Brandonderzoek: een leerzame praktijkweek
9 augustus 2024
Deelnemers van de leergang Brandonderzoeker konden tijdens de praktijkweek in mei hun kennis en vaardigheden toepassen op de Twente Safety Campus. Sanne Wijnman, onderwijskundige bij het NIPV, liep een dag mee met de deelnemers en vertelt over haar ervaringen.

“Brandonderzoek is voor de brandweer een essentiële manier om te leren van branden en op basis daarvan te verbeteren. Onderzoek levert waardevolle informatie op over de oorzaken van branden, het brandverloop, de effectiviteit van preventieve maatregelen en de efficiëntie van de brandweerinzet. De uitkomsten zijn cruciaal voor het geven van goede voorlichting en verkrijgen van beter zicht op het brandweeroptreden.”
Krachten gebundeld
Het NIPV biedt al jarenlang de leergang Brandonderzoeker aan om nieuwe brandonderzoekers op te leiden. De praktijkweek is hier een belangrijk onderdeel van. Wijnman legt uit: “Gedurende deze intensieve week gebruiken de deelnemers de kennis en vaardigheden die ze tijdens de leergang hebben opgedaan in een realistische praktijksituatie. Hier gaat heel wat voorbereiding aan vooraf: verschillende scenario’s worden geschreven, benodigdheden verzameld en een ingerichte ruimte wordt klaargemaakt om de scenario’s daadwerkelijk te gaan stoken. Dit jaar waren er vier verschillende scenario’s waarin vier verschillende syndicaten hun onderzoek konden uitvoeren. In zo’n syndicaat worden de krachten van brandweer, politie en verzekeraar gebundeld.”

De leergang Brandonderzoeker staat bekend om zijn interessante en inspirerende inhoud. Ook dit jaar was het succes van de leergang zichtbaar in de afsluitende praktijkweek. Wijnman: “Deelnemers konden toepassen wat ze geleerd hebben en werkten nauw samen om tot waardevolle conclusies te komen. Mooi om te zien hoe er in deze week van elkaar wordt geleerd!”
Flexibel leren
De leergang Brandonderzoeker wordt volop doorontwikkeld. “Achter de schermen wordt dit jaar hard gewerkt om de leergang toe te voegen aan ons flexibel leerlandschap, wat de leerervaring nog dynamischer en toegankelijker moet maken voor zowel de startende als de ervaren brandonderzoeker”, aldus Wijnman.
Bekijk ook
“Spontane hulp is zo slecht nog niet. Sterker nog, misschien kunnen we het wel niet zonder de hulp van burgers”
6 augustus 2024
Albert-Jan van Maren en Michiel Verlinden hebben allebei een brandweerachtergrond en kwamen elkaar in het verleden al vaak tegen. Verlinden stapte over naar Defensie en is inmiddels Commandant Territoriaal Operatiecentrum Koninklijke Landmacht. Van Maren is sinds 2022 manager Centrum Ondersteuning Landelijke Slagkracht (COLS) bij het NIPV. Samen vertellen ze over de crisisbeheersing van nu en de toekomst in het nieuwste verhaal van De veerkracht van Nederland.

De veerkracht van Nederland
Het verhaal van Albert-Jan van Maren en Michiel Verlinden is een van de verhalen uit het boek De veerkracht van Nederland. Veerkracht gaat over verbinden, versterken, over vallen en weer opstaan en leren van elkaar. Dit jaar vertelt het NIPV het verhaal van de veerkracht van Nederland. Dat doen we aan de hand van de verhalen van 55 mensen die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld in crisisbeheersing en brandweerzorg.
‘Horen, zien en voelen’ tijdens vijfdaagse bijscholing Basisprincipes van brandbestrijding voor de OvD
2 augustus 2024
Het is dinsdag 11 juni 2024 klokslag 7.30 uur als we het oefenterrein in Weeze oprijden om de tweede lesdag bij te wonen van de vijfdaagse bijscholing Basisprincipes van brandbestrijding voor de officier van dienst (OvD). Een groep van 9 OvD’s uit de veiligheidsregio’s Zuid-Limburg en Midden- en West-Brabant is deze week bijeengekomen om met en van elkaar te leren. En vooral om te ervaren.

