label Veilige energietransitie

Blog: Kan waterstof veilig worden getransporteerd door bestaande aardgasleidingen?

7 november 2024

Afgelopen juli publiceerde het tijdschrift Energy Science and Engineering een artikel waarin de auteurs kritisch zijn over het transporteren van waterstof door leidingen waar eerst aardgas doorheen ging. Op verzoek van enkele veiligheidsregio’s heeft het NIPV het artikel bestudeerd. Onderzoekers Margreet Spoelstra en Johan Reinders bloggen over hun bevindingen.

Aanleg van gasleiding die geschikt is voor het transporteren van waterstof.
Foto: ANP.

Nadere duiding geven

Het artikel waar het om gaat, is getiteld ‘A review of challenges with using the natural gas system for hydrogen’. In het artikel raden de auteurs het gebruik van waterstof in bestaande aardgasleidingen om diverse veiligheidsredenen af. Gasunie en netbeheerders in Nederland staan – mede op basis van andere onderzoeken – positief tegenover de veiligheid van het transport van waterstof door aardgasleidingen. Bij veiligheidsregio’s heeft het artikel tot onrust geleid, omdat ze niet weten wie of wat te geloven. Het NIPV is gevraagd om een nadere duiding te geven.

Nuance ontbreekt soms

Onze conclusie is dat de auteurs de fysische en chemische verschillen tussen aardgas en waterstof goed beschrijven. Op het gebied van veiligheid ontbreken echter enkele nuanceringen. Hierdoor worden lezers die niet bekend zijn met de (materiaal)eigenschappen van waterstof en aardgas op het verkeerde been gezet.

Waarom waterstof?

Maar eerst even terug naar het belang van waterstof: waterstof staat de laatste jaren volop in de belangstelling vanwege de rol die het speelt in de energietransitie. In de industrie kan waterstof aardgas vervangen als energiebron bij productieprocessen, zodat er geen CO2 meer vrijkomt en klimaatdoelen gehaald kunnen worden. Daarnaast kan duurzaam opgewekte energie van bijvoorbeeld zonnepanelen en windturbines worden omgezet in waterstof, waardoor energie beter opgeslagen en getransporteerd kan worden.

Sinds de ontdekking van het gasveld in Slochteren in de jaren zestig van de vorige eeuw, beschikt Nederland over een groot netwerk aan aardgasleidingen. Vanwege het sluiten van dit gasveld kan een aantal van deze leidingen mogelijk gebruikt worden om waterstof te transporteren. Gasunie en netbeheerders onderzoeken daarom sinds enkele jaren of dit mogelijk is en, zo ja, onder welke voorwaarden.

Veiligheidsrisico’s van waterstof versus aardgas

De veiligheidsrisico’s van waterstof die de auteurs in het artikel beschrijven, worden onderkend door Gasunie en de netbeheerders. Het gaat dan vooral om de aantasting van stalen buisleidingen door waterstof en het lekken van waterstof door leidingwanden heen. Maar waar de auteurs terecht de risico’s benoemen, schieten ze tekort in hun overzicht van de vele, vaak openbaar beschikbare onderzoeken die zijn en worden uitgevoerd om deze risico’s te beperken.

Zo stellen de auteurs van het artikel dat waterstof gemakkelijker lekt dan aardgas, omdat een waterstofmolecuul kleiner is dan een aardgasmolecuul. Maar waterstof- en aardgasmoleculen zijn beide meer dan een factor 1000 kleiner dan het kleinste gaatje in een leidingsysteem. Het is dus niet verwonderlijk dat uit Brits onderzoek is gebleken dat als waterstof lekt, aardgas ook lekt. En dat als aardgas niet lekt, waterstof ook niet lekt. De auteurs noemen dit Britse onderzoek echter niet. Een tweede voorbeeld is het lekken van waterstof door leidingen heen. Dat gebeurt inderdaad, maar wat het artikel niet vermeldt, is dat aardgas ook door leidingen heengaat maar in mindere mate. Onderzoek heeft aangetoond dat de hoeveelheden waterstof of aardgas die op die manier vrijkomen zeer klein zijn en bovendien vrijkomen over de gehele lengte van leidingen. Hierdoor worden hoge gasconcentraties niet bereikt, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten.

De veiligheid van waterstof moet in beeld blijven

Het is goed om mensen te attenderen op de risico’s die kunnen ontstaan als aardgas wordt vervangen door waterstof. Waterstof is immers een gevaarlijke stof waar voorzichtig mee moet worden omgegaan. Wij pretenderen niet voor 100% de ins en outs te kennen die met de introductie van waterstof in aardgasleidingen gepaard gaan, maar zijn er wel van overtuigd dat het artikel een onvolledig beeld geeft van de werkelijke risico’s.

Wij zijn van mening dat door het wegvallen van aardgas als energiebron en door de klimaatdoelstellingen van Nederland en Europa, waterstof ook vanuit veiligheidsperspectief in beeld kan blijven als vervanger van aardgas. Waterstof kan veilig toegepast worden in systemen die oorspronkelijk ontworpen zijn voor aardgas, mits passende maatregelen worden genomen om verbrossing en vermoeiing te voorkomen. 

