Lectoraat Brandweerkunde geëvalueerd
18 november 2024
Onlangs heeft een externe commissie, met vertegenwoordigers van de doelgroepen van het lectoraat en uit de onderzoekswereld, het lectoraat Brandweerkunde geëvalueerd. De evaluatie had tot doel om het onderzoek en de rol van het lectoraat in de toekomst te versterken. Jaap Donker, directeur van Veiligheidsregio Utrecht en voorzitter van de evaluatiecommissie, overhandigde op vrijdag 15 november het eindrapport aan Coby Flier, directeur Onderzoek en Onderwijs van het NIPV.

Jaap Donker: “De commissie ziet veel waardering voor het lectoraat Brandweerkunde en constateert dat er de afgelopen tien jaar zichtbaar veel is gedaan en geleverd door het lectoraat. Uit de gesprekken die wij gevoerd hebben met een groot aantal personen uit de omgeving van het lectoraat, blijkt dat de liefde voor het brandweerveld bij de lector, onderzoekers en andere betrokkenen overduidelijk is. Dit is belangrijk voor de toekomst. Onze brandweermensen verdienen dit.”
Gezamenlijke onderzoeksagenda met het veld
De commissie vindt het onderzoek van het lectoraat Brandweerkunde toonaangevend. De resultaten van het onderzoek hebben de praktijk van de Nederlandse brandbestrijding ingrijpend gewijzigd en veiliger gemaakt. Met het oog op de toekomst beveelt de commissie aan om de positie van het lectoraat te consolideren: zet onderzoekslijnen voor de toekomst uit en maak strategische keuzen in duurzame samenwerking met kennisinstituten buiten het NIPV.
In de Grote Werken van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) ziet de commissie mogelijkheden voor het lectoraat om met hernieuwde energie een dialoog aan te jagen over waar de brandweer in de toekomst voor moet staan. Dit kan leiden tot een gezamenlijke onderzoeksagenda met het brandweerveld. En op termijn tot nieuwe voorstellen vanuit het lectoraat voor het brandweeronderwijs en de opleidingen in vakbekwaamheid.
Mooie aanknopingspunten
Coby Flier: “Wij bedanken de evaluatiecommissie en alle andere betrokkenen voor hun inspanningen. De bevindingen en aanbevelingen van de commissie zijn herkenbaar voor het NIPV. Ze bieden mooie aanknopingspunten en kansen om de komende periode mee aan de slag te gaan.”
Lees het evaluatierapport
Bekijk ook
De Toegangsservice Gezamenlijke Voorzieningen komt eraan!
13 november 2024
Met slechts één keer inloggen veilig toegang krijgen tot de landelijke informatievoorziening voor de veiligheidsregio’s en ketenpartners. Dat is waarin de Toegangsservice Gezamenlijke Voorzieningen (TGV) voorziet. Na een succesvolle pilotperiode en een akkoord van de stuurgroep, start nu de implementatie van de TGV.

Wat is de TGV?
De TGV is ontwikkeld voor de veiligheidsregio’s en hun partners. De voorziening zorgt ervoor dat gebruikers via de veiligheidsregio nog maar één keer hoeven in te loggen. Ze krijgen, mits geautoriseerd, vervolgens toegang tot alle landelijke informatievoorziening van de veiligheidsregio’s. Waaronder het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS), onderwijssystemen zoals Canvas, de opvolger van de elektronische leeromgeving (ELO) en de Vragenlijst Software (VLS). Inloggen per voorziening is dan niet meer nodig voor veiligheidsregio’s. Ketenpartners krijgen deze mogelijkheid ook of loggen in via een eigen TGV-portal.
Pilotproject
Van augustus tot en met oktober 2024 vond in samenwerking met softwareleverancier Booleans een pilotproject van de TGV plaats. In deze pilot zijn de volgende resultaten behaald:
- De voorzieningen Databank Logistiek & Ondersteuning en de Vragenlijst Software zijn gekoppeld aan de TGV.