Sabine Kok, projectcoördinator bijscholing bij het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV, vertelt enthousiast over de trainingsweek. “De vijfdaagse in Weeze is inmiddels een begrip onder brandweerofficieren en draait nu voor het derde jaar. De training is ontwikkeld door Edward Huizer en Frank Vinken als vervolg op de bijscholing Situationele commandovoering. Recente ontwikkelingen uit circa 12 jaar onderzoek, o.a. van lector Ricardo Weewer, zijn in de bijscholing verwerkt met als doel om de Basisprincipes van brandbestrijding die in de opleidingen zijn opgenomen, ook bij te brengen aan de zittende OvD’s.”
Cirkel van vakmanschap
De eerste dag begint met de theorie over de Basisprincipes van brandbestrijding en de cirkel van vakmanschap. Deze dag brengen alle deelnemers hun eigen leerdoelen in en reflecteren op wat zij uit de bijscholing willen halen. Voor de een is dat de human factor, voor de ander situationele commandovoering. Kok: “Voorafgaand aan de training vinden de meeste deelnemers 5 dagen best lang, maar uiteindelijk vindt iedereen het erg waardevol. Juist door de eigen leerdoelen te koppelen aan de theorie én meteen toe te passen in de praktijk.”
Docent Eric Didderen trapt de tweede dag af. Op het ochtendprogramma staat: ervaren van brandverloop en rookverspreiding. Om 8.15 uur rijden de deelnemers naar het oefenterrein om zich om te kleden, waarna docent Edward Huizer de briefing geeft en men zich kan voorbereiden op de oefening. De TS wordt aangesloten en het vuur wordt opgestookt in twee containers. In de eerste container wordt geoefend met een transitional en massive attack, en in de tweede container ervaren de deelnemers het dynamisch brandverloop en de rookontwikkeling.
Handelen onder spanning
Terwijl de mannen aan het oefenen zijn, vertelt Huizer over de opzet van de training. “Het doel van deze vijfdaagse is de OvD’s op scherp te stellen. OvD’s weten wel hoe ze moeten handelen, maar wat gebeurt er met je in een stresssituatie? Waardoor ontstaat deze stress? Ben je je bewust van je valkuilen? Welke handelingsperspectieven heb je dan tot je beschikking? We bouwen de druk langzaam op, waardoor de OvD onder spanning besluiten moet nemen. Alle modellen uit de theorie komen voorbij: vakmanschap brand (Basisprincipes), het kwadrantenmodel, de human factor, FABCM en de CAN-methode. Na de oefening bespreken we met elkaar na: Is het goed gegaan of heb je het goed gedaan?”

Huizer vervolgt: “Aanleiding voor deze bijscholing waren de onderzoeken naar diverse inzettactieken, in relatie tot het kwadrantenmodel. Dit leidde tot de Basisprincipes van brandbestrijding. De RCDV (Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio) heeft deze basisprincipes vastgesteld waardoor ze in de opleidingen voor vakbekwaam worden werden opgenomen. Wij hebben dit toen vertaald naar een bijscholing voor vakbekwaam blijven, zodat ook zittende OvD’s in de ontwikkelingen worden meegenomen. Groot voordeel van deze bijscholing is dat OvD’s uit verschillende regio’s met elkaar kennis uitwisselen. Uiteraard moet de leeromgeving veilig zijn, zodat de deelnemers kunnen oefenen en experimenteren met nieuwe gereedschappen en inzichten. Je wordt daarom ook niet beoordeeld op het resultaat, maar op de leerhouding. Het gaat er namelijk om wat jou verder helpt als OvD!”
Filter instellen
Na een uur oefenen in beide containers hebben de deelnemers even pauze, en kunnen we ze vragen naar hun ervaringen. Een deelnemer die in de CFBT-container heeft geoefend, komt verhit naar buiten. “Het was waar ik zat misschien wel 150 graden binnen. Heel interessant om te ervaren wat er met de rookontwikkeling gebeurt als de container wordt afgesloten.” Wat opvalt, is dat meerdere deelnemers de combinatie van theorie en praktijk als sterke punt van de bijscholing benoemen. “Goed om wat we gisteren hebben geleerd in de theorie vandaag in de praktijk te brengen. Het belangrijkste is dat je filter goed is ingesteld, zodat je een goed inzetplan kunt maken.”
Een deelnemer die heeft geoefend met de transitional en massive attack blikt ook tevreden terug. “Ik ben me veel bewuster geworden van het effect van mijn gedrag op het resultaat. Ik was altijd geneigd om te kijken en te doen, maar nu kan ik beter de analyse maken: van kijken, naar denken, naar doen.” Een andere deelnemer vult aan: “Het oefenen met gelijkgestemden is echt een meerwaarde: je ziet het, je hoort het en je voelt het. De kennis heb je wel, maar de terminologie wordt hier verrijkt met de technologie en met elkaars inbreng.”
Om 12.30 uur zijn de oefeningen klaar, en rijden we terug naar het hoofdgebouw voor een frisse douche en een lekkere lunch. ’s Middags presenteren de deelnemers hun eigen casuïstiek. Een deelnemer vertelt over zijn inzet bij een grote bedrijfsbrand met zonnepanelen. Hij laat zien dat hij op basis van de theorie in een eerdere training een model heeft ontwikkeld, dat hem heeft geholpen deze grote brand te managen. Dit model wordt nu op de kazerne gebruikt om collega’s bij te scholen.

