Release LCMS 2024 Q4

26 september 2024

LET OP: De Operationele omgeving zal op dinsdag 5 november tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn!

Op dinsdag 5 november vindt de release LCMS 2024 Q4 plaats op de Oefenomgeving. Tijdens deze release zullen beide omgevingen (zowel Oefen als Operationeel) tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn. 

Op dinsdag 12 november vindt de release LCMS 2024 Q4 plaats op de Operationele omgeving.

Beschikbaarheid omgevingen

  • Op dinsdag 5 november zullen beide omgevingen (zowel Oefen als Operationeel) tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn.
  • Op dinsdag 12 november zal de Operationele omgeving tussen 9.00-12.00 uur niet beschikbaar zijn. De Oefen omgeving zal beschikbaar blijven. Het is daarom mogelijk om bij crisissituaties uit te wijken naar de Oefen omgeving.

LET OP: Om ervoor te zorgen dat er op 12 november geen lopende incidenten in LCMS gaande zijn, mogen er op maandag 11 november vanaf 16.00 uur géén nieuwe activiteiten worden aangemaakt in de Operationele omgeving. Vanaf dat moment dient uitgeweken te worden naar de Oefen omgeving.

Vóór de uitrol controleren we of er incidenten gaande zijn. Mochten er redenen zijn om de release niet uit te rollen, dan wordt dat op de dag zelf gecommuniceerd.

Wijzigingen in LCMS

Twee belangrijke wijzigingen van deze release zijn:

Klimaatcoalitie in regio Oost 5 van start

Uit nieuwsbrief Klimaatveiligheid september 2024

“Toen wij allebei aanwezig waren bij een bijeenkomst van veiligheidsregio’s Oost 5 was er behoefte om af en toe eens bij elkaar te komen en kennis uit te wisselen rond het thema klimaatveiligheid, vertellen specialist risico’s & Veiligheid Johan Kloppenburg en specialist risicobeheersing Martine Oostveen van de veiligheidsregio IJsselland. “Die handschoen hebben wij toen opgepakt en voor de zomer zijn we voor het eerst samengekomen.”

Verwoestte straat na onweer
Verwoestte straat na onweer

“Voor ons geen vierkante tafel, strakke agenda en een statische vergadering, we wilden dit dynamisch laten verlopen zodat we elkaar op een informele manier leren kennen en kennis kunnen uitwisselen. We hebben een aantal werkvormen erbij gezocht die daarbij aansluiten. Zo begonnen we bijvoorbeeld met een ludieke klimaatbingo. Verder hebben we gewerkt met een kwadrant met de assen ‘intern en extern’ en ‘voorkomen en bestrijden’. Mensen plakten een sticker, konden daar dan iets over vertellen en er konden vragen over worden gesteld. Op een speelse manier vertelden we zo wat de verschillende regio’s op dit moment doen op het gebied van klimaatveiligheid. En dat bleek eigenlijk al veel meer dan gedacht. Zeker als je de thema’s natuurbrand en water, die natuurlijk ook klimaatgerelateerd zijn, daarbij betrekt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een hitteplan, een risicoplan in de lauwe fase en stresstesten. Ook de aanpak en organisatie is binnen iedere regio net anders. Het was eigenlijk al direct duidelijk dat we veel van elkaar kunnen leren. Dus dit werd allemaal zeer positief ontvangen.”

“Zo’n coalitie is natuurlijk ook een uitgelezen mogelijkheid om over thema’s in gesprek te raken waar nog niet heel goed over is nagedacht. Wat zijn bijvoorbeeld mogelijke gevolgen als exoten als de tijgermug zich hier door klimaatverandering vestigen? Dat soort dingen kwamen boven tafel en over dat soort thema’s willen we zeker doorpraten. Zo hebben we in onze regio bijvoorbeeld het thema klimaatveiligheid gevat in acht verhalen. Geen verhalen over techniek maar over mensen. Zo maken we het onderwerp levend en hebben we feitelijk heel laagdrempelig acht mogelijke thema’s neergezet.”

