Van PFAS-houdend blusschuim naar fluorvrij blusschuim
16 juni 2022
Fluorhoudend blusschuim is een zeer effectief middel voor de brandweer en industrie. Maar het heeft ook nadelen. Het is slecht voor het milieu en de gezondheid. Daarom gaan veiligheidsregio’s, brandweer en bedrijfsbrandweer de komende jaren over naar een minder schadelijk, fluorvrij blusschuim. Om hen daarbij te helpen is een handig stappenplan ontwikkeld.
Fluorvrij blusschuim vraagt om een andere werkwijze. Zo zijn mogelijk aanpassingen nodig aan het materieel en kan bijscholing nodig zijn voor de brandweermensen die een schuiminzet moeten uitvoeren. Daarnaast is de keuze voor het juiste blusschuim essentieel om effectief te kunnen blussen of voor het goed afdekken van een giftige plas. Om een veilige transitie te maken naar fluorvrij blusschuim is een handig stappenplan ontwikkeld voor veiligheidsregio’s, brandweer en bedrijfsbrandweer. Dit helpt om bijvoorbeeld wegwijs te worden in verschillende normeringen en schuimkenmerken bij de aanschaf van het juiste blusschuim. Het stappenplan vindt u op www.transitieblusschuim.nl.
Naar verwachting wordt het gebruik van PFAS (Per- en Poly Fluor Alkyl Stoffen) bevattend blusschuim door de brandweer in 2025 verboden. Er wordt door fabrikanten al veel gedaan aan het ontwikkelen van fluorvrij blusschuim. Er is op dit moment al fluorvrij blusschuim op de markt dat voor de toepassingen door de brandweer goed bruikbaar is. Voor de hele grote scenario’s, zoals tankputbranden, wordt nog onderzocht of de fluorvrije blusschuimen ook geschikt zijn. Deze scenario’s zijn van toepassing voor grote bedrijven met brandbare vloeistoffen waarvoor primair de bedrijfsbrandweren verantwoordelijk zijn.
Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen
Het stappenplan is opgesteld door de werkgroep ‘Schuiminzet en alternatieven als bronbestrijding bij brand en IBGS’ die onderdeel is van het landelijk specialisme Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS). In de werkgroep zitten specialisten en vertegenwoordigers van verschillende regio’s en van de grotere bedrijfsbrandweren. Daarnaast is er ook een vertegenwoordiger van het Landelijk Expertisecentrum Industriële Veiligheid aangesloten.
Meer informatie
Kijk voor meer informatie op de website van Brandweer Nederland of neem contact met ons op. Voor vragen over bijscholing kunt u terecht bij Cees van Andel.
Lees ook
Drie documenten die een bijdrage leveren aan de zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen zijn geactualiseerd.
Tijdens hun jaarlijkse oefening werkten het landelijke Specialisme technische hulpverlening (STH) en USAR.NL samen met de lokale brandweer om zes slachtoffers uit een ingestorte portiekflat te bevrijden.
Het NIPV heeft in opdracht van portefeuillehouder ‘Veilige energietransitie’, van het Veiligheidsberaad burgemeester Snijders van Zwolle, een verkennende studie uitgevoerd naar de grootste veiligheidsrisico’s voor de samenleving als gevolg van de energietransitie.
Kennis krijgt pas waarde als deze wordt benut. Uit een evaluatieonderzoek blijkt dat de onderzoeken van het lectoraat Brandweerkunde goed worden beoordeeld. “En, nog mooier, dat de resultaten worden gebruikt in de brandweerpraktijk”, vertelt lector Brandweerkunde Ricardo Weewer.
De eerste leergang in de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas is gestart. In totaal starten er vanuit 10 organisaties 14 klassen met de herziene leergang Instructeur. Deze groep is de eerste lichting die een opleiding volgt in het nieuwe systeem.
“Ik wil heel graag mijn passie voor de brandweer combineren met werken op hbo-niveau. Dat is de belangrijkste reden dat ik ervoor heb gekozen om de 54e voltijdsopleiding Brandweerofficier te doen”, vertelt Gijs de Kever van Veiligheidsregio Zuid-Limburg.
De landelijke voorziening SIS bestaat tien jaar. Op 26 september staan crisisprofessionals stil bij dit jubileum tijdens een evenement waarin ze terugblikken en vooruitkijken.
LET OP: De Operationele omgeving zal op dinsdag 5 november tussen 9.00-10.00 uur niet beschikbaar zijn!
Voor het maken van de vegetatiekaarten wordt gebruik gemaakt van ESA’s satellietbeelden .Ook wordt informatie van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN2) toegevoegd aan de classificaties in de vegetatiekaart.