label Fysiek veilige leefomgeving

Eerste leergang in nieuwe elektronische leeromgeving Canvas gestart

30 september 2024

De eerste leergang in de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas is gestart. In totaal starten er vanuit 10 organisaties 14 klassen, verdeeld over de maanden september tot en met december 2024 met de herziene leergang Instructeur. Deze groep is de eerste lichting die een opleiding volgt in het nieuwe systeem. Een nieuwe mijlpaal binnen de vernieuwing van de onderwijssystemen!

Jip Nauta geeft een training aan functioneel beheerders en onderwijsontwikkelaars om ze wegwijs te maken in de nieuwe ELO Canvas.
Jip Nauta geeft een training aan functioneel beheerders en onderwijsontwikkelaars over Canvas.

“De aanleiding voor de aanschaf van een nieuwe digitale leeromgeving was tweeledig: het contract met de leverancier liep af en de leeromgeving voldeed niet meer aan de behoeften”, vertelt Ymko Attema, lid van de Vakraad Leren en ontwikkelen. “We hebben gekozen voor Canvas als nieuw programma. Een modern, digitaal leermiddel dat in de onderwijsbranche al veel gebruikt wordt en zich dus al heeft bewezen in de praktijk. Het is toekomstbestendig en gebruiksvriendelijk.”

Gebruiksvriendelijk

“Het gebruiksgemak was een van de belangrijkste verbeterpunten bij het ontwikkelen van de nieuwe leeromgeving”, aldus Jip Nauta, implementatiebegeleider van Canvas namens Veiligheidsregio Utrecht bij het NIPV. “Deze behoefte hebben we met een groep van gebruikers vanuit het hele land opgehaald. In de oude leeromgeving bleek het heel lastig voor mensen om bijvoorbeeld materialen te vinden voor hun vakbekwaamheid. Ook zie je direct aan welke opleiding je bent gekoppeld. Voor docenten en begeleiders is de studievoortgang beter inzichtelijk waardoor zij deelnemers beter kunnen volgen.”

Demovideo over Canvas

Deze video geeft een eerste impressie van Canvas.
label Fysiek veilige leefomgeving

54e voltijdopleiding Brandweerofficier gestart: “Trots dat ik van hobby beroep kan maken”

27 september 2024

“Ik wil heel graag mijn passie voor de brandweer combineren met werken op hbo-niveau. Dat is de belangrijkste reden dat ik ervoor heb gekozen om de 54e voltijdsopleiding Brandweerofficier te doen”, vertelt Gijs de Kever van Veiligheidsregio Zuid-Limburg. “Sinds mijn 13de ben ik actief binnen de brandweerwereld. Eerst als lid van de jeugdbrandweer en later als vrijwilliger in mijn woonplaats. Daarnaast vind ik de toekomstige combinatie tussen een ‘warme’ en een ‘koude’ functie mooi. Ik heb veel zin in deze uitdaging en ben trots dat ik van mijn hobby mijn beroep kan maken.”

Gijs de Kever, student van de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier.
Gijs de Kever, student van de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier.

“Mijn eerste indruk van de opleiding is zeer positief. We zijn begin september begonnen met een kennismakingsweek. Dit heeft ervoor gezorgd dat we als studenten een hechte groep geworden zijn”, aldus De Kever. “We kunnen nu al op elkaar bouwen. Het is wel direct aanpoten en met de neus terug in de boeken. De eerste examens staan binnenkort al op de planning. We helpen elkaar hier goed bij en de docenten ondersteunen ons ook waar nodig.”

Kennis en praktijkervaring opdoen

“Ik verwacht een grote hoeveelheid kennis op te doen over alle mogelijke facetten van de brandweer”, vervolgt De Kever. “Ook hoop ik mezelf te ontwikkelen om met een goedgevulde rugzak over anderhalf jaar aan slag te gaan binnen de veiligheidsregio. Het meeste kijk ik uit naar de praktijkervaring die we gaan opdoen. Tijdens de opleiding hebben we regelmatig stages. Hierbij kunnen we de opgedane kennis in de praktijk gaan toepassen. De buitenlandstage in mei 2025 zal ook zeker een hoogtepunt worden.”

