Landelijke dataset brandkraanlocaties bijgewerkt

1 oktober 2024

De Landelijke dataset Brandkraanlocaties is bijgewerkt per oktober 2024. De data is beschikbaar als WFS en WMS service in DATA4OOV en wordt voor de veiligheidsregio’s ook aangeboden als geopackage (als download van de landelijk set brandkranen).

Brandkranen

Mail naar geodata@nipv.nl voor toegang. De landelijk set is alleen beschikbaar voor Veiligheidsregio’s. Gemeenten kunnen apart een verzoek doen aan geodata@nipv.nl voor een download van hun gebied.

22.000 brandweermensen in het nieuw 

28 oktober 2024

“50.000 polo’s, 34.000 broeken en 68.000 paar sokken. Eind dit jaar hebben we 22.000 brandweermensen in het nieuw gestoken.” Sabrina van Schendel is teamcoördinator kleding in Zoetermeer. Vanaf december 2022 werkte zij met haar team aan het inkopen en uitleveren van de nieuwe brandweerkleding. “We zijn nu nog bezig met de regio Rotterdam en in 2025 zijn er nog een paar regio’s waar we moeten uitleveren, maar een mega-operatie is langzamerhand wel tot een einde gekomen.”   

Nieuwe brandweerkleding

“Er was al een langere tijd een roep om een nieuw uniform. Uiteindelijk heeft de regio Haaglanden een ontwerp laten maken. Daarna is er door de Raad van Commandanten besloten dat de rest van het land datzelfde uniform zou krijgen en dat het NIPV die uitrol ging verzorgen. We hebben nu 33.500 pakketten uitgeleverd. Als je ervan uitgaat dat één orderpicker 30 pakketten per dag klaar kan maken, komt dat neer op 1120 werkdagen.”   

“Er komt natuurlijk een heleboel bij kijken. We hebben te maken met verschillende veiligheidsregio’s en ook met bedrijfsbrandweren. Iedere organisatie heeft eigen wensen over hoe een pakket eruit moet zien en wat ze precies willen hebben. Er was veel overleg nodig, we richtten de webshops in en maakten ons magazijn klaar om dit aan te kunnen. We moesten opschalen van zo’n 200 orders naar zo’n 1000 orders per week.”  

Beheer

“Of ik er trots op ben? Zeker. Ik ben bijzonder trots wat we als team hebben bereikt. Het is leuk om te zien als je brandweermensen op straat tegenkomt en ziet hoe goed ze eruitzien. Daar doen we het voor. Het is ook goed te horen dat er veel enthousiasme is over het nieuwe pak. Voorheen had je onderscheid tussen de officieren en de overige brandweermensen. Dat is nu niet meer zo en ik denk dat dat binnen de brandweer een goed signaal is. Er is eenheid.”   

“Er komt weer een nieuwe aanbesteding aan, maar we komen nu in de beheersfase. Hopelijk doet de brandweer zo’n 20 jaar met dit pak en voor straks zijn wij er voor vervangingsvragen en verzorgen we natuurlijk de kleding voor nieuwe mensen.” 

label Fysiek veilige leefomgeving

Tien veiligheidsregio’s gestart met leergang Instructeur in Canvas

24 oktober 2024

In september zijn tien veiligheidsregio’s van start gegaan met de herziene leergang Instructeur in de nieuwe elektronische leeromgeving (ELO) Canvas. Wat zijn de ervaringen van de docenten en cursisten van Brandweerschool Noord-Holland met het nieuwe systeem?  

Lianne Meijer en Roos Konijn-Kapteijn tijdens de training van de leergang Instructeur in Canvas.
Lianne Meijer (links) en Roos Konijn-Kapteijn (rechts) tijdens de training van de leergang Instructeur in Canvas.

Brandweerschool Noord-Holland is op 25 september gestart met de leergang Instructeur Basis. Tien deelnemers uit drie veiligheidsregio’s in Noord-Holland worden opgeleid tot instructeur. Jip Nauta en Roos Konijn-Kapteijn zijn als docenten van deze leergang erg enthousiast over het gebruik van Canvas in hun cursus.  