Lees de uitgebreidere inhoudelijke reactie

Margreet Spoelstra en Johan Reinders
Onderzoekers Energie- en transportveiligheid


Bronnen

Martin P., Ocko I.B., Esquivel-Elizondo S., et al. A review of challenges with using the natural gas system for hydrogen. Energy Science & Engineering 2024; 1-15. doi:10.1002/ese3.1861.

Tebodin (2019). Onderzoek technische aspecten van waterstof – In bestaande buisleidingen t.b.v. de energietransitie.

Website Netbeheer Nederland, thema Waterstof (te vinden via Menu>Publicaties>Thema>Waterstof).

H21 (2021). Phase 1 Technical Summary Report.

label Informatiegestuurde veiligheid

“Met data Nederland veiliger maken: dat is onze droom”

5 november 2024

Op de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s staan actuele cijfers over de veiligheidsregio’s op een aantal relevante thema’s. Onlangs is een dashboard met Kerncijfers Materieel toegevoegd. Ook heeft de website een nieuwe look-and-feel gekregen. Tijd voor een gesprek met Ron de Wit van Veiligheidsregio Twente, Steven van de Looij van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en Kim de Valk van het NIPV.

Brandweerauto's op straat bij een brand
Foto: Shutterstock.

“De samenleving stelt niet de vraag hoeveel brandweerwagens er in één regio zijn, die wil weten hoe het in Nederland zit. Dat lijkt simpel, maar om dat te automatiseren is best een opgave. Want wij zijn 25 organisaties met allemaal onze eigen informatiehuishouding en onze eigen data-definities.” Aan het woord is Ron de Wit. Hij is sectorhoofd Strategie, Informatie en Organisatie bij Veiligheidsregio Twente en plaatsvervangend commandant Brandweer. Verder is hij landelijk lid van de Vakraad Bedrijfsvoering van Brandweer Nederland die samen met het NIPV werkt aan het verbeteren van data. Samen met Steven van de Looij en Kim de Valk zit hij vandaag om tafel om de laatste puntjes op de i te zetten voordat de nieuwe homepage en de Kerncijfers Materieel van de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s online gaan. “Als branche wil je up-to-date zijn: hoeveel brandweermensen zijn er in Nederland? Wat voor trends zien we daarin? Hoeveel brandweerauto’s zijn er? Hoeveel incidenten? Hoeveel woningbranden? Hoeveel incidenten met Nieuwjaar? Als je dat weet, kun je burgers informeren, kun je leren en kun je sturen.”

Grote stappen gezet in de afgelopen jaren

Steven van de Looij vult hem aan: “Een aantal jaar geleden hadden we zelfs nog ruim 400 gemeenten en evenzoveel brandweerkorpsen. Het enige wat we hadden afgesproken was de kleur rood, RAL 3000.” Van de Looij is Chief Information Officer bij Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en voorzitter van de regiegroep Informatiegestuurde veiligheid. “Dus aan de buitenkant zagen we er hetzelfde uit, maar aan de binnenkant waren we versnipperd. Daardoor konden we nooit dingen op een slimme manier samendoen. Daar hebben we de laatste jaren grote stappen in gezet.”

Kim de Valk is senior data-analist en bij het NIPV verantwoordelijk voor de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s. “Ik begon met de opdracht om de brandweerstatistieken van het CBS over te nemen, zo is het eerste dashboard ontstaan. Het was een heel traject om met de data vanuit de meldkamers een datawarehouse op te zetten en dat weer te vertalen naar een dashboard. Voor een dashboard moeten we met de regio’s afstemmen welke rekenregels we toepassen en welke termen en definities we gaan hanteren. Uiteindelijk wordt dit dan een geautomatiseerd proces. Zo hebben we steeds meer dashboards kunnen toevoegen.”

Van de Looij: “Als je informatie genereert is deze pas interessant als je de context van het geheel hebt. Als jij bijvoorbeeld ontdekt dat je in jouw gebied de meeste autobranden hebt, dan kun je je gaan afvragen hoe dat kan. Die vergelijking doen we pas sinds kort en daardoor ontstaan er hele interessante vraagstukken. Waarom ben je daar koploper of achterblijver in? Wat doe je goed en wat kan er beter?”

Veel meer gebruik van technische mogelijkheden

De Wit: “Met de dashboards verzamel je ook gewoon feiten. Je hoort bijvoorbeeld wel eens dat er veel vrijwilligers weglopen bij de brandweer. Maar als je dan naar de feitelijke grafiek kijkt zie je dat de werkelijkheid anders is.” Van de Looij haakt hierop in: “Vanuit de politiek ontstond op een gegeven moment het beeld dat er veel brandweerkazernes werden gesloten. Maar doordat wij de beschikking hadden over de werkelijke cijfers konden we dat ontkrachten. Het aantal brandweerkazernes in Nederland is juist vrij stabiel.” “Mijn ambitie is dat we als veiligheidssector veel meer gebruik gaan maken van de technische mogelijkheden die er in toenemende mate zijn. Als je bijvoorbeeld succesvol artificial intelligence wilt inzetten of als je informatie van andere partijen wilt koppelen met onze data moet je zorgen dat je je huis op orde hebt. En dat is steeds meer het geval. We zijn nu bijvoorbeeld bezig om data van het Verbond van Verzekeraars te koppelen aan onze data. Zo kunnen we straks heel nauwkeurig in beeld brengen wat de branden waar wij naartoe gaan eigenlijk kosten. Zo kun je hele nieuwe inzichten creëren.