Nieuwe technieken
De volgende drie dagen staan in het teken van oefenen. Huizer: “We werken met waargebeurde scenario’s, waarin de situatie kritisch is. De spanning en complexiteit van de scenario’s worden steeds verder opgevoerd. We maken daarbij gebruik van animaties, zodat alle zintuigen worden geprikkeld. Je wordt als het ware in de film gezogen.” Didderen vult aan: “We willen onze bijscholingen nog verder doorontwikkelen door ook gebruik te gaan maken van nieuwe technieken. Zo zijn we aan het experimenteren met Augmented Reality, waarbij je door middel van een AR-bril nog realistischer een incident kunt nabootsen. Ook onderzoeken we hoe we nieuwe technieken kunnen inzetten in de bijscholingen die we willen gaan ontwikkelen, zoals drones en robots.”
De bijscholing Basisprincipes van brandbestrijding zit voor dit jaar vol. De bijscholing wordt in 2025 ook aangeboden en hiervoor zijn nog plekken beschikbaar. Kijk voor meer informatie en aanmelding op Bijscholing Basisprincipes van brandbestrijding voor de OvD.
Bekijk ook
“Onze taak als WVA is de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs te borgen”
31 juli 2024
Dennis van Zanten zit 25 jaar in het vak en is sinds 11 jaar brandweercommandant bij Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Vanaf eind 2023 heeft hij de portefeuille Leren en ontwikkelen overgenomen in de RCDV. In deze rol is hij ook voorzitter van de Werkveldadviescommissie (WVA). Hoe vult hij zijn rol in en hoe kijkt hij terug op het afgelopen halfjaar?

Hoe ben je betrokken geraakt bij de WVA?
“In het najaar van 2023 kwam de taak van voorzitter WVA vacant door het vertrek van Edith van der Reijden bij Veiligheidsregio Zeeland. Ik heb veel affiniteit met het onderwijs: ik heb altijd veel lesgegeven, bijvoorbeeld in de officiersopleiding. Dus het was het voor mij een logische stap om deze portefeuille over te nemen.”
Wat is de kerntaak van de WVA en hoe verhoudt de WVA zich tot de RCDV en de vakraden?
“De WVA bestaat onder andere uit vertegenwoordigers van de vijf vakraden van de RCDV (Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio). Wij nemen besluiten over de kwalificatiedossiers van alle functies die vallen onder het Besluit personeel veiligheidsregio’s. Hieronder vallen de functies binnen de brandweer en de crisisbeheersing. De WVA werkt in opdracht van de branche de standaard uit voor startbekwaamheid en vakbekwaamheid, voor onderwijs en examineren. Hiervoor werken we samen met de werkgroepen kwalificatiedossiers, die bestaan uit experts uit het werkveld. De WVA adviseert de RCDV en het Veiligheidsberaad voor vaststelling van de kwalificatiedossiers.” Dit werkproces is beschreven in het document ‘Aanpassen van het onderwijs in 5 fases’.
Hoe vul je de rol van voorzitter in?
“Als voorzitter van de WVA ben ik tevens vakregisseur van de vakraad Leren en ontwikkelen. Ik haal signalen op uit het veld en zorg voor verbinding met de RCDV. Ik bereid de agenda voor en coach de voorzitters van de vakraden in het proces van besluitvorming. Het is een complexe organisatie. Als voorzitter zie ik het als mijn taak om de energie erop te houden en ervoor te zorgen dat het rad blijft draaien. Zonder te verzanden in die complexiteit. Daarnaast blijf ik monitoren op een goede balans tussen flexibiliteit en meer maatwerk enerzijds en borging van (werk)veiligheid en kwaliteit anderzijds.”
Hoe kijk je terug op de afgelopen periode?
“Ik zie dat er ongelooflijk veel kennis en kunde is. We maken in Nederland ook goed gebruik van nieuwe inzichten uit onderzoek en maken de vertaalslag naar het onderwijs. Als WVA zien we erop toe dat er een goede balans is tussen vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven, dus dat nieuwe ontwikkelingen ook bij het zittende personeel terechtkomen. Natuurlijk volgen we de ontwikkelingen met betrekking tot de herziening van het stelsel brandweeronderwijs op de voet. We willen meer flexibiliteit in het onderwijs, zodat mensen sneller inzetbaar zijn en modulair kunnen leren. Onze taak als WVA is om te zorgen dat er goede uitgangspunten liggen waarop lesstof en examens ontwikkeld kunnen worden en daarbij de kwaliteit en veiligheid te borgen.”
Waar wil je je de komende tijd voor inzetten?
“Enerzijds willen we continuïteit bieden, zodat het NIPV kan blijven opleiden en examineren. Daarnaast kijken we binnen het stelsel dat nu in ontwikkeling is, hoe we een sturende en controlerende rol kunnen houden op kwaliteit en veiligheid. Er gebeurt ontzettend veel binnen de brandweerzorg en crisisbeheersing. Er komen steeds nieuwe taken bij en ook nieuwe mogelijkheden op het gebied van ICT en AI. Hoe houden we de juiste mensen aan boord en helpen we hen aan de juiste competenties? Het NIPV speelt een belangrijke faciliterende rol in deze professionaliseringsslag. Ik vind het mooi om samen met een groep enthousiaste collega’s het verschil te kunnen maken voor de toekomst van het onderwijs.”
Lees over het proces aanpassen onderwijs
Bekijk ook
Cijfers over incidenten brandweer nu ook op Waarstaatjegemeente.nl
29 juli 2024
De website Waarstaatjegemeente.nl heeft een nieuwe toevoeging aan zijn dashboard: gegevens over aantallen en typen gemelde incidenten bij de brandweer. De cijfers zijn afkomstig van het NIPV.