Ambassadeurs

Jip Nauta is behalve docent ook implementatiebegeleider van Canvas binnen de veiligheidsregio’s. “We hebben er bewust voor gekozen om te starten met de instructeursopleiding in Canvas. Instructeurs worden opgeleid om brandweermensen te scholen binnen hun veiligheidsregio. Het is dan ook belangrijk dat zij goed met de ELO leren omgaan en als ambassadeurs kunnen optreden. Wij vragen hun ook om begrip te hebben voor eventuele ‘kinderziektes’ en ons te helpen om het systeem verder te verbeteren.” 

Roos Konijn-Kapteijn is naast haar werk als docent ook geestelijk verzorger in opleiding, werkt freelance als docent en is OvD in Noord-Holland Noord. “Mijn eerste ervaringen zijn positief. Canvas is een overzichtelijk systeem dat makkelijk is in het gebruik. Het ziet er mooi uit en je kunt door middel van aankondigingen communiceren naar je cursisten. Ook is het fijn om de voortgang te kunnen volgen van de opdrachten die zij moeten maken. De leerwerkplekbegeleiders zijn gekoppeld aan hun eigen cursist en kunnen de opdrachten van deze cursist eenvoudig beoordelen.” 

Canvas-app

Carla Nijsten, onderwijskundig adviseur bij de Brandweerschool, komt binnen met taart. Ook zij is blij met het nieuwe systeem en laat trots de Canvas-app zien die zij heeft gedownload. “Zo heb je op je smartphone alle informatie van de cursus bij de hand en kun je zelfs e-modules bekijken. Het zou mooi zijn als er ook software wordt toegevoegd die de opdrachten voorleest, zodat ook mensen die moeite hebben met het lezen van de leerstof, deze op een andere manier tot zich kunnen nemen.”

Carla Nijsten (rechts) met de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas via de app.
Carla Nijsten (rechts) met de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas via de app.

Trots

De cursisten hebben allemaal al ingelogd in Canvas en sommigen hebben zelfs de app al gedownload, waaronder Lianne Meijer. Zij is werkzaam bij de afdeling Risicobeheersing in Amsterdam-Amstelland en vrijwilliger in Zaanstreek-Waterland. Ze heeft al diverse leergangen gevolgd, waaronder Manschap, Bevelvoerder en Bediener redvoertuig.  

Lianne Meijer: “Ik wil graag instructeur worden om mijn passie te delen over het brandweervak. Tijdens deze leergang hoop ik handvatten mee te krijgen hoe je de stof kan overbrengen. Ik ga stagelopen bij de opleiding Manschap. Mijn eerste indruk van Canvas is dat het fris en overzichtelijk oogt. De oude ELO is nogal rommelig, want er staat ontzettend veel in. Canvas ziet er gestructureerd uit. Je hoeft minder handelingen uit te voeren om hetzelfde gedaan te krijgen. Ik ben er best trots op dat we de eerste zijn die ermee gaan werken en dat we kunnen meedenken om het systeem verder te ontwikkelen.”  

Planning overige leergangen

Afgelopen jaar hebben de onderwijskundigen van het NIPV samen met het projectteam en ontwikkelaars in de veiligheidsregio’s hard gewerkt aan het inrichten van de leergangen in Canvas. Na de leergang Instructeur worden de overige landelijke leergangen vanaf oktober gedeeld met de regionale opleidingsinstituten en de veiligheidsregio’s. Zij kunnen deze leergangen dan nog naar hun eigen wensen inrichten, zodat de eerste opleidingen vanaf 2025 in Canvas van start kunnen gaan. In de komende maanden vinden trainingsmomenten plaats voor de gebruikers van Canvas. 

Demovideo van de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas.
label Fysiek veilige leefomgeving

Volgende stap in programma Onderwijs Onderweg

21 oktober 2024

Het Programma Onderwijs Onderweg, dat is opgezet om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren, start met de volgende fase. Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben de RCDV en het MT NIPV akkoord gegeven op de vervolgstappen van het programma. Het programma is opgezet in meerdere etappes, waarbij na elke etappe wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Dit zorgt ervoor dat er continu kan worden geleerd en waar nodig kan worden bijgestuurd.

Onderwijs onderweg

Wat heeft het programma in de eerste etappe opgeleverd?