De 21 studenten van de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier.
De 21 studenten van de 54e voltijdopleiding Brandweerofficier.

Eenentwintig studenten gestart met voltijdopleiding Brandweerofficier

De 54e lichting van de voltijdopleiding Brandweerofficier is formeel van start gegaan met een bijeenkomst voor de studenten, familieleden, docenten, coaches en werkgevers. Aan de opleiding nemen 21 studenten deel en zij zijn allemaal in dienst bij een veiligheidsregio. De opleiding wordt gegeven bij het NIPV.

label Informatiegestuurde veiligheid
label Maatschappelijke veerkracht

Tien jaar Slachtofferinformatiesystematiek (SIS) bij grote rampen of ongelukken

26 september 2024

De landelijke voorziening Slachtofferinformatiesystematiek (SIS) bestaat tien jaar. Bij grote rampen of ongelukken informeert SIS ongeruste familie en vrienden van mogelijke slachtoffers. Op 26 september staan crisisprofessionals stil bij dit jubileum tijdens een evenement waarin ze terugblikken en vooruitkijken.  

Unieke samenwerking in de bevolkingszorg

SIS is een unieke voorziening in de bevolkingszorg waarin alle 25 veiligheidsregio’s en partners op samenwerken op dezelfde manier. Allemaal met één doel: bezorgde naasten van mogelijke slachtoffers zo snel en zorgvuldig mogelijk informeren. Annelies Barrett, programmamanager SIS bij het NIPV en teamleider SIS, is trots op wat er tot nu toe bereikt is: “SIS is een professionele organisatie die op volle stoom draait. Druk je nu op de knop, dan weet je zeker dat professionele mensen bezorgde naasten te woord staan. Je weet dat er goede coördinatie is vanuit teamleiders. Dat we alle gegevens krijgen van veiligheidsregio’s, ziekenhuizen, GHOR, politie en andere partners.”

Snelle en zorgvuldige informatie voor bezorgde naasten

Bij een grote ramp of incident met gewonden en vermisten mag een regionale crisisorganisatie SIS activeren. Familieleden, partners, vrienden of bekenden die denken dat hun naaste betrokken is bij het incident, bellen naar het nummer van SIS. Zij geven informatie van een mogelijk slachtoffer door. Daarna vergelijkt het team de gegevens met die van GHOR en ziekenhuizen. Annelies Barrett: “Vaak lukt het om binnen zes uur te bellen met meer informatie. Als we de naaste hebben gevonden, vertellen we dat. Hebben we de naaste niet gevonden, dan vertellen we dat ook. Is de naaste overleden, dan bellen we niet, maar gaat de politie naar het bezorgde familielid toe.”

Bijna 500 telefoontjes gekregen

Tijdens het evenement waarin SIS stilstaat bij haar tienjarig bestaan blikken de deelnemers terug. In tien jaar is SIS zeven keer geactiveerd. Onder meer bij het schietincident in Utrecht in 2019, het incident met de monstertruck in Haaksbergen in 2014 en het treinincident in Voorschoten in 2023. In totaal kreeg SIS 443 telefoontjes. Daarvan zijn 149 zoekvragen behandeld.

Annelies Barrett: “SIS is ‘maar’ zeven keer geactiveerd en eigenlijk mogen we daar blij mee zijn. Toch is de voorziening er wel, voor het geval dat. Als een lokale organisatie dit zelf moet regelen, dan is dat niet te doen. Wij hebben speciaal opgeleide mensen die de juiste vragen stellen als iemand belt, weten precies in welke ziekenhuizen slachtoffers zijn en zijn binnen 30 minuten na aanvraag bereikbaar voor ongeruste naasten. Zo heb je de verzekering dat je altijd klaar kunt staan voor je burgers.”

