label Fysiek veilige leefomgeving

“Wil graag mijn bijdrage leveren aan brandweeronderwijs” 

Oktober 2024

De verbinding met het werkveld, het maatschappelijke belang van de brandweer en de veranderopgave binnen het brandweeronderwijs zijn ingrediënten die mijn hart sneller doen kloppen en waar ik graag mijn bijdrage aan wil leveren.

Profielfoto Ciska Baris

Halverwege augustus ben ik begonnen als teammanager brandweeropleidingen operationeel binnen het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV. Ik heb mijn eerste indrukken kunnen opdoen binnen het team, het NIPV en Brandweer Nederland. Ik tref professionals aan met een hart voor de brandweer, een enorme expertise en een drive voor betekenisvol werk. 

Van politie naar brandweer  

Na mijn studie psychologie ben ik aan de slag gegaan bij het trainingsbureau Boertien Training, waarna ik ben overgestapt naar de politie en dan de politieacademie in het bijzonder. De laatste jaren vervulde ik de rol als teamchef hoger politieonderwijs. In die periode is er een transitie ingezet naar het flexibiliseren en vernieuwen van hoger politieonderwijs en het versterken van de onderwijskwaliteitscultuur. Persoonlijk heb ik veel geleerd over opleiden, leiderschap en het verbinden van onderwijs aan de praktijk. Toen ik de vacature zag als teammanager brandweeronderwijs was de keuze snel gemaakt. De hechte verbinding met het werkveld, het maatschappelijke belang van de brandweer en de mooie veranderopgave binnen het brandweeronderwijs zijn ingrediënten die mijn hart sneller doen kloppen en waar ik graag mijn bijdrage aan wil leveren. 

Flexibiliseren  

Het team Brandweeropleidingen operationeel is verantwoordelijk voor alle landelijke onderwijs- en examenproducten die het NIPV voor operationele brandweerfuncties ontwikkelt, inclusief de officiersopleidingen. De komende jaren zal het operationele brandweeronderwijs worden geflexibiliseerd. Flexibiliseren heeft als doel om het onderwijs beter af te stemmen op de wensen en mogelijkheden van de student en het werkveld; we versterken de driehoek. Voor studenten zal het door een flexibel leerlandschap makkelijker en aantrekkelijker worden om een opleiding te volgen. Bijvoorbeeld door meer tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs aan te bieden. Door het versterken van de aansluiting bij het werkveld, blijft het onderwijs actueel en kan de behoefte van het werkveld sneller vertaald worden naar onderwijs. Als onderwijsinstelling blijven wij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Het klinkt simpel maar deze ambitie zal een omslag vragen in onze samenwerking binnen het stelsel voor het ophalen van de onderwijsbehoefte en de opzet van onze opleidingen. Binnen de niet-operationele brandweeropleidingen zijn al mooie voorbeelden ontwikkeld van hoe een flexibel leerlandschap eruit kan zien. 

Wens 

Om na twee maanden je ambitie uit te spreken is te snel. De inhoudelijke kant van het brandweervak binnen de opleidingen is sterk, van een tevredenheidsscore van gemiddeld 7,4 kunnen andere onderwijsinstituten enkel dromen. Als ik wel al een wens mag uitspreken dan is het de aandacht voor de mentale weerbaarheid binnen de opleidingen. Er wordt veel gevraagd van brandweermensen: ingrijpende gebeurtenissen, toenemende agressie, hoge werkdruk etc. De emotionele en mentale belasting kan overweldigend zijn. Door jezelf en je eigen patronen te leren kennen, kan je een groter handelingsrepertoire opbouwen om met emotioneel zware situaties om te gaan. Dit is essentieel als we spreken over duurzame inzetbaarheid. 

Expertise en samenwerking  

De kennis en expertise die nodig is om het brandweervak goed uit te oefenen verrast mij. Deze is nog vele malen specialistischer en complexer dan ik van tevoren heb kunnen bedenken. Ik ben blij verrast dat deze expertise binnen het onderwijsteam in samenwerking met collega’s uit de veiligheidsregio’s binnen het onderwijs breed en sterk vertegenwoordigd is. Deze samenwerking met de veiligheidsregio’s, de regionale opleidingsinstituten (roi’s) en de diverse gremia van Brandweer Nederland is essentieel om het onderwijs actueel en praktijkgericht te houden. Ik ben onder de indruk hoe het NIPV zijn taak als kennisinstituut vervult; de activiteiten bij onderzoek, onderwijsontwikkeling en ontwikkelingen in ons werkveld zijn dicht aan elkaar verbonden. Dit maakt dat we als NIPV niet naast maar midden in de actualiteit staan. Van iedereen voel ik een gezamenlijk doel en opgave om de brandweermensen op een veilige en kundige manier hun vak te laten uitoefenen. Het is een klassieker maar daarmee niet minder krachtig: ‘onderwijs maak je samen’.  