In de eerste etappe, die liep tot 1 oktober 2024, zijn drie belangrijke resultaten bereikt:

  1. Een beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel en de rollen.
  2. Er is een verkenning naar Manschap uitgevoerd en de eerste conceptdocumenten zijn gemaakt om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
  3. Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel en de manier waarop deze worden aangestuurd.

Deze doelen zijn gerealiseerd in samenwerking met verschillende spelers, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Tweede etappe: praktijkgericht werken

De tweede etappe van het programma, die loopt van 18 oktober tot eind januari, richt zich onder andere op het toepassen van het vernieuwde onderwijsstelsel in de praktijk. Dit gebeurt aan de hand van drie concrete casussen:

  1. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de functie Manschap. Dit is nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en daarna het aanpassen van de opleiding Manschap.
  2. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de operationeel leider. Deze is ook nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en het aanpassen van de opleiding.
  3. Het verkennen van de wijze waarop het duikonderwijs landelijk/ interregionaal georganiseerd kan worden, zoals het opzetten van interregionale faciliteiten voor de opleiding tot brandweerduiker.

In deze drie casussen wordt een ‘rondje stelsel’ gemaakt om in de praktijk te ontdekken wat nodig is om het onderwijsstelsel optimaal te laten functioneren en welke spelregels daarbij belangrijk zijn. Deze praktijkervaringen geven het programma inzicht in wat werkt, waar nog aanpassingen nodig zijn en hoe het stelsel verder verbeterd kan worden. Zo wordt het stelsel stap voor stap sterker, gebaseerd op de ervaringen van alle betrokken partijen.

Naast deze drie praktijkcases werkt het programma ook aan het ontwikkelen van een gezamenlijke onderwijsvisie en aan bedrijfsvoeringsaspecten, zoals meer inzicht in de financiën. Ook werkt het programma aan het verbeteren van de samenwerking tussen de opleidingsinstituten, veiligheidsregio’s en het NIPV.

Bijdragen? Meld u nu aan!

Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg, kijkt uit naar de tweede etappe: “Ik ben trots op de stappen die het kernteam al heeft gezet, maar er ligt nog veel werk voor ons. Interactie wordt steeds belangrijker in de tweede etappe en dat wil ik graag samen met iedereen vormgeven. We kunnen dit alleen succesvol doen met de hulp van iedereen. Dus wil je een bijdrage leveren aan de tweede etappe, meld je dan aan door te mailen naar onderwijsonderweg@nipv.nl.”

Volgende stap in programma Onderwijs Onderweg

21 oktober 2024

Het Programma Onderwijs Onderweg, dat is opgezet om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s te verbeteren, start met de volgende fase. Op vrijdag 18 oktober 2024 hebben de RCDV en het MT NIPV akkoord gegeven op de vervolgstappen van het programma. Het programma is opgezet in meerdere etappes, waarbij na elke etappe wordt teruggeblikt en vooruitgekeken. Dit zorgt ervoor dat er continu kan worden geleerd en waar nodig kan worden bijgestuurd.

Onderwijs onderweg

Wat heeft het programma in de eerste etappe opgeleverd?

In de eerste etappe, die liep tot 1 oktober 2024, zijn drie belangrijke resultaten bereikt:

  1. Een beschrijving van het vernieuwde onderwijsstelsel en de rollen.
  2. Er is een verkenning naar Manschap uitgevoerd en de eerste conceptdocumenten zijn gemaakt om het proces van kwalificatiedossiers te verbeteren en te versnellen.
  3. Er is een eerste inzicht in de financiële stromen binnen het huidige stelsel en de manier waarop deze worden aangestuurd.

Deze doelen zijn gerealiseerd in samenwerking met verschillende spelers, zoals de Vakraad Leren en Ontwikkelen van Brandweer Nederland, vakbonden, opleidingsinstituten (zowel regionaal, interregionaal als het NIPV) en het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Tweede etappe: praktijkgericht werken

De tweede etappe van het programma, die loopt van 18 oktober tot eind januari, richt zich onder andere op het toepassen van het vernieuwde onderwijsstelsel in de praktijk. Dit gebeurt aan de hand van drie concrete casussen:

  1. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de functie Manschap. Dit is nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en daarna het aanpassen van de opleiding Manschap.
  2. Het bepalen van de vraag uit de beroepspraktijk voor de operationeel leider. Deze is ook nodig voor het herzien van het kwalificatiedossier en het aanpassen van de opleiding.
  3. Het verkennen van de wijze waarop het duikonderwijs landelijk/ interregionaal georganiseerd kan worden, zoals het opzetten van interregionale faciliteiten voor de opleiding tot brandweerduiker.