“Wat onze coalitie zeker zou versterken is als we een digitaal platform hebben waarop we in aanvulling op onze samenkomsten kennis kunnen uitwisselen en verdiepen. Zo zouden coalities bijvoorbeeld een plek op Viadesk kunnen krijgen.”

“Wat wij anderen kunnen meegeven die ook een coalitie willen beginnen? Begin gewoon eens met een informele lunch en ga daarna pas aan de slag. Zo leer je elkaar kennen en weet je waar iedereen mee bezig is. Dat klinkt logisch, maar voor je het weet ga je daaraan voorbij. Pas dan kun je van elkaar leren en aansluiten op elkaars kennisbehoefte.”

Bekijk het brainstorm document

Landsdekkende vegetatiekaart satellietdata bijgewerkt

Voor het maken van de vegetatiekaarten wordt gebruik gemaakt van ESA’s satellietbeelden. Ook wordt informatie van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN2) toegevoegd aan de classificaties in de vegetatiekaart.

Vegetatiekaart

De Vegetatiekaart wordt onder andere gebruikt ten behoeve van Natuurbrandverspreidingsmodel en de RIN (Risico Index Natuurbrand). Het voorspellen van mogelijke verspreiding (richting en snelheid) van een natuurbrand vindt plaats met het Natuurbrandverspreidingsmodel.

Met de RIN kan inzicht gegeven worden in de kans op het ontstaan van een onbeheersbare brand en de mogelijke impact van een brand.

label Fysiek veilige leefomgeving

Blog: Over de impact van onderzoek

30 september 2024

Leest u wel eens een onderzoeksrapport van het NIPV? En wat doet u er dan mee? Kunt u de bevindingen toepassen, en doet u dat ook? Dat zijn vragen waarover wij ons de afgelopen maanden hebben gebogen. We hebben de impact van ons onderzoek onderzocht. Ook evalueren we binnenkort het lectoraat Brandweerkunde. Dit alles komt mooi samen in het jaar waarin de lector zijn tienjarig jubileum viert.

Brandweermensen luisteren naar instructeur op oefenavond in kazerne

Want het is alweer tien jaar geleden dat ik startte als fulltime lector Brandweerkunde, toen nog aan de Brandweeracademie, inmiddels bij de Nederlandse Academie voor Crisisbeheersing en Brandweerzorg van het NIPV. Brandveiligheid is het domein van de lectoraten Brandveiligheidskunde, met als lector Lieuwe de Witte, en Brandweerkunde, met mij als lector. De laatste tijd is ook het lectoraat Energie- en transportveiligheid met lector Nils Rosmuller steeds actiever op het terrein van brandveiligheid.

Samen publiceren we behoorlijk wat onderzoeksrapporten, ik mag wel zeggen dat we heel productief zijn. Ons recente onderzoek naar branden in de gebouwschil van verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen is u vast niet ontgaan. Maar we doen nog veel meer. Zoals onderzoek naar de brandveiligheid van parkeergarages, duurzaam bouwen, vluchtwegen, hoge gebouwen en rookverspreiding. En onderzoek naar waterstof en naar lithium-ion batterijen.

We hopen dat u als lezer van Brandveilig.com in elk geval een paar van onze prachtige rapporten kent. Maar wist u ook dat ons onderzoek naar rookmelders een paar jaar geleden heeft geleid tot een algemene rookmelderverplichting?

Ik wilde wel eens wat meer in detail weten wat de onderzoeken van mijn lectoraat hebben opgeleverd. Daarbij was ik niet alleen benieuwd of de rapporten bekend zijn, maar ook of de kennis is geland, hoe de kennis is verspreid en of dat anders moet of beter kan. Dus zijn we dit gaan onderzoeken.

