“Samenwerking industriële veiligheid vraagt chemie”
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari 2024
Sinds augustus 2023 is Edith van der Reijden ‘in charge’ als directeur Risico- en Crisisbeheersing bij Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Een ‘comeback’, zowel in de regio als in de wereld van industriële veiligheid. Want in de jaren 90 legde zij als commandant van het toenmalig district Haven, samen met Ron Bouwman en Frank Blaauw, de fundamenten voor wat nu het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) is. IV is een vakgebied dat haar goed ligt, gelet op haar studie chemische technologie aan de TU Delft vóórdat zij aan haar brandweercarrière begon. Edith: “Chemie is boeiend! En chemie hebben we ook nodig als kracht in de samenwerking tussen de veiligheidsregio’s binnen het Netwerk IV. Want de komende jaren krijgen we qua risicobeheersing in de industrie en de maatschappij heel wat op ons bordje.”
Persoonlijke drive
Edith van der Reijden was de afgelopen vijf jaar directeur van Veiligheidsregio Zeeland. Eerder werkte zij, na haar Rotterdamse periode, vijf jaar als lid van de directieraad bij Waterschap Hollandse Delta en als veiligheidsconsultant bij Berenschot en Kappetijn Safety Specialists. Dat ze na haar directeurschap in Veiligheidsregio Zeeland terugkeert in Rotterdam-Rijnmond als directeur Risico- en Crisisbeheersing, heeft alles te maken met haar persoonlijke drive: “Als algemeen directeur ben je vooral bezig met bestuur en bedrijfsvoering van de organisatie. Ik miste de inhoud van het vakgebied en wilde weer aan de slag met inhoudelijk beleid voor de veiligheid van de samenleving en de veiligheid van de hulpverleners in de frontlinie, die continu voor nieuwe risico’s en scenario’s komen te staan. Ik ben hier op mijn plek!”
In haar nieuwe functie in Rotterdam-Rijnmond krijgt Edith weer nadrukkelijk te maken met het vakgebied industriële veiligheid, zowel binnen de VRR als binnen het landelijk Netwerk IV. Een vakgebied dat sinds de eerste krachtenbundeling in 1998 aanzienlijk is veranderd en een robuust specialisme is geworden, dat ertoe doet in het veiligheidsdomein.
Urgentie samenwerking
Edith van der Reijden: “In de eerste vier jaar groeide de specialisatie IV in Rotterdam-Rijnmond al van twee naar twaalf personen en landelijk kwam samenwerking tot stand in de vorm van vijf Brzo-samenwerkingsregio’s. Inmiddels telt het landelijk Netwerk IV zes IV-samenwerkingsgebieden. De brandweerregio’s erkenden daarmee dat dit specialisme een zeker kwaliteitsniveau vraagt, waarvoor samenwerking en kennisdeling noodzakelijk is. Op dit belangrijke dossier gaven zij een stukje ‘autonomie’ op om inhoudelijk sterker te staan. En de urgentie werd ook gevoeld, want er waren in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw forse industriële incidenten, waaronder de roemruchte brand in de chemicaliënloods van CMI in 1996. Er móest iets gebeuren om de veiligheid in de industrie te verbeteren; betere advisering en meer toezicht. Zo kwamen de eerste Brzo-inspecties van de grond.”
Chemie
Nu, terug in Rotterdam-Rijnmond, in het voetspoor van meerdere collega’s die ook aan de wieg stonden van het LEC IV, kan Edith van der Reijden voortbouwen op de stevige structuur die het vakgebied IV heeft gekregen. “Er is veel tot stand gebracht door het landelijke Netwerk IV waarin de veiligheidsregio’s met elkaar en met het LEC samenwerken. Industriële veiligheid staat echt op de kaart en de samenwerking wordt steeds hechter. Zo gaan we bijvoorbeeld in Zuidwest als veiligheidsregio’s inspecteurs met elkaar uitwisselen om een sterkere inspectiepool te vormen. Maximaal gebruik maken van elkaars capaciteiten en kennis is een voorwaarde om IV het kwaliteitsniveau te geven dat het vakgebied verdient. Dat vraagt ‘chemie’ tussen veiligheidsregio’s onderling en tussen de regio’s en andere partners, zoals de omgevingsdiensten en de Arbeidsinspectie. Net zoals de condities optimaal moeten zijn om een chemische reactie goed te laten verlopen, moet de chemie voor samenwerking ook optimaal zijn. Voor die chemie wil ik mij in mijn huidige functie inzetten binnen het Netwerk IV, door partijen te verbinden.”