In deze drie casussen wordt een ‘rondje stelsel’ gemaakt om in de praktijk te ontdekken wat nodig is om het onderwijsstelsel optimaal te laten functioneren en welke spelregels daarbij belangrijk zijn. Deze praktijkervaringen geven het programma inzicht in wat werkt, waar nog aanpassingen nodig zijn en hoe het stelsel verder verbeterd kan worden. Zo wordt het stelsel stap voor stap sterker, gebaseerd op de ervaringen van alle betrokken partijen.

Naast deze drie praktijkcases werkt het programma ook aan het ontwikkelen van een gezamenlijke onderwijsvisie en aan bedrijfsvoeringsaspecten, zoals meer inzicht in de financiën. Ook werkt het programma aan het verbeteren van de samenwerking tussen de opleidingsinstituten, veiligheidsregio’s en het NIPV.

Bijdragen? Meld u nu aan!

Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg, kijkt uit naar de tweede etappe: “Ik ben trots op de stappen die het kernteam al heeft gezet, maar er ligt nog veel werk voor ons. Interactie wordt steeds belangrijker in de tweede etappe en dat wil ik graag samen met iedereen vormgeven. We kunnen dit alleen succesvol doen met de hulp van iedereen. Dus wil je een bijdrage leveren aan de tweede etappe, meld je dan aan door te mailen naar onderwijsonderweg@nipv.nl.”

“Ik ben echt donkerrood, maar er is gewoon veel meer”

18 oktober 2024

Wilfred van Randwijk is sectormanager brandweerzorg bij Brandweer Amsterdam-Amstelland. Daar is hij verantwoordelijk voor een aantal brandweerkazernes en ondersteunende afdelingen waaronder de afdeling risicobeheersing en operationele voorbereiding. Daarnaast zit hij in het MT van de veiligheidsregio en is hij operationeel gezien hoofdofficier van dienst, leider CoPi en commandant van dienst. Onlangs heeft hij de opleiding Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) afgerond. Hij vertelt graag over zijn ervaringen.

Wilfred MCPM opleiding
Wilfred van Randwijk.

“Ik zag die opleiding en het leek mij heel leuk om eens in de keuken van anderen te kunnen kijken. Verder is er ook echt wetenschappelijke onderbouwing over manieren van samenwerking, crisisbeheersing, veiligheidsaspecten en bijvoorbeeld ook ethiek. Een heel breed palet dat je nodig hebt om als kolom brandweer goed te kunnen samenwerken. Even weg uit het rode, wel die kennis natuurlijk meenemen, maar vooral kijken hoe je samen crises kunt beheersen.”

Meestal zitten er bij een opleiding alleen brandweermensen in de zaal

“Maar nu waren er maar twee of drie collega’s en de rest was politie, geneeskunde of energie. Bij de eerste opdracht mocht ik met niemand van de brandweer in een groep en zo leer je elkaar direct kennen. Iedere organisatie is anders en heeft zijn eigen specifieke belangen en kenmerken. En daar leer je van. Ik ben echt donkerrood, maar er is gewoon veel meer. We leveren allemaal een aandeel en iedereen is even belangrijk. Maar binnen iedere kolom zitten ook rode lijnen en kun je van elkaar leren.”

De noodzaak tot samenwerking is groter geworden

Ik merk dat vooral bij de preparatie en aan de staart van het incident; de nazorg. Als we bijvoorbeeld betrokken raken bij een incident waarbij de continuïteit van de energielevering in het geding is, heeft dat een enorme impact op de samenleving. Hoe keer je na het incident terug in het normale? Daar heb je elkaar gewoon voor nodig. Je moet op de juiste momenten de juiste mensen goed in positie zetten. Communicatie wordt ook steeds belangrijker. Met de bevolking, maar ook naar elkaar. Hoe communiceren we bijvoorbeeld richting de gemeente? Wat speelt er nou bij een burgemeester? Waar zitten zijn of haar belangen bij het incident of de crisisbeheersing? Daar heb ik echt meer inzicht in gekregen.”