- Zes veiligheidsregio’s, de Koninklijke Marechaussee en het NIPV zijn gekoppeld aan de TGV.
- Tijdens een demonstratie zijn gebruikers uit de veiligheidsregio’s meegenomen in het proces van eenmalig inloggen, de zogeheten ‘Single Sign On’.
Start implementatie
De volgende stap is de implementatie van de TGV. Deze zal ongeveer een jaar duren. Op de TGV sluiten in totaal aan:
- 9 voorzieningen
- 9 websites
- 25 veiligheidsregio’s
- 65 ketenpartners.
Tijdens de implementatie krijgen veiligheidsregio’s en ketenpartners stap voor stap training en uitleg in de details. De voorzieningen LCMS en ELO krijgen daarbij speciale aandacht, omdat het de meest gebruikte voorzieningen zijn.
Meer informatie
Vragen of meer weten over het project TGV? Neem dan contact met ons op.
Contact
Bekijk ook
Release LCMS 2024 Q4 op 12 november op de Operationele omgeving is afgerond
12 november 2024
De uitrol van de release LCMS 2024 Q4 op de Operationele omgeving is succesvol afgerond.
We adviseren om de cache en cookies te wissen vanwege de wijzigingen in deze release.
Zijn er vragen over deze release? Neem dan contact op met de beheerder van uw eigen organisatie. De organisatiebeheerder heeft de contactgegevens van NIPV en kan contact met ons opnemen.
Wijzigingen in LCMS
Twee belangrijke wijzigingen van deze release zijn:
Release LCMS 2024 Q4 op 12 november op de Operationele omgeving
12 november 2024
Op dinsdag 12 november wordt de release LCMS 2024 Q4 uitgerold op de Operationele omgeving.
LET OP: Tijdens deze release zal de Operationele omgeving tussen 9.00-12.00 uur niet beschikbaar zijn.
Let erop dat er vanaf maandag 11 november vanaf 16.00 uur geen nieuwe activiteit kan worden aangemaakt op de Operationele omgeving. Eventuele operationele activiteiten kunnen aangemaakt worden op de Oefen omgeving met vermelding dat het een “operationele activiteit” betreft.
Beschikbaarheid omgevingen
- Op dinsdag 12 november zal de Operationele omgeving tussen 9.00-12.00 uur niet beschikbaar zijn.
- De Oefen omgeving zal beschikbaar blijven. Het is daarom mogelijk om bij crisissituaties uit te wijken naar de Oefen omgeving.
Vóór de uitrol controleren we of er een incident gaande is. Als er een reden is om niet uit te rollen, dan wordt dat op de dag zelf gecommuniceerd.
Wijzigingen in LCMS
Twee belangrijke wijzigingen van deze release zijn:
- Leesbaar archief
- De mogelijkheid om de uitkomsten van het Natuurbrandverspreidingsmodel (NBVM) te importeren in LCMS
Zijn er vragen over deze release? Neem dan contact op met de beheerder van uw eigen organisatie. De organisatiebeheerder heeft contactgegevens van NIPV en kan contact met ons opnemen.
Staatssecretaris Ingrid Coenradie op werkbezoek bij het NIPV
11 november 2024
“Ik kom graag over een paar maanden weer langs voor weer nieuwe en verdiepende gesprekken.” Met dit mooie compliment sloot Ingrid Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, haar werkbezoek bij het NIPV af. Het bezoek stond in het teken van een algemene kennismaking met onze organisatie.

Onderwijsstelsel verder versterken
Na een introductie van algemeen directeur IJle Stelstra over de visie en missie van het NIPV, nam directeur Onderzoek en Veiligheid Coby Flier de staatssecretaris mee in de concrete stappen die we gezamenlijk zetten om het onderwijsstelsel voor de veiligheidsregio’s verder te versterken. Daarbij werd gezamenlijk het belang onderstreept om aan te sluiten bij de behoefte vanuit de beroepspraktijk. Ook vroeg de staatsecretaris speciale aandacht voor het voorkomen van PTSS en aspecten als nazorg bij ingrijpende gebeurtenissen in opleidingen.
