Winst te behalen op klimaatveiligheid door veiligheidsregio’s

Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, december 2024

Klimaatverandering zorgt voor nieuwe uitdagingen voor onze veiligheid. De 25 veiligheidsregio’s spelen hierbij een belangrijke rol. De ‘Handreiking Veilige Klimaatadaptatie’ biedt onder anderen managers en adviseurs bij de veiligheidsregio’s concrete handvatten en tips op het gebied van beleid, in te zetten instrumenten en concrete maatregelen. De handreiking is gemaakt in opdracht van het programma Klimaatveiligheid. Een samenwerking van veiligheidsregio’s, NIPV, ministerie van Justitie en Veiligheid en KNMI.

Moderne kantoorgebouwen met bomen op de daken en eromheen
Foto: Shutterstock.

Klimaatadaptatie gaat over het nemen van maatregelen die ervoor zorgen dat Nederland minder kwetsbaar is voor de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ruimtelijke maatregelen om wateroverlast of overstromingen tegen te gaan. Maar ook om slim bouwen en het aanpassen van bestaande gebouwen, veiligheidsmaatregelen in de industrie en bij evenementen.

Samenwerken is de sleutel voor klimaatadaptatie

Provincies, gemeenten en waterschappen spelen een belangrijke rol in het netwerk rond klimaatadaptatie. Het verder versterken van de samenwerking van de veiligheidsregio’s met partners is nodig om veiligheid tijdig te borgen in ruimtelijke ontwikkelingen en in de gebouwde omgeving wanneer er maatregelen rond klimaatadaptatie worden genomen.

Veiligheidsregio’s beschikken over een goede basis

Met deze handreiking kunnen veiligheidsregio’s werken aan (verdere) professionalisering van de manier waarop zij hun adviesrol voor klimaatadaptatie invullen. Een belangrijke les uit dit traject is dat de veiligheidsregio’s over een goede basis beschikken om te adviseren bij klimaatadaptatie. Maar dat het netwerk en de vele ontwikkelingen rondom dit onderwerp (relatief) nieuw zijn. Daarnaast is advies geven vaak wel mogelijk, maar zijn de adviezen van de veiligheidsregio niet afdwingbaar.

Programmamanager Klimaatveiligheid Charlotte van Ruijven: “Veiligheidsregio’s zijn in staat om risico’s te analyseren op basis van hun kennis, expertise en ervaring met incidenten, rampen en crises. Deze inzichten maken het mogelijk om in dialoog tot preventieve maatregelen te komen om de kwetsbaarheid van de samenleving te verminderen. En, mocht het toch misgaan, de bereikbaarheid van de hulpdiensten en de bestrijdbaarheid van de ramp te verhogen. Veiligheidsregio’s verdienen daarom een plek aan tafel bij klimaatadaptatie.”

Risicogericht adviseren mogelijk maken

Veiligheidsregio’s zullen hun organisatie zo moeten inrichten dat integrale samenwerking en risicogericht adviseren mogelijk worden. De handreiking biedt inzicht in de stappen die daarvoor nodig zijn. En geeft inzicht in de gevraagde competenties en vaardigheden. Voor de inhoudelijke advisering vraagt klimaatadaptatie niet altijd om andere kennis of expertise. Maar is het wel een extra factor waarmee in het advieswerk rekening gehouden moet worden. In de handreiking zijn daarom concrete handvatten voor advisering per werkgebied opgenomen: voor natuurbrandbeheersing, ruimtelijke ontwikkelingen, bouwen, industrie en gevaarlijke stoffen, veilig gebruik en evenementenveiligheid.