Eerste maand 

Voor mij zijn het twee maanden geweest met veel indrukken. Ik heb veel professionele en gedreven mensen leren kennen en hoop veel van jullie te ontmoeten. De komende tijd zal ik daarom met onderwijs meelopen en een bezoekje brengen bij verschillende regionale opleidingsinstituten. Bij mijn sollicitatie is mij verteld dat ik bij het COVB van het NIPV naast mijn blauwe hart een rood hart zal ontwikkelen. Als ik nu al voel hoe trots ik ben om deel uit te mogen maken van het NIPV en bij te mogen dragen aan de professionalisering van brandweermensen, dan verwacht ik dat het rode hart niet lang op zich zal laten wachten. 

Ciska Baris 
Teammanager brandweeropleidingen operationeel 

Blog: burgerparticipatie bij energietransitieprojecten: omgevingsveiligheid is geen sinecure

26 juli 2024

Gaat het om de kans op een incident bij energietransitieprojecten of het effect ervan? Waar omwonenden zich met name focussen op de mogelijke effecten, ligt de focus van bevoegd gezagen – maar ook van bedrijven – vooral op het nemen van maatregelen om de kans op incidenten te verkleinen. Het blijkt lastig om die verschillende zienswijzen binnen de energietransitie te verenigen. Maar dat zal toch moeten, blogt onderzoeker Margreet Spoelstra.

Op de voorgrond Rozenburg dat ingesloten is door de petrochemische industrie. Op de achtergrond de opslagtanks voor o.a. ammoniak.
Op de voorgrond Rozenburg dat ingesloten is door de petrochemische industrie. Op de achtergrond de opslagtanks voor o.a. ammoniak.

Met de komst van de Omgevingswet is participatie met burgers, bedrijven en organisaties een verplichting voor overheden. Bij het opstellen van omgevingsvisies en -plannen moeten overheden belanghebbenden betrekken, omdat het over de invulling en indeling van de ruimte in een gemeente, een provincie of zelfs Nederland gaat. Ook bedrijven doen dit steeds vaker, maar ze zijn hiertoe niet verplicht. Het lectoraat Energie- en transportveiligheid van het NIPV wordt geregeld gevraagd om als onafhankelijk expert bij te dragen aan bewonersavonden of omgevingstafels over omgevingsveiligheid en gevaarlijke stoffen.

Dit voorjaar leverde ik een bijdrage aan een paar bewonersavonden die draaiden om de veiligheidsaspecten van het grootschalig opslaan van ammoniak in een industriële omgeving dicht bij Rozenburg. In het dorp en daarbuiten bestaan grote bezwaren tegen de komst van een grote opslagtank met ammoniak. De provincie Zuid-Holland organiseerde de bewonersavonden met als doel omwonenden te informeren over ontwikkelingen. Door met elkaar in gesprek te gaan in plaats van over elkaar te praten, hopen bedrijven op meer begrip en daarmee ook op een vlottere doorgang van projecten en vergunningaanvragen. Omwonenden zijn daar ook om heel andere redenen aanwezig: zij willen gehoord worden en vernemen dat er iets met hun commentaar en bezwaren wordt gedaan.

Voorbeeld van ammoniakopslag.
Voorbeeld van ammoniakopslag.

Doordat bewoners andere belangen hebben dan bedrijven en overheden, ontstaat een patstelling. En deze patstelling tussen kansen en effecten is maar al te bekend binnen omgevingsveiligheid. Want wanneer zijn risico’s van gevaarlijke stoffen in het algemeen en die van ammoniak in het bijzonder acceptabel? En hoe kunnen betrokkenen de burgers op een juiste manier hierin meenemen?