SIS kijkt ook over de grenzen

Hoewel SIS als voorziening al tien jaar stevig staat, blijft de organisatie zich ontwikkelen. Hierover brainstormen de deelnemers tijdens het evenement op 26 september. Annelies Barrett: “We blijven werken aan het up-to-date houden van de operationele organisatie, maar ook van het systeem dat we gebruiken. Het is belangrijk dat we blijven voldoen aan veiligheidseisen en de AVG.” Daarnaast werkt de organisatie aan implementatie van SIS samen met crisisbeheerders van het Caribisch gebied. Er zijn ook gesprekken met andere crisispartners om meer samen te werken en sneller informatie te delen. “En we willen graag een webapp ontwikkelen zodat naasten ook digitaal een zoekvraag kunnen indienen en ons ook een bericht kunnen sturen. Genoeg wensen en plannen om mee aan de slag te gaan de komende tien jaar!”

Release LCMS 2024 Q4

26 september 2024

LET OP: De Operationele omgeving zal op dinsdag 5 november tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn!

Op dinsdag 5 november vindt de release LCMS 2024 Q4 plaats op de Oefenomgeving. Tijdens deze release zullen beide omgevingen (zowel Oefen als Operationeel) tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn. 

Op dinsdag 12 november vindt de release LCMS 2024 Q4 plaats op de Operationele omgeving.

Beschikbaarheid omgevingen

  • Op dinsdag 5 november zullen beide omgevingen (zowel Oefen als Operationeel) tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn.
  • Op dinsdag 12 november zal de Operationele omgeving tussen 9.00-12.00 uur niet beschikbaar zijn. De Oefen omgeving zal beschikbaar blijven. Het is daarom mogelijk om bij crisissituaties uit te wijken naar de Oefen omgeving.

LET OP: Om ervoor te zorgen dat er op 12 november geen lopende incidenten in LCMS gaande zijn, mogen er op maandag 11 november vanaf 16.00 uur géén nieuwe activiteiten worden aangemaakt in de Operationele omgeving. Vanaf dat moment dient uitgeweken te worden naar de Oefen omgeving.

Vóór de uitrol controleren we of er incidenten gaande zijn. Mochten er redenen zijn om de release niet uit te rollen, dan wordt dat op de dag zelf gecommuniceerd.

Wijzigingen in LCMS

Twee belangrijke wijzigingen van deze release zijn:

Klimaatcoalitie in regio Oost 5 van start

Uit nieuwsbrief Klimaatveiligheid september 2024

“Toen wij allebei aanwezig waren bij een bijeenkomst van veiligheidsregio’s Oost 5 was er behoefte om af en toe eens bij elkaar te komen en kennis uit te wisselen rond het thema klimaatveiligheid, vertellen specialist risico’s & Veiligheid Johan Kloppenburg en specialist risicobeheersing Martine Oostveen van de veiligheidsregio IJsselland. “Die handschoen hebben wij toen opgepakt en voor de zomer zijn we voor het eerst samengekomen.”

Verwoestte straat na onweer
Verwoestte straat na onweer

“Voor ons geen vierkante tafel, strakke agenda en een statische vergadering, we wilden dit dynamisch laten verlopen zodat we elkaar op een informele manier leren kennen en kennis kunnen uitwisselen. We hebben een aantal werkvormen erbij gezocht die daarbij aansluiten. Zo begonnen we bijvoorbeeld met een ludieke klimaatbingo. Verder hebben we gewerkt met een kwadrant met de assen ‘intern en extern’ en ‘voorkomen en bestrijden’. Mensen plakten een sticker, konden daar dan iets over vertellen en er konden vragen over worden gesteld. Op een speelse manier vertelden we zo wat de verschillende regio’s op dit moment doen op het gebied van klimaatveiligheid. En dat bleek eigenlijk al veel meer dan gedacht. Zeker als je de thema’s natuurbrand en water, die natuurlijk ook klimaatgerelateerd zijn, daarbij betrekt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een hitteplan, een risicoplan in de lauwe fase en stresstesten. Ook de aanpak en organisatie is binnen iedere regio net anders. Het was eigenlijk al direct duidelijk dat we veel van elkaar kunnen leren. Dus dit werd allemaal zeer positief ontvangen.”

“Zo’n coalitie is natuurlijk ook een uitgelezen mogelijkheid om over thema’s in gesprek te raken waar nog niet heel goed over is nagedacht. Wat zijn bijvoorbeeld mogelijke gevolgen als exoten als de tijgermug zich hier door klimaatverandering vestigen? Dat soort dingen kwamen boven tafel en over dat soort thema’s willen we zeker doorpraten. Zo hebben we in onze regio bijvoorbeeld het thema klimaatveiligheid gevat in acht verhalen. Geen verhalen over techniek maar over mensen. Zo maken we het onderwerp levend en hebben we feitelijk heel laagdrempelig acht mogelijke thema’s neergezet.”