Zicht op incidenten waarbij de brandweer betrokken is
De website Waarstaatjegemeente.nl wordt beheerd door de VNG. Het dashboard Openbare Orde en Veiligheid op Waarstaatjegemeente.nl is uitgebreid met data over aantallen en typen gemelde incidenten bij de brandweer. De gegevens zijn opgesplitst per gemeente, waardoor gemeenten een gedetailleerd beeld krijgen van hun brandweeractiviteiten.
De indicator ‘Gemelde incidenten bij de brandweer per meldingsclassificatie’ geeft een overzicht van de verschillende soorten incidenten waarvoor de brandweer wordt ingeschakeld. Hierbij worden aantallen getoond voor categorieën zoals alarm, brand, dienstverlening, hulpvraag en leefmilieu.
NIPV is de bron
Het NIPV heeft de cijfers over de gemelde incidenten beschikbaar gesteld. Op onze website Kerncijfers Veiligheidsregio’s zijn nog veel meer data te vinden op gemeente- en veiligheidsregioniveau. Zoals kerncijfers over:
- reactietijden van incidenten
- repressief brandweerpersoneel
- diploma’s
- kazernes
- fatale woningbranden
- incidenten met alternatief aangedreven voertuigen
- materieel.
Meer informatie
Bekijk ook
“Wil graag mijn bijdrage leveren aan brandweeronderwijs”
Oktober 2024
De verbinding met het werkveld, het maatschappelijke belang van de brandweer en de veranderopgave binnen het brandweeronderwijs zijn ingrediënten die mijn hart sneller doen kloppen en waar ik graag mijn bijdrage aan wil leveren.

