Tankopslagbedrijven Zuid-Holland krijgen drie jaar voor vervanging foamdammen
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, september 2023
Tankopslagbedrijven in Zuid-Holland die foamdammen van aluminium toepassen op drijvende tankdaken, moeten deze uiterlijk eind 2025 hebben vervangen door foamdammen van staal of een aantoonbaar gelijkwaardig ander materiaal.
Die deadline blijft van kracht, nadat de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven (VOTOB) afgelopen voorjaar vroeg een vervangingstermijn van 10 tot 15 jaar toe te staan. De vergunningverlenende bevoegde gezagen blijven, samen met Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en het LEC IV, van mening dat het risico op escalatie van een ‘rim seal brand’ bij gebruik van aluminium foamdammen zodanig is dat de termijn van drie jaar gerechtvaardigd is.
Wat vooraf ging: eind 2021 stuurde het LEC IV een IV Alert uit, nadat bij diverse tankopslagbedrijven in Zuid-Holland en Zeeland was geconstateerd dat op een deel van de opslagtanks met drijvende tankdaken aluminium foamdammen worden toegepast. Die dammen spelen een essentiële rol bij het vormen van een afdekkende schuimlaag bij zogenoemde ‘rim seal branden’ en het voorkomen van escalatie tot een volledige tankbrand. Gebruik van aluminium is een afwijking op de internationaal gehanteerde NFPA 11 standaard, die foamdammen van 3,4 millimeter staal voorschrijft. Uit onderzoek blijkt dat aluminium foamdammen door de hitte kunnen bezwijken, zodat het schuim zijn werk niet kan doen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) en Milieudienst DCMR trekken sinds 2021 samen op in dit dossier en hebben de andere veiligheidsregio’s en milieudiensten geïnformeerd over de geconstateerde situatie. De toezichthouders onderstrepen het belang van snelle vervanging van aluminium door stalen foamdammen, vanwege het veiligheidsbelang. De kans op een full surface tankbrand als gevolg van een escalerende rim seal brand is weliswaar zeer klein, maar zeker niet uitgesloten, terwijl de omgevingseffecten van een langdurige grote opslagtankbrand verstrekkend kunnen zijn.
In Brzo-regio Zuidwest (Zuid-Holland en Zeeland) hebben Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de DCMR alle betreffende bedrijven gevraagd een plan van aanpak op te stellen voor vervanging van de aluminium foamdammen. Adviseur industriële veiligheid Jan-Kees Kallemein van de VRR, dossierhouder voor dit onderwerp binnen het LEC IV: “Veel bedrijven hebben inmiddels hun plannen van aanpak bij ons ingediend. Eind september verwachten we alle plannen te hebben beoordeeld, zodat we dan een goed beeld hebben van hoe de bedrijven de aanpassing van de opslagtanks willen aanpakken. We zien dat sommige bedrijven al aan de slag zijn met de vervanging.”
Tankopslagbedrijven
De tankopslagsector onderkent dat het gebruik van aluminium foamdammen niet overeenkomstig de NFPA 11 is, maar denkt anders over de problematiek dan het bevoegd gezag en de veiligheidsregio’s. In mei stuurde de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven (VOTOB) een brief aan DCMR en Provincie Zuid-Holland, met daarin een pleidooi om een aanzienlijk langere termijn toe te staan voor de geëiste aanpassing. Tankopslagbedrijven zouden door de in hun ogen korte termijn op aanzienlijke kosten worden gejaagd, mede omdat de opslagtanks vóór uitvoering van de werkzaamheden moeten worden geleegd en grondig gereinigd. Het verzoek van VOTOB was de aanpassing van de foamdammen uit te voeren in het reguliere groot onderhoud van opslagtanks in de komende tien tot vijftien jaar.
Jan-Kees Kallemein: “Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft VOTOB laten weten dat zij niet instemt met dat voorstel en vasthoudt aan de termijn van drie jaar. De rechtvaardiging is dat de risico’s weliswaar klein zijn, maar de effecten als het toch misgaat enorm kunnen zijn. We hebben de bedrijven al een jaar extra de tijd gegeven ten opzichte van de PGS 29, die een vervangingstermijn van twee jaar voorschrijft, vanwege de zwaarte van het scenario tankbrand. Voor ons werkgebied betekent dit dat de bedrijven eind 2025 al hun opslagtanks aangepast moeten hebben met stalen foamdammen, zoals voorgeschreven in de NFPA 11 en PGS 29. Bedrijven in andere regio’s hebben iets langer de tijd, omdat het handhavingstraject daar later is gestart. Na 2025 gaan de veiligheidsregio’s er in hun Brzo-inspecties gericht op controleren en handhaven.”