Hiervoor hebben we gekeken naar de experimentele onderzoeken naar brandbestrijding in het kwadrantenmodel, de Basisprincipes van brandbestrijding, commandovoering, vrijwilligheid en de toekomst van de brandweer. Zijn de rapporten bekend bij de doelgroepen? Is de kennis opgenomen in lesstof? Wordt de kennis ook nuttig gevonden? En wordt de nieuwe kennis toegepast? Met een duur woord heet dat disseminatie, of doorwerking, maar nog mooier valorisatie of gewoon impact.

Ik kan u nog niet vertellen wat eruit komt, het onderzoek is bijna klaar en verschijnt dit najaar.

Als NIPV zijn we sinds enige tijd jaar geassocieerd lid van de Vereniging Hogescholen. Er komen dan kwaliteitskaders en onze lectoraten moeten langs de lat van die kwaliteitskaders worden gelegd. Hebben de lectoraten een aansprekende visie? Hebben ze impact gehad? Ook dat speelt momenteel voor mijn lectoraat: het wordt geëvalueerd. Daarvoor is een commissie ingesteld met onafhankelijke stakeholders die weer andere stakeholders interviewen en een rapport opstellen. En er wordt een zelfevaluatie geschreven. De evaluatie van het lectoraat gebeurt in september. Ons onderzoek naar de impact van onderzoek komt nu goed van pas. U gaat er vast over horen. Maar wilt u alvast beginnen om al die mooie rapporten van collega Lieuwe te lezen, voor als zijn lectoraat over twee jaar wordt geëvalueerd?

Ricardo Weewer
lector Brandweerkunde

Deze column is eerder verschenen in Brandveilig.com, nummer 3, 2024.

label Fysiek veilige leefomgeving

Succesvolle opening van het onderwijsjaar 2024-2025

19 september 2024

Het onderwijs voor brandweer- en crisisprofessionals moet klaar zijn voor de toekomst. Met die boodschap is het onderwijsjaar 2024-2025 van het NIPV officieel geopend. Samen met 170 onderwijsprofessionals werd er stilgestaan bij wat het NIPV als onderwijsinstituut doet en wat het komende onderwijsjaar in petto heeft. 

Video over het onderwijs bij het NIPV.

Diverse deelsessies over onderwijsontwikkelingen

De middag begon met 8 goedbezochte deelsessies. Er stonden verschillende onderwerpen op het programma: Onderwijs Onderweg over de herziening van het onderwijsstelsel, onderwijsontwikkeling voor natuurbrandbestrijding en de wereld van de Werkveldadviescommissie. Ook was er veel interesse in de sessies over de herziening en flexibilisering van het crisisbeheersingsonderwijs en over de vertaling van maatschappelijke ontwikkelingen en actuele thema’s naar passend brandweeronderwijs. 

Publieke veiligheidsrede 2024

De publieke veiligheidsrede werd dit jaar voor de tweede keer uitgesproken. Maaike Wittink, oud-student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier, nam het stokje over van IJle Stelstra. Wittink is sinds april dit jaar bezig met haar inwerktraject als officier van dienst bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Wittink: “Tijdens de afgelopen maanden bij mijn werk in de regio is mij iets opgevallen in alle keren dat ik samenwerk met andere regio’s. Want het blijkt niet altijd vanzelfsprekend dat de kennis uit mijn regio bij andere regio’s aankomt. Of dat hun kennis mij bereikt. En als dat wel lukt, kan ik die kennis later vaak niet meer terugvinden. Mijn vraag is dus: hoe kunnen we onze kennis beter delen?”

Maaike Wittink spreekt de Publieke Veiligheidsrede 2024 uit.
Student Maaike Wittink spreekt de publieke veiligheidsrede uit.

