label Veilige energietransitie

Onderzoek laat risico’s zien bij tweede leven-toepassingen van batterijen, zonnepanelen en windturbines 

12 september 2024

Kwaliteitscontrole aan het einde van eerste leven-toepassingen kan deze risico’s deels borgen.

Tweedelevenbatterijen

Het NIPV heeft onderzocht wat er gebeurt aan het einde van de eerste levensfase van batterijen, zonnepanelen en windturbines.

Wat blijkt? Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden niet vaak hergebruikt zonder aanpassingen. Herfabricage, herbestemming en recycling vinden vaker plaats én zijn ook kansrijker zonder extra bijkomende veiligheidsrisico’s, mits kwaliteitscontrole aan het eind van de eerste levensfase consequent wordt uitgevoerd.

Het onderzoek richtte zich op:

  1. De mogelijke tweede leven-toepassingen
  2. De mogelijke risico’s die van toepassing zijn op deze toepassingen.

Het rapport ‘Risico’s in tweede levenstoepassingen van energietransitietechnologieën’ maakt onderscheid tussen vier soorten tweede levenstoepassingen: hergebruik, herfabricage, herbestemming en recycling.

Weinig hergebruik, volop herbestemming

Het blijkt dat er weinig hergebruik is bij zowel batterijen als windturbines en zonnepanelen. Dit houdt in dat deze technologieën aan het einde van hun eerste levensduur amper zonder aanpassingen worden ingezet voor eenzelfde toepassing. Batterijen, zonnepanelen en windturbines van (circa) 10 tot 15 jaar oud kunnen zich aan het einde van hun oorspronkelijke levensduur qua efficiëntie namelijk niet meten aan de hedendaagse equivalenten. Daarom rest slechts een ‘downgrade’, zoals wanneer auto- of scooterbatterijen worden gebruikt als thuisbatterij of onderdelen van windturbines als bouwmateriaal.

Herfabricage van de onderzochte technologieën gebeurt tot op zekere hoogte. Door strengere Europese wetgeving zien we dit bijvoorbeeld bij autobatterijen meer gebeuren.

Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden volop herbestemd. Met name bij batterijen gebeurt dit binnen Nederland. Windturbines en zonnepanelen worden ook geëxporteerd, en kennen vaker een tweede leven in het buitenland. Wanneer hergebruik, herfabricage of herbestemming niet aan de orde zijn, worden materialen gerecycled. Bij alle drie de behandelde technologieën wordt dit proces steeds meer gestroomlijnd.

Geen nieuwe veiligheidsrisico’s, maar nog weinig toezicht

Binnen de drie bestudeerde technologieën worden bij tweede leven-toepas­singen geen veiligheidsrisico’s geïdentificeerd die niet ook aan de orde zijn tijdens de eerste levenstoepassing. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van deze technologieën verandert vaak wel bij een tweede toepassing. Het naleven van deze verantwoordelijkheid vergt aandacht. Zo worden bestaande maatregelen op het gebied van keuring niet consequent toegepast, en bestaan er zorgen over tweede leven-toepassingen die worden beheerd door bedrijven of burgers met onvoldoende kennis.

label Veilige energietransitie

Lector Nils Rosmuller aangesteld als professor aan Universiteit Twente

11 september 2024

Het NIPV en Universiteit Twente stellen een bijzondere leerstoel in: Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

De Universiteit Twente heeft dr. ir. Nils Rosmuller per 1 oktober 2024 benoemd tot bijzonder hoogleraar Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Door de instelling van de bijzondere leerstoel zal Nils Rosmuller, lector Energie- en transportveiligheid bij het NIPV, per 1 oktober 2024 naast lector ook werkzaam zijn bij de Universiteit Twente bij de faculteit Engineering Technology. De instelling van de bijzondere leerstoel is in nauwe samenwerking met het NIPV en de Universiteit Twente tot stand gekomen. De nadruk van de invulling van deze leerstoel zal komen te liggen op het toepassingsgebied van de energietransitie in de gebouwde omgeving waarbij publieke veiligheid van groot belang is. De focus ligt op het civieltechnische en industriële domein met name gericht op grootschalige toepassingen. Juist die grootschaligheid met de bijbehorende projecten kunnen een forse impact hebben op de publieke veiligheid en de veiligheid van professionals.

