoeve van kwaliteit.
- Kaders met ruimte voor regionale invulling (op alle fronten dus ook examens).
- Regio’s met expertises uitwisselbaar.
- Makkelijker examineren (met meer-ogen principe). In eigen beheer van opleidingsinstituut.
- Samenwerking op alle fronten.
- We leiden niet op voor het examen, we leiden op voor het vak. We zijn de laatste halte voordat mensen vakbekwaam zijn en veilig hun uitruk doen.
Bekijk ook
Onderwijs Onderweg in het kort
4 februari 2025
Wat is het programma Onderwijs Onderweg? Wat is de aanleiding? Hoe werkt het? En hoe blijf jij op de hoogte? Zes vragen en antwoorden.

Wat is het programma?
Het programma Onderwijs Onderweg richt zich op het verbeteren van het onderwijsstelsel voor brandweer en crisisbeheersing. De ambitie van het programma is samen op weg te gaan naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle mensen van de brandweer en crisisbeheersing in de veiligheidsregio’s.
Wie zijn de opdrachtgevers?
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) zijn beiden opdrachtgever van dit programma.
Wat is de aanleiding voor het programma?
Het huidige onderwijsstelstel past niet meer goed bij de snel veranderende wereld. Het moet flexibeler worden en beter passen bij de praktijk. Dit blijkt onder meer uit de rapportage ‘Onderwijsstelsel veiligheidsregio’s; de zoektocht naar verbetering’, die in september 2023 verscheen.
Wat is de kern van het programma?
Er is een koersplan opgesteld, waarin staat beschreven hoe de verbetering van het onderwijsstelsel de komende jaren wordt aangepakt. Er zijn zes belangrijke ontwikkeldoelen waar we met het programma naartoe werken:
- beter samenspel door meer rolduidelijkheid, rolbewustzijn en rolvastheid;
- betere sturing en aansluiting op de vraag vanuit de beroepspraktijk;
- meer flexibiliteit in het functiestelsel en de kwalificatiedossiers;
- meer flexibiliteit in het onderwijs, waarin de deelnemer centraal staat;
- efficiëntere en effectievere uitvoering;
- gezamenlijke evaluatie en snellere aanpassing van onderwijs.

Hoe werkt Onderwijs Onderweg?
Het herzien van het onderwijsstelsel vormt geen uitgestippelde route. Daarvoor heeft het programma te maken met te veel spelers, lastige knelpunten en met snelle ontwikkelingen in de wereld om ons heen. Onderwijs Onderweg kiest daarom voor een stapsgewijze aanpak. Centraal staat: met elkaar ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad gaan. Dit betekent dat we in verschillende fasen experimenteren en vanuit die ervaringen weer verder ontwikkelen. Het is een vorm van actieleren.
We doen dat met behulp van overzichtelijke etappes. Iedere etappe heeft een doorlooptijd van ongeveer drie maanden. Aan het begin van de etappe deelt het programmateam de voorgenomen activiteiten. Iedere etappe wordt afgesloten met een etappebijeenkomst. Dit zijn bijeenkomsten waar we samen met professionals uit het veld werken aan een beter onderwijsstelsel en waar we inzichten en uitdagingen verzamelen. Na iedere etappe communiceert het team over de behaalde resultaten en leerpunten.

Waar kan ik terecht met vragen en opmerkingen?
Dit kan per e-mail via onderwijsonderweg@nipv.nl.
Bekijk ook
Programma Onderwijs Onderweg: “Moeten we supermensen opleiden?”
Februari 2025
Een van de speerpunten waar Onderwijs Onderweg mee aan de slag is gegaan, is de manschappenopleiding. Waar moet een manschap aan voldoen? Hoe zorgen we voor een gezamenlijke vraag vanuit de beroepspraktijk? Projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder vertellen hierover.

Het programma Onderwijs Onderweg werkt de komende jaren aan verbetering van het onderwijs voor brandweer en crisisbeheersing. Het programma is opgezet in opdracht van de RCDV en het NIPV om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren. De ambitie is om samen op weg te gaan naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s. Maar waarom moet het onderwijs anders, hoe gaat het programma dit doen en wat heeft het al bereikt? In dit artikel staat een van de speerpunten van het programma centraal, de manschappenopleiding.