Leven lang leren

Als mogelijke oplossing ziet Wittink een bibliotheek van incidenten en crises voor zich. “Een bibliotheek waarin je heel snel en heel precies de kennis kunt terugvinden die je zoekt, omdat die is getagd met bruikbare zoektermen. Zo’n bibliotheek is vooral nuttig vóór en na een incident. Zo kun je er aanvullende kwalitatieve input uit halen op de trends in de kerncijfers van het NIPV, om zo nog beter voorbereid te zijn.” Ook pleitte Wittink voor een blijvende vakbekwaamheid: “Het is belangrijk dat we een leven lang blijven leren en ervoor zorgen dat ik als officier mijn strepen daadwerkelijk blijf verdienen.” De inhoud van de veiligheidsrede kwam tot stand in een samenwerking tussen Maaike Wittink en Natascha Rens, ook oud-student van de 53e voltijdopleiding Brandweerofficier. De volledige publieke veiligheidsrede 2024 is terug te lezen.

Impact van onderzoek en onderwijs

Lector Brandweerkunde Ricardo Weewer nam de aanwezigen mee in zijn visie op impact maken met onderzoek en onderwijs. Hoe maken we resultaten uit onderzoek goed toepasbaar voor het onderwijs? Hoe zorgen we ervoor dat dit impact heeft? Weewer pleitte ervoor om de kennisdeling en het onderwijs anders in te richten, om aan te kunnen sluiten op de veranderende wereld en behoeften van crisisprofessionals. Als voorbeeld noemde Weewer kennismanagement. Er is veel kennis en informatie over het brandweervak. Het werken met specialistische functies kan een oplossing zijn om hiermee om te gaan.  

Presentatie van Ricardo Weewer tijdens opening onderwijsjaar 2024-2025.
Lector Ricardo Weewer.

Panelgesprek en officiële opening

Tijdens het panelgesprek ging dagvoorzitter Marlies Claasen in gesprek met Patrick Sprokkereef (voorzitter van de Vakraad Leren en Ontwikkelen), Frans Schippers (programmadirecteur Onderwijs Onderweg) en Ricardo Weewer. Centraal stond de veranderende en het meer complexe werkveld van brandweer- en crisisprofessionals. Vanuit hun eigen functie en ervaring gingen de heren in gesprek over mogelijke oplossingen om hiermee om te gaan. Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs, sloot daarna de bijeenkomst af door het onderwijsjaar 2024-2025 officieel te openen met een slag op de gong.  

Coby Flier, directeur onderzoek en onderwijs van het NIPV, in gesprek met dagvoorzitter Marlies Claasen tijdens de opening van het onderwijsjaar 2024-2025.
Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs, in gesprek met dagvoorzitter Marlies Claasen.
label Veilige energietransitie

Onderzoek laat risico’s zien bij tweede leven-toepassingen van batterijen, zonnepanelen en windturbines 

12 september 2024

Kwaliteitscontrole aan het einde van eerste leven-toepassingen kan deze risico’s deels borgen.

Tweedelevenbatterijen

Het NIPV heeft onderzocht wat er gebeurt aan het einde van de eerste levensfase van batterijen, zonnepanelen en windturbines.

Wat blijkt? Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden niet vaak hergebruikt zonder aanpassingen. Herfabricage, herbestemming en recycling vinden vaker plaats én zijn ook kansrijker zonder extra bijkomende veiligheidsrisico’s, mits kwaliteitscontrole aan het eind van de eerste levensfase consequent wordt uitgevoerd.

Het onderzoek richtte zich op:

  1. De mogelijke tweede leven-toepassingen
  2. De mogelijke risico’s die van toepassing zijn op deze toepassingen.

Het rapport ‘Risico’s in tweede levenstoepassingen van energietransitietechnologieën’ maakt onderscheid tussen vier soorten tweede levenstoepassingen: hergebruik, herfabricage, herbestemming en recycling.

Weinig hergebruik, volop herbestemming

Het blijkt dat er weinig hergebruik is bij zowel batterijen als windturbines en zonnepanelen. Dit houdt in dat deze technologieën aan het einde van hun eerste levensduur amper zonder aanpassingen worden ingezet voor eenzelfde toepassing. Batterijen, zonnepanelen en windturbines van (circa) 10 tot 15 jaar oud kunnen zich aan het einde van hun oorspronkelijke levensduur qua efficiëntie namelijk niet meten aan de hedendaagse equivalenten. Daarom rest slechts een ‘downgrade’, zoals wanneer auto- of scooterbatterijen worden gebruikt als thuisbatterij of onderdelen van windturbines als bouwmateriaal.

