Volgende stap in programma Onderwijs Onderweg
21 oktober 2024
Het Programma Onderwijs Onderweg, dat is opgezet om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren, start met de volgende fase. Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben de RCDV en het MT NIPV akkoord gegeven op de vervolgstappen van het programma. Het programma is opgezet in meerdere etappes, waarbij na elke etappe wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Dit zorgt ervoor dat er continu kan worden geleerd en waar nodig kan worden bijgestuurd.

Wat heeft het programma in de eerste etappe opgeleverd?
In de eerste etappe, die liep tot 1 oktober 2024, zijn drie belangrijke resultaten bereikt:
- Een beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel en de rollen.
- Er is een verkenning naar Manschap uitgevoerd en de eerste conceptdocumenten zijn gemaakt om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
- Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel en de manier waarop deze worden aangestuurd.
Deze doelen zijn gerealiseerd in samenwerking met verschillende spelers, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Bekijk de beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel
Tweede etappe: praktijkgericht werken
De tweede etappe van het programma, die loopt van 18 oktober tot eind januari, richt zich onder andere op het toepassen van het vernieuwde onderwijsstelsel in de praktijk. Dit gebeurt aan de hand van drie concrete casussen:
- Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de functie Manschap. Dit is nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en daarna het aanpassen van de opleiding Manschap.
- Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de operationeel leider. Deze is ook nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en het aanpassen van de opleiding.
- Het verkennen van de wijze waarop het duikonderwijs landelijk/ interregionaal georganiseerd kan worden, zoals het opzetten van interregionale faciliteiten voor de opleiding tot brandweerduiker.
In deze drie casussen wordt een ‘rondje stelsel’ gemaakt om in de praktijk te ontdekken wat nodig is om het onderwijsstelsel optimaal te laten functioneren en welke spelregels daarbij belangrijk zijn. Deze praktijkervaringen geven het programma inzicht in wat werkt, waar nog aanpassingen nodig zijn en hoe het stelsel verder verbeterd kan worden. Zo wordt het stelsel stap voor stap sterker, gebaseerd op de ervaringen van alle betrokken partijen.
Naast deze drie praktijkcases werkt het programma ook aan het ontwikkelen van een gezamenlijke onderwijsvisie en aan bedrijfsvoeringsaspecten, zoals meer inzicht in de financiën. Ook werkt het programma aan het verbeteren van de samenwerking tussen de opleidingsinstituten, veiligheidsregio’s en het NIPV.
Bijdragen? Meld u nu aan!
Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg, kijkt uit naar de tweede etappe: “Ik ben trots op de stappen die het kernteam al heeft gezet, maar er ligt nog veel werk voor ons. Interactie wordt steeds belangrijker in de tweede etappe en dat wil ik graag samen met iedereen vormgeven. We kunnen dit alleen succesvol doen met de hulp van iedereen. Dus wil je een bijdrage leveren aan de tweede etappe, meld je dan aan door te mailen naar onderwijsonderweg@nipv.nl.”
Bekijk ook
Volgende stap in programma Onderwijs Onderweg
21 oktober 2024
Het Programma Onderwijs Onderweg, dat is opgezet om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren, start met de volgende fase. Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben de RCDV en het MT NIPV akkoord gegeven op de vervolgstappen van het programma. Het programma is opgezet in meerdere etappes, waarbij na elke etappe wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Dit zorgt ervoor dat er continu kan worden geleerd en waar nodig kan worden bijgestuurd.

Wat heeft het programma in de eerste etappe opgeleverd?
In de eerste etappe, die liep tot 1 oktober 2024, zijn drie belangrijke resultaten bereikt:
- Een beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel en de rollen.
- Er is een verkenning naar Manschap uitgevoerd en de eerste conceptdocumenten zijn gemaakt om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
- Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel en de manier waarop deze worden aangestuurd.
Deze doelen zijn gerealiseerd in samenwerking met verschillende spelers, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Bekijk de beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel
Tweede etappe: praktijkgericht werken
De tweede etappe van het programma, die loopt van 18 oktober tot eind januari, richt zich onder andere op het toepassen van het vernieuwde onderwijsstelsel in de praktijk. Dit gebeurt aan de hand van drie concrete casussen:
- Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de functie Manschap. Dit is nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en daarna het aanpassen van de opleiding Manschap.
- Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de operationeel leider. Deze is ook nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en het aanpassen van de opleiding.