Waar moet een manschap anno nu aan voldoen?
Een van de speerpunten waar Onderwijs Onderweg in etappe 2 al direct mee aan de slag is gegaan, is de manschappenopleiding. De kern van het vraagstuk: waar moet een manschap anno nu aan voldoen? En hoe zorgen we ervoor dat we tot een gezamenlijke vraag vanuit de beroepspraktijk komen? Het woord is aan de projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder.
Pieter Lodder: “Het kwalificatiedossier Manschap is voor het laatst herzien in 2017. Sindsdien zijn er vanuit het land verschillende opmerkingen gekomen dat het anders moet. Op die behoeftes willen we nu inspelen en tot een breed gedragen voorstel komen voor een nieuwe opleiding voor manschap. Het doel is om het kwalificatiedossier en de manschappenopleiding actueel te maken. Met de flexibiliteit om in de toekomst snel te kunnen vernieuwen als de praktijk daar om vraagt.”
Alex van Schaik: “Wij zijn al veel het land in geweest om input op te halen en dat zullen we blijven doen. Wat speelt er? Wat zijn de behoeftes om de opleiding aan te passen? De vraag vanuit de beroepspraktijk is leidend. Waar moet een manschap aan voldoen en hoe moet de opleiding eruitzien? We zetten heel bewust een stap terug om echt te starten bij de basis.”
Eenheidsworst
Pieter Lodder: “De herziening van de manschappenopleiding vraagt om een andere aanpak dan de huidige manier. Voorheen gingen we de bestaande opleiding verbeteren. Dan blijf je dus voor het grootste deel hangen in wat je al hebt. Waarbij de neiging is om er nóg méér kennis in te stoppen. Maar hoeveel kennis kan iemand aan? Heeft een manschap misschien meer baat bij digitale vaardigheden om snel iets op te zoeken?”
Alex van Schaik: “Moeten we supermensen opleiden? En als we dat doen: hoe blijven ze supermensen? De vraag is of alle onderdelen van het vak nog in de basisopleiding moeten terugkomen. Misschien hebben we meer behoefte aan een stelsel met verschillende kwalificatiedossiers in plaats van de eenheidsworst die we nu aanbieden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen helpen om de variabele voertuigbezetting, waar diverse veiligheidsregio’s behoefte aan hebben, een stap verder te brengen.”
Sentiment
Pieter Lodder: “De herziening van de manschappenopleiding gaat over de vraag hoe jij collega’s krijgt waarmee je het werk op straat kunt blijven doen. En voor leidinggevenden over de vraag hoe je de organisatie anders kunt inrichten als er keuzeopties zijn voor verschillende kwalificatiedossiers. Er is ook ruimte voor een kritische blik. Er zijn mensen die een minder complete basisopleiding zien als een uitholling van het brandweervak. Ook dat sentiment nemen we mee.”
Alex van Schaik: “Een belangrijke vraag voor nu is: hoe gaan we iedereen bereiken? Cursisten, instructeurs, begeleiders, opleidingscentra en zittende manschappen. De ideale manier voor iedereen om mee te doen hebben we nog niet paraat. We gunnen onszelf de tijd om te leren. Houd in ieder geval de ontwikkelingen in de gaten. Bijvoorbeeld via vakbekwaamheid en de opleidingscentra in je eigen regio.”
“Zie het als een kans, niet als een risico”
“Ik ben heel positief over de zorgvuldige aanpak van Onderwijs Onderweg, omdat dit recht doet aan de vragen uit het werkveld”, aldus Marinus van de Velde, adjunct-commandant Brandweer Fryslân bij Veiligheidsregio Fryslân. “We hebben nu een vrij rigide onderwijssysteem. Sommige veiligheidsregio’s stoeien ermee om nieuwe mensen op te leiden. Zit er ballast in de huidige opleiding? Zijn bepaalde onderdelen niet heel erg regio specifiek? Waar het volgens mij vooral om gaat, is dat in de opleiding de goede dingen aan bod komen. Die inhoudelijke discussie is superinteressant. Maar het gaat verder dan dat, want het gaat ook om de ontwikkeling van een modern onderwijsstelsel. Iedereen die daar een goed beeld bij heeft, zou hierover moeten meepraten. Ik ken de kritische geluiden van mensen die een minder complete basisopleiding zien als de uitholling van het brandweervak. Daar moeten we het met elkaar over hebben. Maar ik zie deze herziening toch vooral als een kans en niet als een risico. Ik hoop dat we samen komen tot een breed gedragen en toekomstbestendig stelsel waar Brandweer Nederland echt mee verder kan.”