“Deze bijzondere leerstoel biedt het NIPV de mogelijkheid met de wetenschappelijke wereld, waaronder onderzoekers en studenten, samen te werken”, zegt Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs. “Met als doel wetenschappelijke kennis te ontsluiten en de hieruit voortvloeiende veiligheidskennis aan deze toekomstige generatie ontwerpers, beleidsmakers en beslissers te onderwijzen. Ik ben trots op deze samenwerking die we als kennisinstituut en universiteit gaan opbouwen in het belang van de publieke veiligheid en de samenleving. Ik heb er alle vertrouwen in dat Nils met zijn belangrijke expertise deze functie uitstekend gaat vervullen”, aldus Coby Flier.

Brug slaan tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving

Nils Rosmuller: “Het NIPV heeft een landelijke rol in de beleidsontwikkelingen en heeft op alle niveaus ingangen in de wereld van de publieke veiligheid. Van ministeries, provincie- en gemeentehuizen tot aan kazernes. Daarbij bieden we goede toegang tot empirie en dataverzameling. Met de nadere invulling van deze leerstoel kan ik nog meer de wetenschappelijke kennis ontwikkelen en ontsluiten voor de veiligheidsprofessionals en de samenleving. De combinatie van de functie van bijzonder hoogleraar en lector biedt uitstekende mogelijkheden om met onderzoekers en studenten te werken aan onderzoek en onderwijs. Ik kijk er zeer naar uit om met de Universiteit Twente, de faculteit Engineering Technology en het NIPV in deze nieuwe functie aan de slag te gaan.”

Met de ervaring die Nils Rosmuller meebrengt vanuit het NIPV naar de Universiteit Twente en vanaf 1 oktober 2024 ook vice versa, wordt er een brug geslagen tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving. De aanstelling bedraagt een omvang van 2 dagen per week voor een periode van 5 jaar. De leerstoel is ingesteld door de Universiteit Twente in samenwerking met het NIPV.

label Maatschappelijke veerkracht

De weerbare samenleving in Roemenië

4 september 2024

Een achttal collega’s van verschillende organisaties bracht vorige week een werkbezoek aan Roemenië. De collega’s van het NIPV, de NCTV, het LOCC, het ministerie van Justitie en Veiligheid en Veiligheidsregio Brabant-Noord werden in Boekarest ontvangen door dr. Raed Arafat, staatssecretaris van Binnenlandse zaken. Daaronder valt ook het departement van Noodsituaties. In enkele dagen gaven hij en zijn collega’s de groep een waardevol inzicht in de crisisorganisatie van het land.   

Bijeenkomst Roemenië

Crisisorganisatie opnieuw opgebouwd

Roemenië is in dit opzicht een heel interessant land. Sinds de val van Ceausescu is de crisisorganisatie van de grond af aan opnieuw opgezet. Het land is ingedeeld in 41 counties, met elk een coördinatiecentrum en daarnaast een landelijk coördinatiecentrum. Het zorgvervoer is in handen van de staat. Vergeleken met de situatie bij ons heeft de centrale organisatie in Roemenië meer bevoegdheden, waardoor het snel schakelen is.   

Better safe than sorry

De gehele crisisorganisatie is opgebouwd rond het principe: better safe than sorry! Zorg dat je je houdt aan de zogenoemde baseline requirements zoals afgesproken in Warschau tijdens de NAVO-top en bereid je voor op de worstcase scenario’s. Dat vraagt om forse investeringen in capaciteiten en middelen. Het efficiency-denken, zoals wij dat kennen, speelt daar minder een rol.

