Netwerkdag LEC IV – 10 november 2022 – Risicogericht adviseren

7 december 2022

Risicogericht adviseren vormde de rode draad in het programma van de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid op 10 november jl.

Risicogericht adviseren vormde de rode draad in het programma van de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid op 10 november jl. De impact van de Omgevingswet op de advies- en handhavingspraktijk was een van de thema’s en ook de energietransitie en de opslag van lithium-ion houdende energiedragers stonden op het programma. In kort bestek: risicogerichte advisering vraagt een praktische benadering, creativiteit en ook samenwerking tussen partners in de keten.

De netwerkdag wordt geopend door Ron Bouwman, die als nieuwe programmamanager van het LEC IV zijn debuut maakt als dagvoorzitter. Kort blikt hij terug op de geschiedenis van het LEC, dat in 2007 ontstond uit de gevoelde behoefte van de veiligheidsregio’s om meer samen te werken in de uitvoering van de Brzo-taken. Ron stond zelf mede aan de wieg van het samenwerkingsverband en is nu weer ‘terug op het honk’, in een uitdagende tijd voor het Netwerk IV.

Ron Bouwman beleefde zijn ‘debuut’ tijdens de netwerkdag.

Rondje regio’s

Het traditionele ‘rondje langs de regio’s’ maakt onder andere duidelijk dat ontwikkelingen rond de energietransitie de volle aandacht hebben van de IV-specialisten in het land. In Noord-Nederland speelt onder andere de ingebruikname van twee LNG bunkerschepen, die moeten helpen de beschikbaarheid van aardgas via het Nederlandse gasnet te waarborgen. Verder stelt DO-lid uit regio Noord Hans Foekens vast dat bedrijven die als gevolg van wijzigende energiecontracten binnenkort met hogere energieprijzen te maken krijgen, hun productie fors hebben opgeschroefd. Zo kunnen zij nu nog even optimaal van de relatief lage prijs profiteren. Die extra belasting van procesinstallaties levert uiteraard aandachtspunten op voor onderhoud en inspectie vanuit de overheden.

De noordwestelijke regio’s werken, in het kader van de naderende Omgevingswet, hard aan een inventarisatie van ARIE-bedrijven, in samenwerking met de Omgevingsdienst. Naar verwachting gaat het landelijk om circa 800 bedrijven. In december wil men een voorlopige lijst hebben die inzicht geeft welke bedrijven (ook spoorwegemplacementen) onder de ARIE-regeling vallen. Verder is er ook in het IJmondgebied en in de Amsterdamse haven volop actie rond de energietransitie. Zo zijn er bijvoorbeeld plannen voor een waterstofnetwerk in het gebied.

In Brabant valt een groot project van Shell Chemie in Moerdijk op. Shell wil die locatie verdubbelen in omvang, onder andere om in het kader van de circulaire economie plastic afval in herbruikbare olieproducten om te zetten. Een project van formaat binnen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.

In Limburg zijn de ogen gericht op het chemiecluster Chemelot in Sittard-Geleen. Naar aanleiding van een aantal incidenten in de afgelopen jaren, hebben de veiligheidsregio en de Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzoek gedaan naar de veiligheid op het terrein. Conclusie: Chemelot voldoet aan de regels en de veiligheidsregio heeft zijn toezichttaken goed uitgevoerd. Maar er zijn aandachtspunten, met name de schurende veiligheidsbelangen door de combinatie van veertien Brzo-plichtige activiteiten en een campus op het terrein. Verder volgt de veiligheidsregio intensief de ambities van Chemelot om het meest veilige en duurzame chemiecluster van Nederland te worden.

In Zuidwest werkt de VRR aan het optimaliseren van de strategische personele planning om voldoende capaciteit op alle industriële veiligheidsvraagstukken te kunnen inzetten. Verder is er in deze regio veel aandacht voor de veiligheid van spoorwegemplacementen, in termen van bluswatervoorziening en paraatheid van de (bedrijfs)brandweer. De regio sluit daarmee aan bij het landelijk project Veiligheid spoorwegemplacementen, waardoor de eenheid van benadering wordt bevorderd.

De mogelijke ontwikkelingen op het gebied van kernenergie worden kritisch gevolgd door Zeeland en Groningen, waar respectievelijk Borssele en de Eemshaven in een eerste verkenning zijn getipt als potentiële toekomstige locaties voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Dat thema zal in die gebieden dan ook de agenda van de betrokken veiligheidsregio’s gaan bepalen de komende jaren.