Bekijk ook
Onderzoeken, reflecteren en leren in de praktijk
4 februari 2025
We zijn officieel van start gegaan met de tweede etappe van het programma Onderwijs Onderweg. In de eerste etappe hebben we de rollen in het onderwijsstelsel verkend en beschreven. Nu gaan we praktijkervaringen opdoen. Dit houdt in dat we gaan ontdekken wat er nodig is om het onderwijsstelsel goed te laten werken. En we onderzoeken hoe we het samenspel tussen partijen kunnen verbeteren.

Aan de hand van drie praktijkcases gaan we onderzoeken, reflecteren en leren. Op basis van de opgedane ervaringen komen we zo steeds een stap verder naar hoe we het stelsel het best kunnen inrichten. Naast deze drie praktijkcases werken we in etappe 2 aan de voorbereiding voor een gezamenlijke onderwijsvisie en het vereenvoudigen van regelgeving.
De tweede etappe begon officieel op 21 oktober 2024 en eindigt op 31 januari 2025. Onderstaand zetten we de vijf speerpunten van etappe twee op een rijtje, inclusief een korte toelichting.
1 – Verkenning vraag beroepspraktijk voor manschap
We willen een goed landelijk beeld krijgen wat een beginnend beroepsoefenaar moet kunnen. En wie dat vaststelt. Dat begint met de vraag wie we precies moeten betrekken. Vandaar deze verkenning. Aan het eind van dit project hebben we een duidelijke vraag uit de beroepspraktijk voor de functie(s) manschap én hebben we ervaringen met het proces om deze vraag te definiëren en vast te stellen.
2 – Verkenning vraag beroepspraktijk voor operationeel leider
We onderzoeken wat nodig is om de vraag uit de beroepspraktijk voor operationeel leider helder te krijgen en vast te stellen, zodat we ook ervaring opdoen met dit proces bij crisisbeheersing.
3 – Organisatie van duikonderwijs
In samenwerking met de vakraad Leren en ontwikkelen werken we aan het gezamenlijk organiseren van het duikonderwijs. In deze etappe verkennen we wat er nodig is. Denk bijvoorbeeld aan benodigde faciliteiten voor het onderwijs, de financiering ervan en landelijke regie. Het doel in deze etappe is om te komen tot een overzicht van de vraagstukken en uitgangspunten, inclusief een vervolgaanpak voor de verdere uitwerking hiervan in etappe 3.
4 – Voorbereiden ontwikkelen onderwijsvisie
We willen een gezamenlijke onderwijsvisie ontwikkelen voor álle opleidingsinstituten. In deze etappe bereiden we het project slechts voor, omdat de opleidingsinstituten op dit moment nog druk zijn met de implementatie van Canvas en Educator. We zorgen voor het aanstellen van een projectleider en stemmen af over de samenstelling van de projectgroep. Het opstellen van de onderwijsvisie gaat van start in etappe 3.
5 – Werken aan vereenvoudiging van regelgeving en bedrijfsvoering
In een werkgroep met financieel deskundigen bestuderen we de financiering van het onderwijsstelsel en de mogelijkheden voor vereenvoudiging. Daarnaast willen we de regelgeving in het onderwijsstelsel vereenvoudigen. We maken daarom een document (een zogenaamde two-pager) dat het ministerie van Justitie & Veiligheid als inbreng kan gebruiken voor de herziening van de Wet veiligheidsregio’s. Onderdeel van deze two-pager is bijvoorbeeld de wens om te komen tot ijkfuncties en het verbeteren van de flexibiliteit om snel te kunnen inspelen op veranderingen in praktijk of inzichten uit onderzoek.