Halverwege augustus ben ik begonnen als teammanager brandweeropleidingen operationeel binnen het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV. Ik heb mijn eerste indrukken kunnen opdoen binnen het team, het NIPV en Brandweer Nederland. Ik tref professionals aan met een hart voor de brandweer, een enorme expertise en een drive voor betekenisvol werk.
Van politie naar brandweer
Na mijn studie psychologie ben ik aan de slag gegaan bij het trainingsbureau Boertien Training, waarna ik ben overgestapt naar de politie en dan de politieacademie in het bijzonder. De laatste jaren vervulde ik de rol als teamchef hoger politieonderwijs. In die periode is er een transitie ingezet naar het flexibiliseren en vernieuwen van hoger politieonderwijs en het versterken van de onderwijskwaliteitscultuur. Persoonlijk heb ik veel geleerd over opleiden, leiderschap en het verbinden van onderwijs aan de praktijk. Toen ik de vacature zag als teammanager brandweeronderwijs was de keuze snel gemaakt. De hechte verbinding met het werkveld, het maatschappelijke belang van de brandweer en de mooie veranderopgave binnen het brandweeronderwijs zijn ingrediënten die mijn hart sneller doen kloppen en waar ik graag mijn bijdrage aan wil leveren.
Flexibiliseren
Het team Brandweeropleidingen operationeel is verantwoordelijk voor alle landelijke onderwijs- en examenproducten die het NIPV voor operationele brandweerfuncties ontwikkelt, inclusief de officiersopleidingen. De komende jaren zal het operationele brandweeronderwijs worden geflexibiliseerd. Flexibiliseren heeft als doel om het onderwijs beter af te stemmen op de wensen en mogelijkheden van de student en het werkveld; we versterken de driehoek. Voor studenten zal het door een flexibel leerlandschap makkelijker en aantrekkelijker worden om een opleiding te volgen. Bijvoorbeeld door meer tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs aan te bieden. Door het versterken van de aansluiting bij het werkveld, blijft het onderwijs actueel en kan de behoefte van het werkveld sneller vertaald worden naar onderwijs. Als onderwijsinstelling blijven wij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Het klinkt simpel maar deze ambitie zal een omslag vragen in onze samenwerking binnen het stelsel voor het ophalen van de onderwijsbehoefte en de opzet van onze opleidingen. Binnen de niet-operationele brandweeropleidingen zijn al mooie voorbeelden ontwikkeld van hoe een flexibel leerlandschap eruit kan zien.
Wens
Om na twee maanden je ambitie uit te spreken is te snel. De inhoudelijke kant van het brandweervak binnen de opleidingen is sterk, van een tevredenheidsscore van gemiddeld 7,4 kunnen andere onderwijsinstituten enkel dromen. Als ik wel al een wens mag uitspreken dan is het de aandacht voor de mentale weerbaarheid binnen de opleidingen. Er wordt veel gevraagd van brandweermensen: ingrijpende gebeurtenissen, toenemende agressie, hoge werkdruk etc. De emotionele en mentale belasting kan overweldigend zijn. Door jezelf en je eigen patronen te leren kennen, kan je een groter handelingsrepertoire opbouwen om met emotioneel zware situaties om te gaan. Dit is essentieel als we spreken over duurzame inzetbaarheid.
Expertise en samenwerking
De kennis en expertise die nodig is om het brandweervak goed uit te oefenen verrast mij. Deze is nog vele malen specialistischer en complexer dan ik van tevoren heb kunnen bedenken. Ik ben blij verrast dat deze expertise binnen het onderwijsteam in samenwerking met collega’s uit de veiligheidsregio’s binnen het onderwijs breed en sterk vertegenwoordigd is. Deze samenwerking met de veiligheidsregio’s, de regionale opleidingsinstituten (roi’s) en de diverse gremia van Brandweer Nederland is essentieel om het onderwijs actueel en praktijkgericht te houden. Ik ben onder de indruk hoe het NIPV zijn taak als kennisinstituut vervult; de activiteiten bij onderzoek, onderwijsontwikkeling en ontwikkelingen in ons werkveld zijn dicht aan elkaar verbonden. Dit maakt dat we als NIPV niet naast maar midden in de actualiteit staan. Van iedereen voel ik een gezamenlijk doel en opgave om de brandweermensen op een veilige en kundige manier hun vak te laten uitoefenen. Het is een klassieker maar daarmee niet minder krachtig: ‘onderwijs maak je samen’.
Eerste maand
Voor mij zijn het twee maanden geweest met veel indrukken. Ik heb veel professionele en gedreven mensen leren kennen en hoop veel van jullie te ontmoeten. De komende tijd zal ik daarom met onderwijs meelopen en een bezoekje brengen bij verschillende regionale opleidingsinstituten. Bij mijn sollicitatie is mij verteld dat ik bij het COVB van het NIPV naast mijn blauwe hart een rood hart zal ontwikkelen. Als ik nu al voel hoe trots ik ben om deel uit te mogen maken van het NIPV en bij te mogen dragen aan de professionalisering van brandweermensen, dan verwacht ik dat het rode hart niet lang op zich zal laten wachten.
Ciska Baris
Teammanager brandweeropleidingen operationeel
Bekijk ook
Blog: burgerparticipatie bij energietransitieprojecten: omgevingsveiligheid is geen sinecure
26 juli 2024
Gaat het om de kans op een incident bij energietransitieprojecten of het effect ervan? Waar omwonenden zich met name focussen op de mogelijke effecten, ligt de focus van bevoegd gezagen – maar ook van bedrijven – vooral op het nemen van maatregelen om de kans op incidenten te verkleinen. Het blijkt lastig om die verschillende zienswijzen binnen de energietransitie te verenigen. Maar dat zal toch moeten, blogt onderzoeker Margreet Spoelstra.