Tijdens een omgevingstafel ging het over spoorveiligheid en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Wij werden gevraagd te reflecteren op de presentaties die gegeven werden over spoorveiligheid. Wij gaven aan dat het vervoer van ammoniak over het spoor de voorkeur heeft boven het vervoer over de weg, omdat de kans op een groot incident bij spoorvervoer kleiner is dan bij wegvervoer. Wat bleek? De vraagstukken rondom omgevingsveiligheid en het spoor leefden weinig bij deze omwonenden. Het ging hun des te meer om geluid en trillingen die de treinen veroorzaken. En hoewel deze problematiek ons bekend was, was het toch een leermoment dat veiligheid niet altijd het onderwerp is waar de omgeving zich het meest zorgen over maakt. Veiligheid wordt dan, zo lijkt het, erbij gehaald als gelegenheidsargument om de eigen bezwaren ‘extra’ kracht bij te zetten.

Ontspoorde ammoniaktrein in Polen in 2016.
Ontspoorde ammoniaktrein in Polen in 2016.

Het is gebleken op deze avonden dat het een hele kunst is om partijen met verschillende belangen in gesprek te brengen en ‘bij elkaar te houden’. En als het dan gaat over gevaarlijke stoffen, dan doet de kansfactor er amper toe bij omwonenden, terwijl het beleid van zowel bedrijven als overheden juist gericht is op het verlagen van de kans op een incident. Het vergt tijd en inzet van alle betrokkenen om de verschillen in elkaars denkwerelden te herkennen, te erkennen en te respecteren, maar daar niet in te blijven hangen. Anders blijft het in het kleine Nederland een voortdurende strijd tussen bedrijven, burgers en overheden waar gevaarlijke stoffen opgeslagen en getransporteerd kunnen worden. En dat is niet wat de energietransitie nodig heeft.

Margreet Spoelstra
senior onderzoeker-adviseur energie- en transportveiligheid

Eerste uitgave in serie over doelgerichte aanpak brandveiligheid

25 juli 2024

Brandveiligheid is in beweging. De bevolking vergrijst en het aantal thuiswonende zorgbehoevenden neemt toe. De energietransitie is in volle gang en gebouwen moeten energiezuinig en duurzaam zijn. Daarnaast ligt er een enorme woningbouwopgave. Dit alles leidt tot nieuwe brandveiligheidsrisico’s die de traditionele aanpak van regelgerichte brandveiligheid onder druk zetten. Er is een andere, doelgerichte aanpak nodig, zegt lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte.

Foto: Paul van Woerkum Fotografie.

De brandveiligheid in Nederland wordt tot nu toe voornamelijk ingevuld door een regelgerichte benadering. De Witte: “Centraal hierin staan wetgeving, normen, richtlijnen, branchestandaarden en inzetprocedures. Hoewel een regelgerichte aanpak voordelen heeft, zitten er ook nadelen aan. Zoals een focus op het voldoen aan regels. Regels die zijn gebaseerd op historie en incidenten uit het verleden. En daardoor onvoldoende rekening houden met mogelijke (nieuwe) risico’s of incidenten in de toekomst.”

Doelen staan centraal in plaats van regels

Het realiseren van brandveiligheid in situaties waarin regels ontoereikend zijn, vraagt om een andere, meer doelgerichte aanpak. Hierin staan doelen centraal in plaats van regels. “De brandveiligheid wordt voor een specifieke situatie beoordeeld. Hierdoor kunnen alle risico’s worden meegewogen die voor die specifieke situatie relevant zijn. De invulling van de brandveiligheid is dan ook maatwerk voor die situatie. Een bijkomend voordeel is dat de mate van brandveiligheid (risicoacceptatie) inzichtelijk wordt”, vertelt De Witte.

Processchema met de verschillende stappen voor doelgerichte aanpak brandveiligheid

Om een doelgerichte aanpak van brandveiligheid te stimuleren, stelde het NIPV het ‘Introductiedocument doelgerichte brandveiligheid’ op. De Witte: “Zoals de titel van de uitgave al aangeeft, wordt hierin beschreven wat een doelgerichte aanpak van brandveiligheid inhoudt en hoe je dat aanpakt. Hierbij spelen risico’s een belangrijke rol. Maar zonder duidelijke doelen en beoordeling of deze doelen worden gehaald, kunnen risico’s niet goed inzichtelijk worden gemaakt. Risicoacceptatie is dus essentieel.”