En dat netwerk krijgt heel wat op zijn bordje, voorziet Edith van der Reijden. De slag naar verbreding van de advies- en toezichttaken van Brzo-inrichtingen naar de industrie in het algemeen zal een forse extra inspanning vragen van de afdelingen Risico- en Crisisbeheersing en specialisten industriële veiligheid in het bijzonder. En dan zijn er ook nog de grondstoffen- en energietransitie, die nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied met zich meebrengen.
Energietransitie
Edith van der Reijden: “We zullen de komende jaren in de grote industrie- en chemieclusters een afbouw van de aardolie-industrie zien en daar komen nieuwe energie gerelateerde activiteiten voor terug. Zoals productie, opslag en transport van ammoniak en waterstof als onderdeel van de energietransitie. Om die nieuwe energiebronnen en energiestromen, in combinatie met onder andere de woningbouwopgave, te kunnen toepassen, worden ruimtelijke scenario’s ontwikkeld in een programma waarin Nederland in zestien energieregio’s wordt verdeeld. Het is cruciaal dat we in dat programma en soortgelijke ontwikkelingen rond de energietransitie als veiligheidsregio’s de vinger aan de pols houden en meedenken en adviseren over het beheersen en beperken van de veiligheidsrisico’s. Het is beslist mogelijk om een veilige ammoniakfabriek en –opslag te bouwen, maar de voorziene groei van het transport van deze waterstofdrager brengt kenmerkende risico’s en scenario’s terug. Die waren, na de eerdere uitfasering van ammoniaktransport, jarenlang niet meer relevant. Nu moeten we weer gaan investeren in kennis, middelen en capaciteit om incidentscenario’s met ammoniak effectief te bestrijden.”
“LEC IV en netwerk zijn backbone”
In het licht van die ontwikkelingen vindt Edith van der Reijden de geactualiseerde PGS 12–opslag en verlading van ammoniak, waaraan ook de veiligheidsregio’s hebben meegewerkt, een relevant instrument. Een voorbeeld ook voor publiek-private samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, want in de industrie zit veel kennis en kunde om risico’s te beheersen en incidenten doeltreffend te bestrijden. “Terugkomend op de ‘chemie in samenwerking’ vind ik het belangrijk dat overheden en industrie gezamenlijk optrekken in de grote veiligheidsdossiers die samenhangen met de energie- en grondstoffentransitie. We moeten elkaars kennis en expertise zo goed mogelijk benutten. Het LEC IV en het Netwerk IV vormen samen de ‘backbone’ voor veiligheidsadvisering vanuit de overheid. Beide gremia hebben als herkenbare en gezaghebbende partners een plek in het veiligheidsdomein verworven. Door kennis te bundelen en te delen, met mooie voorbeelden als de Handreiking MOC Blusschuimtransitie en de Landelijke Benadering Risicobedrijven. Maar ook via het aanbieden van cursussen rond de Omgevingswet en de NFPA. Kennisbevordering en -deling is de sleutel tot geborgde industriële veiligheid.”
Lees ook
Jan Meinster van het LEC IV leidde een ‘inspiratietafel’ over de blusschuimtransitie. Duidelijk werd dat bedrijven behoefte hebben aan concrete informatie.
Met 2024 op de kalender wordt het voor de industrie en de brandweersector zaak haast te maken met de blusschuimtransitie. De Europese verordening die het gebruik van PFAS in blusschuim verbiedt, wordt namelijk in de loop van komend jaar van kracht.
De bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de consequenties van de Omgevingswet voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s.
Het LEC IV werkt aan het opstellen van zijn eerste meerjarenplan met meerjarenbegroting voor de periode 2024-2027.
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.