Landelijk Crisis Management Systeem
Vervolgens demonstreerde adviseur Martijn Korpel het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) dat wordt beheerd door het NIPV. Hij liet zien hoe dit systeem het mogelijk maakt dat alle betrokken organisaties tijdens een crisis effectief en veilig informatie kunnen uitwisselen.
Landelijke specialismen
Wally Paridaans, landelijk coördinator Specialisme Technische Hulpverlening (STH) en Grootschalig Brandweeroptreden (GBO), sprak vervolgens over de manier waarop het NIPV de landelijke specialismen ondersteunt. En Roland Douqué nam het stokje over om kort iets te vertellen over de landelijk hulpmiddelen en het aanvullend materieel, uitrustingen en apparatuur waarover het NIPV beschikt.
Onderzoeksprojecten
Lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte ronde het werkbezoek af met een beeld van de onderzoeksprojecten waarmee het NIPV niet alleen bijdraagt aan de verdere professionalisering van het veiligheidsdomein, maar ook waardevolle kennis en inzichten levert die nodig zijn om nieuwe uitdagingen op het gebied van publieke veiligheid aan te pakken.
De veerkracht van Nederland
Tot slot nam de staatssecretaris het boek ‘De veerkracht van Nederland’ in ontvangst. Een meer dan actueel onderwerp gelet op de geo-politieke spanningen, fragmentatie in de samenleving en snelle veranderingen als het gaat om klimaat en energie.
Bekijk ook
Nieuwe handreiking voor doelgerichte brandveiligheid voor gebouwen
11 november 2024
Doelgerichte brandveiligheid is een aanpak om de mate van brandveiligheid te bepalen voor situaties waarin regels en voorschriften niet passend of toereikend zijn. Het NIPV publiceert de komende tijd een serie publicaties over doelgerichte brandveiligheid. De handreiking die nu is verschenen is een hulpmiddel om doelgerichte brandveiligheid toe te passen op gebouwen.

Processchema voor doelgerichte brandveiligheidsaanpak
In de nieuwe uitgave staat het processchema centraal. Dit bestaat uit drie hoofdonderdelen. In het eerste onderdeel, de kaders van het brandveiligheidsproject, wordt de basis gelegd: wat zijn je doelen, wanneer heb je ze bereikt en hoe ga je ze beoordelen? In het tweede onderdeel wordt het brandveiligheidsontwerp verder ingevuld: het ontwerp wordt gemaakt, beoordeeld en gekozen. In het laatste onderdeel wordt het brandveiligheidsontwerp gerealiseerd en wordt het gebouw in gebruik genomen. In deze fase toets je of het brandveiligheidsontwerp nog steeds voldoet aan de gestelde doelen.
Waarom een doelgerichte brandveiligheidsaanpak?
Een doelgerichte aanpak kan voor veel (brand)veiligheidsvraagstukken zinvol zijn. Als het gaat om de brandveiligheid van gebouwen wordt in ons land tot nu toe voornamelijk een regelgerichte aanpak toegepast. Een doelgerichte aanpak is van toegevoegde waarde in situaties waarin:
- Regels niet passend zijn. Bijvoorbeeld vanwege de toename van het aantal thuiswonende zorgbehoevenden, nieuwe risico’s als gevolg van de energietransitie en de veranderingen in bouwmaterialen en -methoden.
- Maatwerk gewenst is. Bijvoorbeeld in gevallen waarin regels innovatie belemmeren, een overmaat aan veiligheid geven of ongewenste belemmeringen geven in mogelijke (architectonische) keuzes voor het gebouw.
- Een overkoepelende kijk op de brandveiligheid gewenst is. Bijvoorbeeld wanneer meerdere soorten gebruik van een gebouw van invloed zijn op elkaar of wanneer de omgeving en een gebouw sterk van invloed zijn op elkaar.