In een volgende fase zou ik willen dat we op het gebied van informatietechnologie steeds meer dingen samen gaan doen. Onze droom is dat we daardoor uiteindelijk meer veiligheid kunnen creëren. Om dit voor elkaar te krijgen moeten regio’s soms iets loslaten en veranderen. De kosten gaan wat dat betreft natuurlijk voor de baten uit. Maar er zijn al regio’s die vroeger zelf heel druk waren met tellen hoe druk was het met de jaarwisseling en die data nu gewoon aan het NIPV vragen.”

Leren van elkaar en van elkaars data

De Valk beaamt dit. “We krijgen steeds meer van dit soort vragen vanuit de regio’s. Want waarom zouden ze in een regio een heel datamodel gaan neerzetten, terwijl wij het eigenlijk allemaal al hebben? We hebben ook een werkgroep met andere data-professionals uit de regio’s waarin we steeds meer delen. Als de ene regio iets moois heeft gemaakt, kan dat door een andere worden hergebruikt. Ik krijg ook steeds meer overzicht van wat er in de verschillende regio’s allemaal ontwikkeld wordt en zie het als onze rol, als NIPV, om die verbinding tot stand te brengen. Van de Looij vult haar aan: “In dit soort samenwerkingen leren van elkaar en leren van elkaars data, dat willen we in de komende jaren nog veel meer gaan uitnutten.”

De Wit: “Wat natuurlijk een vraagstuk blijft, is wanneer de website af is. Wat kan er allemaal nog bij? We zijn bezig om daar een agenda voor op te stellen. De Valk: “Er komen in ieder geval nog twee dashboards bij: over branden met zonnepanelen en over natuurbranden. Allebei natuurlijk zeer actuele thema’s op het gebied van veiligheid.”

Meer weten?

Zelf eens een kijkje nemen? Ga naar de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s.

label Maatschappelijke veerkracht

Blog: Rampspoed in Spanje

4 november 2024

“Het is vaker gezegd: iedere ramp is anders, maar rampen kennen ook veel patronen en regelmatigheden. Dat geldt ook hier in Spanje,” zegt lector Crisisbeheersing Menno van Duin. In zijn nieuwste blog benoemt Van Duin acht zaken die hem aan deze ramp opvallen.

Auto rijdt in ondergelopen straat in Valencia als gevolg van de overstromingen
Foto: Shutterstock.
  1. Na enkele dagen komen de verhalen los en komt ook de schuldvraag naar boven: de ‘blame game’ is begonnen. Het Spaanse KNMI zou te laat gewaarschuwd hebben. De boodschap was niet duidelijk genoeg. Gemeenten maar ook burgers namen de waarschuwingen – voor zover deze er al waren – onvoldoende serieus. ‘Het zou nog wel even duren, want het was nu nog zonnig’. Toch snel nog even boodschappen halen of naar huis; misschien zou het later niet meer kunnen. Velen kwamen om in hun auto.
  2. Naast de ‘blame game’ zien wij ook vele voorbeelden van enorme solidariteit; mensen helpen elkaar op grote schaal. De veerkracht in de samenleving is ongekend. Ook daaraan – zo weten we – zal straks weer een eind komen, maar de komende dagen is deze spontane hulp nog van grote waarde.
  3. De omvang van de ramp is groter dan gedacht; het overtrof alle verwachtingen. Dan blijkt ook dat de bedachte oplossingen (grote brede beddingen) om snel grote hoeveelheden water vanuit de heuvels snel af te voeren (het verschijnsel van enorme regenval komt vaker voor) richting de zee door de extreme hoeveelheden water in zo korte tijd deze keer onvoldoende soelaas bieden. Als zich een keer een ‘echte’ ramp voordoet, dan is deze meestal groter dan verwacht; groter ook dan men aankan.
  4. In zo’n situatie maken de hulpverleners en ook militairen die worden ingezet vele overuren en zelfs dan nog krijgen deze organisaties de nodige kritiek te verwerken. Men was niet klaar voor een ramp van deze omvang; men was te laat; had niet de goede spullen. Alsof bij een ramp van een dergelijke omvang hulpverleners overal op tijd zouden kunnen zijn.
  5. Bij een ramp van deze omvang is er snel sprake van schaarste aan bepaalde zaken: schoon drinkwater en voedsel; onderdak; medicijnen e.v. Maar ook om snel hulp te kunnen verlenen heb je allerlei zaken nodig die opeens schaars zijn (brandstof, juiste equipment, medicijnen).
  6. Eigenlijk is dit nog maar het begin en zullen na de solidariteit ook de discussies volgen over herstel en wederopbouw. Wie draait op voor de miljarden aan schade? Gaan verzekeringen schades vergoeden; zal de overheid naar voren stappen? Zeker is dat over een jaar nog opvallende weinig zal zijn hersteld.
  7. Media nemen alle kritiek van eenieder die wat kwijt wil voor de camera over alarmering, late hulpverleners, plunderingen e.v. vrijwel klakkeloos over. Men richt zich ook altijd op het ergste van het ergste.
  8. Het lijkt erop dat enkele kleinere gemeenschappen onevenredig zwaar getroffen zijn. Vaak kan de aanwezige solidariteit (naoberschap in het Spaans) hier helpen, maar tegelijkertijd zijn kleine zwaar getroffen gemeenschappen vaak extra kwetsbaar. Soms kunnen de sociale verbanden zo geraakt zijn dat zo’n gemeenschap zelf ‘dood gaat’. Veerkracht is niet oneindig.

