“Uitdagingen in natuurbrandveiligheid zijn internationaal vergelijkbaar”

Uit: nieuwsbrief Natuurbrandveiligheid, januari 2025

“Zelfs als je volledig voorbereid bent op natuurbranden kun je niet alle branden voorkomen. Wat je wél kunt doen, is ervoor zorgen dat alle voorbereidende maatregelen op orde zijn en de schade zo veel mogelijk beperken”, zegt onderzoeker Hugo Lambrechts van het NIPV. 

Hugo Lambrechts is onlangs gestart als onderzoeker natuurbrandveiligheid bij het NIPV. Hij groeide op in een struisvogelboerderij in de buurt van Kaapstad en maakte van jongs af aan veel natuurbranden mee. Ook op hun eigen boerderij waarbij alle boomgaarden, weilanden en de boerderij waarin zij woonden afbrandde. Lambrechts  studeerde bosbeheer aan de Universiteit van Stellenbosch. De afgelopen 4 jaar deed hij promotieonderzoek aan de Wageningen Universiteit gericht op natuurbranden en geïntegreerd brandbeheer in Europa. 
 
“Zowel Nederland als Zuid-Afrika wordt geconfronteerd met een toenemend brandrisico door klimaatverandering, groeiende uitdagingen in de wildland-urban interface (WUI) en een gedeelde behoefte aan betere risicobeoordeling, bewustwording en geïntegreerd brandmanagement. In Nederland wordt vuur vooral als een bedreiging gezien, met nadruk op preventie, snelle detectie en risicoanalyse, terwijl gecontroleerde branden minder worden toegepast. En waar Zuid-Afrika gebruik maakt van goed ingebedde instellingen zoals Fire Protection Associations, zet Nederland vooral in op samenwerking tussen brandweer, beleidsmakers en natuurorganisaties”, vertelt Lambrechts. 

Hugo Lambrechts, onderzoeker
Hugo Lambrechts, onderzoeker

In Nederland kunnen droogteperiodes ertoe leiden dat gebieden branden die normaal gesproken niet brandgevoelig zijn. “Ik zie vaak overeenkomsten tussen de wildland-urban interface in Nederland en de Knysna-natuurbranden van 2017 in Zuid-Afrika. In sommige delen van de Garden Route in Zuid-Afrika wordt het risico op natuurbranden als laag beschouwd omdat de vegetatie meestal vochtig is. Het bouwen van huizen in de bossen is daar ook vrij gebruikelijk. Maar in 2017 leidde een extreme droogte tot meerdere natuurbranden die zich verspreidden naar de stad Knysna. Meer dan 10.000 mensen moesten worden geëvacueerd en er vielen 8 dodelijke slachtoffers. Waaronder 2 brandweermannen. In totaal moesten 1.059 formele woningen en 385 informele woningen worden geëvacueerd. De brand verwoestte een gebied van 19.316 hectare. 

 Deze gebeurtenis benadrukt hoe extreme droogte en veranderende omstandigheden kunnen leiden tot rampzalige branden. Zelfs in gebieden die normaal gesproken niet brandgevoelig zijn. Dit biedt belangrijke lessen voor Nederland, waar droogte en klimaatverandering de risico’s in de wildland-urban interface vergroten.” Lambrechts: “Veel mensen denken dat Nederland anders is dan andere landen, maar in werkelijkheid zijn de uitdagingen op het gebied van natuurbrandveiligheid internationaal vergelijkbaar. Toch zijn er in Nederland ook unieke problemen. De meeste mensen beseffen nog steeds niet dat natuurbranden hier kunnen of zullen voorkomen. Nederland is dichtbevolkt, bewustwording en voorbereiding zijn daarom belangrijk.” 

“De komende tijd ga ik binnen het programma Natuurbrandveiligheid onderzoeken wat de wildland-urban interface in Nederland precies inhoudt. Welke term zouden we in Nederland hiervoor moeten gebruiken? Wat is de omvang van de wildland-urban interface in Nederland? Daarnaast wil ik internationale best practices identificeren die we ook in Nederland kunnen toepassen. Mogelijk organiseer ik ook stakeholderworkshops om deze best practices te vertalen naar de Nederlandse context”, sluit Lambrechts af.