PGS 37-2

Sander Lepelaar praatte de deelnemers aan de netwerkdag bij over de stand van zaken van de lang verwachte PGS 37-2 voor opslag van lithium-ion houdende energiedragers. Goed nieuws: aan de PGS wordt, na vijf jaar bouwen, overleg en discussie, nu de laatste hand gelegd. Het concept is gereed en leverde in totaal 1100 reacties op. Om de veiligheid zo goed mogelijk te borgen, worden in de PGS 37-2 eisen gesteld aan de maximale compartimentsgrootte voor opslag (2500 vierkante meter). Maar er zijn ook nog wat discussiepunten, zoals de typen batterijen die onder de PGS vallen, de maximale stapelhoogte en de ‘state of charge’.

Sander Lepelaar belicht via een online presentatie de stand van zaken rond de PGS 37-2.

Het standpunt van de brandweer is dat batterijen in opslag gemakkelijk toegankelijk moeten zijn, om bij incidenten snel te kunnen ingrijpen en een onbeheersbare brand in de opslag te voorkomen. Als bedrijven hoger willen stapelen dan de brandweer verantwoord vindt, moeten zij zelf maatregelen treffen om een pallet met oververhitte of brandende batterijen beneden te krijgen. Dat zal wellicht niet veilig mogelijk zijn voor onbeschermd personeel. De brandweer zal bij brand in een opslag van lithium-ion houdende energiedragers in ieder geval terughoudend optreden.

Een belangrijke eis die al wel is vastgelegd, is dat het opladen van batterijen in dezelfde ruimte als waar opslag plaatsvindt niet is toegestaan. Dat geldt ook voor het opladen van heftrucks die in de betreffende opslagen voor het logistieke proces worden gebruikt. De ontvangen commentaren worden nu verwerkt. De commissie verwacht dat in maart 2023 nog een laatste vergadering plaatsvindt en dat de PGS 37-2 rond of na de zomer van 2023 kan worden vastgesteld.

Impact Omgevingswet

Iwan Custers, Dina van der Aart, Karin Eshuis en Frank Lelieveld gaan in een forumdiscussie met elkaar in gesprek over de impact van de Omgevingswet op risicogericht adviseren en het aanwijstraject voor bedrijfsbrandweer. De IV-specialisten in de veiligheidsregio’s zijn middels een bijscholingscursus al voorbereid op de nieuwe situatie, maar omdat invoering van de wet nog steeds op zich laat wachten, kan de kennis bij sommigen wat zijn weggezakt. Even een quiz dan maar, om de kennis weer wat op te frissen en in het thema te komen.

Forumgesprek met Iwan Kusters, Dina van der Aart, Frank Lelieveld en Karin Eshuis.

De discussie spitst zich toe op bedrijfsbrandweeraanwijzingen en de rol van de veiligheidsregio’s als adviseurs en toezichthouders. Juridisch beleidsadviseur industriële veiligheid Karin Eshuis legt uit dat in de Omgevingswet de aanvraag van de Omgevingsvergunning en de bedrijfsbrandweeraanwijzing aan elkaar zijn gekoppeld. Het onder de Omgevingswet hangende Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) is voor de veiligheidsregio’s leidend en geeft hen een wettelijke adviestaak. Omdat de veiligheidsregio’s op grond van de Omgevingswet zelf bevoegd gezag zijn, hebben zij ook een wettelijke toezichttaak op de bedrijfsbrandweer. Voor bedrijven die hun brandrisico’s hebben afgedekt met een stationaire blusinstallatie hebben de regio’s die bevoegdheid echter niet. Een leemte in de wet, stelt Karin Eshuis. Inspecteurs kunnen de bedrijven echter wel bezoeken en zaken rond stationaire installaties signaleren. Maar voor vervolgactie in de sfeer van handhaving moeten zij bij de omgevingsdienst zijn. De oproep in de forumdiscussie is dan ook om met die uitvoeringspartner een goede relatie te onderhouden en nauw samen te werken. Ergo: in het toezicht op de bedrijven hebben de veiligheidsregio en de Omgevingsdienst elkaar nodig.

Een vraag die in de discussie op tafel komt, is hoe de veiligheidsregio’s in hun adviesrol om kunnen gaan met bedrijven die aanvankelijk geen aanwijzing kregen, maar in de loop der tijd veranderingen aan hun infrastructuur of in hun proces uitvoeren, waardoor hun mogelijke incidentscenario’s kunnen veranderen. Het liefst kiezen de veiligheidsregio’s voor een pragmatische aanpak; is sprake van een beperkte wijziging, dan hoeft geen geheel nieuwe aanwijsprocedure te worden gestart. Tenminste, zolang het bedrijfsbrandweerscenario niet verandert. Niet iedere verandering voor de milieuvergunning betekent immers automatisch een verandering van scenario.