Voor iedereen die zich bezighoudt met de brandveiligheid van gebouwen
De nieuwe handreiking is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met de brandveiligheid van gebouwen, zoals brandveiligheidsadviseurs van de veiligheidsregio’s, marktpartijen, architecten, verzekeraars en projectontwikkelaars.
Basis voor de toepassing van doelgerichte brandveiligheid
Samen met het al eerder gepubliceerde introductiedocument is de handreiking de basis voor de toepassing van doelgerichte brandveiligheid. In de toekomst volgen ondersteunende documenten die achtergrondinformatie en voorbeelden geven over specifieke onderwerpen of onderdelen. Zie hiervoor de webpagina Doelgerichte brandveiligheid.
Bekijk ook
Blog: Kan waterstof veilig worden getransporteerd door bestaande aardgasleidingen?
7 november 2024
Afgelopen juli publiceerde het tijdschrift Energy Science and Engineering een artikel waarin de auteurs kritisch zijn over het transporteren van waterstof door leidingen waar eerst aardgas doorheen ging. Op verzoek van enkele veiligheidsregio’s heeft het NIPV het artikel bestudeerd. Onderzoekers Margreet Spoelstra en Johan Reinders bloggen over hun bevindingen.

Nadere duiding geven
Het artikel waar het om gaat, is getiteld ‘A review of challenges with using the natural gas system for hydrogen’. In het artikel raden de auteurs het gebruik van waterstof in bestaande aardgasleidingen om diverse veiligheidsredenen af. Gasunie en netbeheerders in Nederland staan – mede op basis van andere onderzoeken – positief tegenover de veiligheid van het transport van waterstof door aardgasleidingen. Bij veiligheidsregio’s heeft het artikel tot onrust geleid, omdat ze niet weten wie of wat te geloven. Het NIPV is gevraagd om een nadere duiding te geven.
Nuance ontbreekt soms
Onze conclusie is dat de auteurs de fysische en chemische verschillen tussen aardgas en waterstof goed beschrijven. Op het gebied van veiligheid ontbreken echter enkele nuanceringen. Hierdoor worden lezers die niet bekend zijn met de (materiaal)eigenschappen van waterstof en aardgas op het verkeerde been gezet.
Waarom waterstof?
Maar eerst even terug naar het belang van waterstof: waterstof staat de laatste jaren volop in de belangstelling vanwege de rol die het speelt in de energietransitie. In de industrie kan waterstof aardgas vervangen als energiebron bij productieprocessen, zodat er geen CO2 meer vrijkomt en klimaatdoelen gehaald kunnen worden. Daarnaast kan duurzaam opgewekte energie van bijvoorbeeld zonnepanelen en windturbines worden omgezet in waterstof, waardoor energie beter opgeslagen en getransporteerd kan worden.
Sinds de ontdekking van het gasveld in Slochteren in de jaren zestig van de vorige eeuw, beschikt Nederland over een groot netwerk aan aardgasleidingen. Vanwege het sluiten van dit gasveld kan een aantal van deze leidingen mogelijk gebruikt worden om waterstof te transporteren. Gasunie en netbeheerders onderzoeken daarom sinds enkele jaren of dit mogelijk is en, zo ja, onder welke voorwaarden.
Veiligheidsrisico’s van waterstof versus aardgas
De veiligheidsrisico’s van waterstof die de auteurs in het artikel beschrijven, worden onderkend door Gasunie en de netbeheerders. Het gaat dan vooral om de aantasting van stalen buisleidingen door waterstof en het lekken van waterstof door leidingwanden heen. Maar waar de auteurs terecht de risico’s benoemen, schieten ze tekort in hun overzicht van de vele, vaak openbaar beschikbare onderzoeken die zijn en worden uitgevoerd om deze risico’s te beperken.