“Wat onze coalitie zeker zou versterken is als we een digitaal platform hebben waarop we in aanvulling op onze samenkomsten kennis kunnen uitwisselen en verdiepen. Zo zouden coalities bijvoorbeeld een plek op Viadesk kunnen krijgen.”

“Wat wij anderen kunnen meegeven die ook een coalitie willen beginnen? Begin gewoon eens met een informele lunch en ga daarna pas aan de slag. Zo leer je elkaar kennen en weet je waar iedereen mee bezig is. Dat klinkt logisch, maar voor je het weet ga je daaraan voorbij. Pas dan kun je van elkaar leren en aansluiten op elkaars kennisbehoefte.”

Bekijk het brainstorm document

Landsdekkende vegetatiekaart satellietdata bijgewerkt

Voor het maken van de vegetatiekaarten wordt gebruik gemaakt van ESA’s satellietbeelden. Ook wordt informatie van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN2) toegevoegd aan de classificaties in de vegetatiekaart.

Vegetatiekaart

De Vegetatiekaart wordt onder andere gebruikt ten behoeve van Natuurbrandverspreidingsmodel en de RIN (Risico Index Natuurbrand). Het voorspellen van mogelijke verspreiding (richting en snelheid) van een natuurbrand vindt plaats met het Natuurbrandverspreidingsmodel.

Met de RIN kan inzicht gegeven worden in de kans op het ontstaan van een onbeheersbare brand en de mogelijke impact van een brand.

label Fysiek veilige leefomgeving

Blog: Over de impact van onderzoek

30 september 2024

Leest u wel eens een onderzoeksrapport van het NIPV? En wat doet u er dan mee? Kunt u de bevindingen toepassen, en doet u dat ook? Dat zijn vragen waarover wij ons de afgelopen maanden hebben gebogen. We hebben de impact van ons onderzoek onderzocht. Ook evalueren we binnenkort het lectoraat Brandweerkunde. Dit alles komt mooi samen in het jaar waarin de lector zijn tienjarig jubileum viert.

Brandweermensen luisteren naar instructeur op oefenavond in kazerne

Want het is alweer tien jaar geleden dat ik startte als fulltime lector Brandweerkunde, toen nog aan de Brandweeracademie, inmiddels bij de Nederlandse Academie voor Crisisbeheersing en Brandweerzorg van het NIPV. Brandveiligheid is het domein van de lectoraten Brandveiligheidskunde, met als lector Lieuwe de Witte, en Brandweerkunde, met mij als lector. De laatste tijd is ook het lectoraat Energie- en transportveiligheid met lector Nils Rosmuller steeds actiever op het terrein van brandveiligheid.

Samen publiceren we behoorlijk wat onderzoeksrapporten, ik mag wel zeggen dat we heel productief zijn. Ons recente onderzoek naar branden in de gebouwschil van verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen is u vast niet ontgaan. Maar we doen nog veel meer. Zoals onderzoek naar de brandveiligheid van parkeergarages, duurzaam bouwen, vluchtwegen, hoge gebouwen en rookverspreiding. En onderzoek naar waterstof en naar lithium-ion batterijen.

We hopen dat u als lezer van Brandveilig.com in elk geval een paar van onze prachtige rapporten kent. Maar wist u ook dat ons onderzoek naar rookmelders een paar jaar geleden heeft geleid tot een algemene rookmelderverplichting?

Ik wilde wel eens wat meer in detail weten wat de onderzoeken van mijn lectoraat hebben opgeleverd. Daarbij was ik niet alleen benieuwd of de rapporten bekend zijn, maar ook of de kennis is geland, hoe de kennis is verspreid en of dat anders moet of beter kan. Dus zijn we dit gaan onderzoeken.