Met de komst van de Omgevingswet is participatie met burgers, bedrijven en organisaties een verplichting voor overheden. Bij het opstellen van omgevingsvisies en -plannen moeten overheden belanghebbenden betrekken, omdat het over de invulling en indeling van de ruimte in een gemeente, een provincie of zelfs Nederland gaat. Ook bedrijven doen dit steeds vaker, maar ze zijn hiertoe niet verplicht. Het lectoraat Energie- en transportveiligheid van het NIPV wordt geregeld gevraagd om als onafhankelijk expert bij te dragen aan bewonersavonden of omgevingstafels over omgevingsveiligheid en gevaarlijke stoffen.
Dit voorjaar leverde ik een bijdrage aan een paar bewonersavonden die draaiden om de veiligheidsaspecten van het grootschalig opslaan van ammoniak in een industriële omgeving dicht bij Rozenburg. In het dorp en daarbuiten bestaan grote bezwaren tegen de komst van een grote opslagtank met ammoniak. De provincie Zuid-Holland organiseerde de bewonersavonden met als doel omwonenden te informeren over ontwikkelingen. Door met elkaar in gesprek te gaan in plaats van over elkaar te praten, hopen bedrijven op meer begrip en daarmee ook op een vlottere doorgang van projecten en vergunningaanvragen. Omwonenden zijn daar ook om heel andere redenen aanwezig: zij willen gehoord worden en vernemen dat er iets met hun commentaar en bezwaren wordt gedaan.

Doordat bewoners andere belangen hebben dan bedrijven en overheden, ontstaat een patstelling. En deze patstelling tussen kansen en effecten is maar al te bekend binnen omgevingsveiligheid. Want wanneer zijn risico’s van gevaarlijke stoffen in het algemeen en die van ammoniak in het bijzonder acceptabel? En hoe kunnen betrokkenen de burgers op een juiste manier hierin meenemen?
Tijdens een omgevingstafel ging het over spoorveiligheid en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Wij werden gevraagd te reflecteren op de presentaties die gegeven werden over spoorveiligheid. Wij gaven aan dat het vervoer van ammoniak over het spoor de voorkeur heeft boven het vervoer over de weg, omdat de kans op een groot incident bij spoorvervoer kleiner is dan bij wegvervoer. Wat bleek? De vraagstukken rondom omgevingsveiligheid en het spoor leefden weinig bij deze omwonenden. Het ging hun des te meer om geluid en trillingen die de treinen veroorzaken. En hoewel deze problematiek ons bekend was, was het toch een leermoment dat veiligheid niet altijd het onderwerp is waar de omgeving zich het meest zorgen over maakt. Veiligheid wordt dan, zo lijkt het, erbij gehaald als gelegenheidsargument om de eigen bezwaren ‘extra’ kracht bij te zetten.

Het is gebleken op deze avonden dat het een hele kunst is om partijen met verschillende belangen in gesprek te brengen en ‘bij elkaar te houden’. En als het dan gaat over gevaarlijke stoffen, dan doet de kansfactor er amper toe bij omwonenden, terwijl het beleid van zowel bedrijven als overheden juist gericht is op het verlagen van de kans op een incident. Het vergt tijd en inzet van alle betrokkenen om de verschillen in elkaars denkwerelden te herkennen, te erkennen en te respecteren, maar daar niet in te blijven hangen. Anders blijft het in het kleine Nederland een voortdurende strijd tussen bedrijven, burgers en overheden waar gevaarlijke stoffen opgeslagen en getransporteerd kunnen worden. En dat is niet wat de energietransitie nodig heeft.
Margreet Spoelstra
senior onderzoeker-adviseur energie- en transportveiligheid
Bekijk ook
Eerste uitgave in serie over doelgerichte aanpak brandveiligheid
25 juli 2024
Brandveiligheid is in beweging. De bevolking vergrijst en het aantal thuiswonende zorgbehoevenden neemt toe. De energietransitie is in volle gang en gebouwen moeten energiezuinig en duurzaam zijn. Daarnaast ligt er een enorme woningbouwopgave. Dit alles leidt tot nieuwe brandveiligheidsrisico’s die de traditionele aanpak van regelgerichte brandveiligheid onder druk zetten. Er is een andere, doelgerichte aanpak nodig, zegt lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte.