Herfabricage van de onderzochte technologieën gebeurt tot op zekere hoogte. Door strengere Europese wetgeving zien we dit bijvoorbeeld bij autobatterijen meer gebeuren.

Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden volop herbestemd. Met name bij batterijen gebeurt dit binnen Nederland. Windturbines en zonnepanelen worden ook geëxporteerd, en kennen vaker een tweede leven in het buitenland. Wanneer hergebruik, herfabricage of herbestemming niet aan de orde zijn, worden materialen gerecycled. Bij alle drie de behandelde technologieën wordt dit proces steeds meer gestroomlijnd.

Geen nieuwe veiligheidsrisico’s, maar nog weinig toezicht

Binnen de drie bestudeerde technologieën worden bij tweede leven-toepas­singen geen veiligheidsrisico’s geïdentificeerd die niet ook aan de orde zijn tijdens de eerste levenstoepassing. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van deze technologieën verandert vaak wel bij een tweede toepassing. Het naleven van deze verantwoordelijkheid vergt aandacht. Zo worden bestaande maatregelen op het gebied van keuring niet consequent toegepast, en bestaan er zorgen over tweede leven-toepassingen die worden beheerd door bedrijven of burgers met onvoldoende kennis.

label Veilige energietransitie

Lector Nils Rosmuller aangesteld als professor aan Universiteit Twente

11 september 2024

Het NIPV en Universiteit Twente stellen een bijzondere leerstoel in: Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

De Universiteit Twente heeft dr. ir. Nils Rosmuller per 1 oktober 2024 benoemd tot bijzonder hoogleraar Veiligheidsaspecten van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Door de instelling van de bijzondere leerstoel zal Nils Rosmuller, lector Energie- en transportveiligheid bij het NIPV, per 1 oktober 2024 naast lector ook werkzaam zijn bij de Universiteit Twente bij de faculteit Engineering Technology. De instelling van de bijzondere leerstoel is in nauwe samenwerking met het NIPV en de Universiteit Twente tot stand gekomen. De nadruk van de invulling van deze leerstoel zal komen te liggen op het toepassingsgebied van de energietransitie in de gebouwde omgeving waarbij publieke veiligheid van groot belang is. De focus ligt op het civieltechnische en industriële domein met name gericht op grootschalige toepassingen. Juist die grootschaligheid met de bijbehorende projecten kunnen een forse impact hebben op de publieke veiligheid en de veiligheid van professionals.

“Deze bijzondere leerstoel biedt het NIPV de mogelijkheid met de wetenschappelijke wereld, waaronder onderzoekers en studenten, samen te werken”, zegt Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs. “Met als doel wetenschappelijke kennis te ontsluiten en de hieruit voortvloeiende veiligheidskennis aan deze toekomstige generatie ontwerpers, beleidsmakers en beslissers te onderwijzen. Ik ben trots op deze samenwerking die we als kennisinstituut en universiteit gaan opbouwen in het belang van de publieke veiligheid en de samenleving. Ik heb er alle vertrouwen in dat Nils met zijn belangrijke expertise deze functie uitstekend gaat vervullen”, aldus Coby Flier.

Brug slaan tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving

Nils Rosmuller: “Het NIPV heeft een landelijke rol in de beleidsontwikkelingen en heeft op alle niveaus ingangen in de wereld van de publieke veiligheid. Van ministeries, provincie- en gemeentehuizen tot aan kazernes. Daarbij bieden we goede toegang tot empirie en dataverzameling. Met de nadere invulling van deze leerstoel kan ik nog meer de wetenschappelijke kennis ontwikkelen en ontsluiten voor de veiligheidsprofessionals en de samenleving. De combinatie van de functie van bijzonder hoogleraar en lector biedt uitstekende mogelijkheden om met onderzoekers en studenten te werken aan onderzoek en onderwijs. Ik kijk er zeer naar uit om met de Universiteit Twente, de faculteit Engineering Technology en het NIPV in deze nieuwe functie aan de slag te gaan.”