Lees de handreiking

label Klimaatadaptatie

Winst te behalen op klimaatveiligheid door veiligheidsregio’s

5 december 2024

Klimaatverandering zorgt voor nieuwe uitdagingen voor onze veiligheid. De 25 veiligheidsregio’s spelen hierbij een belangrijke rol. De ‘Handreiking Veilige Klimaatadaptatie’ biedt onder anderen managers en adviseurs bij de veiligheidsregio’s concrete handvatten en tips op het gebied van beleid, in te zetten instrumenten en concrete maatregelen. De handreiking is gemaakt in opdracht van het programma Klimaatveiligheid. Een samenwerking van veiligheidsregio’s, NIPV, ministerie van Justitie en Veiligheid en KNMI.

Moderne kantoorgebouwen met bomen op de daken en eromheen
Foto: Shutterstock.

Klimaatadaptatie gaat over het nemen van maatregelen die ervoor zorgen dat Nederland minder kwetsbaar is voor de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ruimtelijke maatregelen om wateroverlast of overstromingen tegen te gaan. Maar ook om slim bouwen en het aanpassen van bestaande gebouwen, veiligheidsmaatregelen in de industrie en bij evenementen.

Samenwerken is de sleutel voor klimaatadaptatie

Provincies, gemeenten en waterschappen spelen een belangrijke rol in het netwerk rond klimaatadaptatie. Het verder versterken van de samenwerking van de veiligheidsregio’s met partners is nodig om veiligheid tijdig te borgen in ruimtelijke ontwikkelingen en in de gebouwde omgeving wanneer er maatregelen rond klimaatadaptatie worden genomen.

Veiligheidsregio’s beschikken over een goede basis

Met deze handreiking kunnen veiligheidsregio’s werken aan (verdere) professionalisering van de manier waarop zij hun adviesrol voor klimaatadaptatie invullen. Een belangrijke les uit dit traject is dat de veiligheidsregio’s over een goede basis beschikken om te adviseren bij klimaatadaptatie. Maar dat het netwerk en de vele ontwikkelingen rondom dit onderwerp (relatief) nieuw zijn. Daarnaast is advies geven vaak wel mogelijk, maar zijn de adviezen van de veiligheidsregio niet afdwingbaar.

Programmamanager Klimaatveiligheid Charlotte van Ruijven: “Veiligheidsregio’s zijn in staat om risico’s te analyseren op basis van hun kennis, expertise en ervaring met incidenten, rampen en crises. Deze inzichten maken het mogelijk om in dialoog tot preventieve maatregelen te komen om de kwetsbaarheid van de samenleving te verminderen. En, mocht het toch misgaan, de bereikbaarheid van de hulpdiensten en de bestrijdbaarheid van de ramp te verhogen. Veiligheidsregio’s verdienen daarom een plek aan tafel bij klimaatadaptatie.”

Risicogericht adviseren mogelijk maken

Veiligheidsregio’s zullen hun organisatie zo moeten inrichten dat integrale samenwerking en risicogericht adviseren mogelijk worden. De handreiking biedt inzicht in de stappen die daarvoor nodig zijn. En geeft inzicht in de gevraagde competenties en vaardigheden. Voor de inhoudelijke advisering vraagt klimaatadaptatie niet altijd om andere kennis of expertise. Maar is het wel een extra factor waarmee in het advieswerk rekening gehouden moet worden. In de handreiking zijn daarom concrete handvatten voor advisering per werkgebied opgenomen: voor natuurbrandbeheersing, ruimtelijke ontwikkelingen, bouwen, industrie en gevaarlijke stoffen, veilig gebruik en evenementenveiligheid.

Lees de handreiking

label Veilige energietransitie

Zo beperk je explosierisico’s bij lithium-ion energieopslagsystemen

4 december 2024

Hoe kun je een explosie in een energieopslagsysteem voorkomen of de effecten beperken? Het NIPV heeft onderzoek gedaan naar de explosiemaatregelen bij energieopslagsystemen (EOS’en) die lithium-ion batterijen bevatten.

Foto: Shutterstock.

“Er wordt veel over explosierisico’s bij EOS’en geschreven. Aan de hand van dit literatuuronderzoek presenteren we adviezen om dit risico te kunnen verkleinen. Ook hebben we met het RIVM enkele gasmengsels ontwikkeld ten behoeve van het rekenen aan explosies”, aldus de onderzoekers van het NIPV.