“Op een gegeven moment zie je dat de wereld in beweging is. En dat de brandweer en de veiligheidsregio in beweging zijn. En je beseft dat je het als brandweer alleen niet redt. Wij worden vaak als ‘de gereedschapskist’ gezien. Mensen weten het niet en bellen dan maar de brandweer. Maar als er echt iets aan de hand is, wordt dit alleen maar opgelost door de multidisciplinaire samenwerking tussen politie, GHOR, gemeenten en tegenwoordig bijvoorbeeld ook de energiebedrijven.”

Wat is er nou echt aan de hand?

“Tegenwoordig schrijf ik als een casus of vraagstuk zich aandient even op wat er nou echt aan de hand is. Wat moeten we hier beantwoord krijgen? En wat zijn onderliggende vragen die uiteindelijk bijdragen tot het antwoord op die vraag? Dat stuk onderzoek heb ik wel geleerd bij MCPM. Daarnaast heb ik veel meer begrip voor de verschillende belangen die spelen. En ook ben ik nog meer bewust geworden dat wij van de brandweer niet overal van zijn. Het besef dat je niet zomaar overal moet instappen en dat je niet altijd het wiel hoeft uit te vinden. Zo ben ik voor mijn thesis naar Duitsland, België en Frankrijk geweest. Je leert om je heen kijken in de wereld. Want er is al heel veel.”

“De samenleving verandert zo snel qua technologie, maar ook qua populatie en toch ook in de houding en gedrag van mensen. En dat speelt allemaal een rol, waardoor het heel belangrijk is dat je er niet door verrast gaat worden. Dat betekent meer goed aan de voorkant nadenken met elkaar. Als er een incident is, samen echt goed doorgronden wat er aan de hand is. En wat de effecten van besluiten zijn die we eventueel met elkaar gaan nemen.”

Meer informatie over de MCPM

Meer weten over de opleiding die op 10 januari 2025 weer van start gaat? Kijk op de opleidingspagina van de Master of Crisis and Public Order Management.

label Fysiek veilige leefomgeving

Hoogste brandweeronderscheiding voor lector Ricardo Weewer

17 oktober 2024

Donderdag 17 oktober 2024 ontving lector Brandweerkunde Ricardo Weewer tijdens het Brandweerevent in Nijkerk het Gouden Kruis van Verdienste Brandweer. Tijs van Lieshout, voorzitter van Brandweer Nederland, reikte Weewer de hoogste brandweeronderscheiding uit als waardering voor zijn jarenlange, bijzondere inzet voor de brandweer.

Na diverse functies bij Brandweer Amsterdam vervuld te hebben, waaronder die van plaatsvervangend commandant, startte Weewer in 2011 als lector Brandweerkunde bij het NIFV, voorloper van het NIPV. Eerst in deeltijd en vanaf 2015 fulltime als lector. In de afgelopen tien jaar heeft het lectoraat Brandweerkunde onder de bezielende leiding van Weewer een grote ontwikkeling doorgemaakt en heeft het onderzoek een grote vlucht genomen. Met kennisontwikkeling en innovatie zet Weewer zich in voor veilig en adequaat brandweeroptreden. Dit betreft niet alleen de incidentbestrijding, maar ook de (vakbekwaamheids)organisatie van de brandweer, inclusief cultuur en leiderschap.

Brandweermensen betrekken bij onderzoek

Bij het doen van onderzoek vindt Weewer het heel belangrijk om brandweermensen uit de praktijk te betrekken. Dat begon bij de brandproeven in sloopwoningen in Zutphen in 2014. De experimenten, uitgevoerd samen met het lectoraat Brandpreventie, waren uniek voor binnen- en buitenland en kregen veel waardering. Andere belangrijke onderzoeken met deelname vanuit de praktijk waren het meerjarige onderzoek naar commandovoering, de experimenten rookgaskoeling en het grote praktijkonderzoek naar rookverspreiding in Oudewater. De resultaten droegen bij aan wat later is gaan heten de Basisprincipes van brandbestrijding. Daarnaast heeft het recentere onderzoek naar de brandweermens en de brandweerorganisatie, zoals vrijwilligheid en leiderschap, veel nieuwe inzichten opgeleverd. Met alle onderzoeken zijn puzzelstukjes geleverd voor het werken aan een toekomstbestendige brandweer.