- Het verkennen van de wijze waarop het duikonderwijs landelijk/ interregionaal georganiseerd kan worden, zoals het opzetten van interregionale faciliteiten voor de opleiding tot brandweerduiker.
In deze drie casussen wordt een ‘rondje stelsel’ gemaakt om in de praktijk te ontdekken wat nodig is om het onderwijsstelsel optimaal te laten functioneren en welke spelregels daarbij belangrijk zijn. Deze praktijkervaringen geven het programma inzicht in wat werkt, waar nog aanpassingen nodig zijn en hoe het stelsel verder verbeterd kan worden. Zo wordt het stelsel stap voor stap sterker, gebaseerd op de ervaringen van alle betrokken partijen.
Naast deze drie praktijkcases werkt het programma ook aan het ontwikkelen van een gezamenlijke onderwijsvisie en aan bedrijfsvoeringsaspecten, zoals meer inzicht in de financiën. Ook werkt het programma aan het verbeteren van de samenwerking tussen de opleidingsinstituten, veiligheidsregio’s en het NIPV.
Bijdragen? Meld u nu aan!
Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg, kijkt uit naar de tweede etappe: “Ik ben trots op de stappen die het kernteam al heeft gezet, maar er ligt nog veel werk voor ons. Interactie wordt steeds belangrijker in de tweede etappe en dat wil ik graag samen met iedereen vormgeven. We kunnen dit alleen succesvol doen met de hulp van iedereen. Dus wil je een bijdrage leveren aan de tweede etappe, meld je dan aan door te mailen naar onderwijsonderweg@nipv.nl.”
Bekijk ook
“Ik ben echt donkerrood, maar er is gewoon veel meer”
18 oktober 2024
Wilfred van Randwijk is sectormanager brandweerzorg bij Brandweer Amsterdam-Amstelland. Daar is hij verantwoordelijk voor een aantal brandweerkazernes en ondersteunende afdelingen waaronder de afdeling risicobeheersing en operationele voorbereiding. Daarnaast zit hij in het MT van de veiligheidsregio en is hij operationeel gezien hoofdofficier van dienst, leider CoPi en commandant van dienst. Onlangs heeft hij de opleiding Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) afgerond. Hij vertelt graag over zijn ervaringen.

“Ik zag die opleiding en het leek mij heel leuk om eens in de keuken van anderen te kunnen kijken. Verder is er ook echt wetenschappelijke onderbouwing over manieren van samenwerking, crisisbeheersing, veiligheidsaspecten en bijvoorbeeld ook ethiek. Een heel breed palet dat je nodig hebt om als kolom brandweer goed te kunnen samenwerken. Even weg uit het rode, wel die kennis natuurlijk meenemen, maar vooral kijken hoe je samen crises kunt beheersen.”
Meestal zitten er bij een opleiding alleen brandweermensen in de zaal
“Maar nu waren er maar twee of drie collega’s en de rest was politie, geneeskunde of energie. Bij de eerste opdracht mocht ik met niemand van de brandweer in een groep en zo leer je elkaar direct kennen. Iedere organisatie is anders en heeft zijn eigen specifieke belangen en kenmerken. En daar leer je van. Ik ben echt donkerrood, maar er is gewoon veel meer. We leveren allemaal een aandeel en iedereen is even belangrijk. Maar binnen iedere kolom zitten ook rode lijnen en kun je van elkaar leren.”
De noodzaak tot samenwerking is groter geworden
Ik merk dat vooral bij de preparatie en aan de staart van het incident; de nazorg. Als we bijvoorbeeld betrokken raken bij een incident waarbij de continuïteit van de energielevering in het geding is, heeft dat een enorme impact op de samenleving. Hoe keer je na het incident terug in het normale? Daar heb je elkaar gewoon voor nodig. Je moet op de juiste momenten de juiste mensen goed in positie zetten. Communicatie wordt ook steeds belangrijker. Met de bevolking, maar ook naar elkaar. Hoe communiceren we bijvoorbeeld richting de gemeente? Wat speelt er nou bij een burgemeester? Waar zitten zijn of haar belangen bij het incident of de crisisbeheersing? Daar heb ik echt meer inzicht in gekregen.”