Het document introduceert daarom een processchema waarin de verschillende stappen van doelgerichte brandveiligheid zijn opgenomen. Regelgerichte en doelgerichte brandveiligheid kunnen elkaar goed aanvullen. “Om die reden gaat de uitgave ook in op de samenwerking tussen regelgerichte en doelgerichte brandveiligheid. Belangrijke randvoorwaarden voor doelgerichte brandveiligheid zijn kwaliteitsborging en professionaliteit. Ook daar besteedt de uitgave aandacht aan”, licht De Witte toe.

Vervolg: handreiking om doelgerichte benadering toe te passen

Dit introductiedocument is de eerste uitgave in een serie samenhangende kennispublicaties over doelgerichte brandveiligheid. In het najaar verschijnt een handreiking voor het toepassen van doelgerichte brandveiligheid voor gebouwen in Nederland. De handreiking licht de stappen uit het processchema nader toe. Beide uitgaven worden in de toekomst verder aangevuld met ondersteunende documenten die achtergrondinformatie en voorbeelden geven over specifieke onderwerpen of onderdelen binnen de doelgerichte aanpak van brandveiligheid.

De veranderende wereld laat van zich horen

24 juli 2024

In hoog tempo verandert de wereld: de druk op het veiligheidsdomein en de verwachting vanuit de samenleving nemen zienderogen toe. Het afgelopen jaar heeft het NIPV inspirerende podcasts opgenomen die de wereld van nu en de toekomst onder de loep nemen. De podcast top 4 biedt een compact overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de (veilige) energietransitie, de kracht en noodzaak van netwerken en een toekomstblik op crisisbeheersing.

Podcastttips tijdens de zomer

Kennis en kunde blijven delen

 “Het is van belang om je staande te houden als NIPV in een wereld die steeds sneller draait. Kennis delen, kennis ophalen en die toepassen in belang van een veilig en weerbaar Nederland zijn een ‘must do”, aldus teammanager Beleid en Communicatie Clody van Limburg-Stirum. “Visies op de wereld van nu en de toekomst wil je gehoord hebben om er een mening over te vormen.”

Toekomst crisisbeheersing

De Crisis van de Toekomst is een podcastreeks die aansluit bij het rapport Toekomstverkenning Crisisbeheersing. In de podcasts analyseren deskundigen als Maarten van Aalst, Mart de Kruif en Inge Bryan hoe we moeten omgaan met toekomstscenario’s waarin een crisis de hoofdrol speelt. Zijn we daar klaar voor? Wie moet de regie nemen? Waar zitten straks de zwakke plekken?

De Kracht van Netwerken: Samen door de Crisis

Hoe sla je je door een crisis? De kracht en noodzaak van netwerken komt in deze podcastreeks aan bod. Bij bovenregionale dreigingen is het hebben van landelijk beelden cruciaal. Overstromingen en natuurbranden stoppen eenvoudigweg niet bij een regionale grens….

De veiligheid van de energietransitie

In de NIPV Innovatiepodcast belichten we innovatie in het veiligheidsdomein en praten we over de kansen, dilemma’s en bedreigingen van deze nieuwe ontwikkelingen. In de podcast over de veiligheid van de energie transitie gaan o.a. lector Nils Rosmuller en lector Menno van Duin met elkaar in gesprek. De snelheid van de energietransitie in de samenleving is nauwelijks bij te benen… Wat zijn de veiligheids- en bestuurlijke aspecten die hieraan verbonden zijn?

De kenniscirkel van NIPV in de praktijk: onderzoek en onderwijs aan elkaar verbinden

‘Als het incident dan tegen het einde aan loopt dan trekt langzaam de mist op van wat er zich nu eigenlijk heeft afgespeeld in die stad. En dan komt er een gruwelbeeld naar voren’, zegt Paul Brinkman, officier van dienst bevolkingszorg tijdens het schietincident bij het Erasmus Medisch Centrum. ‘Je ziet belangrijke verkeersaders vastlopen, het is chaos en jij bent de spin in het web om dingen te gaan regelen om de ontstane problemen te tackelen’.

Ontwikkelfonds Brandweer 2024: stand van zaken onderwijsproducten  

22 juli 2024

Via de ontwikkelsporen 1, 2 en 3 van het Ontwikkelfonds Brandweer werkt het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV ook dit jaar weer hard aan de landelijke onderwijsproducten voor het vakbekwaam worden en de blijvende vakbekwaamheid van brandweermensen. We doen dit samen met het brandweerveld! Eerder dit jaar is het programma Ontwikkelfonds 2024 gedeeld, dat in samenwerking tussen het NIPV en het werkveld tot stand is gekomen.