Toetreding EU  

Het land grenst voor een groot deel aan niet-Schengen landen (Oekraïne, Servië, Moldavië), waardoor veel geïnvesteerd is in een landelijk dekkend systeem. Dat is mede mogelijk gemaakt door de toetreding van Roemenië tot de EU. 85 procent van de materiële kosten wordt vanuit Europees budget gedekt. Daardoor zijn ze nu ook in staat om buurlanden te helpen in geval van nood.

Heel interessant was om te zien hoe de landelijke crisisorganisatie sterk inzet op de weerbare samenleving. Burgers worden voorbereid met trainingen op diverse locaties zoals scholen. Een online platform, met grote bekendheid bij de burger, helpt daarbij.

Maatschappelijke veerkracht

Al met al was het fantastisch om te zien hoe een Oost-Europees land, zeven keer zo groot als Nederland met ruim 19 miljoen inwoners, zich voorbereidt op uiteenlopende crises en rampen. Ongelooflijk leerzaam en inspirerend.

Ook in Nederland is het maatschappelijk belang van veerkracht groot. Het NIPV draagt met onderzoek, onderwijs, ondersteuning en informatie bij aan het versterken van de maatschappelijke, institutionele en bestuurlijke veerkracht in Nederland. Lees hierover meer op onze pagina over actuele thema’s.

NIPV verwelkomt nieuwe lector Crisisbeheersing Erik Schrijvers

2 september 2024

Erik Schrijvers start per 1 september 2024 als lector Crisisbeheersing bij het NIPV.

Erik Schrijvers, lector Crisisbeheersing.

“Adequate crisisbeheersing in een wereld waarin veiligheidsvraagstukken steeds complexer worden, vraagt om een continue doorontwikkeling van onderzoek en kennisopbouw”, aldus directeur Onderzoek en Onderwijs Coby Flier. “We willen als NIPV de onafhankelijke positie van onderzoek en onderwijs (verder) verstevigen en borgen. De komst van Erik als lector Crisisbeheersing en de ervaring die hij meebrengt naar het NIPV, gaan daaraan zeker een bijdrage leveren.” 

Met de komst van Erik Schrijvers zal Menno van Duin, sinds 2010 lector Crisisbeheersing bij het NIPV, zijn rol op een nieuwe wijze gaan vervullen, waarbij hij zijn kennis en kunde in de komende periode zal overdragen aan Schrijvers.

Erik Schrijvers zal tot en met 1 november 2024 voor twee dagen verbonden zijn aan het NIPV. Vanaf 2 november is hij volledig in dienst van het NIPV. Schrijvers: “Digitale ontwrichting, artificiële intelligentie en big data, privacy en veiligheid zijn projecten waar ik als senior onderzoeker en projectleider bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan heb bijgedragen. Met name cyber speelt binnen de crisisbeheersing een steeds dominantere rol, naast alle andere thema’s die de crisisbeheersing raken. Ik kijk er enorm naar uit om samen met de collega’s het lectoraat verder te ontwikkelen.”

label Veilige energietransitie

Aanvullende maatregelen voor veilige opslag van lithium-ion batterijen in grote brandcompartimenten

30 augustus 2024

Door de energietransitie worden er steeds meer lithium-ion batterijen gebruikt. Als gevolg daarvan neemt ook de behoefte aan grotere opslagruimtes voor deze batterijen toe. Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat voor brandcompartimenten groter dan 2500 m² extra maatregelen mogelijk zijn om de brandveiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen op niveau te houden.

veiligheid opslag lithiumbatterijen

PGS 37-2 biedt basis veiligheidsmaatregelen

“Het grootschalig opslaan van lithium-ion batterijen brengt risico’s met zich mee”, vertelt Tom Hessels, adviseur energie- en transportveiligheid. “Als batterijen in steeds grotere brandcompartimenten worden opgeslagen, nemen bij een niet te beheersen brand ook de risico’s voor de omgeving steeds verder toe. Om die risico’s te beheersen biedt de PGS (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) 37-2 tal van veiligheidsmaatregelen, waaronder een maximale omvang van het brandcompartiment van 2500 m2.”