“Op een gegeven moment zie je dat de wereld in beweging is. En dat de brandweer en de veiligheidsregio in beweging zijn. En je beseft dat je het als brandweer alleen niet redt. Wij worden vaak als ‘de gereedschapskist’ gezien. Mensen weten het niet en bellen dan maar de brandweer. Maar als er echt iets aan de hand is, wordt dit alleen maar opgelost door de multidisciplinaire samenwerking tussen politie, GHOR, gemeenten en tegenwoordig bijvoorbeeld ook de energiebedrijven.”
Wat is er nou echt aan de hand?
“Tegenwoordig schrijf ik als een casus of vraagstuk zich aandient even op wat er nou echt aan de hand is. Wat moeten we hier beantwoord krijgen? En wat zijn onderliggende vragen die uiteindelijk bijdragen tot het antwoord op die vraag? Dat stuk onderzoek heb ik wel geleerd bij MCPM. Daarnaast heb ik veel meer begrip voor de verschillende belangen die spelen. En ook ben ik nog meer bewust geworden dat wij van de brandweer niet overal van zijn. Het besef dat je niet zomaar overal moet instappen en dat je niet altijd het wiel hoeft uit te vinden. Zo ben ik voor mijn thesis naar Duitsland, België en Frankrijk geweest. Je leert om je heen kijken in de wereld. Want er is al heel veel.”
“De samenleving verandert zo snel qua technologie, maar ook qua populatie en toch ook in de houding en gedrag van mensen. En dat speelt allemaal een rol, waardoor het heel belangrijk is dat je er niet door verrast gaat worden. Dat betekent meer goed aan de voorkant nadenken met elkaar. Als er een incident is, samen echt goed doorgronden wat er aan de hand is. En wat de effecten van besluiten zijn die we eventueel met elkaar gaan nemen.”
Meer informatie over de MCPM
Meer weten over de opleiding die in januari 2027 weer van start gaat? Kijk op de opleidingspagina van de Master of Crisis and Public Order Management.
Bekijk ook
Hoogste brandweeronderscheiding voor lector Ricardo Weewer
17 oktober 2024
Donderdag 17 oktober 2024 ontving lector Brandweerkunde Ricardo Weewer tijdens het Brandweerevent in Nijkerk het Gouden Kruis van Verdienste Brandweer. Tijs van Lieshout, voorzitter van Brandweer Nederland, reikte Weewer de hoogste brandweeronderscheiding uit als waardering voor zijn jarenlange, bijzondere inzet voor de brandweer.

Na diverse functies bij Brandweer Amsterdam vervuld te hebben, waaronder die van plaatsvervangend commandant, startte Weewer in 2011 als lector Brandweerkunde bij het NIFV, voorloper van het NIPV. Eerst in deeltijd en vanaf 2015 fulltime als lector. In de afgelopen tien jaar heeft het lectoraat Brandweerkunde onder de bezielende leiding van Weewer een grote ontwikkeling doorgemaakt en heeft het onderzoek een grote vlucht genomen. Met kennisontwikkeling en innovatie zet Weewer zich in voor veilig en adequaat brandweeroptreden. Dit betreft niet alleen de incidentbestrijding, maar ook de (vakbekwaamheids)organisatie van de brandweer, inclusief cultuur en leiderschap.
Brandweermensen betrekken bij onderzoek
Bij het doen van onderzoek vindt Weewer het heel belangrijk om brandweermensen uit de praktijk te betrekken. Dat begon bij de brandproeven in sloopwoningen in Zutphen in 2014. De experimenten, uitgevoerd samen met het lectoraat Brandpreventie, waren uniek voor binnen- en buitenland en kregen veel waardering. Andere belangrijke onderzoeken met deelname vanuit de praktijk waren het meerjarige onderzoek naar commandovoering, de experimenten rookgaskoeling en het grote praktijkonderzoek naar rookverspreiding in Oudewater. De resultaten droegen bij aan wat later is gaan heten de Basisprincipes van brandbestrijding. Daarnaast heeft het recentere onderzoek naar de brandweermens en de brandweerorganisatie, zoals vrijwilligheid en leiderschap, veel nieuwe inzichten opgeleverd. Met alle onderzoeken zijn puzzelstukjes geleverd voor het werken aan een toekomstbestendige brandweer.
