“Grote passie voor industriële veiligheid, maar nu in een andere vorm”
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, april 2024
Joram Gielbert heeft op 1 februari zijn werkzaamheden voor Veiligheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) beëindigd. Maar hij laat de industriële veiligheid beslist niet los, want als zelfstandig adviseur blijft hij in grote lijnen hetzelfde werk doen. “Mijn hart heeft altijd bij risicobeheersing gelegen, zowel in de brandveiligheid als in de industrie, en dat wil ik graag nog een hele poos blijven doen.” Op de drempel naar het zelfstandig ondernemerschap blikt Gielbert terug op wat er de afgelopen jaren in ‘Oost’ is bereikt.
Joram begon zijn carrière in het brandweerdomein in 2005 als Specialist brandpreventie bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Niet lang daarna maakte hij intern de overstap naar het vakgebied Industriële Veiligheid. In 2019 stapte hij over naar Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Twee jaar eerder nam hij ook de taak van Brzo-coördinator voor de vijf oostelijke veiligheidsregio’s op zich. Dat betekende een switch van uitvoering naar ‘regelwerk achter de schermen’.
Één aanspreekpunt
Joram: “In de veiligheidsregio’s in Oost-Nederland hanteerden we van oudsher een wat andere taak- en rolverdeling in het Seveso-toezicht dan in de rest van het land. De Gelderse en Overijsselse regio’s werkten al heel lang op een natuurlijke wijze samen met betrekking tot het toezicht op Seveso-bedrijven en bedrijfsbrandweren. Tien specialisten vanuit de vijf regio’s vormden samen één pool voor de uitvoering van Seveso- en bedrijfsbrandweerinspecties. Sinds 2013 hadden de regio’s daarvoor een onderlinge dienstverleningsovereenkomst en met tien man konden we de vijftig Seveso-bedrijven in het oosten goed behappen. Niemand is honderd procent IV-specialist, iedereen heeft er andere warme of koude taken bij. We deden als ‘Team Oost’ alles samen en een centrale coördinatiefunctie kenden we in het begin nog niet. Vanuit het land klonk in 2016 echter de behoefte om voor de vijf oostelijke veiligheidsregio’s één aanspreekpunt te hebben, net als in de overige samenwerkingsgebieden. Uiteindelijk heb ik die rol toen op mij genomen.”
Groot netwerk
Vóór de switch voerde Joram zelf tien jaar lang inspecties uit bij Seveso-bedrijven. Op de vraag of hij die praktijk miste toen hij een coördinerende rol kreeg, is zijn antwoord stellig: “Eigenlijk niet, want ik kreeg er veel voor terug. Door te participeren in allerlei werk- en projectgroepen binnen het Netwerk IV heb ik een heel groot netwerk gekregen, met fantastische collega’s. Zo werd ik ook voorzitter van de Werkgroep Bedrijfsbrandweren van het LEC IV en nam ik deel aan verschillende uitdagende projecten, zoals het Kernteam spoorwegemplacementen en het opzetten van kwalificatiedossiers van de bedrijfsbrandweerfuncties.”
Terugkijkend op wat er in de afgelopen tien jaar is bereikt in ‘Oost Vijf’, stelt Joram vast dat de samenwerkende veiligheidsregio’s altijd gezamenlijk de insteek hebben gehad om de onderlinge samenwerking continue te verbeteren en naar een hoger niveau te brengen. Daarnaast zaten wij in de luxe positie om gelden uit de landelijke subsidieregeling voor omgevingsveiligheid te mogen besteden aan investeringen in vakbekwaamheid en kennisverbreding en -verdieping. Zo hebben al onze inspecteurs trainingen gevolgd over bijvoorbeeld de risico’s van IBC opslagcontainers, risicoanalysemethodieken en veiligheidscultuur, maar ook praktijktrainingen industriële brandbestrijding. Vorig jaar zijn we naar de ‘foam school training’ in het internationale oefencentrum GESIP in Vernon geweest.”
Persoonlijke veiligheid
Ook het bevorderen van de persoonlijke veiligheid van de IV-inspecteurs stond hoog op het wensenlijstje van de oostelijke veiligheidsregio’s. Ook dat was mogelijk met een deel van de gereserveerde gelden. Joram vervolgt: “We wilden onze inspecteurs voorzien van goede persoonlijke beschermingsmiddelen en tegelijk eenheid van tenue realiseren. Op basis van een risico-inventarisatie en -evaluatie hebben we een pakket persoonlijke beschermingsmiddelen en kleding aangeschaft, waarmee de hele pool inspecteurs er ‘strak’ voor staat. Dat is een van de dingen waar ik wel trots op ben als afzwaaiend coördinator.”
Passie blijft
De redenen voor Joram om zijn dienstverband bij VGGM te beëindigen zijn van persoonlijke aard. De afgelopen jaren bleken werk en privéleven agendatechnisch vaak lastig te combineren, onder andere vanwege de topsportcarrière van zijn zoon. Wegbrengen en halen met de auto op soms vreemde tijdstippen, in combinatie met zijn drukke baan, gaf vak de nodige druk en bracht spanning met zich mee. Joram: “Maar de passie voor het vak zit diep, dus ik wil dit mooie werk wel graag blijven doen. Ik zocht daarvoor een andere vorm. Eerst door minder dagen te gaan werken bij mijn werkgever, maar dat bleek nog niet de optimale balans te geven waarnaar ik op zoek was.
Als zelfstandig ondernemer heb ik nu meer ruimte en vrijheid om mijn eigen tijd in te delen en mijn werkplanning te maken. Dat geeft meer rust voor mij en in het gezin, terwijl ik het werk kan blijven doen dat ik zo leuk vind.” Als zelfstandig adviseur heeft Joram de principiële keuze gemaakt om alleen advieswerk voor overheden te doen. Als je integer bent en je altijd transparant en eerlijk bent naar je opdrachtgevers toe, moet het geen probleem zijn om zowel voor publieke als private partijen te werken. “Maar eigenlijk wil ik niet in een situatie terechtkomen waarin ik een veiligheidsregio moet adviseren over een bedrijf waarvoor ik bijvoorbeeld eerder een bedrijfsbrandweerrapport heb geschreven. Je moet de zaken zuiver houden. Bovendien ken ik het publieke domein goed, omdat ik er mijn hele leven heb gewerkt en ik weet hoe de processen lopen. En ik heb er zoals gezegd ook een groot netwerk, dat ik blijf koesteren.”
Lees ook
Jan Meinster van het LEC IV leidde een ‘inspiratietafel’ over de blusschuimtransitie. Duidelijk werd dat bedrijven behoefte hebben aan concrete informatie.
Met 2024 op de kalender wordt het voor de industrie en de brandweersector zaak haast te maken met de blusschuimtransitie. De Europese verordening die het gebruik van PFAS in blusschuim verbiedt, wordt namelijk in de loop van komend jaar van kracht.
De bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de consequenties van de Omgevingswet voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s.
Het LEC IV werkt aan het opstellen van zijn eerste meerjarenplan met meerjarenbegroting voor de periode 2024-2027.
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.