Zo stellen de auteurs van het artikel dat waterstof gemakkelijker lekt dan aardgas, omdat een waterstofmolecuul kleiner is dan een aardgasmolecuul. Maar waterstof- en aardgasmoleculen zijn beide meer dan een factor 1000 kleiner dan het kleinste gaatje in een leidingsysteem. Het is dus niet verwonderlijk dat uit Brits onderzoek is gebleken dat als waterstof lekt, aardgas ook lekt. En dat als aardgas niet lekt, waterstof ook niet lekt. De auteurs noemen dit Britse onderzoek echter niet. Een tweede voorbeeld is het lekken van waterstof door leidingen heen. Dat gebeurt inderdaad, maar wat het artikel niet vermeldt, is dat aardgas ook door leidingen heengaat maar in mindere mate. Onderzoek heeft aangetoond dat de hoeveelheden waterstof of aardgas die op die manier vrijkomen zeer klein zijn en bovendien vrijkomen over de gehele lengte van leidingen. Hierdoor worden hoge gasconcentraties niet bereikt, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten.
De veiligheid van waterstof moet in beeld blijven
Het is goed om mensen te attenderen op de risico’s die kunnen ontstaan als aardgas wordt vervangen door waterstof. Waterstof is immers een gevaarlijke stof waar voorzichtig mee moet worden omgegaan. Wij pretenderen niet voor 100% de ins en outs te kennen die met de introductie van waterstof in aardgasleidingen gepaard gaan, maar zijn er wel van overtuigd dat het artikel een onvolledig beeld geeft van de werkelijke risico’s.
Wij zijn van mening dat door het wegvallen van aardgas als energiebron en door de klimaatdoelstellingen van Nederland en Europa, waterstof ook vanuit veiligheidsperspectief in beeld kan blijven als vervanger van aardgas. Waterstof kan veilig toegepast worden in systemen die oorspronkelijk ontworpen zijn voor aardgas, mits passende maatregelen worden genomen om verbrossing en vermoeiing te voorkomen.
Lees de uitgebreidere inhoudelijke reactie
Margreet Spoelstra en Johan Reinders
Onderzoekers Energie- en transportveiligheid
Bronnen
Martin P., Ocko I.B., Esquivel-Elizondo S., et al. A review of challenges with using the natural gas system for hydrogen. Energy Science & Engineering 2024; 1-15. doi:10.1002/ese3.1861.
Tebodin (2019). Onderzoek technische aspecten van waterstof – In bestaande buisleidingen t.b.v. de energietransitie.
Website Netbeheer Nederland, thema Waterstof (te vinden via Menu>Publicaties>Thema>Waterstof).
H21 (2021). Phase 1 Technical Summary Report.
Bekijk ook
“Met data Nederland veiliger maken: dat is onze droom”
5 november 2024
Op de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s staan actuele cijfers over de veiligheidsregio’s op een aantal relevante thema’s. Onlangs is een dashboard met Kerncijfers Materieel toegevoegd. Ook heeft de website een nieuwe look-and-feel gekregen. Tijd voor een gesprek met Ron de Wit van Veiligheidsregio Twente, Steven van de Looij van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en Kim de Valk van het NIPV.

“De samenleving stelt niet de vraag hoeveel brandweerwagens er in één regio zijn, die wil weten hoe het in Nederland zit. Dat lijkt simpel, maar om dat te automatiseren is best een opgave. Want wij zijn 25 organisaties met allemaal onze eigen informatiehuishouding en onze eigen data-definities.” Aan het woord is Ron de Wit. Hij is sectorhoofd Strategie, Informatie en Organisatie bij Veiligheidsregio Twente en plaatsvervangend commandant Brandweer. Verder is hij landelijk lid van de Vakraad Bedrijfsvoering van Brandweer Nederland die samen met het NIPV werkt aan het verbeteren van data. Samen met Steven van de Looij en Kim de Valk zit hij vandaag om tafel om de laatste puntjes op de i te zetten voordat de nieuwe homepage en de Kerncijfers Materieel van de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s online gaan. “Als branche wil je up-to-date zijn: hoeveel brandweermensen zijn er in Nederland? Wat voor trends zien we daarin? Hoeveel brandweerauto’s zijn er? Hoeveel incidenten? Hoeveel woningbranden? Hoeveel incidenten met Nieuwjaar? Als je dat weet, kun je burgers informeren, kun je leren en kun je sturen.”
