Adviesleerroute Industriële Veiligheid van start
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, oktober 2023
Op 6 september jl. is bij het NIPV de nieuwe ‘adviesleerroute’ Industriële Veiligheid van start gegaan. Het is, na de leerstroom Ruimtelijke Veiligheid, de tweede leerstroom die wordt aangeboden. Deze leerstromen kennen als onderlegger een visie op flexibel leren, vertaald in een leerlandschap bestaande uit leerblokken. De leerstromen zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de veiligheidsregio’s. Aan de nieuwe leerroute nemen negen cursisten vanuit de veiligheidsregio’s deel.
Volgens Linda van de Ven, adviseur Risicomanagement bij het NIPV, is er in de groep nog ruimte voor een aantal cursisten om afzonderlijke leermodules van de leerstroom te volgen, bijvoorbeeld omdat zij zich willen laten bijscholen op een van de IV-taakgebieden. De scheidslijn tussen vakbekwaam worden en blijven verdwijnt hiermee. De nieuwe leerstroom Industriële Veiligheid onderscheidt zich van de oude ‘leergang’ door meer diepgang en specialisatie, afgestemd op de persoonlijke leerbehoeften van de cursisten.
Vanaf de start al kiezen voor specialisatie
Linda van de Ven: “Kenmerkend voor de leerroute Industriële Veiligheid in het flexibel leerlandschap Risicomanagement is dat cursisten al vanaf de start kunnen kiezen voor een specialisatie tot adviseur of inspecteur, of voor beide specialismen. De leerstof en leeropdrachten voor de adviesfunctie zijn in de leerstroom nieuwe stijl ook veel beter uitgewerkt, op basis van de functieprofielen voor adviseurs industriële veiligheid. Advisering rond industriële veiligheidsvraagstukken wordt een steeds belangrijkere taak voor de veiligheidsregio’s. Vanwege de komst van de Omgevingswet en vanwege de verbreding van het aandachtsgebied industriële veiligheid. Oorspronkelijk beperkten de IV-taken van de veiligheidsregio’s zich vooral tot Brzo-inrichtingen, maar industriële veiligheid gaat over veel meer bedrijfscategorieën dan alleen Brzo-bedrijven. Dat merken we aan de behoeftestelling van de veiligheidsregio’s voor opleiding en training.”
Meer ruimte voor verdieping en persoonlijke aandacht
Omdat de lesgroepen kleiner zijn, maximaal 12 personen in plaats van 24 in de oude leergang, is er meer ruimte voor verdieping van de leerstof en meer persoonlijke aandacht voor de studenten. Ook de onderwijsvorm is, in lijn met het flexibel leerlandschap, aangepast. Linda van de Ven: “De oude leergang had het karakter van traditioneel onderwijs met een docent voor de klas die de lesstof voordroeg. In de nieuwe opzet, die we ‘Flipping the classroom’ noemen, krijgen de studenten vooraf voorbereidende opdrachten mee en kunnen ze zich via bijvoorbeeld e-learning de basislesstof eigen maken. In de groepslessen kunnen ze dan veel sneller de verdieping in met praktijkopdrachten.”
De relatief beperkte omvang van de huidige groep is volgens Linda van de Ven tekenend voor het ‘niche-karakter’ van het taakveld industriële veiligheid. Het is een zeer specialistisch vakgebied met een relatief kleine gemeenschap van specialisten, die samenwerken onder de vlag van het LEC Industriële Veiligheid en het Netwerk Industriële Veiligheid, maar dat niet in alle veiligheidsregio’s even sterk is opgetuigd. Veiligheidsregio’s met een serieus industrieel risicoprofiel worstelen al jaren om voldoende ‘nieuw bloed’ te werven om vacatures gevuld te krijgen en kandidaten naar de IV-opleiding te sturen.
Traineeship Veiligheidsregio’s
Linda van de Ven: “Wellicht brengt het programma Traineeship Veiligheidsregio’s onder leiding van het LEC IV daarin verandering. De veiligheidsregio’s, maar ook wij als opleiders, merken dat het meer tijd kost om geschikte kandidaten te vinden voor de opleiding tot specialist industriële veiligheid. Daarom is het goed dat de werving via het traineeshipprogramma wordt verbreed naar het regulier onderwijs, om daar jonge afgestudeerden te interesseren voor een baan bij de veiligheidsregio’s. Voorheen werden de leergangen gevuld met mensen die al in het veiligheidsdomein actief waren en al bepaalde specialisaties hadden. Die luxe hebben we nu niet meer, dus is het goed om het vizier nu ook te richten op schoolverlaters.”
De in september gestarte leerstroom Industriële Veiligheid is vooralsnog de enige groep dit jaar. Als de opleidingsbehoefte bij de veiligheidsregio’s groeit, kan het NIPV in overleg met de regio’s besluiten om de leerstroom tweemaal per jaar aan te bieden.
Bekijk ook
Lees ook het artikel Nieuwe leerstroom Industriële Veiligheid krijgt gestalte uit februari 2023.
Lees ook
De waternood in Limburg (2021) was voor de Nationale Reddingsvloot de eerste grootschalige inzet sinds de overstromingen van 1993 en 1995. De belangrijkste les die na de inzet werd getrokken is het belang om met verschillende organisaties informatiegestuurd samen te werken.
Risicogericht adviseren vormde de rode draad in het programma van de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid op 10 november jl.
Het onderzoek werd afgelopen voorjaar uitgevoerd en inmiddels zijn de resultaten geanalyseerd. De eindconclusie van het onderzoek is dat het risicobewustzijn bij bedrijven beter kan.
Het Platform Industriële Incidentbestrijding (PII) is in een nieuwe fase gekomen, met de ondertekening van een convenant op 21 september 2022.
Onder de noemer ’Formatex23’ wordt in september volgend jaar in Oostenrijk een internationale samenwerkingsoefening georganiseerd rond het thema ‘impact van natuurrampen op de industrie’.
Welke speerpunten gaf het POI aan de RCDV mee over informatievoorziening in het kader van de evaluatie Wet veiligheidsregio’s?
Het onderzoek richtte zich op de rol die een gedeeld beeld in de praktijk speelt bij de vorming van het crisisbeheersingsnetwerk, bij de interactie tussen het crisisbeheersingsnetwerk en de maatschappij in bredere zin én in de interactie tussen de organisaties binnen het crisisbeheersingsnetwerk.
Voorlopige resultaten project brandveiligheid afvalbedrijven
Het LEC Industriële Veiligheid heeft zijn rapportage ‘Verkenning toezicht op de bedrijfsbrandweerorganisatie’ besproken met het kernteam van het netwerk IV. De resultaten van de verkenning laten zien dat er verschillen in aanpak zijn tussen de veiligheidsregio’s en ook dat de regio’s als toezichthouder meer houvast zoeken om het toezicht op aangewezen bedrijven goed uit te voeren.