Hiervoor hebben we gekeken naar de experimentele onderzoeken naar brandbestrijding in het kwadrantenmodel, de Basisprincipes van brandbestrijding, commandovoering, vrijwilligheid en de toekomst van de brandweer. Zijn de rapporten bekend bij de doelgroepen? Is de kennis opgenomen in lesstof? Wordt de kennis ook nuttig gevonden? En wordt de nieuwe kennis toegepast? Met een duur woord heet dat disseminatie, of doorwerking, maar nog mooier valorisatie of gewoon impact.

Ik kan u nog niet vertellen wat eruit komt, het onderzoek is bijna klaar en verschijnt dit najaar.

Als NIPV zijn we sinds enige tijd jaar geassocieerd lid van de Vereniging Hogescholen. Er komen dan kwaliteitskaders en onze lectoraten moeten langs de lat van die kwaliteitskaders worden gelegd. Hebben de lectoraten een aansprekende visie? Hebben ze impact gehad? Ook dat speelt momenteel voor mijn lectoraat: het wordt geëvalueerd. Daarvoor is een commissie ingesteld met onafhankelijke stakeholders die weer andere stakeholders interviewen en een rapport opstellen. En er wordt een zelfevaluatie geschreven. De evaluatie van het lectoraat gebeurt in september. Ons onderzoek naar de impact van onderzoek komt nu goed van pas. U gaat er vast over horen. Maar wilt u alvast beginnen om al die mooie rapporten van collega Lieuwe te lezen, voor als zijn lectoraat over twee jaar wordt geëvalueerd?

Ricardo Weewer
lector Brandweerkunde

Deze column is eerder verschenen in Brandveilig.com, nummer 3, 2024.

label Fysiek veilige leefomgeving

Succesvolle opening van het onderwijsjaar 2024-2025

19 september 2024

Het onderwijs voor brandweer- en crisisprofessionals moet klaar zijn voor de toekomst. Met die boodschap is het onderwijsjaar 2024-2025 van het NIPV officieel geopend. Samen met 170 onderwijsprofessionals werd er stilgestaan bij wat het NIPV als onderwijsinstituut doet en wat het komende onderwijsjaar in petto heeft. 

Video over het onderwijs bij het NIPV.

Diverse deelsessies over onderwijsontwikkelingen

De middag begon met 8 goedbezochte deelsessies. Er stonden verschillende onderwerpen op het programma: Onderwijs Onderweg over de herziening van het onderwijsstelsel, onderwijsontwikkeling voor natuurbrandbestrijding en de wereld van de Werkveldadviescommissie. Ook was er veel interesse in de sessies over de herziening en flexibilisering van het crisisbeheersingsonderwijs en over de vertaling van maatschappelijke ontwikkelingen en actuele thema’s naar passend brandweeronderwijs. 

Publieke veiligheidsrede 2024

De publieke veiligheidsrede werd dit jaar voor de tweede keer uitgesproken. Maaike Wittink, oud-student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier, nam het stokje over van IJle Stelstra. Wittink is sinds april dit jaar bezig met haar inwerktraject als officier van dienst bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Wittink: “Tijdens de afgelopen maanden bij mijn werk in de regio is mij iets opgevallen in alle keren dat ik samenwerk met andere regio’s. Want het blijkt niet altijd vanzelfsprekend dat de kennis uit mijn regio bij andere regio’s aankomt. Of dat hun kennis mij bereikt. En als dat wel lukt, kan ik die kennis later vaak niet meer terugvinden. Mijn vraag is dus: hoe kunnen we onze kennis beter delen?”

Maaike Wittink spreekt de Publieke Veiligheidsrede 2024 uit.
Student Maaike Wittink spreekt de publieke veiligheidsrede uit.

Leven lang leren

Als mogelijke oplossing ziet Wittink een bibliotheek van incidenten en crises voor zich. “Een bibliotheek waarin je heel snel en heel precies de kennis kunt terugvinden die je zoekt, omdat die is getagd met bruikbare zoektermen. Zo’n bibliotheek is vooral nuttig vóór en na een incident. Zo kun je er aanvullende kwalitatieve input uit halen op de trends in de kerncijfers van het NIPV, om zo nog beter voorbereid te zijn.” Ook pleitte Wittink voor een blijvende vakbekwaamheid: “Het is belangrijk dat we een leven lang blijven leren en ervoor zorgen dat ik als officier mijn strepen daadwerkelijk blijf verdienen.” De inhoud van de veiligheidsrede kwam tot stand in een samenwerking tussen Maaike Wittink en Natascha Rens, ook oud-student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier. De volledige publieke veiligheidsrede 2024 is terug te lezen.