Bevelvoerders brandweer aan het werk.
Bevelvoerders brandweer aan het werk.

Drie ontwikkelsporen

Tanja Guyken, één van de verantwoordelijke decanen, licht de stand van zaken toe. “Misschien goed om de kennis over de 3 sporen weer even op te frissen. In ontwikkelspoor 1 wordt onderwijscontent ontwikkeld voor de leergangen in het kader van vakbekwaam worden. In ontwikkelspoor 2 ontwikkelen we leermiddelen voor postbijscholingen, zoals e-modules, instructievideo’s, lesplannen, presentaties, instructeurskaarten en scenario’s. In ontwikkelspoor 3 nemen we de regionale kerninstructeurs mee in de verdiepende vakkennis en de vakdidactiek achter deze leermiddelen. Wanneer we met een postbijscholing een nieuw handelingsperspectief overdragen, zoals in de leerlijn IBGS (IBGS = incidentbestrijding gevaarlijke stoffen) en energietransitie, dan scholen we de instructeurs ook op dat vlak bij. Meestal bestaat een instructeursbijscholing uit een eendaagse plenaire bijeenkomst. Soms kan worden volstaan met het schriftelijk informeren van instructeurs over wijzigingen in bijvoorbeeld leergangen die ook van belang zijn voor bestaand brandweerpersoneel.” 

Huidige stand van zaken

“We zijn natuurlijk hard op weg om de producten op te leveren zoals is afgesproken in het programma van dit jaar”, vertelt Guyken. In onderstaand overzicht staat de huidige stand van zaken vermeld van de producten die in ontwikkeling zijn. Zodra de producten gereed zijn, worden ze via een studieroute in de ELO Brandweer beschikbaar gesteld. “We informeren hierover zowel de hoofden vakbekwaamheid als de regionaal functioneel beheerders van alle veiligheidsregio’s”, voegt zij toe. “De communicatie over de instructeurscursussen in ontwikkelspoor 3 loopt eveneens via de hoofden vakbekwaamheid.”  

Alle veiligheidsregio’s mogen op kosten van het ontwikkelfonds 4 kerninstructeurs naar elke bijscholing afvaardigen. Voor kerninstructeurs van interregionale roi’s zijn extra plaatsen beschikbaar.  

Ondertussen begint de uitvraag ook voor de producten die via het Ontwikkelfonds in 2025 ontwikkeld moeten worden. “De gesprekken zijn gaande met onder andere de vakraden en het Platform Blijvende Vakbekwaamheid om te komen tot een gezamenlijk programma Ontwikkelfonds!”, besluit Guyken. 

Leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds

De leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds zijn:
Marcel Meijs (Vakraad L&O), Monique van Beek (LOBO), Hakan Meijer (Vakraad L&O), voorzitter Jan Pieter Duhen (WVA), Tanja Guyken (NIPV)  

Lees het overzicht Ontwikkelfonds Brandweer 2024: stand van zaken

Lees de notitie Aanpassen onderwijs: het proces in 5 fases

Institutionele inbedding van veiligheid in ammoniakketens

18 juli 2024

Om veiligheid (ook) bij groeiende ammoniakactiviteiten te borgen, komt het NIPV met een aantal aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie.

Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat vooralsnog een beperkt aantal (grote) partijen actief is in de ammoniakketen (productie, opslag, transport en gebruik). Nieuwe (kleinere) spelers zullen deze markt bestormen. Deze nieuwe spelers zullen niet altijd de nodige ervaring hebben met ammoniak(veiligheid). Om veiligheid ook bij groeiende ammoniakactiviteiten te borgen, komt het NIPV met een aantal aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie.

Aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie

  • Huidige grote spelers met ervaring in de ammoniakketen kunnen (veiligheids)voorwaarden stellen bij het aangaan van handelsrelaties met nieuwe ketenpartijen. Zij zouden kennis beschikbaar moeten stellen aan de nieuwe spelers in de markt. Bijvoorbeeld door middel van gezamenlijke opleidingsprogramma’s en kennisuitwisseling.
  • Een sectorbrede aanpak kan zorgen voor een efficiëntere uitwisseling van kennis en ervaring. Hierbij hoort niet alleen het ontwikkelen en communiceren van scenario’s, maar ook het opdoen en verspreiden van kennis over het bestrijden van incidenten door een ketenbrede hulpregeling op te stellen.