Doel van het onderzoek

Het NIPV heeft onderzoek gedaan om te achterhalen:

  • Welke gassen die vrijkomen bij oververhitting van een lithium-ion batterij een explosie kunnen veroorzaken
  • Hoe het explosie-risico verminderd kan worden.

Het doel van het onderzoek is om parameters op te stellen waarmee de effecten van een explosie in een EOS kunnen worden gemodelleerd en om inzicht te krijgen in maatregelen die het explosierisico kunnen beperken. Het onderzoek richt zich op EOS’en met lithium-ion batterijen, die zijn geplaatst in een vrijstaande eenheid (zoals een container) en worden toegepast voor grootschalige energieopslag.

Inzicht in de gassen

Om de effecten van een explosie in een EOS te kunnen modelleren is inzicht noodzakelijk in de hoeveelheid en de samenstelling van de gassen die vrijkomen bij oververhitting van lithium-ion batterijen. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat meer dan dertig verschillende soorten brandbare gassen vrijkomen. De exacte samenstelling en het volume van de vrijkomende gassen verschillen sterk per type lithium-ion batterij.

Waterstof, koolwaterstoffen en koolmonoxide zijn de meest voorkomende brandbare componenten in de vrijkomende gassen. Op basis van deze componenten konden, in samenwerking met het RIVM, twee standaardmengsels worden samengesteld die geschikt zijn voor modellering van explosies van EOS’en waarin batterijen van het type LFP of NMC zijn toegepast.

Risicovermindering

Met de ontwikkelde kennis zijn de mogelijkheden beschouwd om het risico van een explosie zo veel mogelijk te beperken. Er zijn twee mogelijkheden:

  1. Ventilatie
    Met ventilatie worden de gassen uit het EOS verdreven, voordat deze kunnen worden ontstoken en wordt dus de kans op een explosie verminderd.
    Er is momenteel echter nog geen eenduidige aanbevolen specificatie voor de ventilatie van een EOS. Daarnaast is er nog geen consensus over de vraag of ventilatie in alle gevallen voldoende effectief is.
  2. Explosieluiken
    Via explosieluiken kan de druk van een explosie uit een EOS ontsnappen, waardoor het EOS intact blijft en de gevolgen van de explosie dus worden beperkt, voor zowel het EOS als de omgeving. Het is dan wel belangrijk ervoor te zorgen dat de explosiedruk niet gericht is op routes die worden gebruikt voor evacuatie of door hulpdiensten. Explosieluiken worden daarom bij voorkeur in het dak geplaatst. 

Uit de literatuurstudie blijkt verder dat veel toegepaste brandveiligheidssystemen, zoals inertiseren en installeren van sprinkler- of watermistsystemen, explosies in EOS’en met lithium-ion batterijen niet altijd kunnen voorkomen.

De kennis vanuit dit onderzoek wordt verwerkt in het onderwijs van het NIPV.

Lees het rapport

label Fysiek veilige leefomgeving

Geactualiseerde Handreiking multidisciplinaire afstemming incidentbestrijding in wegtunnels

3 december 2024

De aangepaste handreiking toont aan dat afstemming van wezenlijk belang is bij incidentbestrijding in tunnels.

Bovenaanzicht Koning Willem-Alexandertunnel in Maastricht
Foto: Aron Nijs Fotografie.

Voor een uniforme samenwerking
tussen Rijkswaterstaat en hulpverleningsdiensten

De ‘Handreiking voor multidisciplinaire afstemming bij incidentbestrijding in wegtunnels’ reikt hulpverleningsdiensten en Rijkswaterstaat de hand bij afstemming bij het bestrijden van incidenten in tunnels. Deze afstemming is van wezenlijk belang bij de incidentbestrijding in tunnels. De wetgever roept hiertoe op in de Wet en de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels (beide Warvw en Rarvw, art. 7).