Beoordeling is maatwerk

Voor de logistieke en distributiesector is deze maximale omvang van 2500 m2 nogal eens te klein. Veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gemeenten zien dan ook steeds vaker aanvragen voor het opslaan van lithium-ion batterijen in brandcompartimenten met een grotere omvang. Hessels: “Op basis van ons verkennende onderzoek zien wij mogelijkheden om aanvullende veiligheidsmaatregelen te nemen om de veiligheid in die grotere compartimenten op niveau te houden. Of deze en eventuele andere maatregelen voldoende zijn om als gelijkwaardig te beschouwen voor de maximale compartimentsgrootte van 2500 m2 hangt sterk af van de specifieke situatie (zoals de wijze van verpakking en afstand tot bebouwing). Deze beoordeling, door veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten is en blijft aan het lokale bevoegd gezag en zijn adviseur.”

Handvatten om in gesprek te gaan

Met de voorgestelde maatregelen en twee afwegingsindicatoren, namelijk of de batterij verpakt is en de afstand van de opslagruimte tot de bebouwing, biedt het NIPV handvatten voor die beoordeling aan veiligheidsadviseurs en vergunningverleners, en in het verlengde van hen aan initiatiefnemers. Hessels: “Dit met als doel dat genoemde partijen het gesprek aangaan over het op niveau houden of vergroten van de veiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen in brandcompartimenten groter dan 2500 m².” Het project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid dat door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beschikbaar is gesteld.

label Veilige energietransitie

Handelingsperspectief voor incidentmanagement bij zero-emissie busvervoer

29 augustus 2024

Uit onderzoek blijkt dat drie partijen een belangrijke rol vervullen bij management van een incident bij zero-emissie busvervoer. Dit zijn de buschauffeur en het vervoersbedrijf, de brandweer en het bergingsbedrijf. Dit onderzoek laat zien welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij een zero-emissie busincident per fase van incidentbestrijding: alarmeren, herkennen, verkennen, stabiliseren, bestrijden en nazorg.

ZE-bussen

Vervangen dieselbussen voor zero-emissie bussen

Het Nederlandse openbaar vervoer verduurzaamt in hoog tempo. Vanaf 1 januari 2025 mogen er geen nieuwe dieselbussen meer worden aangeschaft om in te zetten in het Openbaar Vervoer. En vanaf 1 januari 2030 mogen er geen dieselbussen meer worden ingezet in het openbaar vervoer. Vooralsnog ontbrak een handelingsperspectief voor de bestrijding van incidenten met zero-emissiebussen die ingezet worden in het openbaar vervoer.

Thed van Harn, onderzoeker energie- en transportveiligheid: “Het grootste verschil tussen zero-emissie bussen en conventionele bussen is de manier waarop de energie is opgeslagen die wordt gebruikt voor de aandrijving. Waar bij conventionele bussen de energie opgeslagen zit in bijvoorbeeld diesel, bevindt de energie in zero-emissie bussen zich in waterstoftanks en/of batterijpakketten. Dit zijn tevens twee onderdelen die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen die andersoortig zijn dan de risico’s van conventionele bussen.”

Chauffeur stelt veiligheidsprotocol in werking

Voor de buschauffeur en het vervoersbedrijf geldt dat de chauffeur op de hoogte moet zijn van de te nemen stappen wanneer er een incident plaatsvindt. En dat deze persoon in staat is het veiligheidsprotocol vanuit het vervoersbedrijf in werking te stellen. Het vervoersbedrijf dient dit veiligheidsprotocol op te stellen en op orde te hebben. Daarnaast moet het vervoersbedrijf in het geval van een incident een bedrijfsdeskundige ter plaatse sturen.