Veiligheid in groeiende ammoniakketens

De energietransitie zal leiden tot het transport van grote hoeveelheden ammoniak door Nederland. Het NIPV geeft met dit rapport inzicht in de veiligheid van deze ketens, en onderzocht hoe de relevante wet- en regelgeving is geïmplementeerd en wordt gehandhaafd. Het rapport is opgedeeld in drie onderwerpen.

Grootste effecten bij opslag van ammoniak en onder druk vervoeren van ammoniak per schip

Ten eerste zijn de veiligheidsrisico’s per onderdeel van de keten beschouwd. Ammoniak is een toxische stof, en activiteiten met ammoniak veroorzaken dan ook gevaren voor personen in de omgeving van die activiteiten. Uit dit onderzoek blijkt onder andere dat er grote verschillen bestaan tussen de impact op de veiligheid die diverse activiteiten binnen de ammoniakketen kunnen hebben. De grootste effecten ontstaan bij incidenten met de opslag van ammoniak en bij het onder druk vervoeren van ammoniak per schip. De grote hoeveelheden ammoniak die vrijkomen bij dergelijke incidenten vormen hiervoor de verklaring.

Landelijke wetgeving wordt aangevuld door lokale afwegingen

Ten tweede zijn de institutionele kaders geschetst die deze risico’s beperken. Belangrijke kaders worden gesteld in internationale afspraken voor transport over weg, spoor en water en via de recent uitgebrachte PGS 12 die richtlijnen biedt voor de opslag en overslag van ammoniak. Bovendien blijkt dat lokale afwegingen van belangrijke partijen binnen de ammoniakketen, zoals het Havenbedrijf Rotterdam of de kunstmestfabrikant Yara, van belang zijn voor het borgen van de veiligheid. Deze afwegingen zijn zichtbaar in havenverordeningen en opleidingsprotocollen.

Effectief toezicht en handhaving vragen om doorontwikkeling van expertise

Ten derde is er gekeken naar toezicht en handhaving op deze kaders, en hoe dit is ingericht door de volledige keten. Hieruit blijkt onder andere het belang van de expertise van de betrokken partijen en van het toezicht tussen ketenschakels (bijvoorbeeld tijdens de overslag van opslag naar transport).  

Stappenplan om omgevingsveiligheid te borgen in omgevingsplan

17 juli 2024

Met de komst van de Omgevingswet hebben gemeenten meer mogelijkheden om omgevingsveiligheid op lokaal niveau, in een omgevingsplan, te regelen. Het NIPV schreef een handreiking voor iedereen die betrokken is bij het maken van een omgevingsplan. Centraal in de uitgave staan een analyse van de relevante regelgeving en een stappenplan voor het opstellen van planregels over omgevingsveiligheid.

Inhoud van de handreiking

De handreiking besteedt achtereenvolgens aandacht aan:

  • de rol en positie van het omgevingsplan binnen het stelsel van de Omgevingswet
  • het begrip omgevingsveiligheid, de onderwerpen die hieronder vallen en de relatie met externe veiligheid
  • de juridische ruimte die de Omgevingswet en de uitvoeringsregelingen bieden om regels over omgevingsveiligheid in een omgevingsplan op te nemen
  • een stappenplan waarmee een doelstelling op het gebied van omgevingsveiligheid systematisch kan worden omgezet in concrete planregels in een omgevingsplan
  • een paar voorbeelden van omgevingsplanregels aangevuld met een korte toelichting.

Onderzoek naar juridische regelruimte voor gemeenten

In de handreiking is een onderzoek meegenomen naar de juridische regelruimte voor gemeenten. Het NIPV heeft geanalyseerd welke ruimte de Omgevingswet, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling geven om onderwerpen op het gebied van omgevingsveiligheid te regelen in het omgevingsplan.

Dialoog bevorderen tussen de betrokken partijen

De nieuwe uitgave is bedoeld om de dialoog te bevorderen tussen juristen, planologen, milieuspecialisten, vergunningverleners, adviseurs van de veiligheidsregio en omgevingsdiensten, en bouwkundigen. Met als uiteindelijk doel om omgevingsveiligheid goed te borgen in het omgevingsplan. Opdrachtgever van de handreiking is Omgevingsdienst NL. Het project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid dat door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beschikbaar is gesteld.