Verbinder van praktijk en wetenschap

Er waren mooie woorden voor Weewer bij de uitreiking. De lector kan als geen ander de verbinding maken tussen twee werelden: die van de wetenschap en de praktijk. Weewer is zichtbaar en verbonden met de doelgroepen van de werkvloer, vakraden, netwerken, vakgroepen en Communities of Practice. Hij is in staat om zaken zo duidelijk en met zo veel enthousiasme te verwoorden dat dit aansluit op de beleving van álle brandweermensen. Weewer heeft de afgelopen jaren een grote bijdrage geleverd aan belangrijke veranderingen binnen de Nederlandse brandweer. Zoals de Brandweer over morgen, Rembrand, de doctrine Brandbestrijding en de Basisprincipes van brandbestrijding.

Internationaal van grote betekenis

Ook voor het internationale netwerk is Weewer van grote betekenis. Dankzij zijn uitstekende kennis en onderzoeken op het gebied van brandweerkunde wordt hij internationaal gezien als een gerenommeerd onderzoeker en spreker. Samen met het Amerikaanse Underwriters Laboratories heeft hij gewerkt aan wereldwijde standaarden voor de brandweer. Weewer is één van de initiatiefnemers van het Internationaal Congres Fire Safety & Science dat het NIPV ieder jaar organiseert. En veel onderzoeken van het lectoraat worden in het buitenland bestudeerd, overgenomen of geïmplementeerd.

Prachtige blijk van waardering

Coby Flier, directeur Onderwijs en Onderzoek, is trots op Weewer: “Deze onderscheiding is een prachtige en terechte blijk van waardering voor al het belangrijke werk dat Ricardo Weewer de afgelopen jaren voor de brandweer heeft gedaan. Zijn primaire drive als lector was én is om met kennisontwikkeling en kennisdeling eraan bij te dragen dat brandweermensen veilig hun werk kunnen doen. Waarbij het zijn doel is om de brandweer kennis te leveren die gebaseerd is op feiten in plaats van op alleen ervaringen en opvattingen. Daarin is hij ruimschoots geslaagd.”

label Veilige energietransitie

Twaalf nieuwe scenario’s energietransitie beschikbaar

10 oktober 2024

Het Scenarioboek Energietransitie bevat 12 nieuwe scenario’s over onder andere ammoniak, geothermie en dimethyl ether. Met de scenario’s kunnen veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gebiedsbeheerders efficiënt en uniform adviseren over de omgevingsveiligheidsaspecten van energietransitieprojecten. Met de toevoeging van de 12 nieuwe scenario’s zijn er nu 36 scenario’s beschikbaar.

Windmolens aan de Nederlandse kust
Foto: Shutterstock.

Veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en gebiedsbeheerders hebben voor de uitvoering van hun taken inzicht nodig in de incidentscenario’s die van belang zijn voor de omgevingsveiligheid. De beschikbare scenario’s bieden een goed toegankelijke kennisbasis voor het adviseren over projectaanvragen rondom de energietransitie.

Basis voor scenario’s: energietransitieprojecten uit de praktijk

Het NIPV heeft de12 scenario’s samen met vijf veiligheidsregio’s en een omgevingsdienst opgesteld. De scenario’s zijn ontleend aan (infrastructurele) energietransitieprojecten waarmee zij te maken hebben (gehad) en waarover zij adviseren. Het Scenarioboek Energietransitie is ontwikkeld met een bijdrage uit het ‘Ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid’ van Omgevingsdienst NL.

Scenario’s bekijken?

Ga naar de website Scenarioboek Energietransitie.

label Fysiek veilige leefomgeving

Optimalisatie van zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen: publicaties geactualiseerd 

9 oktober 2024

Bij een incident met een gevaarlijke stof (IGS) bestaat de mogelijkheid dat slachtoffers gecontamineerd raken met deze stof. Dit brengt specifieke aandachtspunten met zich mee voor de hulpverleners. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de risico’s, maar ook beseffen dat deze beperkt zijn. Levensreddende zorg kan, zelfs met beperkte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), altijd doorgaan.