Rol brandweer en bergingsbedrijf

Voor de brandweer geldt dat zij de omgeving dienen veilig te stellen en dat zij diverse incidentbestrijdingstaken uitvoert. Het grootste verschil in werkzaamheden tussen een elektrische en waterstof aangedreven bus komt voort uit de aanwezigheid van waterstoftanks op waterstof aangedreven bussen: in die gevallen kan door het afblazen van het waterstofgas een fakkelbrand ontstaan. Het bergingsbedrijf zorgt voor het veilig transporteren en stallen van de bus na het incident.

Dit rapport is met name bruikbaar voor incidentbestrijders bij de veiligheidsregio’s, met in het verlengde bergers en busvervoerders.

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en maakt deel uit van een groter onderzoeksprogramma Brandveiligheid en incidentmanagement zero-emissievoertuigen.

Cijfers brandweer 2023 beschikbaar: 22.383 personen in repressieve dienst

augustus 2024

Op 31 december 2023 telde de Nederlandse brandweer in totaal 22.383 personen in repressieve dienst. Hiervan heeft 80 procent een vrijwillig dienstverband en is 14 procent beroeps. Dat en meer blijkt uit de gegevens over repressief brandweerpersoneel die het NIPV publiceert.

Van het aantal personen in repressieve dienst is 93 procent man en 6 procent vrouw. De kerncijfers Personeel over 2023 zijn in lijn met die van voorgaande jaren. Bij de publicatie van de cijfers over 2023 is het dashboard uitgebreid met cijfers over de in- en uitstroom op persoons- en functieniveau.

Website Kerncijfers Veiligheidsregio’s

De Kerncijfers Personeel maken deel uit van de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s. Het NIPV publiceert in opdracht van de veiligheidsregio’s statistische gegevens over veiligheidsregio’s in online dashboards, waardoor een landelijk beeld ontstaat. Het doel is om trends en ontwikkelingen op landelijke schaal te monitoren.

label Informatiegestuurde veiligheid

“Informatie is de bladmuziek van de veiligheidsregio als dirigent”

23 augustus 2024

Digitale innovatie kan onze veiligheid op vele manieren ten goede komen. Daarbij draait het om meer dan technologie, zeggen Caren Frentz, directeur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, en Charlotte van Ruijven, programmamanager bij het NIPV op het gebied van onder meer informatiegestuurde veiligheid. Systemen zijn hulpmiddelen, het gaat vooral om een open blik bij mens en organisatie, zo betogen zij vanuit hun recente ervaringen met de coronacrisis en de vluchtelingenproblematiek. Met die open blik kan informatie de bladmuziek worden van een breed orkest van partijen – ook buiten het traditionele veiligheidsdomein.  

Caren Frentz & Charlotte van Ruijven
Caren Frentz & Charlotte van Ruijven

De veerkracht van Nederland

Het verhaal van Caren Frentz & Charlotte van Ruijven is een van de verhalen uit het boek De veerkracht van Nederland. Veerkracht gaat over verbinden, versterken, over vallen en weer opstaan en leren van elkaar. Dit jaar vertelt het NIPV het verhaal van de veerkracht van Nederland. Dat doen we aan de hand van de verhalen van 55 mensen die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld in crisisbeheersing en brandweerzorg.

“De snel veranderende wereld vraagt om een beter werkend onderwijsstelsel”

20 augustus 2024

“Een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s. Dat is ons doel met het programma Onderwijs Onderweg”, vertelt Frans Schippers, programmadirecteur RCDV/NIPV herziening onderwijsstelsel. Op 12 september organiseert het programma een eerste etappebijeenkomst.