Verbinder van praktijk en wetenschap
Er waren mooie woorden voor Weewer bij de uitreiking. De lector kan als geen ander de verbinding maken tussen twee werelden: die van de wetenschap en de praktijk. Weewer is zichtbaar en verbonden met de doelgroepen van de werkvloer, vakraden, netwerken, vakgroepen en Communities of Practice. Hij is in staat om zaken zo duidelijk en met zo veel enthousiasme te verwoorden dat dit aansluit op de beleving van álle brandweermensen. Weewer heeft de afgelopen jaren een grote bijdrage geleverd aan belangrijke veranderingen binnen de Nederlandse brandweer. Zoals de Brandweer over morgen, Rembrand, de doctrine Brandbestrijding en de Basisprincipes van brandbestrijding.
Internationaal van grote betekenis
Ook voor het internationale netwerk is Weewer van grote betekenis. Dankzij zijn uitstekende kennis en onderzoeken op het gebied van brandweerkunde wordt hij internationaal gezien als een gerenommeerd onderzoeker en spreker. Samen met het Amerikaanse Underwriters Laboratories heeft hij gewerkt aan wereldwijde standaarden voor de brandweer. Weewer is één van de initiatiefnemers van het Internationaal Congres Fire Safety & Science dat het NIPV ieder jaar organiseert. En veel onderzoeken van het lectoraat worden in het buitenland bestudeerd, overgenomen of geïmplementeerd.
Prachtige blijk van waardering
Coby Flier, directeur Onderwijs en Onderzoek, is trots op Weewer: “Deze onderscheiding is een prachtige en terechte blijk van waardering voor al het belangrijke werk dat Ricardo Weewer de afgelopen jaren voor de brandweer heeft gedaan. Zijn primaire drive als lector was én is om met kennisontwikkeling en kennisdeling eraan bij te dragen dat brandweermensen veilig hun werk kunnen doen. Waarbij het zijn doel is om de brandweer kennis te leveren die gebaseerd is op feiten in plaats van op alleen ervaringen en opvattingen. Daarin is hij ruimschoots geslaagd.”
Bekijk ook
Twaalf nieuwe scenario’s energietransitie beschikbaar
10 oktober 2024
Het Scenarioboek Energietransitie bevat 12 nieuwe scenario’s over onder andere ammoniak, geothermie en dimethyl ether. Met de scenario’s kunnen veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gebiedsbeheerders efficiënt en uniform adviseren over de omgevingsveiligheidsaspecten van energietransitieprojecten. Met de toevoeging van de 12 nieuwe scenario’s zijn er nu 36 scenario’s beschikbaar.

Veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gebiedsbeheerders hebben voor de uitvoering van hun taken inzicht nodig in de incidentscenario’s die van belang zijn voor de omgevingsveiligheid. De beschikbare scenario’s bieden een goed toegankelijke kennisbasis voor het adviseren over projectaanvragen rondom de energietransitie.
Basis voor scenario’s: energietransitieprojecten uit de praktijk
Het NIPV heeft de12 scenario’s samen met vijf veiligheidsregio’s en een omgevingsdienst opgesteld. De scenario’s zijn ontleend aan (infrastructurele) energietransitieprojecten waarmee zij te maken hebben (gehad) en waarover zij adviseren. Het Scenarioboek Energietransitie is ontwikkeld met een bijdrage uit het ‘Ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid’ van Omgevingsdienst NL.
Scenario’s bekijken?
Ga naar de website Scenarioboek Energietransitie.
Bekijk ook
Optimalisatie van zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen: publicaties geactualiseerd
9 oktober 2024
Bij een incident met een gevaarlijke stof (IGS) bestaat de mogelijkheid dat slachtoffers gecontamineerd raken met deze stof. Dit brengt specifieke aandachtspunten met zich mee voor de hulpverleners. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de risico’s, maar ook beseffen dat deze beperkt zijn. Levensreddende zorg kan, zelfs met beperkte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), altijd doorgaan.

Geactualiseerde leidraden voor hulpverleners
Het is essentieel dat de hulpverlening aan de slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief, proportioneel en goed op elkaar afgestemd zijn. Er zijn drie documenten die een bijdrage leveren aan de zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen, en die nauw aan elkaar gerelateerd zijn. Om deze up-to-date te houden en goed op elkaar af te stemmen, zijn deze documenten onlangs geactualiseerd.
Nieuwe Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen
Het NIPV heeft de ‘Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen‘ opgesteld met een werkgroep van betrokken partijen. Deze nieuwe handreiking vervangt de ‘Handreiking Decontaminatie’ (werkversie 1.1, 2019). In deze handreiking wordt de multidisciplinaire samenwerking in het veld bij hulpverlening aan slachtoffers bij een incident met gevaarlijke stoffen beschreven.