Menno van Duin
Lector Crisisbeheersing

label Fysiek veilige leefomgeving

Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties: hét loket voor vragen over onderwijsapplicaties

Februari 2025

Sinds 1 januari 2025 heeft team Landelijk Functioneel Beheer ELO een nieuwe naam: Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties (LFBO). Ook zijn zij binnen het NIPV ondergebracht bij team Ondersteuning Onderwijs. Samen vormen zij hét centrale loket voor alle vragen over de onderwijsapplicaties Canvas, Educator en Testvision en het komende half jaar ook nog de ELO Cumlaude Learning. Een nieuwe naam met een uitgebreider takenpakket, maar dezelfde dienstverlening. 

Teamfoto van het landelijk functioneel beheer
Het team van het Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties.

Het afgelopen jaar is door het projectteam implementatie Educator en Canvas hard gewerkt aan het inrichten de nieuwe onderwijsapplicaties. In september is gestart met de Instructeursopleiding in Educator en Canvas, en in januari zijn ook de eerste leergangen Manschap en Bevelvoerder van start gegaan in de nieuwe ELO. Vanaf maart gaat ook de toetsing en examinering plaatsvinden in de nieuwe systemen.  

“Een spannend moment”, aldus Frank van der Aart, teamleider a.i. van Landelijk Functioneel Beheer ELO bij het NIPV. “Nu is het moment aangebroken dat grote aantallen cursisten gebruik gaan maken van de applicaties. Het is dan ook van belang dat team Functioneel Beheer zo dicht mogelijk op de onderwijsprocessen zit, zodat ze de gebruikers optimaal van dienst kunnen zijn. Het team heeft dan ook versterking gekregen en bestaat nu uit vier functioneel beheerders, die nauw samenwerken met de inhoudelijk specialisten én met het Expertteam, een afvaardiging van regionaal functioneel beheerders uit de veiligheidsregio’s. Daarnaast blijft het team LFBO ook de oude ELO ‘Cumlaude Learning’ ondersteunen, totdat de uitfasering eind dit jaar is afgerond.” 

Online helpdesk 

Maaike Schuurs, functioneel beheerder bij het NIPV, verwacht dat er de komende tijd veel vragen zullen komen van gebruikers, docenten, begeleiders en onderwijsplanners. En niet alleen over Canvas, maar ook over het gebruik van Educator en Testvision.” Maaike legt uit: “Daarvoor hebben we onze online servicedesk Jira ingericht. Regionaal functioneel beheerders van de regionale opleidingsinstituten en veiligheidsregio’s kunnen via dit systeem al hun vragen stellen en deze worden beantwoord door ons team functioneel beheerders en onderwijsspecialisten. Gebruikers kunnen met vragen dus in eerste instantie bij de regionaal functioneel beheerder terecht.”  

Inloopspreekuur 

Daarnaast wordt de komende drie maanden voor verschillende doelgroepen online inloopspreekuren georganiseerd, waarvoor de betrokkenen zijn uitgenodigd. Het inloopspreekuur voor onderwijsontwikkelaars zal bijvoorbeeld in het teken staan van het delen van onderwijsmateriaal via Canvas Commons. In het spreekuur voor planners zal o.a. het plannen van toetsen en examens op de agenda staan. “Maar natuurlijk kunnen deelnemers zelf ook vragen inbrengen,” vult Maaike aan. “Samen zullen we de komende maanden gaan uitvinden hoe we de onderwijssystemen optimaal kunnen benutten en doorontwikkelen.”   

label Fysiek veilige leefomgeving

Programma Onderwijs Onderweg: “Moeten we supermensen opleiden?” 

Februari 2025

Een van de speerpunten waar het programma Onderwijs Onderweg mee aan de slag is gegaan, is de manschappenopleiding. Onderwijs Onderweg werkt de komende jaren aan verbetering van het onderwijs voor brandweer en crisisbeheersing. Het programma is opgezet in opdracht van de RCDV en het NIPV om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren. De ambitie is om samen op weg te gaan naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s. Maar waarom moet het onderwijs anders, hoe gaat het programma dit doen en wat heeft het al bereikt? Op de pagina van het programma Onderwijs Onderweg is hier meer over te lezen, waaronder onderstaande artikel. Projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder over de manschappenopleiding.

Manschappen van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland aan het werk.
Manschappen van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland aan het werk.

Waar moet een manschap anno nu aan voldoen? 