Met de ervaring die Nils Rosmuller meebrengt vanuit het NIPV naar de Universiteit Twente en vanaf 1 oktober 2024 ook vice versa, wordt er een brug geslagen tussen wetenschappelijk onderzoek, praktijk en samenleving. De aanstelling bedraagt een omvang van 2 dagen per week voor een periode van 5 jaar. De leerstoel is ingesteld door de Universiteit Twente in samenwerking met het NIPV.

label Maatschappelijke veerkracht

De weerbare samenleving in Roemenië

4 september 2024

Een achttal collega’s van verschillende organisaties bracht vorige week een werkbezoek aan Roemenië. De collega’s van het NIPV, de NCTV, het LOCC, het ministerie van Justitie en Veiligheid en Veiligheidsregio Brabant-Noord werden in Boekarest ontvangen door dr. Raed Arafat, staatssecretaris van Binnenlandse zaken. Daaronder valt ook het departement van Noodsituaties. In enkele dagen gaven hij en zijn collega’s de groep een waardevol inzicht in de crisisorganisatie van het land.   

Bijeenkomst Roemenië

Crisisorganisatie opnieuw opgebouwd

Roemenië is in dit opzicht een heel interessant land. Sinds de val van Ceausescu is de crisisorganisatie van de grond af aan opnieuw opgezet. Het land is ingedeeld in 41 counties, met elk een coördinatiecentrum en daarnaast een landelijk coördinatiecentrum. Het zorgvervoer is in handen van de staat. Vergeleken met de situatie bij ons heeft de centrale organisatie in Roemenië meer bevoegdheden, waardoor het snel schakelen is.   

Better safe than sorry

De gehele crisisorganisatie is opgebouwd rond het principe: better safe than sorry! Zorg dat je je houdt aan de zogenoemde baseline requirements zoals afgesproken in Warschau tijdens de NAVO-top en bereid je voor op de worstcase scenario’s. Dat vraagt om forse investeringen in capaciteiten en middelen. Het efficiency-denken, zoals wij dat kennen, speelt daar minder een rol.

Toetreding EU  

Het land grenst voor een groot deel aan niet-Schengen landen (Oekraïne, Servië, Moldavië), waardoor veel geïnvesteerd is in een landelijk dekkend systeem. Dat is mede mogelijk gemaakt door de toetreding van Roemenië tot de EU. 85 procent van de materiële kosten wordt vanuit Europees budget gedekt. Daardoor zijn ze nu ook in staat om buurlanden te helpen in geval van nood.

Heel interessant was om te zien hoe de landelijke crisisorganisatie sterk inzet op de weerbare samenleving. Burgers worden voorbereid met trainingen op diverse locaties zoals scholen. Een online platform, met grote bekendheid bij de burger, helpt daarbij.

Maatschappelijke veerkracht

Al met al was het fantastisch om te zien hoe een Oost-Europees land, zeven keer zo groot als Nederland met ruim 19 miljoen inwoners, zich voorbereidt op uiteenlopende crises en rampen. Ongelooflijk leerzaam en inspirerend.

Ook in Nederland is het maatschappelijk belang van veerkracht groot. Het NIPV draagt met onderzoek, onderwijs, ondersteuning en informatie bij aan het versterken van de maatschappelijke, institutionele en bestuurlijke veerkracht in Nederland. Lees hierover meer op onze pagina over actuele thema’s.

NIPV verwelkomt nieuwe lector Crisisbeheersing Erik Schrijvers

2 september 2024

Erik Schrijvers start per 1 september 2024 als lector Crisisbeheersing bij het NIPV.

Erik Schrijvers, lector Crisisbeheersing.