Grote stappen gezet in de afgelopen jaren
Steven van de Looij vult hem aan: “Een aantal jaar geleden hadden we zelfs nog ruim 400 gemeenten en evenzoveel brandweerkorpsen. Het enige wat we hadden afgesproken was de kleur rood, RAL 3000.” Van de Looij is Chief Information Officer bij Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en voorzitter van de regiegroep Informatiegestuurde veiligheid. “Dus aan de buitenkant zagen we er hetzelfde uit, maar aan de binnenkant waren we versnipperd. Daardoor konden we nooit dingen op een slimme manier samendoen. Daar hebben we de laatste jaren grote stappen in gezet.”
Kim de Valk is senior data-analist en bij het NIPV verantwoordelijk voor de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s. “Ik begon met de opdracht om de brandweerstatistieken van het CBS over te nemen, zo is het eerste dashboard ontstaan. Het was een heel traject om met de data vanuit de meldkamers een datawarehouse op te zetten en dat weer te vertalen naar een dashboard. Voor een dashboard moeten we met de regio’s afstemmen welke rekenregels we toepassen en welke termen en definities we gaan hanteren. Uiteindelijk wordt dit dan een geautomatiseerd proces. Zo hebben we steeds meer dashboards kunnen toevoegen.”
Van de Looij: “Als je informatie genereert is deze pas interessant als je de context van het geheel hebt. Als jij bijvoorbeeld ontdekt dat je in jouw gebied de meeste autobranden hebt, dan kun je je gaan afvragen hoe dat kan. Die vergelijking doen we pas sinds kort en daardoor ontstaan er hele interessante vraagstukken. Waarom ben je daar koploper of achterblijver in? Wat doe je goed en wat kan er beter?”
Veel meer gebruik van technische mogelijkheden
De Wit: “Met de dashboards verzamel je ook gewoon feiten. Je hoort bijvoorbeeld wel eens dat er veel vrijwilligers weglopen bij de brandweer. Maar als je dan naar de feitelijke grafiek kijkt zie je dat de werkelijkheid anders is.” Van de Looij haakt hierop in: “Vanuit de politiek ontstond op een gegeven moment het beeld dat er veel brandweerkazernes werden gesloten. Maar doordat wij de beschikking hadden over de werkelijke cijfers konden we dat ontkrachten. Het aantal brandweerkazernes in Nederland is juist vrij stabiel.” “Mijn ambitie is dat we als veiligheidssector veel meer gebruik gaan maken van de technische mogelijkheden die er in toenemende mate zijn. Als je bijvoorbeeld succesvol artificial intelligence wilt inzetten of als je informatie van andere partijen wilt koppelen met onze data moet je zorgen dat je je huis op orde hebt. En dat is steeds meer het geval. We zijn nu bijvoorbeeld bezig om data van het Verbond van Verzekeraars te koppelen aan onze data. Zo kunnen we straks heel nauwkeurig in beeld brengen wat de branden waar wij naartoe gaan eigenlijk kosten. Zo kun je hele nieuwe inzichten creëren.
In een volgende fase zou ik willen dat we op het gebied van informatietechnologie steeds meer dingen samen gaan doen. Onze droom is dat we daardoor uiteindelijk meer veiligheid kunnen creëren. Om dit voor elkaar te krijgen moeten regio’s soms iets loslaten en veranderen. De kosten gaan wat dat betreft natuurlijk voor de baten uit. Maar er zijn al regio’s die vroeger zelf heel druk waren met tellen hoe druk was het met de jaarwisseling en die data nu gewoon aan het NIPV vragen.”