In januari 2019 verscheen van deze handreiking de eerste versie. Rijkswaterstaat, de veiligheidsregio’s, politie en het NIPV hebben de handreiking gezamenlijk ontwikkeld.

Aanpassingen in nieuwe versie

Opgedane ervaringen tijdens oefeningen in wegtunnels en voortschrijdend inzicht hebben geleid tot aanpassing van de handreiking. Bovendien is in de afgelopen tijd het uitvraagprotocol voor de meldkamer aangepast. En zijn afspraken over het vluchtproces met onder andere de politie en tunnelbeheerder verduidelijkt.

Lees het rapport

label Informatiegestuurde veiligheid

225 ongevallen met voorrangsvoertuigen in 2022 en 2023

28 november 2024

In 2022 en 2023 vonden in Nederland 225 ongevallen met voorrangsvoertuigen plaats. De ongevallen leidden tot 1 dodelijk slachtoffer en 79 gewonden. Bij de gewonden ging het om 36 hulpverleners (17 politie, 12 ambulance, 7 brandweer) en 43 andere weggebruikers. Het dodelijk slachtoffer was een andere weggebruiker. Deze cijfers komen uit het tweejaarlijkse onderzoek dat vandaag is verschenen.

Ambulance op zijn kant na ongeval
Foto: FlashphotoNL.

De politie was bij 153 ongevallen betrokken, de ambulance bij 52 ongevallen en de brandweer bij 14 ongevallen. Bij 6 ongevallen waren overige hulpverleningsdiensten betrokken die optische en geluidssignalen mogen voeren. Bij de meeste ongevallen (86 procent) was er sprake van een wederpartij. Bijna twee derde van de ongevallen (62 procent) was een flankbotsing.

Meest ernstige ongevallen binnen de bebouwde kom

De meerderheid van de ongevallen gebeurde binnen de bebouwde kom (71 procent). Hier deden zich ook de meest ernstige ongevallen voor. De twee meest voorkomende ongevalstypen: een kruispunt met verkeerslichten waarop de voorrangsvoertuigbestuurder door rood licht rijdt, terwijl de andere weggebruiker groen licht heeft (31 procent). En een verkeerssituatie waarin de andere weggebruiker niet oplet of onverwacht gedrag vertoont (25 procent).

Aandachtspunt bij interpretatie cijfers

De verschillende hulpverleningsorganisaties hebben in het rijden met optische en geluidssignalen een min of meer gelijksoortige taak. Bij de interpretatie van de cijfers is het echter belangrijk om in gedachten te houden dat deze organisaties op diverse aspecten van elkaar verschillen, zoals de grootte van het wagenpark, het aantal uitrukken en de kenmerken van de uitrukken. Deze verschillen hebben invloed op de omvang en de ernst van ongevallen met voorrangsvoertuigen.


Wat zijn voorrangsvoertuigen?

Voorrangsvoertuigen zijn voertuigen van de hulpdiensten en andere aangewezen diensten die met optische en geluidssignalen mogen rijden. Het rijden met voorrangsvoertuigen brengt gevaren met zich mee, met name omdat van de geldende verkeersregels wordt afgeweken en het weggedrag daardoor voor andere weggebruikers minder voorspelbaar is.


Lees het rapport en de factsheet

Bekijk de factsheet voor de belangrijkste cijfers uit het onderzoek. Lees voor het complete beeld het volledige onderzoeksrapport.

label Veilige energietransitie

Gebouwbranden met zonnepanelen voor het eerst in kaart gebracht

27 november 2024

TNO, NEN en het NIPV hebben voor het eerst in kaart gebracht bij hoeveel gebouwbranden er tussen 2022 en 2023 een zonne-energiesysteem betrokken was. Van de 10.000 gebouwbranden tussen 2022 en 2023 was er in 152 gevallen een zonne-energiesysteem aanwezig op het gebouw (minder dan 2 procent). Alhoewel de drie betrokken organisaties tevreden zijn met deze eerste kennisbasis, benadrukken ze dat het nodig is om gedurende langere tijd data te verzamelen voordat conclusies kunnen worden getrokken.