“Adequate crisisbeheersing in een wereld waarin veiligheidsvraagstukken steeds complexer worden, vraagt om een continue doorontwikkeling van onderzoek en kennisopbouw”, aldus directeur Onderzoek en Onderwijs Coby Flier. “We willen als NIPV de onafhankelijke positie van onderzoek en onderwijs (verder) verstevigen en borgen. De komst van Erik als lector Crisisbeheersing en de ervaring die hij meebrengt naar het NIPV, gaan daaraan zeker een bijdrage leveren.” 

Met de komst van Erik Schrijvers zal Menno van Duin, sinds 2010 lector Crisisbeheersing bij het NIPV, zijn rol op een nieuwe wijze gaan vervullen, waarbij hij zijn kennis en kunde in de komende periode zal overdragen aan Schrijvers.

Erik Schrijvers zal tot en met 1 november 2024 voor twee dagen verbonden zijn aan het NIPV. Vanaf 2 november is hij volledig in dienst van het NIPV. Schrijvers: “Digitale ontwrichting, artificiële intelligentie en big data, privacy en veiligheid zijn projecten waar ik als senior onderzoeker en projectleider bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan heb bijgedragen. Met name cyber speelt binnen de crisisbeheersing een steeds dominantere rol, naast alle andere thema’s die de crisisbeheersing raken. Ik kijk er enorm naar uit om samen met de collega’s het lectoraat verder te ontwikkelen.”

label Veilige energietransitie

Aanvullende maatregelen voor veilige opslag van lithium-ion batterijen in grote brandcompartimenten

30 augustus 2024

Door de energietransitie worden er steeds meer lithium-ion batterijen gebruikt. Als gevolg daarvan neemt ook de behoefte aan grotere opslagruimtes voor deze batterijen toe. Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat voor brandcompartimenten groter dan 2500 m² extra maatregelen mogelijk zijn om de brandveiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen op niveau te houden.

veiligheid opslag lithiumbatterijen

PGS 37-2 biedt basis veiligheidsmaatregelen

“Het grootschalig opslaan van lithium-ion batterijen brengt risico’s met zich mee”, vertelt Tom Hessels, adviseur energie- en transportveiligheid. “Als batterijen in steeds grotere brandcompartimenten worden opgeslagen, nemen bij een niet te beheersen brand ook de risico’s voor de omgeving steeds verder toe. Om die risico’s te beheersen biedt de PGS (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) 37-2 tal van veiligheidsmaatregelen, waaronder een maximale omvang van het brandcompartiment van 2500 m2.”

Beoordeling is maatwerk

Voor de logistieke en distributiesector is deze maximale omvang van 2500 m2 nogal eens te klein. Veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gemeenten zien dan ook steeds vaker aanvragen voor het opslaan van lithium-ion batterijen in brandcompartimenten met een grotere omvang. Hessels: “Op basis van ons verkennende onderzoek zien wij mogelijkheden om aanvullende veiligheidsmaatregelen te nemen om de veiligheid in die grotere compartimenten op niveau te houden. Of deze en eventuele andere maatregelen voldoende zijn om als gelijkwaardig te beschouwen voor de maximale compartimentsgrootte van 2500 m2 hangt sterk af van de specifieke situatie (zoals de wijze van verpakking en afstand tot bebouwing). Deze beoordeling, door veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten is en blijft aan het lokale bevoegd gezag en zijn adviseur.”

Handvatten om in gesprek te gaan

Met de voorgestelde maatregelen en twee afwegingsindicatoren, namelijk of de batterij verpakt is en de afstand van de opslagruimte tot de bebouwing, biedt het NIPV handvatten voor die beoordeling aan veiligheidsadviseurs en vergunningverleners, en in het verlengde van hen aan initiatiefnemers. Hessels: “Dit met als doel dat genoemde partijen het gesprek aangaan over het op niveau houden of vergroten van de veiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen in brandcompartimenten groter dan 2500 m².” Het project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid dat door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beschikbaar is gesteld.