Het document is bestemd voor medewerkers van de brandweer, politie, ambulancezorg, GGD/GHOR, gemeente/bevolkingszorg en meldkamer. Het perspectief van de nieuwe handreiking is wezenlijk anders dan van de oude Handreiking Decontaminatie: van decontaminatie naar optimale zorg voor het slachtoffer (waar decontaminatie onderdeel van kan zijn). Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de deskundigen van de hulpdiensten, te weten de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS), de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) en de Teamleider CBRN-Explosieven Veiligheid (TEV), en hun officieren van dienst.
Rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht heeft het rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd. In de afgelopen jaren is onder medische hulpverleners de bezorgdheid over hun eigen veiligheid tijdens decontaminatie of behandeling van chemisch gecontamineerde patiënten toegenomen. Deze angst kan leiden tot het uitstellen van levensreddende zorg of tot grootschalige evacuatie en tijdelijke sluiting van een spoedeisende hulp. Dit rapport legt uit dat gecontamineerde patiënten voor hulpverleners een zeer beperkt risico vormen en bespreekt het proportioneel gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het rapport is een verdere uitwerking van een eerder door het NVIC gepubliceerd internationaal artikel over dit onderwerp en richt zich naast ziekenhuispersoneel ook op ambulancezorgprofessionals. Een samenvatting van het rapport is ook beschikbaar in een videopresentatie.
Bekijk het rapport op de website van het UMC
Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen
In 2022 publiceerde het NVIC nieuwe inzichten in de risico’s voor hulpverleners rondom gecontamineerde patiënten. Dit vormde voor het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de aanleiding voor het opstellen van de Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen. De leidraad beschrijft onder andere een uniforme, proportionele en haalbare werkwijze voor alle medewerkers die betrokken (kunnen) zijn bij de ziekenhuisopvang van slachtoffers van incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS). Daarnaast bevat de leidraad de benodigde faciliteiten, materialen en middelen, de rollen en taken van hulpverleners in het decontaminatieproces en de aanbevolen opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten (OTO). Ten slotte beveelt de leidraad een praktische PBM-set aan die voldoende bescherming biedt, snel kan worden aangetrokken en hulpverleners niet hindert bij het uitvoeren van medische handelingen. De leidraad is tot stand gekomen na consultatie van medewerkers in ziekenhuizen en verschillende relevante externe partijen (zoals toxicologen, GAGS en het NVIC) en is afgestemd met betrokken partijen.
Bekijk de leidraad, deel A en B, van het LNAZ
Bekijk ook
Oefening STH en USAR.NL met explosie portiekflat
8 oktober 2024
Tijdens hun jaarlijkse oefening werkten het landelijke Specialisme technische hulpverlening (STH) en USAR.NL samen met de lokale brandweer om zes slachtoffers uit een ingestorte portiekflat te bevrijden. Door te oefenen, verbeteren de specialistische teams hun kennis en gaat samenwerken tijdens een daadwerkelijk incident gemakkelijker. Veiligheidsregio’s kunnen een beroep doen op de teams bij incidenten waarbij instortingsgevaar dreigt of wanneer slachtoffers met een standaardinzet niet te bereiken zijn.

‘Explosie’ in portiekflat in Leeuwarden
De jaarlijkse oefening was vorige week en duurde vijf dagen. Theo Uffink, adviseur en trainer bij het NIPV, was medeorganisator van de oefening. “Elk van de vijf STH-teams kwam een dag naar Leeuwarden toe om het scenario door te lopen samen met een USAR.NL-team. Van tevoren wisten zij het precieze scenario niet, zodat de oefening zo echt mogelijk was.”
Eenmaal ter plaatse krijgen de teams te horen dat er in een portiekflat op 3 hoog een explosie was. Zes woningen zijn zwaar beschadigd of helemaal weg. De lokale brandweer verricht metingen omdat er ook nog eens een gaslucht geroken is. Het is aan het STH-team en het USAR.NL-team om het lokale gezag te adviseren en goed samen te werken tijdens het zoeken en bevrijden van slachtoffers.