Gebouwbranden zonnepanelen
Foto: Team Brandonderzoek Brandweer Gelderland-Midden.

In de afgelopen jaren is het aantal zonnepaneleninstallaties op gebouwen sterk toegenomen. Met de groeiende populariteit van zonne-energiesystemen is ook de bezorgdheid over brandrisico’s toegenomen. Het is echter moeilijk te bepalen of de zonnepanelen de oorzaak van de brand waren en onder welke omstandigheden de brand is ontstaan.

Tot 2023 werden gebouwbranden waarbij zonne-energiesystemen betrokken zijn, niet structureel geregistreerd. Deze studie is een eerste basis om meer inzicht in gebouwbranden met zonne-energiesystemen te verkrijgen en een testmethode te ontwikkelen voor de impact van deze systemen op daken.

Gebouwbranden verder onderzocht

Van de 10.000 gebouwbranden tussen 2022 en 2023 was er in 152 gevallen een zonne-energiesysteem aanwezig op het gebouw (minder dan 2 procent). Van die 152 branden konden er 70 verder worden onderzocht met de hulp van de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s.

Het onderzoek toont aan dat de oorzaak van de brand – voor zover bekend – in de 70 gevallen even vaak wel als niet in het zonne-energiesysteem lag: bij 30 branden is vastgesteld dat de brand ontstaan is in het zonne-energiesysteem. Van 29 is bekend dat het niet aan het systeem lag en bij 11 was de oorzaak onbekend.

De experts van het NIPV, NEN (Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut) en TNO benadrukken dat verschillende ontwikkelingen de komende jaren invloed gaan hebben op mogelijke brandincidenten.

De eerste generatie zonnepanelen komt bijvoorbeeld nu aan het eind van de levensduur en zijn mogelijk minder veilig. Daarnaast heeft de enorme vraag naar zonne-energiesystemen gezorgd voor een toename in installatiebedrijven die in sommige gevallen niet volledig volgens de normen installeren.

Beperkte data

Dit onderzoek is een eerste stap naar het opzetten van een kennisbasis maar bevat beperkte data. Alleen branden waarbij de brandweer heeft opgetreden én waarover via de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s informatie kon worden verkregen, konden worden meegenomen. Daarnaast bleek het niet mogelijk om data van de verzekeraars te gebruiken. Om een beter inzicht te krijgen in de omvang van brandrisico’s pleiten de organisaties daarom voor (financiële) middelen om brandincidenten de komende 4 jaar beter te monitoren en analyseren.

In dit onderzoek, in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, heeft het NIPV de landelijke database voor gebouwbranden opgezet en data verzameld. TNO had een coördinerende rol en heeft bijgedragen aan dataverzameling en analyse van branden. Verder droeg NEN bij door het laten uitvoeren van verschillende brandproeven en ontwikkelden ze een Europese testmethode.

Lees het rapport

Lees gezamenlijk eindrapport van TNO, NEN en NIPV

label Veilige energietransitie

Uhd-blussysteem onder voorwaarden geschikt om batterijen van elektrische voertuigen te blussen

26 november 2024

Een ultrahogedruk (uhd) snij- en blussysteem kan veilig en effectief een instabiel of brandend batterijpakket van een elektrisch voertuig blussen. Op voorwaarde dat een aantal veiligheidsmaatregelen wordt genomen. Dit blijkt uit een brandexperiment met 2 elektrische auto’s en aanvullend onderzoek door het NIPV.

Brandweermensen doen een proef met inzet van ultrahogedruk blussysteem om batterijpakket elektrisch voertuig te blussen

Een uhd-blussysteem is daarmee een belangrijke aanvullende optie in de gereedschapskist van de brandweer bij het blussen van elektrische voertuigbranden waarbij de batterij betrokken is. Daarmee is dit een inzetmogelijkheid naast een met water gevulde dompelbak of het, afhankelijk van de omgeving, laten uitbranden van het voertuig.