De kern van het vraagstuk: waar moet een manschap anno nu aan voldoen? En hoe zorgen we ervoor dat we tot een gezamenlijke vraag vanuit de beroepspraktijk komen? Het woord is aan projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder. 

Pieter Lodder: “Het kwalificatiedossier Manschap is voor het laatst herzien in 2017. Sindsdien zijn er vanuit het land verschillende opmerkingen gekomen dat het anders moet. Op die behoeftes willen we nu inspelen en tot een breed gedragen voorstel komen voor een nieuwe opleiding voor manschap. Het doel is om het kwalificatiedossier en de manschappenopleiding actueel te maken. Met de flexibiliteit om in de toekomst snel te kunnen vernieuwen als de praktijk daar om vraagt.” 

Alex van Schaik: “Wij zijn al veel het land in geweest om input op te halen en dat zullen we blijven doen. Wat speelt er? Wat zijn de behoeftes om de opleiding aan te passen? De vraag vanuit de beroepspraktijk is leidend. Waar moet een manschap aan voldoen en hoe moet de opleiding eruitzien? We zetten heel bewust een stap terug om echt te starten bij de basis.” 

Eenheidsworst 

Pieter Lodder: “De herziening van de manschappenopleiding vraagt om een andere aanpak dan de huidige manier. Voorheen gingen we de bestaande opleiding verbeteren. Dan blijf je dus voor het grootste deel hangen in wat je al hebt. Waarbij de neiging is om er nóg méér kennis in te stoppen. Maar hoeveel kennis kan iemand aan? Heeft een manschap misschien meer baat bij digitale vaardigheden om snel iets op te zoeken?” 

Alex van Schaik: “Moeten we supermensen opleiden? En als we dat doen: hoe blijven ze supermensen? De vraag is of alle onderdelen van het vak nog in de basisopleiding moeten terugkomen. Misschien hebben we meer behoefte aan een stelsel met verschillende kwalificatiedossiers in plaats van de eenheidsworst die we nu aanbieden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen helpen om de variabele voertuigbezetting, waar diverse veiligheidsregio’s behoefte aan hebben, een stap verder te brengen.” 

Sentiment 

Pieter Lodder: “De herziening van de manschappenopleiding gaat over de vraag hoe jij collega’s krijgt waarmee je het werk op straat kunt blijven doen. En voor leidinggevenden over de vraag hoe je de organisatie anders kunt inrichten als er keuzeopties zijn voor verschillende kwalificatiedossiers. Er is ook ruimte voor een kritische blik. Er zijn mensen die een minder complete basisopleiding zien als een uitholling van het brandweervak. Ook dat sentiment nemen we mee.” 

Alex van Schaik: “Een belangrijke vraag voor nu is: hoe gaan we iedereen bereiken? Cursisten, instructeurs, begeleiders, opleidingscentra en zittende manschappen. De ideale manier voor iedereen om mee te doen hebben we nog niet paraat. We gunnen onszelf de tijd om te leren. Houd in ieder geval de ontwikkelingen in de gaten. Bijvoorbeeld via vakbekwaamheid en de opleidingscentra in je eigen regio.” 

“Zie het als een kans, niet als een risico” 

“Ik ben heel positief over de zorgvuldige aanpak van Onderwijs Onderweg, omdat dit recht doet aan de vragen uit het werkveld”, aldus Marinus van de Velde, adjunct-commandant Brandweer Fryslân bij Veiligheidsregio Fryslân. “We hebben nu een vrij rigide onderwijssysteem. Sommige veiligheidsregio’s stoeien ermee om nieuwe mensen op te leiden. Zit er ballast in de huidige opleiding? Zijn bepaalde onderdelen niet heel erg regio specifiek? Waar het volgens mij vooral om gaat, is dat in de opleiding de goede dingen aan bod komen. Die inhoudelijke discussie is superinteressant. Maar het gaat verder dan dat, want het gaat ook om de ontwikkeling van een modern onderwijsstelsel. Iedereen die daar een goed beeld bij heeft, zou hierover moeten meepraten. Ik ken de kritische geluiden van mensen die een minder complete basisopleiding zien als de uitholling van het brandweervak. Daar moeten we het met elkaar over hebben. Maar ik zie deze herziening toch vooral als een kans en niet als een risico. Ik hoop dat we samen komen tot een breed gedragen en toekomstbestendig stelsel waar Brandweer Nederland echt mee verder kan.” 

label Fysiek veilige leefomgeving

Flexibel leerlandschap Risicomanagement nadert zijn voltooiing, maar is nooit echt ‘af’

Februari 2025

“Onderwijs is dynamisch en nooit ‘af’. Het flexibel leerlandschap blijft altijd in ontwikkeling”, vertelt Maarten de Groot, decaan Risicomanagement bij het NIPV.

Maarten de Groot, decaan Risicomanagement bij het NIPV.
Maarten de Groot, decaan Risicomanagement bij het NIPV.