Verkenning naar goed operationeel crisisleiderschap in drie veiligheidsregio’s

15 juli 2024

Waar de afgelopen jaren in Nederland wel onderzoek is gedaan naar crisisleiders op strategisch en tactisch niveau, is er nog weinig bekend over multidisciplinaire crisisleiders op operationeel niveau. Daarom heeft het NIPV een empirisch onderzoek gedaan naar goed crisisleiderschap op operationeel niveau. Hierbij stond het leiderschap van de leider CoPI centraal.

Een brandweerman, officier van dienst geneeskundig (OvD-G) en politieman overleggen met elkaar bij een afzetting bij een incident

Het rapport verkent operationeel crisisleiderschap in drie veiligheidsregio’s: Fryslân, Limburg-Noord en Rotterdam-Rijnmond. Deze drie veiligheidsregio’s zijn geselecteerd op basis van de verschillende regiokenmerken (zoals oppervlakte, aantal inwoners en regionale bijzonderheden). Op basis van gesprekken met leiders CoPI en functionarissen met wie de leider CoPI samenwerkt (waaronder de operationeel leider) en een vragenlijst onder CoPI leden, zijn inzichten en denkbeelden over goed operationeel crisisleiderschap verzameld.

Grote overeenkomsten, minimale verschillen

De denkbeelden en ideeën over operationeel crisisleiderschap van respondenten uit de drie veiligheidsregio’s komen in hoofdlijnen overeen. Er zijn slechts minimale verschillen. Zo wordt de leider CoPI gezien als verbinder en coördinator. Hij of zij moet (onder andere) besluitvaardig zijn, goed kunnen samenwerken en structuur kunnen aanbrengen in het overleg. Ook moet de leider CoPI over bestuurlijke sensitiviteit beschikken en goed kunnen schakelen tussen een directieve en participatieve leiderschapsstijl.
De onderzoekers constateren dat er veel van een leider CoPI wordt verwacht. Zo lijkt hij/zij een schaap met vijf poten te moeten zijn. De conclusie is dan ook dat goed crisisleiderschap veeleisend is en vakmanschap vraagt. Vooral doordat in crisissituaties er al snel naar de leider gekeken wordt en de verwachtingen hooggespannen zijn.

Veel aandacht voor de menskant in crisisbeheersing

Uit de gesprekken komen enkele nieuwe ontwikkelingen naar voren. Zo laten respondenten weten dat er de laatste jaren veel aandacht is voor de menskant in crisisbeheersing, door te focussen op persoonlijk leiderschap en soft skills. Bestuurlijke sensitiviteit is volgens hen een competentie die elke leider CoPI tegenwoordig nodig heeft. Daarnaast zijn de multidisciplinaire leidinggevende functies in veel regio’s ontkleurd (oftewel de leider vertegenwoordigt alle diensten). Deze ontwikkeling brengt voordelen met zich mee, zoals de verbinding tussen de kolommen versterken door inzichten en ervaringen vanuit verschillende achtergronden te delen.

Onderdeel van programma Leiderschap, management en organisatie

Dit onderzoek is onderdeel van het NIPV-programma Leiderschap, management en organisatie. Het onderzoek is een vervolg op de literatuurstudie naar crisisleiderschap. In de podcastserie Op zoek naar goed crisisleiderschap komen dezelfde thema’s terug. Het leiderschapsprogramma heeft als doel te voorzien in een body of knowledge op het gebied van leiderschap, organisatie en cultuur. Volg de ontwikkelingen op onze website.

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland oefent op extreme hitte

Uit nieuwsbrief Klimaatveiligheid juli 2024

“We hebben een scenario gecreëerd waarbij Nederland al meerdere dagen wordt geteisterd door een extreme hittegolf, met 40 graden overdag, waarbij ’s nachts de temperatuur niet onder de 30 graden komt. Jonge kinderen en ouderen hebben het moeilijk. De ziekenhuizen liggen vol dus veel evenementen zijn afgelast, behalve dat er een groot internationaal scoutingskamp in de regio plaatsvindt. Daar gaat het mis. Kinderen worden ziek, moeten overgeven en zweten niet meer. De arts op het kamp kan het niet meer alleen aan en alarmeert de hulpdiensten. De meldkamer maakt er, vanwege de vele slachtoffers, direct een groot incident van.”