De brandveiligheid in Nederland wordt tot nu toe voornamelijk ingevuld door een regelgerichte benadering. De Witte: “Centraal hierin staan wetgeving, normen, richtlijnen, branchestandaarden en inzetprocedures. Hoewel een regelgerichte aanpak voordelen heeft, zitten er ook nadelen aan. Zoals een focus op het voldoen aan regels. Regels die zijn gebaseerd op historie en incidenten uit het verleden. En daardoor onvoldoende rekening houden met mogelijke (nieuwe) risico’s of incidenten in de toekomst.”
Doelen staan centraal in plaats van regels
Het realiseren van brandveiligheid in situaties waarin regels ontoereikend zijn, vraagt om een andere, meer doelgerichte aanpak. Hierin staan doelen centraal in plaats van regels. “De brandveiligheid wordt voor een specifieke situatie beoordeeld. Hierdoor kunnen alle risico’s worden meegewogen die voor die specifieke situatie relevant zijn. De invulling van de brandveiligheid is dan ook maatwerk voor die situatie. Een bijkomend voordeel is dat de mate van brandveiligheid (risicoacceptatie) inzichtelijk wordt”, vertelt De Witte.
Processchema met de verschillende stappen voor doelgerichte aanpak brandveiligheid
Om een doelgerichte aanpak van brandveiligheid te stimuleren, stelde het NIPV het ‘Introductiedocument doelgerichte brandveiligheid’ op. De Witte: “Zoals de titel van de uitgave al aangeeft, wordt hierin beschreven wat een doelgerichte aanpak van brandveiligheid inhoudt en hoe je dat aanpakt. Hierbij spelen risico’s een belangrijke rol. Maar zonder duidelijke doelen en beoordeling of deze doelen worden gehaald, kunnen risico’s niet goed inzichtelijk worden gemaakt. Risicoacceptatie is dus essentieel.”
Het document introduceert daarom een processchema waarin de verschillende stappen van doelgerichte brandveiligheid zijn opgenomen. Regelgerichte en doelgerichte brandveiligheid kunnen elkaar goed aanvullen. “Om die reden gaat de uitgave ook in op de samenwerking tussen regelgerichte en doelgerichte brandveiligheid. Belangrijke randvoorwaarden voor doelgerichte brandveiligheid zijn kwaliteitsborging en professionaliteit. Ook daar besteedt de uitgave aandacht aan”, licht De Witte toe.
Vervolg: handreiking om doelgerichte benadering toe te passen
Dit introductiedocument is de eerste uitgave in een serie samenhangende kennispublicaties over doelgerichte brandveiligheid. In het najaar verschijnt een handreiking voor het toepassen van doelgerichte brandveiligheid voor gebouwen in Nederland. De handreiking licht de stappen uit het processchema nader toe. Beide uitgaven worden in de toekomst verder aangevuld met ondersteunende documenten die achtergrondinformatie en voorbeelden geven over specifieke onderwerpen of onderdelen binnen de doelgerichte aanpak van brandveiligheid.
Lees het rapport
Bekijk ook
De veranderende wereld laat van zich horen
24 juli 2024
In hoog tempo verandert de wereld: de druk op het veiligheidsdomein en de verwachting vanuit de samenleving nemen zienderogen toe. Het afgelopen jaar heeft het NIPV inspirerende podcasts opgenomen die de wereld van nu en de toekomst onder de loep nemen. De podcast top 4 biedt een compact overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de (veilige) energietransitie, de kracht en noodzaak van netwerken en een toekomstblik op crisisbeheersing.