Bekijk ook
Ontwikkelfonds: terugblik 2024 en vooruitblik 2025
4 februari 2025
Via het Ontwikkelfonds financieren de veiligheidsregio’s de ontwikkeling van les- en leerstof voor de (v)mbo-functies bij de brandweer. De doelstelling van het fonds is de ontwikkeling en distributie van les- en leerstof voor de opleiding (de initiële vakbekwaamheid) en leermiddelen voor het oefenen en bijscholen (de blijvende vakbekwaamheid) van brandweermensen. Wat is er in 2024 opgeleverd en wat staat er voor 2025 op de planning? Een korte terug- en vooruitblik.

Nieuwe trend: microlearning
In 2024 zijn we gestart met microlearning. Dit is een vorm van leren waarin deelnemers in korte, behapbare stukken leerstof tot zich nemen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een app waarin op een laagdrempelige manier via vraag en antwoordmogelijkheden lesstof aan bod komt. In 2025 wordt deze manier van leren verder ingezet binnen het Ontwikkelfonds:
- Format voor ontwikkeling van microlearnings (2024)
- Microlearnings over elektriciteit (2024)
- Topics in Knowingo voor duikinstructeurs (2024 en 2025)
- Topic in Knowingo over energietransitie voor instructeurs (2025)
- Voortzetting Werkgroep Microlearning (2025)
Wat is er in 2024 opgeleverd?
Ontwikkelspoor 1: ontwikkeling en onderhoud van leergangen
- Onderhoud leergangen en onderwijsproducten (jaarlijks terugkerend)
- Leergang chauffeur aangepast
- Leergang mdw Vakbekwaamheid opgeleverd
- Gebouwcodering verwerkt in de leergangen
- THV- medische inzichten verwerkt in de leergangen
- Arbeidsveiligheid en arbeidshygiene aangepast in de leergangen
- Aanpassingen leergang centralist
- Leergang duiken – registratiestelsel
Ontwikkelspoor 2 en 3: content voor vakbekwaam blijven en bijscholing van kerninstructeurs
Thema | Ontwikkelspoor 2 | Ontwikkelspoor 3 |
---|---|---|
Waterstof | Vakbekwaamheidsadvies E-module | Cursus i.s.m. Kiwa, theorie + praktijk |
Elektriciteit | Vakbekwaamheidsadvies E-module Webinar Microlearnings | Cursus, theorie + praktijk |
THV bij elektrische voertuigen | Vakbekwaamheidsadvies Instructievideo E-module | Cursus i.s.m. ANWB, theorie + praktijk |
Gebouwcodering | Vakbekwaamheidsadvies Instructievideo E-module | Overdracht leermiddelen en achtergrondkennis op themamiddag 19 december 2024 |
Brandbestrijding in gesprinklerde gebouwen | Vakbekwaamheidsadvies Instructievideo E-module | Overdracht leermiddelen en achtergrondkennis op themamiddag 19 december 2024 |
Duiken (diverse thema’s) | – | Instructiekaarten en microlearnings (Knowingo) |
Wat staat er op de planning voor 2025?
Voor 2025 is samen met het werkveld besloten om de volgende producten te realiseren vanuit het Ontwikkelfonds voor de leergangen. Daarnaast wordt de OvD Brandweer opleiding dit jaar herzien.