“Ruim 6 jaar geleden is de wens ontstaan om het brandweeronderwijs te flexibiliseren. Het decanaat risicomanagement ging er als eerste binnen het NIPV mee aan de slag. Dit vanuit de gedachte dat het onderwijs beter flexibel aangeboden kan worden en meer passend bij de individuele leerbehoeften van de studenten. Zo zijn we aan de slag gegaan om de bestaande leergangen om te zetten naar adviesleerroutes. Een adviesleerroute bestaat, in tegenstelling tot een traditionele leergang, uit ‘stapelbare’ leerblokken die de opmaat vormen naar de eindproeve en diplomering. De student heeft de regie over zijn/haar leerproces en wij adviseren daarbij in de te kiezen leerblokken. Een voorbeeld van hoe de overgang naar het flexibele onderwijs in zijn werk ging wordt beschreven door docent Keven Kruiswijk. Hij was als voormalig student betrokken bij de totstandkoming van de adviesleerroute Industriële Veiligheid en geeft nu les over een van de leerblokken.”

“Twee jaar geleden ben ik als decaan begonnen bij het NIPV en verder gegaan met de ontwikkeling van het leerlandschap risicomanagement. De overkoepelende leerstroom (basiskennis voor alle leerroutes) en adviesleerroute voor Specialist ruimtelijke veiligheid (SRV) draaide toen al en kort na mijn aantreden startten de adviesleerroutes Adviseur industriële veiligheid (AIV) en Inspecteur industriële veiligheid (IIV).”

Voltooiing

“Afgelopen jaar is de leergang Brandonderzoek (BO) herontwikkeld tot een adviesleerroute. De eerste groep is nu in opleiding. Parallel aan de ontwikkeling van de adviesleerroute Brandonderzoek is ook de bestaande leergang Specialist brandpreventie (SBP) omgezet naar de adviesleerroute Specialist brandveiligheid (SBV). In april van dit jaar start de eerste adviesleerroute. Hiermee nadert het vooraf beoogde leerlandschap risicomanagement zijn voltooiing. Voor dit jaar staat alleen nog de herontwikkeling van de leergang Medewerker brandpreventie (MBP) tot Medewerkeker brandveiligheid (MBV) op het programma. We zijn hier onlangs mee gestart en gaan ervan uit dat de implementatie eind dit jaar gaat plaatsvinden.”

Met de naderende voltooiing van het leerlandschap risicomanagement is modern onderwijs ontstaan, zowel inhoudelijk als didactisch. Sneller instappen is nu mogelijk en samen met de studenten en de veiligheidsregio’s kunnen individuele leerroutes bepaald worden. De studenten worden opgeleid tot beginnend beroepsbeoefenaars.

Vakbekwaam zijn

“In het flexibel leerlandschap risicomanagement wordt geen onderscheid gemaakt in vakbekwaam ‘worden’ en ‘blijven’. We spreken van vakbekwaam ‘zijn’. Dat impliceert dat de leerblokken in het leerlandschap ook interessant zijn voor de zittende populatie. De leerblokken in het leerlandschap zijn namelijk op inhoud dynamisch en sluiten aan bij de actualiteit en recente onderzoeken van het NIPV. Zo is de mogelijkheid ontstaan om kennis actueel te houden. De individuele leerblokken kunnen via open inschrijving gevolgd worden. Dit doen we als decanaat natuurlijk in nauwe samenwerking met het werkveld maar ook met onderzoekers en andere onderwijsprofessionals binnen het NIPV. Zo blijven we werken aan een actueel en toonaangevend onderwijsaanbod.”

Nooit af

Onderwijs is dynamisch en nooit ‘af’. Het flexibel leerlandschap zal dan ook altijd in ontwikkeling blijven. In de toekomst zullen de leerblokken telkens geactualiseerd worden en zal er ruimte zijn voor het ontwikkelen van ‘expertblokken’ (bijscholing) voor de zittende populatie. Ook op andere vlakken is het (brandweer)onderwijs nooit ‘af’. Zo wordt er vanuit het programma Onderwijs Onderweg hard gewerkt aan het verbeteren van het onderwijsstelsel. Een van de speerpunten waar het programma mee aan de slag is gegaan is de manschappenopleiding. Ook is het kwalificatiedossier Officier van dienst herzien, is het loket Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties ingericht en wordt er vanuit het Ontwikkelfonds gewerkt aan de ontwikkeling van les- en leerstof voor de (v)mbo-functies bij de brandweer.

Trots

“Ik ben trots op het team van inhoudsdeskundigen (veiligheidsregio’s en NIPV) en onderwijskundigen die het flexibel leerlandschap tot stand hebben gebracht en nog brengen. Alleen door deze samenwerking is het mogelijk om actueel en passend onderwijs te realiseren. Voor meer informatie verwijs ik graag naar het leerlandschap risicomanagement.”

Landelijke dataset brandkraanlocaties bijgewerkt

1 oktober 2024

De Landelijke dataset Brandkraanlocaties is bijgewerkt per oktober 2024. De data is beschikbaar als WFS en WMS service in DATA4OOV en wordt voor de veiligheidsregio’s ook aangeboden als geopackage (als download van de landelijk set brandkranen).

Brandkranen

Mail naar geodata@nipv.nl voor toegang. De landelijk set is alleen beschikbaar voor Veiligheidsregio’s. Gemeenten kunnen apart een verzoek doen aan geodata@nipv.nl voor een download van hun gebied.