Leren van elkaar en van elkaars data
De Valk beaamt dit. “We krijgen steeds meer van dit soort vragen vanuit de regio’s. Want waarom zouden ze in een regio een heel datamodel gaan neerzetten, terwijl wij het eigenlijk allemaal al hebben? We hebben ook een werkgroep met andere data-professionals uit de regio’s waarin we steeds meer delen. Als de ene regio iets moois heeft gemaakt, kan dat door een andere worden hergebruikt. Ik krijg ook steeds meer overzicht van wat er in de verschillende regio’s allemaal ontwikkeld wordt en zie het als onze rol, als NIPV, om die verbinding tot stand te brengen. Van de Looij vult haar aan: “In dit soort samenwerkingen leren van elkaar en leren van elkaars data, dat willen we in de komende jaren nog veel meer gaan uitnutten.”
De Wit: “Wat natuurlijk een vraagstuk blijft, is wanneer de website af is. Wat kan er allemaal nog bij? We zijn bezig om daar een agenda voor op te stellen. De Valk: “Er komen in ieder geval nog twee dashboards bij: over branden met zonnepanelen en over natuurbranden. Allebei natuurlijk zeer actuele thema’s op het gebied van veiligheid.”
Meer weten?
Zelf eens een kijkje nemen? Ga naar de website Kerncijfers Veiligheidsregio’s.
Blog: Rampspoed in Spanje
4 november 2024
“Het is vaker gezegd: iedere ramp is anders, maar rampen kennen ook veel patronen en regelmatigheden. Dat geldt ook hier in Spanje,” zegt lector Crisisbeheersing Menno van Duin. In zijn nieuwste blog benoemt Van Duin acht zaken die hem aan deze ramp opvallen.

- Na enkele dagen komen de verhalen los en komt ook de schuldvraag naar boven: de ‘blame game’ is begonnen. Het Spaanse KNMI zou te laat gewaarschuwd hebben. De boodschap was niet duidelijk genoeg. Gemeenten maar ook burgers namen de waarschuwingen – voor zover deze er al waren – onvoldoende serieus. ‘Het zou nog wel even duren, want het was nu nog zonnig’. Toch snel nog even boodschappen halen of naar huis; misschien zou het later niet meer kunnen. Velen kwamen om in hun auto.
- Naast de ‘blame game’ zien wij ook vele voorbeelden van enorme solidariteit; mensen helpen elkaar op grote schaal. De veerkracht in de samenleving is ongekend. Ook daaraan – zo weten we – zal straks weer een eind komen, maar de komende dagen is deze spontane hulp nog van grote waarde.
- De omvang van de ramp is groter dan gedacht; het overtrof alle verwachtingen. Dan blijkt ook dat de bedachte oplossingen (grote brede beddingen) om snel grote hoeveelheden water vanuit de heuvels snel af te voeren (het verschijnsel van enorme regenval komt vaker voor) richting de zee door de extreme hoeveelheden water in zo korte tijd deze keer onvoldoende soelaas bieden. Als zich een keer een ‘echte’ ramp voordoet, dan is deze meestal groter dan verwacht; groter ook dan men aankan.
- In zo’n situatie maken de hulpverleners en ook militairen die worden ingezet vele overuren en zelfs dan nog krijgen deze organisaties de nodige kritiek te verwerken. Men was niet klaar voor een ramp van deze omvang; men was te laat; had niet de goede spullen. Alsof bij een ramp van een dergelijke omvang hulpverleners overal op tijd zouden kunnen zijn.
- Bij een ramp van deze omvang is er snel sprake van schaarste aan bepaalde zaken: schoon drinkwater en voedsel; onderdak; medicijnen e.v. Maar ook om snel hulp te kunnen verlenen heb je allerlei zaken nodig die opeens schaars zijn (brandstof, juiste equipment, medicijnen).
- Eigenlijk is dit nog maar het begin en zullen na de solidariteit ook de discussies volgen over herstel en wederopbouw. Wie draait op voor de miljarden aan schade? Gaan verzekeringen schades vergoeden; zal de overheid naar voren stappen? Zeker is dat over een jaar nog opvallende weinig zal zijn hersteld.
- Media nemen alle kritiek van eenieder die wat kwijt wil voor de camera over alarmering, late hulpverleners, plunderingen e.v. vrijwel klakkeloos over. Men richt zich ook altijd op het ergste van het ergste.