Met uhd-blustechniek kunnen batterijcellen rechtstreeks worden gekoeld

Een uhd-blussysteem gebruikt ultrahogedruk waterstraaltechnologie. Hiermee is het mogelijk om een opening in het batterijpakket te maken en zo water rechtstreeks in het batterijpakket in te brengen. De thermal runaway in de batterij kan zo ter plaatse worden gestabiliseerd.

Vier veiligheidsmaatregelen

Voor een veilige inzet van het uhd-blussysteem zijn de volgende maatregelen voorwaardelijk:

  • Gebruik lagedrukstralen om fakkels uit de batterij te onderdrukken en de uhd-bediener te beschermen.
  • Ventileer eventuele opgehoopte brandbare gassen in het voertuig door bijvoorbeeld ramen met het uhd-blussysteem vanaf afstand kapot te spuiten of ventilatoren te gebruiken.
  • Positioneer brandweermensen buiten de (toxische) rook. Gebruik lagedruk stralen om hen indien nodig af te schermen van eventuele vlammen.
  • Gebruik de lange lans of het verlengstuk van het uhd-blussysteem.

Duidelijke inzetprocedure biedt handvatten voor gebruik uhd-blussysteem

De uhd-inzetprocedure bestaat uit het lokaliseren van hotspots met een warmtebeeldcamera, het penetreren van het batterijpakket op deze locaties en het inbrengen van water via het uhd-blussysteem. De stoomvorming dient hierbij als indicator dat de batterijen worden gekoeld. Het weglekken van water, gecombineerd met het stoppen van de stoomvorming, geeft aan dat de thermal runaway is gestopt. Een periode van visuele monitoring, ondersteund met een warmtebeeldcamera, is noodzakelijk om te kijken of de inzet effectief is. Brandweermensen die hebben meegewerkt aan het brandexperiment zijn positief over de inzet met een uhd-blussysteem: ze geven aan dat de methode relatief makkelijk is uit te voeren.

Concluderend bieden de resultaten van de brandexperimenten het NIPV voldoende vertrouwen om te adviseren het uhd-blussysteem in te laten zetten door getrainde uhd-eenheden binnen de Nederlandse brandweer.

Samenwerking met vele partijen

Het brandexperiment is mogelijk gemaakt door samen te werken met Brandweer Nederland, Brandweer Schiphol, Gezamenlijke Brandweer Rotterdam, bedrijfsbrandweer Tata Steel, Veiligheidsregio Utrecht en Veiligheidsregio Haaglanden. Daarnaast leveren de Duitse werkgroep VDA/VDIK ’Rescueing of people’, Cobra Coldcut Systems, het RIVM en de leverancier van de auto’s een bijdrage aan het onderzoek.

For English see Ultra high pressure extinguishing system suitable, under conditions, to extinguish battery fires of electric vehicles

Lees het rapport en het handelingsperspectief

De bevindingen van het brandexperiment staan in een onderzoeksrapport. En zijn vertaald naar een concreet handelingsperspectief voor brandweermensen die dit systeem willen gebruiken. Het rapport en het handelingsperspectief zijn in het Engels beschikbaar. Ook is er een Duitse versie van het handelingsperspectief.

label Fysiek veilige leefomgeving

Werkbeleving (oud-)brandweerofficieren: schakelen tussen warm, koud en privé

25 november 2024

Kennis over het DNA van de brandweerorganisatie, de cultuur en wat mensen drijft, is van groot belang om effectief leiding te kunnen geven aan de brandweer. Hoewel officieren een belangrijke rol binnen de brandweer vervullen, is er weinig bekend over hoe ze hun werk en hun loopbaan ervaren. Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat brandweerofficieren over het algemeen tevreden zijn over hun werk. Er zijn verschillen in beleving die verband houden met gender, aanstelling, de mate van werkervaring en de gevolgde opleiding.