Oefenlocatie vinden is niet gemakkelijk
Uffink vertelt dat het jaarlijks vinden van een locatie een hele klus is. “Aan de oefening doen vijf dagen lang elke dag andere teams mee die uit het hele land komen. We plannen de oefening al ver van tevoren in, zodat iedereen erbij kan zijn. Je moet dan wel een locatie vinden die gepland staat voor sloop precies op het moment dat onze jaarlijkse oefening gepland staat.” Is er een locatie op het oog, dan heeft de organisatie contact met de eigenaar, met de sloper en soms ook met de gemeente voor verkeersmaatregelen.. “Vorig jaar hadden we pas twee weken van tevoren een geschikte plek. Daarom ben ik heel blij met STH Noord, want zij hebben dit jaar de locatie aangedragen en heel veel regelwerk gedaan. Daarom hebben we nu zo’n goede locatie voor de oefening.”
Specialistische technische kennis bij grote of complexe incidenten
Wally Paridaans, landelijk coördinator STH, vertelt wanneer STH en USAR.NL ingezet worden: “Iedere veiligheidsregio levert technische hulpverlening, bijvoorbeeld als een slachtoffer bekneld zit. Bij complexe of grote incidenten kan het lokale gezag STH vragen om extra specialistische bijstand. USAR.NL helpt zo nodig ook met het zoeken en redden van bedolven slachtoffers. Zij vullen STH dan weer aan met onder meer zoekhonden en specialistische verpleegkundigen.”
Naadloze samenwerking tijdens een incident
Tijdens een echt incident kunnen STH en USAR.NL de lokale brandweer ondersteunen met specialistische kennis. Uffink: “Naadloze samenwerking is belangrijk om slachtoffers veilig en snel te bevrijden. De teams zetten hier dan ook op in tijdens de oefening. Elkaars expertise gebruiken ze bijvoorbeeld bij het stabiliseren van een pand en het zoeken naar slachtoffers met zoekhonden.”
Specialisme technische hulpverlening doorontwikkelen
Waar Uffink tijdens de oefendagen de rol van oefenleider had, was Paridaans eerder toeschouwer. “Ik ben meer degene die de STH-teams up-to-date houdt. Ik stimuleer samenwerking en het delen van expertise, faciliteer en ontwikkel het specialistische materieel en onderhoud de contacten met de portefeuillehouder in de Vakraad Incidentbestrijding van Brandweer Nederland. Tijdens de oefendagen heb ik goed werk gezien van STH-specialisten en ook een fijne samenwerking met de USAR.NL-teams en de lokale brandweer.”
“De STH-teams hebben zich sinds 2016 ontwikkeld tot een stabiele eenheid waarop de regio’s een beroep kunnen doen in de vorm van een advies en reddingen. Maar de wereld verandert en we bereiden ons ook voor op toekomstige risico’s. Denk aan een complexe instorting tijdens een hevige storm. Of meer hoogbouw waarbij je op grote hoogte mensen redt. We zien voldoende draagvlak en uitdaging om onszelf hierop voor te bereiden”, sluit Paridaans af.
Bekijk ook
Rapport ‘Bestuurlijke aspecten van veiligheid in de energietransitie’ geeft inzicht in veiligheidsrisico’s voor lokale bestuurders
7 oktober 2024
Het NIPV heeft in opdracht van portefeuillehouder Veilige energietransitie van het Veiligheidsberaad, burgemeester Snijders van Zwolle, een verkennende studie uitgevoerd naar de grootste veiligheidsrisico’s voor de samenleving als gevolg van de energietransitie.

Inzicht in veiligheidsrisico’s
Het rapport behandelt drie vragen:
- Welke veiligheidsrisico’s van de energietransitie zijn het grootst?
- Welke partijen spelen een rol in de energietransitie in Nederland en welke middelen hebben zij tot hun beschikking om met de grootste geïdentificeerde risico’s om te kunnen gaan?
- Wat kunnen we leren van de manier waarop landen die vergelijkbaar zijn met Nederland omgaan met grote veiligheidsrisico’s van de energietransitie?
De resultaten van deze verkennende studie geven een overzicht van de meest relevante risico’s. Daarnaast worden de instrumenten verkend die regionale en lokale bestuurders tot hun beschikking hebben om met deze, soms nieuwe, risico’s om te gaan.
Drie risico’s vragen bijzondere aandacht
Uit dit onderzoek volgen drie risico’s die bijzondere aandacht vergen van het Veiligheidsberaad. Deze risico’s hebben namelijk zowel een reële kans van optreden als ook mogelijk ernstige effecten:
- Een toenemende elektrificatie van processen in woningen in samenhang met het toepassen van meer ‘duurzame’ materialen in de woonomgeving.