- Het lijkt erop dat enkele kleinere gemeenschappen onevenredig zwaar getroffen zijn. Vaak kan de aanwezige solidariteit (naoberschap in het Spaans) hier helpen, maar tegelijkertijd zijn kleine zwaar getroffen gemeenschappen vaak extra kwetsbaar. Soms kunnen de sociale verbanden zo geraakt zijn dat zo’n gemeenschap zelf ‘dood gaat’. Veerkracht is niet oneindig.
Menno van Duin
Lector Crisisbeheersing
Bekijk ook
Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties: hét loket voor vragen over onderwijsapplicaties
Februari 2025
Sinds 1 januari 2025 heeft team Landelijk Functioneel Beheer ELO een nieuwe naam: Landelijk Functioneel Beheer Onderwijsapplicaties (LFBO). Ook zijn zij binnen het NIPV ondergebracht bij team Ondersteuning Onderwijs. Samen vormen zij hét centrale loket voor alle vragen over de onderwijsapplicaties Canvas, Educator en Testvision en het komende half jaar ook nog de ELO Cumlaude Learning. Een nieuwe naam met een uitgebreider takenpakket, maar dezelfde dienstverlening.

Het afgelopen jaar is door het projectteam implementatie Educator en Canvas hard gewerkt aan het inrichten de nieuwe onderwijsapplicaties. In september is gestart met de Instructeursopleiding in Educator en Canvas, en in januari zijn ook de eerste leergangen Manschap en Bevelvoerder van start gegaan in de nieuwe ELO. Vanaf maart gaat ook de toetsing en examinering plaatsvinden in de nieuwe systemen.
“Een spannend moment”, aldus Frank van der Aart, teamleider a.i. van Landelijk Functioneel Beheer ELO bij het NIPV. “Nu is het moment aangebroken dat grote aantallen cursisten gebruik gaan maken van de applicaties. Het is dan ook van belang dat team Functioneel Beheer zo dicht mogelijk op de onderwijsprocessen zit, zodat ze de gebruikers optimaal van dienst kunnen zijn. Het team heeft dan ook versterking gekregen en bestaat nu uit vier functioneel beheerders, die nauw samenwerken met de inhoudelijk specialisten én met het Expertteam, een afvaardiging van regionaal functioneel beheerders uit de veiligheidsregio’s. Daarnaast blijft het team LFBO ook de oude ELO ‘Cumlaude Learning’ ondersteunen, totdat de uitfasering eind dit jaar is afgerond.”
Online helpdesk
Maaike Schuurs, functioneel beheerder bij het NIPV, verwacht dat er de komende tijd veel vragen zullen komen van gebruikers, docenten, begeleiders en onderwijsplanners. En niet alleen over Canvas, maar ook over het gebruik van Educator en Testvision.” Maaike legt uit: “Daarvoor hebben we onze online servicedesk Jira ingericht. Regionaal functioneel beheerders van de regionale opleidingsinstituten en veiligheidsregio’s kunnen via dit systeem al hun vragen stellen en deze worden beantwoord door ons team functioneel beheerders en onderwijsspecialisten. Gebruikers kunnen met vragen dus in eerste instantie bij de regionaal functioneel beheerder terecht.”
Inloopspreekuur
Daarnaast wordt de komende drie maanden voor verschillende doelgroepen online inloopspreekuren georganiseerd, waarvoor de betrokkenen zijn uitgenodigd. Het inloopspreekuur voor onderwijsontwikkelaars zal bijvoorbeeld in het teken staan van het delen van onderwijsmateriaal via Canvas Commons. In het spreekuur voor planners zal o.a. het plannen van toetsen en examens op de agenda staan. “Maar natuurlijk kunnen deelnemers zelf ook vragen inbrengen,” vult Maaike aan. “Samen zullen we de komende maanden gaan uitvinden hoe we de onderwijssystemen optimaal kunnen benutten en doorontwikkelen.”