Kennis en kunde blijven delen
“Het is van belang om je staande te houden als NIPV in een wereld die steeds sneller draait. Kennis delen, kennis ophalen en die toepassen in belang van een veilig en weerbaar Nederland zijn een ‘must do”, aldus teammanager Beleid en Communicatie Clody van Limburg-Stirum. “Visies op de wereld van nu en de toekomst wil je gehoord hebben om er een mening over te vormen.”
Toekomst crisisbeheersing
De Crisis van de Toekomst is een podcastreeks die aansluit bij het rapport Toekomstverkenning Crisisbeheersing. In de podcasts analyseren deskundigen als Maarten van Aalst, Mart de Kruif en Inge Bryan hoe we moeten omgaan met toekomstscenario’s waarin een crisis de hoofdrol speelt. Zijn we daar klaar voor? Wie moet de regie nemen? Waar zitten straks de zwakke plekken?
De Kracht van Netwerken: Samen door de Crisis
Hoe sla je je door een crisis? De kracht en noodzaak van netwerken komt in deze podcastreeks aan bod. Bij bovenregionale dreigingen is het hebben van landelijk beelden cruciaal. Overstromingen en natuurbranden stoppen eenvoudigweg niet bij een regionale grens….
De veiligheid van de energietransitie
In de NIPV Innovatiepodcast belichten we innovatie in het veiligheidsdomein en praten we over de kansen, dilemma’s en bedreigingen van deze nieuwe ontwikkelingen. In de podcast over de veiligheid van de energie transitie gaan o.a. lector Nils Rosmuller en lector Menno van Duin met elkaar in gesprek. De snelheid van de energietransitie in de samenleving is nauwelijks bij te benen… Wat zijn de veiligheids- en bestuurlijke aspecten die hieraan verbonden zijn?
De kenniscirkel van NIPV in de praktijk: onderzoek en onderwijs aan elkaar verbinden
‘Als het incident dan tegen het einde aan loopt dan trekt langzaam de mist op van wat er zich nu eigenlijk heeft afgespeeld in die stad. En dan komt er een gruwelbeeld naar voren’, zegt Paul Brinkman, officier van dienst bevolkingszorg tijdens het schietincident bij het Erasmus Medisch Centrum. ‘Je ziet belangrijke verkeersaders vastlopen, het is chaos en jij bent de spin in het web om dingen te gaan regelen om de ontstane problemen te tackelen’.
Ontwikkelfonds Brandweer 2024: stand van zaken onderwijsproducten
22 juli 2024
Via de ontwikkelsporen 1, 2 en 3 van het Ontwikkelfonds Brandweer werkt het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV ook dit jaar weer hard aan de landelijke onderwijsproducten voor het vakbekwaam worden en de blijvende vakbekwaamheid van brandweermensen. We doen dit samen met het brandweerveld! Eerder dit jaar is het programma Ontwikkelfonds 2024 gedeeld, dat in samenwerking tussen het NIPV en het werkveld tot stand is gekomen.

Drie ontwikkelsporen
Tanja Guyken, één van de verantwoordelijke decanen, licht de stand van zaken toe. “Misschien goed om de kennis over de 3 sporen weer even op te frissen. In ontwikkelspoor 1 wordt onderwijscontent ontwikkeld voor de leergangen in het kader van vakbekwaam worden. In ontwikkelspoor 2 ontwikkelen we leermiddelen voor postbijscholingen, zoals e-modules, instructievideo’s, lesplannen, presentaties, instructeurskaarten en scenario’s. In ontwikkelspoor 3 nemen we de regionale kerninstructeurs mee in de verdiepende vakkennis en de vakdidactiek achter deze leermiddelen. Wanneer we met een postbijscholing een nieuw handelingsperspectief overdragen, zoals in de leerlijn IBGS (IBGS = incidentbestrijding gevaarlijke stoffen) en energietransitie, dan scholen we de instructeurs ook op dat vlak bij. Meestal bestaat een instructeursbijscholing uit een eendaagse plenaire bijeenkomst. Soms kan worden volstaan met het schriftelijk informeren van instructeurs over wijzigingen in bijvoorbeeld leergangen die ook van belang zijn voor bestaand brandweerpersoneel.”
Huidige stand van zaken
“We zijn natuurlijk hard op weg om de producten op te leveren zoals is afgesproken in het programma van dit jaar”, vertelt Guyken. In onderstaand overzicht staat de huidige stand van zaken vermeld van de producten die in ontwikkeling zijn. Zodra de producten gereed zijn, worden ze via een studieroute in de ELO Brandweer beschikbaar gesteld. “We informeren hierover zowel de hoofden vakbekwaamheid als de regionaal functioneel beheerders van alle veiligheidsregio’s”, voegt zij toe. “De communicatie over de instructeurscursussen in ontwikkelspoor 3 loopt eveneens via de hoofden vakbekwaamheid.”
Alle veiligheidsregio’s mogen op kosten van het ontwikkelfonds 4 kerninstructeurs naar elke bijscholing afvaardigen. Voor kerninstructeurs van interregionale roi’s zijn extra plaatsen beschikbaar.
Ondertussen begint de uitvraag ook voor de producten die via het Ontwikkelfonds in 2025 ontwikkeld moeten worden. “De gesprekken zijn gaande met onder andere de vakraden en het Platform Blijvende Vakbekwaamheid om te komen tot een gezamenlijk programma Ontwikkelfonds!”, besluit Guyken.
Leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds
De leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds zijn:
Marcel Meijs (Vakraad L&O), Monique van Beek (LOBO), Hakan Meijer (Vakraad L&O), voorzitter Jan Pieter Duhen (WVA), Tanja Guyken (NIPV)