- Een groeiend aantal (grootschalige) batterij-elektrische energieopslagsystemen.
- Toenemend transport van gevaarlijke stoffen als gevolg van de energietransitie.
Het rapport maakt duidelijk dat regionale en lokale bestuurders beperkte mogelijkheden hebben om met de drie geïdentificeerde risico’s om te gaan.
Lees het volledige rapport
Bekijk ook
Onderzoeksresultaten lectoraat Brandweerkunde breed bekend, relevant en toegepast
3 oktober 2024
Kennis krijgt pas waarde als deze wordt benut. Uit een evaluatieonderzoek van het NIPV blijkt dat de onderzoeken van het lectoraat Brandweerkunde goed worden beoordeeld. “En, nog mooier, dat de resultaten worden gebruikt in de brandweerpraktijk”, vertelt lector Brandweerkunde Ricardo Weewer. Een van de aanbevelingen is om vooral bij het verspreiden van kennis nog nauwer en gestructureerder samen te werken met de brandweer. En om aan te sluiten bij de leervoorkeuren van brandweermensen. “Onderzoeksresultaten kunnen dan nog beter landen in het veld.”

Inzicht in kennis verspreiden en kennis benutten
Het NIPV heeft de evaluatie gedaan om helder te krijgen of het onderzoek dat het lectoraat Brandweerkunde heeft gedaan ook daadwerkelijk effect heeft. Weewer: “Met andere woorden, of brandweermensen bekend zijn met de onderzoeksresultaten. En of ze de kennis waarderen en echt toepassen in hun werk. Ook hebben we onderzocht of de verschillende manieren van kennisverspreiding hierbij hebben geholpen.”
Het onderzoek bestond uit een literatuurstudie, gebruiksanalyse, (groeps)interviews en een enquête. “Bijna 1600 brandweermensen vulden voor ons de enquête in. Een prachtige respons, waar we heel blij mee zijn. Dit geeft aan dat onze onderzoeken belangrijk worden gevonden”, zegt Weewer.
Verschillende publicatievormen en deelname brandweermensen aan onderzoeken
De belangrijkste conclusies van het evaluatieonderzoek zijn:
- De impact van de onderzoeken is heel groot door het grote bereik, de hoge waardering en de toepassing van onderzoeksresultaten in de praktijk. Door verschillende publicatievormen te gebruiken, sluit het NIPV aan bij de behoeften van repressieve en niet-repressieve brandweermensen. Participerend onderzoek zorgt voor een hogere waardering. Dit is onderzoek waarbij brandweermensen nauw betrokken zijn geweest of waaraan ze hebben meegewerkt.
- De leervoorkeuren van de brandweermensen zijn een combinatie van doen, luisteren, kijken en lezen. Deze leervoorkeuren spelen een belangrijke rol bij de waardering van de inzichten uit de onderzoeken: de waardering is hoog wanneer de publicatievormen goed aansluiten op de voorkeuren. Dit benadrukt het belang van doelgroepgerichte kennisverspreiding.
- Brandweermensen ervaren belemmeringen in de structuur en het proces van kennisverspreiding binnen de brandweer. Hierdoor zijn er verschillen in kennis tussen pas opgeleid en ervaren brandweerpersoneel, en tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Leidinggevenden en vakbekwaamheidsmedewerkers vinden het lastig om onderzoeksresultaten te verspreiden. Dit omdat veranderingen soms snel gaan en er te weinig structuur en middelen zijn.
Brandweer blijven betrekken bij kennis verspreiden
Uit de evaluatie komt een aantal aanbevelingen naar voren voor het NIPV en voor de brandweer:
- Ga als NIPV door met participerend onderzoek en betrek de brandweer bij de uitvoering van het onderzoek en bij de verspreiding van de onderzoeksresultaten.
- Blijf als NIPV kennis verspreiden via een combinatie van verschillende publicatievormen die aansluiten bij de leervoorkeuren van brandweermensen.
- Zorg als brandweer voor meer landelijke regie bij het vertalen van onderzoeksresultaten naar de praktijk. Afstemming tussen vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven, bevordert een uniforme en efficiënte kennisdeling.
Evaluatie lectoraat Brandweerkunde
Onder leiding van een externe evaluatiecommissie vond op 16 september jl. de evaluatie plaats van het lectoraat Brandweerkunde. Samen met stakeholders uit de beroepspraktijk en met interne stakeholders werd gereflecteerd op de wijze waarop en de mate waarin het lectoraat de afgelopen 10 jaar zijn ambities heeft gerealiseerd. Het doel van de evaluatie is om het onderzoek en de rol van het lectoraat Brandweerkunde te versterken. Het evaluatierapport verschijnt binnenkort.