- Ontwikkelspoor 1: beheer en onderhoud leergangen
- Onderhoud leergangen en onderwijsproducten
- Leergang Manschap 3.0 (onderwijs onderweg) incl KD
- Jeugdbrandweer – afronden junioren en ontwikkelen aspiranten
- Onderwijsvisie ontwikkelen (onderwijs onderweg)
- Alle modules over naar Canvas
- Implementatie visie THV binnen leergangen
- Evaluatie leergang manschap en bevelvoerder
- Leergang ploegchef en instructeur herzien
- Leergang mdw brandveiligheid herzien
- Leergang gaspakdrager evalueren
- Doorontwikkeling thema arbeidsveiligheid
- Ontwikkelspoor 2: content bijscholing t.b.v. vakbekwaam blijven
- Leerlijn Energietransitie – onderdeel waterstofdragers ontwikkelen
- THV – Zagen onder spanning module ontwikkelen
- THV – Toepassing bergingslier en autolaadkraan; verkennen naar certificeringsmogelijkheden
- Doorontwikkeling bevrijdingstechnieken THV
- Implementatie update REVI
- Natuurbrandbestrijding – ontwikkeling Handboek
- Verkenning van de impact van isolatie en energietransitie op gebouwbrandbestrijding, (complexe gebouwen, hoogbouw en het herkennen van brandpreventieve voorzieningen
- Landelijk lesmateriaal t.b.v. BPBB ontwikkelen
- Ontwikkeling onderhoudsbeleid e-modules Vakbekwaam Blijven
- Oriëntatie onderwijs innovatie
- Ontwikkelspoor 3: bijscholing instructeurs
- Instructeurs Energietransitie bijscholen
- Basiscursus instructeur IBGS uitvoeren
- Basiscursus instructeur THV uitvoeren
- Cursus instructeurs THV op gebied van zagen onder spanning uitvoeren
- Bijscholing duikinstructeurs uitvoeren
- Bijscholing instructeurs meldkamers uitvoeren
Namens de leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds
Patrick Sprokkereef (Vakraad L&O), Monique van Beek (LOBO), Hakan Meijer (Vakraad L&O), voorzitter Jan Pieter Duhen (WVA), Ymko Attema (platform vakbekwaam blijven vanuit Vakraad L&O), Marinus van der Velde (Vakraad IB) en Tanja Guyken (NIPV).
In 2025 wordt het voorzitterschap van de stuurgroep overgenomen door Patrick Sprokkereef. Jan Pieter Duhen gaat de stuurgroep verlaten. Ymko Attema en Marinus van der Velde zijn als nieuwe leden toegetreden tot de stuurgroep.
Bekijk ook
E-module en video’s beschikbaar over bestrijding van brand in een bouwwerk met sprinklerinstallatie
30 januari 2025
Steeds meer gebouwen zijn voorzien van een sprinklerinstallatie. Tot nu toe was er nog geen standaardprocedure voor het brandweeroptreden bij branden in gebouwen voorzien van een sprinklerinstallatie. Dit terwijl een inzet in een gesprinklerd gebouw tamelijk complex kan zijn. Dat was voor het NIPV de aanleiding om een handelingsperspectief te ontwikkelen, dat is opgenomen in het rapport ‘Bestrijding van brand in een bouwwerk met sprinklerinstallatie’. Het handelingsperspectief is nu ook verwerkt in een e-module (beschikbaar via de elektronische leeromgeving) en video’s (beschikbaar via YouTube) om de vakbekwaamheid van manschappen en bevelvoerders op dit thema te actualiseren.

In de instructievideo worden de werking, bediening en bewaking en vervolgens de werkwijze bij een brandmelding uitgelegd. In de andere video is aandacht voor het belang van een sprinklerinstallatie en hoe een installatie de brandweer helpt bij een optreden.
E-module voor manschappen en bevelvoerders in elektronische leeromgeving veiligheidsregio’s
In de e-module leren brandweermensen hoe een sprinklerinstallatie werkt en hoe de brandweer hiermee bij het optreden het beste om kan gaan. De e-module Brandbestrijding in gesprinklerde gebouwen is via de elektronische leeromgeving van de veiligheidsregio te volgen. De e-module bestaat uit twee delen:
- Een basisdeel voor manschappen en bevelvoerders met aandacht voor:
- de functie en werking van een sprinklerinstallatie
- het aflezen van het brandweerpaneel
- de werking van de pompkamer op hoofdlijnen
- de aandachtspunten bij de inzet in een gesprinklerd gebouw.
- Een verdiepend deel voor bevelvoerders met daarin:
- de afwegingen rondom een inzet bij een gesprinklerde gebouwbrand
- de watervoorziening: hoe is die geregeld en is deze voldoende?
- een beschrijving van manieren waarop een sprinkler kan falen en welke afweging iemand dan moet maken.
