Informatievoorziening als kritische factor voor het redden en evacueren tijdens overstromingen
Nieuwsbrief Netcentrisch werken, december 2022
De Nationale Reddingsvloot (NRV) levert hulpverleners en middelen om te redden en evacueren bij overstromingen. Met vijf pelotons van in totaal 88 eenheden die meerdere dagen inzetbaar zijn vormt de vloot een bovenregionale voorziening voor veiligheidsregio’s.
“De waternood in Limburg (2021) was voor de NRV de eerste grootschalige inzet sinds de overstromingen van 1993 en 1995. Het heeft nog maar eens duidelijk gemaakt dat overstromingen een langdurig en grensoverschrijdend karakter kunnen hebben. Gedurende meerdere dagen leverden ruim 700 hulpverleners van de NRV vanuit het hele land bijstand in de veiligheidsregio’s Zuid-Limburg, Limburg-Noord en in België in de omgeving van Luik,” vertelt Mark Jansen, Landelijke Coördinator Nationale Reddingvloot.
Het vormen van een actueel beeld was een uitdaging
“Het aansturen van een dergelijke inzet vraagt nogal wat van de leidinggevenden. Het landelijk actiecentrum ondersteunde tijdens de inzet de pelotons, maar bleek een uitdaging te hebben om snel tot een actueel beeld van de situatie te komen. In korte tijd moest er flink wat informatie worden verwerkt en zaken worden geregeld. Dit heeft veel tijd gekost doordat gewerkt werd volgens een klassieke, hiërarchische manier van informatie verzamelen. Onze leidinggevenden hebben na de inzet aangegeven dat zij behoefte hadden aan meer (sturings-)informatie om noodzakelijk overzicht te houden. Omdat daarnaast veel eenheden niet over C2000 apparatuur beschikten was het actiecentrum genoodzaakt om de communicatie voornamelijk te laten verlopen via WhatsApp-groepen. WhatsApp heeft tijdens de inzet gefungeerd als een mini-LCMS, waarmee de prioriteiten van de operationele inzet in kaart werden gebracht.”
Multidisciplinair aansturen vraagt om een gezamenlijk beeld
In de chaotische fase van de crisis moest er met veel verschillende partijen worden samengewerkt. Hierdoor moest er multidisciplinair worden aangestuurd en werd er geïmproviseerd op basis van persoonlijke contacten. “Ook kwamen we erachter dat we niet altijd dezelfde taal spreken als onze partners, wat soms zorgde voor onrust en onbegrip. Gelukkig werd ons tijdens de inzet al snel hulp aangeboden vanuit verschillende veiligheidsregio’s, waardoor we werden voorzien van informatiemanagers en een aansluiting op LCMS. Dit stelde ons in staat om een beter beeld te vormen doordat tijdens de inzet informatie van de bronregio uit LCMS kon worden gehaald. Ook werd er een tabblad aangemaakt om het beeld van de NRV te kunnen delen. Zo kreeg het actiecentrum zicht op de situatie ter plaatse, welke eenheden waar naartoe waren gestuurd, kon er nagedacht worden over een planning voor de aflossing van eenheden en hadden onze partners beeld over onze werkzaamheden. De belangrijkste les die wij na de inzet hebben getrokken is hoe belangrijk het is om met verschillende organisaties informatiegestuurd samen te werken. Informatie delen en snel een actueel en gezamenlijk beeld hebben is van cruciaal belang voor de effectiviteit van het operationele optreden.”
Aansluiten op de netcentrische werkwijze
Na de inzet heeft de NRV-stuurgroep het lectoraat Crisisbeheersing gevraagd om een evaluatie uit te voeren ten behoeve van de doorontwikkeling. Geconcludeerd werd dat het wenselijk is om voorbereidingen te treffen en afspraken te maken over de aansluiting van de NRV op de regionale crisisstructuur. “Voor de NRV was dit aanleiding om nog eens kritisch naar de randvoorwaardelijke processen van de eigen organisatie te kijken en na te denken over hoe aan te sluiten op de werkwijze van de veiligheidsregio’s. Wij hebben de ambitie uitgesproken om aan te willen sluiten bij de netcentrische werkwijze, zodat wij net als onze partners het proces van leiding en coördinatie meer snelheid, daadkracht en doelgerichtheid kunnen geven door informatiegestuurd te werken op basis van een actueel en gedeeld beeld. Hierop zijn we met een implementatietraject gestart dat in oktober 2023 wordt afgerond.”
Lees ook
Jan Meinster van het LEC IV leidde een ‘inspiratietafel’ over de blusschuimtransitie. Duidelijk werd dat bedrijven behoefte hebben aan concrete informatie.
Met 2024 op de kalender wordt het voor de industrie en de brandweersector zaak haast te maken met de blusschuimtransitie. De Europese verordening die het gebruik van PFAS in blusschuim verbiedt, wordt namelijk in de loop van komend jaar van kracht.
De bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de consequenties van de Omgevingswet voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s.
Het LEC IV werkt aan het opstellen van zijn eerste meerjarenplan met meerjarenbegroting voor de periode 2024-2027.
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.