22.000 brandweermensen in het nieuw 

28 oktober 2024

“50.000 polo’s, 34.000 broeken en 68.000 paar sokken. Eind dit jaar hebben we 22.000 brandweermensen in het nieuw gestoken.” Sabrina van Schendel is teamcoördinator kleding in Zoetermeer. Vanaf december 2022 werkte zij met haar team aan het inkopen en uitleveren van de nieuwe brandweerkleding. “We zijn nu nog bezig met de regio Rotterdam en in 2025 zijn er nog een paar regio’s waar we moeten uitleveren, maar een mega-operatie is langzamerhand wel tot een einde gekomen.”   

Nieuwe brandweerkleding

“Er was al een langere tijd een roep om een nieuw uniform. Uiteindelijk heeft de regio Haaglanden een ontwerp laten maken. Daarna is er door de Raad van Commandanten besloten dat de rest van het land datzelfde uniform zou krijgen en dat het NIPV die uitrol ging verzorgen. We hebben nu 33.500 pakketten uitgeleverd. Als je ervan uitgaat dat één orderpicker 30 pakketten per dag klaar kan maken, komt dat neer op 1120 werkdagen.”   

“Er komt natuurlijk een heleboel bij kijken. We hebben te maken met verschillende veiligheidsregio’s en ook met bedrijfsbrandweren. Iedere organisatie heeft eigen wensen over hoe een pakket eruit moet zien en wat ze precies willen hebben. Er was veel overleg nodig, we richtten de webshops in en maakten ons magazijn klaar om dit aan te kunnen. We moesten opschalen van zo’n 200 orders naar zo’n 1000 orders per week.”  

Beheer

“Of ik er trots op ben? Zeker. Ik ben bijzonder trots wat we als team hebben bereikt. Het is leuk om te zien als je brandweermensen op straat tegenkomt en ziet hoe goed ze eruitzien. Daar doen we het voor. Het is ook goed te horen dat er veel enthousiasme is over het nieuwe pak. Voorheen had je onderscheid tussen de officieren en de overige brandweermensen. Dat is nu niet meer zo en ik denk dat dat binnen de brandweer een goed signaal is. Er is eenheid.”   

“Er komt weer een nieuwe aanbesteding aan, maar we komen nu in de beheersfase. Hopelijk doet de brandweer zo’n 20 jaar met dit pak en voor straks zijn wij er voor vervangingsvragen en verzorgen we natuurlijk de kleding voor nieuwe mensen.” 

label Fysiek veilige leefomgeving

Tien veiligheidsregio’s gestart met leergang Instructeur in Canvas

24 oktober 2024

In september zijn tien veiligheidsregio’s van start gegaan met de herziene leergang Instructeur in de nieuwe elektronische leeromgeving (ELO) Canvas. Wat zijn de ervaringen van de docenten en cursisten van Brandweerschool Noord-Holland met het nieuwe systeem?  

Lianne Meijer en Roos Konijn-Kapteijn tijdens de training van de leergang Instructeur in Canvas.
Lianne Meijer (links) en Roos Konijn-Kapteijn (rechts) tijdens de training van de leergang Instructeur in Canvas.

Brandweerschool Noord-Holland is op 25 september gestart met de leergang Instructeur Basis. Tien deelnemers uit drie veiligheidsregio’s in Noord-Holland worden opgeleid tot instructeur. Jip Nauta en Roos Konijn-Kapteijn zijn als docenten van deze leergang erg enthousiast over het gebruik van Canvas in hun cursus.  

Ambassadeurs

Jip Nauta is behalve docent ook implementatiebegeleider van Canvas binnen de veiligheidsregio’s. “We hebben er bewust voor gekozen om te starten met de instructeursopleiding in Canvas. Instructeurs worden opgeleid om brandweermensen te scholen binnen hun veiligheidsregio. Het is dan ook belangrijk dat zij goed met de ELO leren omgaan en als ambassadeurs kunnen optreden. Wij vragen hun ook om begrip te hebben voor eventuele ‘kinderziektes’ en ons te helpen om het systeem verder te verbeteren.” 

Roos Konijn-Kapteijn is naast haar werk als docent ook geestelijk verzorger in opleiding, werkt freelance als docent en is OvD in Noord-Holland Noord. “Mijn eerste ervaringen zijn positief. Canvas is een overzichtelijk systeem dat makkelijk is in het gebruik. Het ziet er mooi uit en je kunt door middel van aankondigingen communiceren naar je cursisten. Ook is het fijn om de voortgang te kunnen volgen van de opdrachten die zij moeten maken. De leerwerkplekbegeleiders zijn gekoppeld aan hun eigen cursist en kunnen de opdrachten van deze cursist eenvoudig beoordelen.” 

Canvas-app

Carla Nijsten, onderwijskundig adviseur bij de Brandweerschool, komt binnen met taart. Ook zij is blij met het nieuwe systeem en laat trots de Canvas-app zien die zij heeft gedownload. “Zo heb je op je smartphone alle informatie van de cursus bij de hand en kun je zelfs e-modules bekijken. Het zou mooi zijn als er ook software wordt toegevoegd die de opdrachten voorleest, zodat ook mensen die moeite hebben met het lezen van de leerstof, deze op een andere manier tot zich kunnen nemen.”

