Lichte stijging bedrijfsbrandweeraanwijzingen
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, september 2023
Het aantal bedrijven met een bedrijfsbrandweeraanwijzing is in 2022 licht gestegen ten opzichte van 2021, van 96 naar 103. Ook het aantal beoordeelde bedrijven is gestegen, van 328 naar 362. Dat blijkt uit het rapport ‘Stand van zaken bedrijfsbrandweeraanwijzingen bij Brzo-bedrijven’, dat het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) heeft opgesteld ten behoeve van de Staat van de Veiligheid 2022.
Het deelrapport is op 5 juli aangeboden aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het overzicht geeft de veiligheidsregio’s en het ministerie een goed beeld van het aantal bedrijven dat vanwege hun risicoprofiel verplicht wordt tot het in stand houden van een bedrijfsbrandweer, op grond van artikel 31 Wet veiligheidsregio’s.
De cijfers tonen de situatie tot het laatste meetmoment in april jl. In totaal stonden op dat moment 415 bedrijven geregistreerd die vanwege hun activiteiten met gevaarlijke stoffen beoordeeld moeten worden op een bedrijfsbrandweerplicht. 87 procent van die Brzo-bedrijven is in het verslagjaar beoordeeld (tegen 80 procent in het vorige verslagjaar) en een kwart is daadwerkelijk aangewezen. Het merendeel van het aantal bedrijven dat is beoordeeld en aangewezen, betreft hogedrempel Brzo-inrichtingen. Van alle beoordeelde bedrijven is 65,5 procent een hogedrempelbedrijf. Van alle daadwerkelijk aangewezen bedrijven (103) valt maar liefst 89 procent onder het Brzo hogedrempel. Het gaat om 92 bedrijven.
Ook het aantal bedrijven dat, na het doorlopen van een beoordelingsprocedure, niet is aangewezen steeg licht, van 240 naar 260. Tot slot laat de rapportage ook dalende cijfers zien, namelijk in de categorie bedrijven waar de beoordelingsprocedure nog loopt, nog niet is gestart of waarbij de Brzo-status het afgelopen jaar is vervallen. Het gaat om 52 bedrijven, tegen 68 in 2021. Dat is goed nieuws, omdat het beeld van de verhouding tussen wel- en niet-bedrijfsbrandweerplichtige bedrijven nauwkeuriger is geworden. Overigens bestaan nergens acute risico’s of gevaren bij bedrijven die nog niet zijn beoordeeld.
Download de rapportage
Download de rapportage Stand van zaken bedrijfsbrandweeraanwijzingen bij Brzo-bedrijven.
Lees ook
Jan Meinster van het LEC IV leidde een ‘inspiratietafel’ over de blusschuimtransitie. Duidelijk werd dat bedrijven behoefte hebben aan concrete informatie.
Met 2024 op de kalender wordt het voor de industrie en de brandweersector zaak haast te maken met de blusschuimtransitie. De Europese verordening die het gebruik van PFAS in blusschuim verbiedt, wordt namelijk in de loop van komend jaar van kracht.
De bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de consequenties van de Omgevingswet voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s.
Het LEC IV werkt aan het opstellen van zijn eerste meerjarenplan met meerjarenbegroting voor de periode 2024-2027.
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.