Lees de samenvatting of het volledige rapport
Welke publicatievormen waarderen brandweermensen het meest?
- Doen: instructie, praktijktraining, oefenavonden, oefeningen, demo’s, proefjes
- Luisteren: verhalen van collega’s, webinars
- Kijken: (leer)films, video’s, animaties
- Lezen: samenvattingen, kennispublicaties, casuïstiek
Bekijk ook
Het eerste landelijke traineeship omgevingsveiligheid is een feit
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, oktober 2024
Van 13 jonge mensen gaat daadwerkelijk het hart sneller kloppen bij termen als crisismanagement, ruimtelijke ordening, (fysieke) veiligheid, procesindustrie en chemie. Zij nemen deel aan het traineeship omgevingsveiligheid van de veiligheidsregio’s en worden opgeleid tot specialist ruimtelijke veiligheid of specialist industriële veiligheid van de toekomst.

Het traineeship is ontwikkeld door het LEC Industriële Veiligheid in samenwerking met het NIPV en het netwerk Industriële Veiligheid. Begin dit jaar hebben de tien deelnemende veiligheidsregio’s en Brandweer Nederland de handen ineengeslagen en gezamenlijk een wervingscampagne voor het tweejarig traineeship omgevingsveiligheid opgezet. Deze campagne was zeer succesvol; er waren zelfs meer geschikte kandidaten dan beschikbare plaatsen. In alle deelnemende veiligheidsregio’s is een trainee aangenomen, waardoor het traineeship met een volle groep in september van start kon gaan!
Verbinding
Op 11 september zijn de trainees gestart met een driedaagse introductie. Na de ontvangst met lunch werden de verwachtingen gedeeld. Als nummer één kwam naar voren het verbinden en het elkaar kunnen vinden. Maar ook gezelligheid en inzicht in de opbouw van het traineeship scoorden goed. Na de lunch opende Jolanda Trijselaar (algemeen directeur/regionaal commandant Midden- en West-Brabant en portefeuillehouder Industriële Veiligheid binnen de RCDV) de driedaagse met een inspirerend verhaal.
Investeren in jong talent
Al jaren investeren de 25 veiligheidsregio’s in het opleiden van toekomstig repressief leidinggevenden, bijvoorbeeld door de voltijds officiersopleiding. Maar nooit eerder pakten ze het zo groots aan voor medewerkers risicobeheersing. Jolanda Trijselaar: “En terecht, want onze kennis en kunde op het gebied van risicobeheersing en brandpreventie is ontzettend groot en waardevol voor gemeenten en hun inwoners. Door goede adviezen proberen we de kans op incidenten te voorkomen. In onze snel veranderende samenleving is dat best spannend gezien de vele nieuwe risico’s die voortkomen uit onder andere de energietransitie en klimaatverandering. Extra belangrijk om in jonge talenten te investeren en hen mee te nemen in deze ontwikkelingen.”
Teambuilding
De 3 dagen stonden vooral in het teken van teambuilding. Persoonlijke drijfveren, inzicht in gedragsstijlen van de trainees, samen sporten en samen eten, en samen brandjes blussen zorgden ervoor dat er al snel sprake was van een mooie verbinding tussen de trainees. Er is een hele mooie basis gelegd voor de komende twee jaar, waar de trainees in hun eigen regio aan de slag gaan met advisering, vergunningverlening en toezicht en als groep gezamenlijk het scholingsprogramma volgen.
Vooruitblik
In de week daarna waren de trainees te gast bij het NIPV voor de startbijeenkomst van de leerlijn. Linda van de Ven heeft de trainees meegenomen in de inhoud van het lesprogramma, ook is er een bezoek gebracht aan het brandweer monument. Een indrukwekkend moment, waarbij de keuze voor dit vakgebied nog meer betekenis kreeg voor de trainees. Naast het opdoen van vakinhoudelijke kennis wordt binnen het traineeship ruim aandacht besteed aan persoonlijke ontwikkeling en het opbouwen van een netwerk binnen en buiten de veiligheidsregio’s.
Wij zullen jullie gedurende het traineeship op de hoogte houden van de reis van deze groep gemotiveerde jonge talenten!

