Van Rotterdam tot Okkenbroek: de energietransitie is van ons allemaal, de veiligheid van niemand
20 maart 2020
“Het Rijk is bezig met beleid rond de energietransitie, multinationals verduurzamen, provincies en gemeenten maken energie- en warmtevisies, en ook burgers laten zich niet onbetuigd. Maar de veiligheid wordt aan ieders eigen kennis, kunde en welwillendheid overgelaten”, blogt lector Energie- en transportveiligheid Nils Rosmuller.
In oktober 2019 blogde ik over de veiligheidsmaatregelen die een Rotterdams BRZO-bedrijf in acht had genomen bij zijn invulling van de energietransitie.
Nu blog ik over een burger die op zijn schaalniveau invulling heeft gegeven aan de energietransitie. Deze inwoner van Okkenbroek heeft als doel om voor de energievoorziening in zijn huis (uit de jaren 60, 70) volledig zelfvoorzienend te zijn. En dit tegen maximaal dezelfde kosten als vóór deze (persoonlijke) transitie. Net als dat ik toen naar Rotterdam toog, ben ik begin deze maand naar Okkenbroek gereden. Om te bekijken, te bespreken, te begrijpen en de veiligheidsoverwegingen te vernemen die zijn getroffen bij deze ’transitie’.
Volledig zelfvoorzienend
In Okkenbroek, een klein dorpje ten oosten van Deventer, wonen Herman en Monique. Herman is ruim veertig jaar werkzaam als elektrotechnicus en elektronica-ontwerper en heeft zijn huis ‘van het gas afgehaald’. Hij en zijn vrouw zijn volledig zelfvoorzienend in hun energiehuishouden. Ik was zeer benieuwd hoe zij daarbij invulling hebben gegeven aan de veiligheid.
Drie boilers en veertien loodaccu’s
Het door Herman zelfbedachte systeem werkt met drie boilers. Boiler 1 is bedoeld voor directe warmwaterlevering (douche/bad/kraan) en is altijd op temperatuur. Boilers 2 en 3 zijn bedoeld voor de verwarming van het huis. Boiler 2 bevat water op temperatuur dat wordt rondgepompt door de verwarming. Boiler 3 bevat stilstaand water dat wordt opgewarmd. Tussen boiler 2 en 3 zit een regelsysteem dat ervoor zorgt dat de meest energie-efficiënte boiler wordt aangesproken voor de verwarming van de woning en de opwarming van het boilerwater. De energie om het water op te warmen komt ’s zomers van zonnepanelen, in de winter van het net eventueel aangevuld met energie van de panelen. Overtollige energie wordt opgeslagen in 14 loodaccu’s in de kelder van de woning, met een capaciteit van 50 kWh.
Zes veiligheidsmaatregelen
Herman weet waar hij het over heeft als het gaat om elektrotechniek en installatiewerk. Het is zijn hobby sinds zijn vijfde levensjaar en zijn hele leven is hij werkzaam in de installatie- en elektrotechniek. Gaandeweg het ‘huisbezoek’ kwamen diverse veiligheidsmaatregelen aan de orde die Herman genomen heeft om zijn energiesysteem veilig te laten werken:
1. Zonnepanelen zijn parallel geschakeld (zes in serie geschakelde paren van twee parallel geschakelde panelen): minder spanning op de kabels en een verhoogde (kans op) efficiëntie.
2. Elk paar van twee panelen is buitenshuis gezekerd, en binnenshuis nogmaals gezekerd. Bij afwijkingen kunnen de zonnepanelen worden uitgeschakeld, waardoor er ook bij daglicht geen energie wordt opgewekt en door de kabels loopt.
3. De spanning en de totale stroom zijn gemaximeerd tot 48 Volt (in verband met de lokale batterij-opslagspanning), waardoor de eventuele elektrische schok slechts een vervelende prikkel/geen grote gezondheidsschade toebrengt.
4. Dikke kabels tegen doorsmelten.
5. Loodaccu’s (i.p.v. lithium-ion) in verband met bewezen betrouwbaarheid en minder brandgevoelig ten opzichte van nieuwe power supply units.
6. Bezichtiging en ‘keuring’ door verzekering [2], en een afgesloten verzekering.
Hoogwaardige kennis van elektrotechniek en installatiewerk
Maar misschien wel het meest cruciaal in het kader van de veiligheid is Herman zelf. Een gedreven vakman met hoogwaardige kennis van elektrotechniek en installatiewerk. Herman gaf aan “veel broddelwerk tegen te komen in ‘installatieland’: of het nu gaat om elektronica in de automotive sector, printplaten of zonnepanelen. De kennis en vaardigheden, bij bedrijven en burgers, zijn zorgwekkend.” Hij raadt het dan in het algemeen ook af om als burger zelf te gaan knutselen: “Je moet verdomd goed weten wat je doet, want er zijn legio gevaren waar je met veel verstand van zaken naar moet kijken. En dat is lang niet iedereen gegeven.”
Ontbrekende wet- en regelgeving
Zoals ik al eerder blogde, speelt de energietransitie zich af op tal van schaalniveaus. Bovenstaand voorbeeld illustreert hoe ook op micro niveau, door een individueel huishouden, aan de energietransitie invulling wordt gegeven. Dat is mooi, maar kent dus ook duidelijk zijn veiligheidsmerites. En daar zijn weer geen wetten/regels/keuringsschema’s voor.
Een ander punt hierbij is dat het voor hulpdiensten onbekend is wat ze tegenwoordig zoal achter de voordeur aan kunnen treffen aan energievoorziening. Ooit was het overzichtelijk in een woning: elektra en gas, beide in een meterkast bedienbaar. Tegenwoordig zien we een variatie aan energiebronnen en -opslag (accu’s, powerwalls, zonnepanelen, warmtepompen, waterstof, …) op een nog grotere variatie aan plekken in de woning. En dat maakt de energietransitie voor de brandweer tot een nog grotere uitdaging dan dat al die ontwikkelingen nu al zijn.
In ons land is het Rijk bezig met beleid rond de energietransitie, multinationals verduurzamen, provincies en gemeenten maken energie en warmtevisies, en ook burgers laten zich niet onbetuigd. Maar als het gaat om de veiligheid: die wordt aan ieders eigen kennis, kunde en welwillendheid overgelaten. En daarmee is die veiligheid – positief uitgelegd – blijkbaar van ons allemaal. In een negatieve uitleg is de veiligheid dan evenzeer van niemand. En dat zal zich vroeg of laat wreken. Helaas.
Nils Rosmuller
lector Energie- en transportveiligheid
Met dank aan Herman en Monique voor de ontvangst, koffie, rondleiding en hun bijdrage aan dit blog.
Lees ook
Jan Meinster van het LEC IV leidde een ‘inspiratietafel’ over de blusschuimtransitie. Duidelijk werd dat bedrijven behoefte hebben aan concrete informatie.
Met 2024 op de kalender wordt het voor de industrie en de brandweersector zaak haast te maken met de blusschuimtransitie. De Europese verordening die het gebruik van PFAS in blusschuim verbiedt, wordt namelijk in de loop van komend jaar van kracht.
De bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de consequenties van de Omgevingswet voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s.
Het LEC IV werkt aan het opstellen van zijn eerste meerjarenplan met meerjarenbegroting voor de periode 2024-2027.
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.