Instructievideo brandbestrijding in gesprinklerde gebouwen en video over functie en werking van sprinklerinstallaties
Er zijn ook twee video’s ontwikkeld, in samenwerking met de Verenigde Sprinkler Industrie.
Brandbestrijding in gesprinklerde gebouwen
In deze instructievideo wordt eerst de werking, bediening en bewaking van een sprinklerinstallatie uitgelegd. Daarna gaat de video in op de werkwijze bij een brandmelding bij een gesprinklerd pand, van de uitruk tot de overdracht aan de gebouwbeheerder en de terugkeer naar de kazerne. Hierbij komt ook de samenwerking met de bedrijfsdeskundige/het hoofd BHV aan de orde.
Functie en werking van sprinklerinstallaties
Hierin wordt het belang van een sprinklerinstallatie uitgelegd en hoe de installaties de brandweer helpt om veilig en effectief op te treden.
Bekijk ook
Verkenning ontwikkeling woningbrandmeldingen
29 januari 2025
Maandelijks verzamelt het NIPV het aantal meldingen van woningbranden die zijn binnengekomen bij de meldkamers van de brandweer. Deze cijfers worden gepubliceerd en zijn te raadplegen in het dashboard Kerncijfers Incidenten op de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s.
Op basis van deze gegevens publiceerde het Algemeen Dagblad vandaag per gemeente een jaaroverzicht. In deze artikelen wordt de suggestie gewekt dat een melding daadwerkelijk gelijk is aan een woningbrand. Dit hoeft echter niet, omdat niet elke woningbrandmelding daadwerkelijk een woningbrand vertegenwoordigt.

Stijgende trend onderzocht
De afgelopen jaren is er een stijgende trend waargenomen in het aantal woningbrandmeldingen in Nederland. Het NIPV heeft onderzocht welke factoren hierbij mogelijk een rol spelen. Dit is gedaan met een kwantitatieve onderzoeksmethode, waarbij bestaande registraties als databronnen zijn gebruikt.
De belangrijkste uitkomst is dat ongeveer de helft van de stijging in het aantal woningbrandmeldingen geen daadwerkelijke toename weerspiegelt. Deze stijging is het gevolg van een steeds completere registratie in de meldkamers van brandmeldingen die betrekking hebben op een woning.
De resterende stijging van het aantal meldingen kán wijzen op een toename van het aantal woningbranden. De toename van de woningvoorraad in Nederland – meer woningen, dus meer kans op woningbranden – kan een kwart van de resterende stijging in het aantal meldingen verklaren. Voor het overige deel van de stijging in het aantal woningbrandmeldingen is geen verklaring.
Lees het rapport
Bekijk ook
Wees voorbereid op gevolgen van digitale ontwrichting
28 januari 2025
Een cyberaanval, een hack, een ontwrichting: cybercrises zijn de crises van nu. Maar hoe ga je om met de complexiteit en de maatschappelijke effecten van deze crises? De nieuwe training ‘Cybergevolgbestrijding en digitale ontwrichting’ biedt uitkomst.

Het NIPV biedt met de training ‘Cybergevolgbestrijding en digitale ontwrichting’ een praktische training aan om kennis en vaardigheden te vergroten voor (veiligheids)professionals uit gemeenten en veiligheidsregio’s. De training is ontwikkeld in samenwerking met de VNG en een aantal gemeenten. Het is een aanvulling op de Handreiking digitale ontwrichting van de VNG. In de training worden praktische vaardigheden aangeboden voor een effectieve voorbereiding en respons op cybercrises.
Ervaren is leren
Met interactieve werkvormen en een simulatieoefening worden de deelnemers stap voor stap meegenomen in de belangrijkste facetten van cybergevolgbestrijding en (de effecten van) digitale ontwrichting. Ze leren:
- verschillende typen cyberrisico’s te herkennen
- de potentieel ontwrichtende gevolgen van cybercrises benoemen
- planvorming rond digitale ontwrichting uitleggen, inclusief rollen, verantwoordelijkheden en samenwerking tussen actoren
- de BOB-methodiek (beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming) gebruiken binnen een cyberscenario
- strategische dilemma’s en operationele keuzes herkennen binnen cybergevolgbestrijding en (de effecten van) digitale ontwrichting
- handelingsperspectieven gebruiken om sneller te reageren op cybercrises.