Impact van onderzoek en onderwijs

Lector Brandweerkunde Ricardo Weewer nam de aanwezigen mee in zijn visie op impact maken met onderzoek en onderwijs. Hoe maken we resultaten uit onderzoek goed toepasbaar voor het onderwijs? Hoe zorgen we ervoor dat dit impact heeft? Weewer pleitte ervoor om de kennisdeling en het onderwijs anders in te richten, om aan te kunnen sluiten op de veranderende wereld en behoeften van crisisprofessionals. Als voorbeeld noemde Weewer kennismanagement. Er is veel kennis en informatie over het brandweervak. Het werken met specialistische functies kan een oplossing zijn om hiermee om te gaan.  

Presentatie van Ricardo Weewer tijdens opening onderwijsjaar 2024-2025.
Lector Ricardo Weewer.

Panelgesprek en officiële opening

Tijdens het panelgesprek ging dagvoorzitter Marlies Claasen in gesprek met Patrick Sprokkereef (voorzitter van de Vakraad Leren en Ontwikkelen), Frans Schippers (programmadirecteur Onderwijs Onderweg) en Ricardo Weewer. Centraal stond de veranderende en het meer complexe werkveld van brandweer- en crisisprofessionals. Vanuit hun eigen functie en ervaring gingen de heren in gesprek over mogelijke oplossingen om hiermee om te gaan. Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs, sloot daarna de bijeenkomst af door het onderwijsjaar 2024-2025 officieel te openen met een slag op de gong.  

Coby Flier, directeur onderzoek en onderwijs van het NIPV, in gesprek met dagvoorzitter Marlies Claasen tijdens de opening van het onderwijsjaar 2024-2025.
Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs, in gesprek met dagvoorzitter Marlies Claasen.
label Veilige energietransitie

Onderzoek laat risico’s zien bij tweede leven-toepassingen van batterijen, zonnepanelen en windturbines 

12 september 2024

Kwaliteitscontrole aan het einde van eerste leven-toepassingen kan deze risico’s deels borgen.

Tweedelevenbatterijen

Het NIPV heeft onderzocht wat er gebeurt aan het einde van de eerste levensfase van batterijen, zonnepanelen en windturbines.

Wat blijkt? Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden niet vaak hergebruikt zonder aanpassingen. Herfabricage, herbestemming en recycling vinden vaker plaats én zijn ook kansrijker zonder extra bijkomende veiligheidsrisico’s, mits kwaliteitscontrole aan het eind van de eerste levensfase consequent wordt uitgevoerd.

Het onderzoek richtte zich op:

  1. De mogelijke tweede leven-toepassingen
  2. De mogelijke risico’s die van toepassing zijn op deze toepassingen.

Het rapport ‘Risico’s in tweede levenstoepassingen van energietransitietechnologieën’ maakt onderscheid tussen vier soorten tweede levenstoepassingen: hergebruik, herfabricage, herbestemming en recycling.

Weinig hergebruik, volop herbestemming

Het blijkt dat er weinig hergebruik is bij zowel batterijen als windturbines en zonnepanelen. Dit houdt in dat deze technologieën aan het einde van hun eerste levensduur amper zonder aanpassingen worden ingezet voor eenzelfde toepassing. Batterijen, zonnepanelen en windturbines van (circa) 10 tot 15 jaar oud kunnen zich aan het einde van hun oorspronkelijke levensduur qua efficiëntie namelijk niet meten aan de hedendaagse equivalenten. Daarom rest slechts een ‘downgrade’, zoals wanneer auto- of scooterbatterijen worden gebruikt als thuisbatterij of onderdelen van windturbines als bouwmateriaal.

Herfabricage van de onderzochte technologieën gebeurt tot op zekere hoogte. Door strengere Europese wetgeving zien we dit bijvoorbeeld bij autobatterijen meer gebeuren.

Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden volop herbestemd. Met name bij batterijen gebeurt dit binnen Nederland. Windturbines en zonnepanelen worden ook geëxporteerd, en kennen vaker een tweede leven in het buitenland. Wanneer hergebruik, herfabricage of herbestemming niet aan de orde zijn, worden materialen gerecycled. Bij alle drie de behandelde technologieën wordt dit proces steeds meer gestroomlijnd.

Geen nieuwe veiligheidsrisico’s, maar nog weinig toezicht

Binnen de drie bestudeerde technologieën worden bij tweede leven-toepas­singen geen veiligheidsrisico’s geïdentificeerd die niet ook aan de orde zijn tijdens de eerste levenstoepassing. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van deze technologieën verandert vaak wel bij een tweede toepassing. Het naleven van deze verantwoordelijkheid vergt aandacht. Zo worden bestaande maatregelen op het gebied van keuring niet consequent toegepast, en bestaan er zorgen over tweede leven-toepassingen die worden beheerd door bedrijven of burgers met onvoldoende kennis.

label Veilige energietransitie

Lector Nils Rosmuller aangesteld als professor aan Universiteit Twente

11 september 2024

Het NIPV en Universiteit Twente stellen een bijzondere leerstoel in: Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

De Universiteit Twente heeft dr. ir. Nils Rosmuller per 1 oktober 2024 benoemd tot bijzonder hoogleraar Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Door de instelling van de bijzondere leerstoel zal Nils Rosmuller, lector Energie- en transportveiligheid bij het NIPV, per 1 oktober 2024 naast lector ook werkzaam zijn bij de Universiteit Twente bij de faculteit Engineering Technology. De instelling van de bijzondere leerstoel is in nauwe samenwerking met het NIPV en de Universiteit Twente tot stand gekomen. De nadruk van de invulling van deze leerstoel zal komen te liggen op het toepassingsgebied van de energietransitie in de gebouwde omgeving waarbij publieke veiligheid van groot belang is. De focus ligt op het civieltechnische en industriële domein met name gericht op grootschalige toepassingen. Juist die grootschaligheid met de bijbehorende projecten kunnen een forse impact hebben op de publieke veiligheid en de veiligheid van professionals.

“Deze bijzondere leerstoel biedt het NIPV de mogelijkheid met de wetenschappelijke wereld, waaronder onderzoekers en studenten, samen te werken”, zegt Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs. “Met als doel wetenschappelijke kennis te ontsluiten en de hieruit voortvloeiende veiligheidskennis aan deze toekomstige generatie ontwerpers, beleidsmakers en beslissers te onderwijzen. Ik ben trots op deze samenwerking die we als kennisinstituut en universiteit gaan opbouwen in het belang van de publieke veiligheid en de samenleving. Ik heb er alle vertrouwen in dat Nils met zijn belangrijke expertise deze functie uitstekend gaat vervullen”, aldus Coby Flier.

Brug slaan tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving

Nils Rosmuller: “Het NIPV heeft een landelijke rol in de beleidsontwikkelingen en heeft op alle niveaus ingangen in de wereld van de publieke veiligheid. Van ministeries, provincie- en gemeentehuizen tot aan kazernes. Daarbij bieden we goede toegang tot empirie en dataverzameling. Met de nadere invulling van deze leerstoel kan ik nog meer de wetenschappelijke kennis ontwikkelen en ontsluiten voor de veiligheidsprofessionals en de samenleving. De combinatie van de functie van bijzonder hoogleraar en lector biedt uitstekende mogelijkheden om met onderzoekers en studenten te werken aan onderzoek en onderwijs. Ik kijk er zeer naar uit om met de Universiteit Twente, de faculteit Engineering Technology en het NIPV in deze nieuwe functie aan de slag te gaan.”

Met de ervaring die Nils Rosmuller meebrengt vanuit het NIPV naar de Universiteit Twente en vanaf 1 oktober 2024 ook vice versa, wordt er een brug geslagen tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving. De aanstelling bedraagt een omvang van 2 dagen per week voor een periode van 5 jaar. De leerstoel is ingesteld door de Universiteit Twente in samenwerking met het NIPV.