Onderwijs onderweg

“Veiligheidsregio’s hebben vakmensen nodig om de taken op het terrein van brandweerzorg en crisisbeheersing in de toekomst goed te kunnen uitvoeren. Zij worden uitgedaagd om te blijven leren en ontwikkelen in hun vak. Dit vraagt om flexibel onderwijs dat goed aansluit op de vraag uit en de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Hiervoor is een transparant, goed werkend en flexibel onderwijsstelsel nodig, waaraan velen een bijdrage willen en kunnen leveren. In het koersplan van het programma Onderwijs Onderweg werken we uit waar we naartoe willen en hoe we de komende jaren deze reis willen aanpakken”, aldus Schippers.

Meer (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel

“We hebben de afgelopen tijd met veel collega’s gesproken. Zo hebben we een steeds beter beeld gekregen van onze gewenste eindbestemming. We werken samen in etappes om te kunnen ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad te gaan. In de eerste etappe werken we nu vooral aan meer (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel. Zo is er zicht op de rollen die de veiligheidsregio’s in het stelsel moeten vervullen. Dat geldt uiteraard ook voor het NIPV. We hebben een eerste opzet gemaakt, waarover we graag in gesprek gaan. Dat doen we tijdens een etappebijeenkomst. Deze organiseren we in het laatste deel van elke etappe voor mensen die graag met ons meedenken.”

Denk mee tijdens de etappebijeenkomst

Wilt u actief meedenken over de eerste etappe over (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel? Kom dan op 12 september in de ochtend naar de eerste etappebijeenkomst. Meer informatie over het programma Onderwijs Onderweg is ook te lezen in het koersplan.

Bent u ook geïnteresseerd in andere ontwikkelingen binnen het onderwijs voor brandweer en crisisbeheersing? Dan bent u ook van harte welkom bij de opening van het onderwijsjaar 2024-2025 bij het NIPV.

“De snel veranderende wereld vraagt om een beter werkend onderwijsstelsel”

20 augustus 2024

“Een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s. Dat is ons doel met het programma Onderwijs Onderweg”, vertelt Frans Schippers, programmadirecteur RCDV/NIPV herziening onderwijsstelsel. Op 12 september organiseert het programma een eerste etappebijeenkomst.

Onderwijs onderweg

“Veiligheidsregio’s hebben vakmensen nodig om de taken op het terrein van brandweerzorg en crisisbeheersing in de toekomst goed te kunnen uitvoeren. Zij worden uitgedaagd om te blijven leren en ontwikkelen in hun vak. Dit vraagt om flexibel onderwijs dat goed aansluit op de vraag uit en de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Hiervoor is een transparant, goed werkend en flexibel onderwijsstelsel nodig, waaraan velen een bijdrage willen en kunnen leveren. In het koersplan van het programma Onderwijs Onderweg werken we uit waar we naartoe willen en hoe we de komende jaren deze reis willen aanpakken”, aldus Schippers.

Meer (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel

“We hebben de afgelopen tijd met veel collega’s gesproken. Zo hebben we een steeds beter beeld gekregen van onze gewenste eindbestemming. We werken samen in etappes om te kunnen ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad te gaan. In de eerste etappe werken we nu vooral aan meer (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel. Zo is er zicht op de rollen die de veiligheidsregio’s in het stelsel moeten vervullen. Dat geldt uiteraard ook voor het NIPV. We hebben een eerste opzet gemaakt, waarover we graag in gesprek gaan. Dat doen we tijdens een etappebijeenkomst. Deze organiseren we in het laatste deel van elke etappe voor mensen die graag met ons meedenken.”

Denk mee tijdens de etappebijeenkomst

Wilt u actief meedenken over de eerste etappe over (rol)duidelijkheid in het onderwijsstelsel? Kom dan op 12 september in de ochtend naar de eerste etappebijeenkomst. Meer informatie over het programma Onderwijs Onderweg is ook te lezen in het koersplan.

Bent u ook geïnteresseerd in andere ontwikkelingen binnen het onderwijs voor brandweer en crisisbeheersing? Dan bent u ook van harte welkom bij de opening van het onderwijsjaar 2024-2025 bij het NIPV.