De NFPA 11 laat wel ruimte voor alternatieven voor aluminium, mits die gelijkwaardigheid via een reproduceerbare test kan worden aangetoond en onderbouwd. Jan-Kees Kallemein: “Het zou wellicht goed zijn als die gelijkwaardigheidsparagraaf in de NFPA 11 nauwkeuriger omschreven zou worden, met betrekking tot uitvoering en condities van materiaaltesten. Zo’n test moet uiteraard door een gecertificeerd testinstituut en met een gecertificeerde testmethodiek moeten worden uitgevoerd. Tot op heden hebben we de resultaten van zo’n test nog niet gezien. En bij een eerdere brandtest met aluminium bleek al dat de foamdammen snel bezwijken als gevolg van de hitte van een rim seal fire.”
De juiste wijze van installatie van een stalen foamdam.
Reactie VOTOB
Het risico op een rim seal brand met een intern direct contact drijvend dak is zeer laag. Er zijn VOTOB wereldwijd geen incidenten bekend waar dit scenario is opgetreden. Mocht een rim seal brand ontstaan, dan is deze volgens de betrokken VOTOB leden bij een gefaalde foamdam nog steeds goed te bestrijden. Het is vervolgens nog minder aannemelijk dat een intern drijvend dak rim seal brand zich verder ontwikkelt tot een tankbrand (volledig oppervlakte scenario). Mocht dit laatste scenario zich onverhoopt toch voordoen, dan zijn de VOTOB-leden in staat dit te bestrijden.
Gezien de zeer kleine kans op rimbrandscenario’s en een nog veel kleinere kans op uitgroei naar een tankbrand, ontstaat er volgens VOTOB geen acuut veiligheidsrisico en vindt VOTOB het redelijk om een eventuele hersteltermijn te koppelen aan het groot onderhoud van een tank. De termijn van drie jaar wordt ook niet door alle OD’s gehanteerd. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied laat de hersteltermijn afhangen van de vraag of de tank al dan niet is voorzien van een volledig stationair systeem, waarmee binnen enkele minuten directe blussing kan worden ingezet. Overigens heeft VOTOB de overtuiging dat een aluminium foamdam functioneel gelijkwaardig is aan een stalen foamdam. VOTOB wil deze overtuiging, in overleg met de betrokken overheden, middels representatieve testen aantonen.
Lees ook
In 2022 is de voormalige Brandweeracademie deels overgegaan in het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV. Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van onderwijs en examinering? En wat zijn de plannen voor het komende onderwijsjaar?
“Door het Ontwikkelfonds structureel in te zetten voor vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven, kan er beter en sneller worden ingespeeld op de vakbekwaamheidsbehoeften in het werkveld”, vertelt Jan Pieter Duhen, voorzitter van de stuurgroep namens de WVA.
“Met de leerblokken wordt ingespeeld op de individuele, uiteenlopende leerbehoefte van de deelnemers. Ook de nieuwe leerstroom Industriële Veiligheid houdt rekening met een doelgroep die steeds meer diversiteit kent en een werkomgeving die aan verandering onderhevig is”, legt onderwijskundige Marieke Geelen uit.
Aan de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier nemen twee studenten van de Koninklijke Luchtmacht deel, vanuit de wens om een functie als officier bij de luchtmacht brandweer te vervullen. Student Martin vertelt over zijn ervaringen.
“Er gebeurt veel binnen het brandweeronderwijs. Via deze eerste, periodieke nieuwsbrief informeren we daarom graag collega’s in het land over de laatste ontwikkelingen”, vertelt Albert Gieling, manager bij het NIPV.
Tankopslagbedrijven in Zuid-Holland die foamdammen van aluminium toepassen op drijvende tankdaken, moeten deze uiterlijk eind 2025 hebben vervangen door foamdammen van staal of een aantoonbaar gelijkwaardig ander materiaal.
Doel van dit project is om recent afgestudeerde studenten aan het hoger beroepsonderwijs en universiteiten te interesseren voor een job met industriële specialisatie bij de veiligheidsregio’s.
Het scenarioboek en de bijbehorende 112 scenariokaarten maken deel uit van de ‘paraplu’ van scenarioboeken op de website van het NIPV, naast de publicaties over externe veiligheid en energietransitie.
Het aantal bedrijven met een bedrijfsbrandweeraanwijzing is in 2022 licht gestegen ten opzichte van 2021, van 96 naar 103. Ook het aantal beoordeelde bedrijven is gestegen, van 328 naar 362. Dat blijkt uit het rapport ‘Stand van zaken bedrijfsbrandweeraanwijzingen bij Brzo-bedrijven’, dat het LEC IV heeft opgesteld ten behoeve van de Staat van de Veiligheid 2022.