Samenwerking slachtofferzorg GS

Geactualiseerde leidraden voor hulpverleners 

Het is essentieel dat de hulpverlening aan de slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief, proportioneel en goed op elkaar afgestemd zijn. Er zijn drie documenten die een bijdrage leveren aan de zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen, en die nauw aan elkaar gerelateerd zijn. Om deze up-to-date te houden en goed op elkaar af te stemmen, zijn deze documenten onlangs geactualiseerd.

Nieuwe Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Het NIPV heeft de ‘Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen‘ opgesteld met een werkgroep van betrokken partijen. Deze nieuwe handreiking vervangt de ‘Handreiking Decontaminatie’ (werkversie 1.1, 2019). In deze handreiking wordt de multidisciplinaire samenwerking in het veld bij hulpverlening aan slachtoffers bij een incident met gevaarlijke stoffen beschreven.

Het document is bestemd voor medewerkers van de brandweer, politie, ambulancezorg, GGD/GHOR, gemeente/bevolkingszorg en meldkamer. Het perspectief van de nieuwe handreiking is wezenlijk anders dan van de oude Handreiking Decontaminatie: van decontaminatie naar optimale zorg voor het slachtoffer (waar decontaminatie onderdeel van kan zijn). Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de deskundigen van de hulpdiensten, te weten de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS), de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) en de Teamleider CBRN-Explosieven Veiligheid (TEV), en hun officieren van dienst.

Rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd 

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht heeft het rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd. In de afgelopen jaren is onder medische hulpverleners de bezorgdheid over hun eigen veiligheid tijdens decontaminatie of behandeling van chemisch gecontamineerde patiënten toegenomen. Deze angst kan leiden tot het uitstellen van levensreddende zorg of tot grootschalige evacuatie en tijdelijke sluiting van een spoedeisende hulp. Dit rapport legt uit dat gecontamineerde patiënten voor hulpverleners een zeer beperkt risico vormen en bespreekt het proportioneel gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het rapport is een verdere uitwerking van een eerder door het NVIC gepubliceerd internationaal artikel over dit onderwerp en richt zich naast ziekenhuispersoneel ook op ambulancezorgprofessionals. Een samenvatting van het rapport is ook beschikbaar in een videopresentatie.

Bekijk het rapport op de website van het UMC

Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen

In 2022 publiceerde het NVIC nieuwe inzichten in de risico’s voor hulpverleners rondom gecontamineerde patiënten. Dit vormde voor het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de aanleiding voor het opstellen van de Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen. De leidraad beschrijft onder andere een uniforme, proportionele en haalbare werkwijze voor alle medewerkers die betrokken (kunnen) zijn bij de ziekenhuisopvang van slachtoffers van incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS). Daarnaast bevat de leidraad de benodigde faciliteiten, materialen en middelen, de rollen en taken van hulpverleners in het decontaminatieproces en de aanbevolen opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten (OTO). Ten slotte beveelt de leidraad een praktische PBM-set aan die voldoende bescherming biedt, snel kan worden aangetrokken en hulpverleners niet hindert bij het uitvoeren van medische handelingen. De leidraad is tot stand gekomen na consultatie van medewerkers in ziekenhuizen en verschillende relevante externe partijen (zoals toxicologen, GAGS en het NVIC) en is afgestemd met betrokken partijen.

Bekijk de leidraad, deel A en B, van het LNAZ

Bekijk ook

label Fysiek veilige leefomgeving

Oefening STH en USAR.NL met explosie portiekflat

8 oktober 2024

Tijdens hun jaarlijkse oefening werkten het landelijke Specialisme technische hulpverlening (STH) en USAR.NL samen met de lokale brandweer om zes slachtoffers uit een ingestorte portiekflat te bevrijden. Door te oefenen, verbeteren de specialistische teams hun kennis en gaat samenwerken tijdens een daadwerkelijk incident gemakkelijker. Veiligheidsregio’s kunnen een beroep doen op de teams bij incidenten waarbij instortingsgevaar dreigt of wanneer slachtoffers met een standaardinzet niet te bereiken zijn. 