Praktische informatie en kosten
De training wordt gegeven op:
14 maart 2025
20 mei 2025
20 juni 2025
De kosten per deelnemer bedragen € 400.
De training vindt plaats bij het NIPV in Arnhem. In overleg kunnen we ook trainingen op locatie organiseren.
Meer informatie en aanmelden
Bekijk voor meer informatie over programma en aanmelding de pagina Leerblok Cybergevolgbestrijding en digitale ontwrichting.
Klimaatveiligheid: 10 belangrijkste knelpunten en aanbevelingen bij crisisorganisaties
27 januari 2025
In opdracht van het programma Klimaatveiligheid van het NIPV heeft kennisinstituut Deltares 10 knelpunten en 10 aanbevelingen geïdentificeerd in de (bovenregionale) samenwerking van crisisresponsorganisaties. De uitkomsten zijn opgehaald in 4 workshops waaraan werd deelgenomen door een groot aantal veiligheidsregio’s en ministeries. En door organisaties als de politie, Rode Kruis, Rijkswaterstaat, RIVM, KNMI, KPN, Koninklijke Landmacht en Alliander.

Inzichten op basis van crises met hitte, droogte, wateroverlast en stormvloed
In de workshops hebben de deelnemers gereflecteerd op 4 verschillende klimaatgerelateerde risico’s: hitte, droogte, wateroverlast en stormvloed. De waardevolle inzichten die zijn opgedaan hebben geleid tot 10 knelpunten en 10 aanbevelingen.
Enkele knelpunten:
- Complexe, meervoudige crises leiden tot nieuwe uitdagingen
Deze crises zijn sterk anders dan de traditionele flitscrises waarmee de responsorganisaties nu de meeste ervaring hebben. Ze vergen een langdurige inzetbaarheid, maar ook het acuut kunnen schakelen als er tijdens de langdurige crisis een flitscrisis optreedt. - Capaciteitsuitdagingen tijdens complexe en grootschalige crises
In langdurige/meervoudige/complexe grootschalige crises kan capaciteitsvermindering optreden doordat er te weinig inzetbaar personeel is om op meerdere plekken tegelijk te opereren. Daar komt bovenop dat hulpverleners zelf ook vermoeid raken of getroffen kunnen worden door de ramp. - Taal- en procedureverschillen
Binnen elke kolom zijn er andere procedures, termen en verantwoordelijkheden. Kolommen en domeinen zijn daarin nog niet altijd goed op elkaar afgestemd of zijn zich nog niet altijd volledig bewust van de verschillen in de andere kolommen.
- Onderlinge verwachtingen en behoefte aan besluitvorming en coördinatie
Partijen blijken onderlinge verwachtingen van elkaar te hebben die niet altijd haalbaar, realistisch en getoetst zijn. In alle workshops werd behoefte uitgesproken aan duidelijke besluitvormingsstructuren. Tegelijkertijd werd ook benoemd dat de crisisrespons in Nederland een afstemcultuur is waarbij de oplossing daarbinnen gevonden dient te worden.
Programmamanager Klimaatveiligheid Charlotte van Ruijven: “De notitie toont dat we met elkaar in staat zijn om blinde vlekken en knelpunten inzichtelijk te maken. Ik kijk dan ook zeer positief terug op de workshops. Met veel betrokkenheid en gedrevenheid hebben tal van partijen bijgedragen aan een levendige dialoog. Inzicht is een eerste stap om de weerbaarheid te vergroten.”
Programma Klimaatveiligheid: voor een veilige en weerbare samenleving
Het programma Klimaatveiligheid heeft tot doel om (beter) zicht te krijgen op de mogelijkheden en onmogelijkheden voor een veilige en weerbare samenleving bij klimaatverandering nu en in de toekomst. Hiervoor wordt geïnvesteerd in onderzoek en kennisontwikkeling, professionalisering, samenwerking en netwerkvorming. Het programma is een samenwerking tussen de veiligheidsregio’s, NIPV, ministerie van Justitie en Veiligheid en KNMI.