Foto van laagwater-rivier
Foto van laagwater-rivier

“Dit is een zogenaamde ‘ongekende crisis’ waar we dus nog geen scenario’s voor hebben klaarliggen. In verschillende themabijeenkomsten hebben we onder andere in samenspraak met het RIVM de gevolgen van extreme hitte voorbesproken. Bijvoorbeeld: hoe uit zich dit lichamelijk? Op basis hiervan hebben we dit scenario gecreëerd. En het bijzondere is dat bij de oefening ook Scouting Nederland heeft meegewerkt. Dat is heel waardevol. Zowel voor hen als voor ons.”

“Wat we zoal hebben ondervonden? Tijdens extreme hitte moeten mensen elkaar aflossen. Er is schaarste aan personeel, dus je moet keuzes maken: wat doe je wel en wat doe je niet? En wat kun je doen als je een dergelijke hittegolf ziet aankomen? Tijdens de thema-bijeenkomsten hebben we ook gekeken naar zogenaamde cascade-effecten. Je kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met gebrek aan stroom doordat er op grote schaal tegelijkertijd airco’s worden gebruikt. Om dit te doorleven met elkaar vind ik echt een aanrader. En bovendien: volgens de deskundigen is het niet de vraag óf een zo’n langdurige hittegolf zich gaat voordoen, de vraag is alleen wanneer.”

Wil je meer informatie over deze oefening ‘extreme hitte’? Neem dan contact op met Martin Valk, coördinator multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen via m.valk@vrzw.nl.

“Er komt de komende jaren veel op ons pad. Als leider wil je klaar zijn voor de crisis van morgen”

11 juli 2024

“Er worden sinds kort andere vaardigheden gevraagd van leiders in een crisis. Dus daar hebben we onze opleidingen op aangepast”, vertelt Erik de Paauw, docent Crisisbeheersing bij het NIPV. Met zijn team vernieuwde hij in korte tijd de opleidingen Leider commando plaats incident (CoPI) en Regionaal operationeel leider (ROL).

Erik de Paauw, docent Crisisbeheersing bij het NIPV.

Nieuwe inhoud die ingaat op die langdurige en complexe crises

“Natuurlijk is de inhoud van de oude opleidingen gebleven. We zijn als crisisorganisaties goed in het beheersen van een acute crisis en dat moet vooral zo blijven. Er komt alleen nieuwe inhoud bij, die ingaat op die langdurige en complexe crises. Zo is netwerkmanagement nieuw. Verder gaan we in op leiderschapsstijlen en laten we deelnemers hun eigen stijl ontdekken. Daarmee leer je leidinggeven vanuit je persoonlijk leiderschap. Daarnaast gaan we in op het werken vanuit je doel als team: wat is nu eigenlijk je opdracht binnen deze crisis? En voor wie doen we dit? Ook kijken we naar de hele context van crisisbeheersing en de dynamiek van een voor- en nafase. Daarnaast behandelen we de trends binnen crisisbeheersing voor de komende vijf jaar? Wat komt er op ons af? Allemaal vragen waar wij binnen deze opleidingen op ingaan.

We hebben de eerste stappen gezet in het aanpassen van de opleiding. De komende tijd willen we in nauw contact met de veiligheidsregio’s de opleiding verder ontwikkelen. De veiligheidsregio’s ontwikkelen zich in rap tempo door, en als de behoeftes veranderen willen we daar snel op inspelen.

Zo veel mogelijk in teams werken

Tijdens de opleiding werken we zoveel mogelijk in teams. Theorie krijg je vooraf en tijdens de lesdagen zijn we actief met elkaar bezig met uitdagende opdrachten. Ook gaan we in op ieders persoonlijke werksituatie. Want in elke veiligheidsregio is het weer net anders georganiseerd. Daarnaast hebben we door de opleiding heen meerdere oefendagen. Tijdens die oefendagen ga je aan de slag als leider in het crisisteam. Kortom: met deze opleiding ben je klaar voor de crisis van morgen.”

Meer informatie en aanmelding

Bekijk de opleiding Leider CoPI.

Bekijk de opleiding Regionaal operationeel leider.