STH en USAR.NL oefenen met explosie portiekflat
Foto: Megin Zondervan.

‘Explosie’ in portiekflat in Leeuwarden

De jaarlijkse oefening was vorige week en duurde vijf dagen. Theo Uffink, adviseur en trainer bij het NIPV, was medeorganisator van de oefening. “Elk van de vijf STH-teams kwam een dag naar Leeuwarden toe om het scenario door te lopen samen met een USAR.NL-team. Van tevoren wisten zij het precieze scenario niet, zodat de oefening zo echt mogelijk was.”

Eenmaal ter plaatse krijgen de teams te horen dat er in een portiekflat op 3 hoog een explosie was. Zes woningen zijn zwaar beschadigd of helemaal weg. De lokale brandweer verricht metingen omdat er ook nog eens een gaslucht geroken is. Het is aan het STH-team en het USAR.NL-team om het lokale gezag te adviseren en goed samen te werken tijdens het zoeken en bevrijden van slachtoffers.

Oefenlocatie vinden is niet gemakkelijk

Uffink vertelt dat het jaarlijks vinden van een locatie een hele klus is. “Aan de oefening doen vijf dagen lang elke dag andere teams mee die uit het hele land komen. We plannen de oefening al ver van tevoren in, zodat iedereen erbij kan zijn. Je moet dan wel een locatie vinden die gepland staat voor sloop precies op het moment dat onze jaarlijkse oefening gepland staat.” Is er een locatie op het oog, dan heeft de organisatie contact met de eigenaar, met de sloper en soms ook met de gemeente voor verkeersmaatregelen.. “Vorig jaar hadden we pas twee weken van tevoren een geschikte plek. Daarom ben ik heel blij met STH Noord, want zij hebben dit jaar de locatie aangedragen en heel veel regelwerk gedaan. Daarom hebben we nu zo’n goede locatie voor de oefening.”

Specialistische technische kennis bij grote of complexe incidenten

Wally Paridaans, landelijk coördinator STH, vertelt wanneer STH en USAR.NL ingezet worden: “Iedere veiligheidsregio levert technische hulpverlening, bijvoorbeeld als een slachtoffer bekneld zit. Bij complexe of grote incidenten kan het lokale gezag STH vragen om extra specialistische bijstand. USAR.NL helpt zo nodig ook met het zoeken en redden van bedolven slachtoffers. Zij vullen STH dan weer aan met onder meer zoekhonden en specialistische verpleegkundigen.”

Naadloze samenwerking tijdens een incident

Tijdens een echt incident kunnen STH en USAR.NL de lokale brandweer ondersteunen met specialistische kennis. Uffink: “Naadloze samenwerking is belangrijk om slachtoffers veilig en snel te bevrijden. De teams zetten hier dan ook op in tijdens de oefening. Elkaars expertise gebruiken ze bijvoorbeeld bij het stabiliseren van een pand en het zoeken naar slachtoffers met zoekhonden.”

Specialisme technische hulpverlening doorontwikkelen

Waar Uffink tijdens de oefendagen de rol van oefenleider had, was Paridaans eerder toeschouwer. “Ik ben meer degene die de STH-teams up-to-date houdt. Ik stimuleer samenwerking en het delen van expertise, faciliteer en ontwikkel het specialistische materieel en onderhoud de contacten met de portefeuillehouder in de Vakraad Incidentbestrijding van Brandweer Nederland. Tijdens de oefendagen heb ik goed werk gezien van STH-specialisten en ook een fijne samenwerking met de USAR.NL-teams en de lokale brandweer.”

“De STH-teams hebben zich sinds 2016 ontwikkeld tot een stabiele eenheid waarop de regio’s een beroep kunnen doen in de vorm van een advies en reddingen. Maar de wereld verandert en we bereiden ons ook voor op toekomstige risico’s. Denk aan een complexe instorting tijdens een hevige storm. Of meer hoogbouw waarbij je op grote hoogte mensen redt. We zien voldoende draagvlak en uitdaging om onszelf hierop voor te bereiden”, sluit Paridaans af.