Officier van dienst en hoofdofficier van dienst van de brandweer bezig met een oefening

11 belangrijke aspecten die de werkbeleving bepalen

Voor het onderzoek heeft het NIPV gebruikgemaakt van data uit de belevingsonderzoeken repressief brandweerpersoneel, groepsinterviews en vragenlijsten. Dit heeft 11 belangrijke aspecten opgeleverd die de werkbeleving van brandweerofficieren – officier van dienst (OvD), hoofdofficier van dienst (HOvD) en adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) – bepalen. Brandweerofficieren zijn over het algemeen positief over deze aspecten. Zo zijn ze gemotiveerd en gedreven voor hun vak en waarderen ze de synergie tussen hun repressieve en beheersmatige functie. Het grootste deel van de brandweerofficieren kan beide functies ook prima combineren.

De helft van de brandweerofficieren ervaart nadelige gevolgen van de piketdienst op het privéleven. Een kwart van de brandweerofficieren met zorgtaken vindt de combinatie van zorgtaken en piketdienst lastig. De kennis die beroepsbrandweerofficieren in hun beheersmatige functie opdoen, gebruiken zij vaak om beleidskeuzes van de veiligheidsregio’s uit te leggen aan posten en ploegen. Tot slot geeft ongeveer de helft van de brandweerofficieren aan dat zij lang een vergeten groep zijn geweest in de nazorg.

Werk-privébalans speelt rol bij vertrek

De onderzoekers hebben ook de vertrekintenties en vertrekredenen in kaart gebracht. Bijna een derde van de huidige brandweerofficieren geeft aan ooit te hebben overwogen om te stoppen als brandweerofficier. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de werk-privébalans, de wijze waarop de veiligheidsregio wordt bestuurd en onvrede over erkenning en waardering. Voor oud-brandweerofficieren was de werk-privébalans de belangrijkste reden om te vertrekken bij de brandweer. Gevolgd door stoppen vanwege leeftijd en/of prepensioen en de wijze waarop de veiligheidsregio werd bestuurd.

Problemen met het werven van brandweerofficieren

Een kleine meerderheid van de 25 veiligheidsregio’s ervaart een probleem met het werven van brandweerofficieren. Dit komt bijvoorbeeld door de krappe arbeidsmarkt en het specifieke profiel dat de kandidaat moet hebben. Ook het doorstromen van OvD (officier van dienst) naar HOvD (hoofdofficier van dienst) blijkt soms een probleem te zijn. Zes regio’s ervaren een probleem met het behouden van brandweerofficieren. Redenen zijn onder andere de hoge uitstroom in verband met leeftijd en de uitstroom vanwege de impact van de piketfunctie op het privéleven.

Lees de factsheet en het rapport

De belangrijkste resultaten van het onderzoek staan in een factsheet. Voor het complete beeld is het volledige onderzoeksrapport beschikbaar.

label Fysiek veilige leefomgeving

Ondertekening samenwerkingsakkoord leergang Leiderschap in Veiligheid

22 november 2024

Donderdag 21 november ondertekenden vertegenwoordigers van de Academie van de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Nederlandse Defensie Academie, het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en de Politieacademie een samenwerkingsakkoord over de leergang Leiderschap in Veiligheid (LNV). 

Het doel van de leergang Leiderschap in Nationale Veiligheid is de ontwikkeling van een sterke gemeenschap van senior executives van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, die vanuit hun positie een bijdrage kunnen leveren aan de nationale veiligheid.

Deelnemers worden uitgenodigd voor een intensieve leergang gericht op het vergroten van kennis, het ontwikkelen van samenwerking en het opbouwen van een netwerk. Na afronding van het programma worden deelnemers onderdeel van het LNV-alumninetwerk, waar zij hun kennis blijven bijhouden en versterken.