Carla Nijsten (rechts) met de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas via de app.
Carla Nijsten (rechts) met de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas via de app.

Trots

De cursisten hebben allemaal al ingelogd in Canvas en sommigen hebben zelfs de app al gedownload, waaronder Lianne Meijer. Zij is werkzaam bij de afdeling Risicobeheersing in Amsterdam-Amstelland en vrijwilliger in Zaanstreek-Waterland. Ze heeft al diverse leergangen gevolgd, waaronder Manschap, Bevelvoerder en Bediener redvoertuig.  

Lianne Meijer: “Ik wil graag instructeur worden om mijn passie te delen over het brandweervak. Tijdens deze leergang hoop ik handvatten mee te krijgen hoe je de stof kan overbrengen. Ik ga stagelopen bij de opleiding Manschap. Mijn eerste indruk van Canvas is dat het fris en overzichtelijk oogt. De oude ELO is nogal rommelig, want er staat ontzettend veel in. Canvas ziet er gestructureerd uit. Je hoeft minder handelingen uit te voeren om hetzelfde gedaan te krijgen. Ik ben er best trots op dat we de eerste zijn die ermee gaan werken en dat we kunnen meedenken om het systeem verder te ontwikkelen.”  

Planning overige leergangen

Afgelopen jaar hebben de onderwijskundigen van het NIPV samen met het projectteam en ontwikkelaars in de veiligheidsregio’s hard gewerkt aan het inrichten van de leergangen in Canvas. Na de leergang Instructeur worden de overige landelijke leergangen vanaf oktober gedeeld met de regionale opleidingsinstituten en de veiligheidsregio’s. Zij kunnen deze leergangen dan nog naar hun eigen wensen inrichten, zodat de eerste opleidingen vanaf 2025 in Canvas van start kunnen gaan. In de komende maanden vinden trainingsmomenten plaats voor de gebruikers van Canvas. 

Demovideo van de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas.
label Fysiek veilige leefomgeving

Volgende stap in programma Onderwijs Onderweg

21 oktober 2024

Het Programma Onderwijs Onderweg, dat is opgezet om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren, start met de volgende fase. Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben de RCDV en het MT NIPV akkoord gegeven op de vervolgstappen van het programma. Het programma is opgezet in meerdere etappes, waarbij na elke etappe wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Dit zorgt ervoor dat er continu kan worden geleerd en waar nodig kan worden bijgestuurd.

Onderwijs onderweg

Wat heeft het programma in de eerste etappe opgeleverd?

In de eerste etappe, die liep tot 1 oktober 2024, zijn drie belangrijke resultaten bereikt:

  1. Een beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel en de rollen.
  2. Er is een verkenning naar Manschap uitgevoerd en de eerste conceptdocumenten zijn gemaakt om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
  3. Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel en de manier waarop deze worden aangestuurd.

Deze doelen zijn gerealiseerd in samenwerking met verschillende spelers, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Tweede etappe: praktijkgericht werken

De tweede etappe van het programma, die loopt van 18 oktober tot eind januari, richt zich onder andere op het toepassen van het vernieuwde onderwijsstelsel in de praktijk. Dit gebeurt aan de hand van drie concrete casussen:

  1. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de functie Manschap. Dit is nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en daarna het aanpassen van de opleiding Manschap.
  2. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de operationeel leider. Deze is ook nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en het aanpassen van de opleiding.
  3. Het verkennen van de wijze waarop het duikonderwijs landelijk/ interregionaal georganiseerd kan worden, zoals het opzetten van interregionale faciliteiten voor de opleiding tot brandweerduiker.

In deze drie casussen wordt een ‘rondje stelsel’ gemaakt om in de praktijk te ontdekken wat nodig is om het onderwijsstelsel optimaal te laten functioneren en welke spelregels daarbij belangrijk zijn. Deze praktijkervaringen geven het programma inzicht in wat werkt, waar nog aanpassingen nodig zijn en hoe het stelsel verder verbeterd kan worden. Zo wordt het stelsel stap voor stap sterker, gebaseerd op de ervaringen van alle betrokken partijen.

Naast deze drie praktijkcases werkt het programma ook aan het ontwikkelen van een gezamenlijke onderwijsvisie en aan bedrijfsvoeringsaspecten, zoals meer inzicht in de financiën. Ook werkt het programma aan het verbeteren van de samenwerking tussen de opleidingsinstituten, veiligheidsregio’s en het NIPV.

Bijdragen? Meld u nu aan!

Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg, kijkt uit naar de tweede etappe: “Ik ben trots op de stappen die het kernteam al heeft gezet, maar er ligt nog veel werk voor ons. Interactie wordt steeds belangrijker in de tweede etappe en dat wil ik graag samen met iedereen vormgeven. We kunnen dit alleen succesvol doen met de hulp van iedereen. Dus wil je een bijdrage leveren aan de tweede etappe, meld je dan aan door te mailen naar onderwijsonderweg@nipv.nl.”