Het samenwerkingsakkoord draagt vanaf 2025 bij aan de continuering en verdere professionalisering van het LNV-programma en het alumninetwerk. Nationale veiligheid kan namelijk niet worden gewaarborgd door één of enkele partijen. Het vereist een geconcentreerde en gezamenlijke inspanning van overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden uit 2023 staat aan de basis van deze visie en de ontwikkeling van de LNV.   

De ondertekening van het samenwerkingsakkoord is een mooie volgende stap naar een weerbaar en veilig Nederland en een hechte, betrokken community van strategisch leiders. 

label Informatiegestuurde veiligheid

Voertuig Positie Service (VPS) klaar voor gebruik

22 november 2024

Met de komst van de Voertuig Positie Service (VPS) is er vanaf nu landelijk inzicht in de realtime posities van prioriteitsvoertuigen. Binnen een veiligheidsregio, en over de grenzen van de regio’s heen. Door de VPS hoeven de toepassingen niet meer met alle veiligheidsregio’s afzonderlijk te koppelen, maar is alleen een verbinding naar de VPS voldoende. Projectleider Jeroen Sannen: “Dit levert inzicht en tijd op: je hoeft bij een incident niet meer te vragen waar een voertuig zich bevindt, maar kan het direct zelf zien. Losse verbindingen tussen veiligheidsregio’s zijn niet meer nodig met deze landelijke bron voor voertuigposities.”

Informatiebron voor veilige uitruk van hulpdiensten via ‘Talking Traffic’

De basis van de VPS ligt in een onderzoek naar de toekomst van Talking Traffic voor hulpdiensten. Sannen: “Talking traffic gaat over de toepassing van informatiegestuurde veiligheid in het verkeer. Om de uitruk van een hulpdienst veiliger te maken voor de hulpverleners en de medeweggebruikers. Het onderzoek liet zien dat voor de realisatie van Talking Traffic een landelijke bron met realtime voertuigposities nodig was: de Voertuig Positie Service.”

Veiligheidsregio’s houden regie over zichtbaarheid eigen voertuigen

De VPS dient als een informatiebron die wordt gevoed door de veiligheidsregio’s: zij leveren de posities van hun voertuigen aan. Daarbij kunnen ze binnenkort zelf per voertuig filteren voor welke toepassing deze zichtbaar mag zijn. Sannen: “Zo houden veiligheidsregio’s de regie over hun eigen informatie. Dienstvoertuigen kun je bijvoorbeeld uitzetten als iemand klaar is met zijn dienst.”

VPS is informatiebron voor meerdere voorzieningen

Als landelijke informatiebron is de Voertuig Positie Service ook in te zetten voor andere voorzieningen en toepassingen in de crisisbeheersing en brandweerzorg. Denk aan specialistisch optreden met in het bijzonder natuurbrandbeheersing, interregionale inzet, dynamisch alarmeren en de meldkamers brandweer. De toepassingen hoeven daarbij niet meer met alle veiligheidsregio’s afzonderlijk te koppelen, maar alleen met de VPS. 

Samenwerking NIPV en veiligheidsregio’s

“De VPS is een mooi voorbeeld van een landelijke voorziening die we op verzoek van en in samenwerking met de veiligheidsregio’s hebben ontwikkeld,” vertelt Sannen enthousiast. “Collega’s van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Veiligheidsregio Haaglanden zijn vanaf het begin van dit project nauw betrokken geweest. En ook de andere regio’s zijn aangehaakt, waardoor er nu een voorziening staat die aansluit op de vraag en de wensen uit het veld. Dit succesvolle project is alleen gelukt door de goede samenwerking met alle contactpersonen VPS in de regio’s, de betrokken collegae en de leverancier LevelUp!” De VPS-techniek is nu getest en staat klaar. Ook zijn al 11 veiligheidsregio’s op de VPS aangesloten. “De komende weken stellen we het filteren per regio beschikbaar en ondersteunen we de regio’s bij het (verder) aansluiten.”