Lopende projecten

In het blok vóór de lunch belichten Jan Meinster en Henk van Wetten de stand van zaken rond de lopende projecten binnen het Netwerk IV. Henk praat de deelnemers bij over de herziening van de Handreiking brandweeradvisering milieu: een praktisch document, dat adviseurs van de veiligheidsregio’s houvast geeft bij het beoordelen van de (brand)veiligheidsaspecten rond milieubelastende activiteiten op basis van de Omgevingswet. Aan de handreiking wordt nog gebouwd, mede aan de hand van input vanuit het veld, die tijdens de vorige netwerkdag in een workshop is opgehaald. De handreiking moet bovenal een ‘levend document’ worden, dat gemakkelijk kan worden geactualiseerd bij nieuwe ontwikkelingen, zoals veiligheidsaspecten rond de energietransitie.

Jan kondigt aan dat het netwerk op korte termijn een uitnodiging tegemoet kan zien voor een webinar over gebruik van het Scenarioboek Industriële Veiligheid. Dat document is gereed en is een leidraad voor de beoordeling van scenario’s. Het webinar heeft inmiddels plaatsgevonden.

Verder werkt het Netwerk IV mee aan de totstandkoming van een nieuw te schrijven Werkwijzer toezicht bedrijfsbrandweren. Een belangrijk houvast voor het inrichten van de toezichthoudende rol onder de nieuwe Omgevingswet, waarover ook al in de forumdiscussie werd gesproken. Een vorige werkwijzer was geënt op het aanwijsproces; de nu in ontwerp zijnde werkwijzer behandelt dus specifiek de toezichtrol.

Dan is er nog het project Brandveiligheid bij afvalbedrijven. Zoals al beschreven in de vorige nieuwsbrief van het LEC IV zijn de literatuur- en casusstudie gereed en zijn al enkele conclusies benoemd. Begin december worden de definitieve resultaten van het onderzoek verwacht.

Jan Meinster over het project Brandveiligheid bij afvalbedrijven.

Wat meer uitleg vraagt het LEC-project handreiking MOC Schuimtransitie in ontwerp. Dit moet een praktisch document worden voor veiligheidsregio’s en bedrijfsleven om de schuimtransitie naar fluorvrije alternatieven in goede banen te leiden. De wetgeving voor een algeheel verbod op fluorhoudend schuim is in de maak en wordt eind 2023 van kracht. De overgangstermijn van tien jaar voor de Brzo-sector betekent niet dat bedrijven gedurende die tijd zonder enige belemmering fluorhoudend schuim kunnen blijven gebruiken, want zij moeten aan strenge voorwaarden voldoen. Ondertussen moeten zij actie ondernemen om op een zorgvuldige manier over te schakelen op een fluorvrij alternatief. Daarbij moeten de bedrijven zelf kunnen aantonen dat het gekozen alternatieve blusmiddel effectief is voor de relevante stoffen en scenario’s. De handreiking richt zich op het toetsen van het volledige ‘Management of Change’ proces, om te waarborgen dat alle benodigde stappen zorgvuldig zijn doorlopen en dat erop mag worden vertrouwd dat het fluorvrije alternatief zijn werk goed doet.

Whisky, loading docks en stoffenlijst

In de middag worden drie workshops van zeer uiteenlopende aard verzorgd. Als eerste een inkijkje in de ontwikkeling van het programma risicogericht adviseren. Dat programma moet de veiligheidsregio’s helpen de overstap te maken naar een risicogerichte adviespraktijk. Goede samenwerking met initiatiefnemers van risicovolle activiteiten is daarbij een waarborg voor succes. De inleidende casus voor de workshopdeelnemers was er een voor de whisky-liefhebbers. Met als boodschap: whisky, met alcoholpercentages tussen 40 en 70 procent is een brandbare stof. In grootschalige opslag in distributiecentra gaat het om grote volumes, tot miljoenen liters. In theorie gaat het dan om een Brzo-plichtige opslagfaciliteit, waarvoor de PGS-15 zou moeten gelden.

Frank Lelieveld en Renée Linck doen een boekje open over whisky en risicogericht adviseren.

De praktijk is anders, omdat de wet een uitzondering maakt voor alcohol voor consumptiedoeleinden. Die uitzondering is eigenlijk opgesteld voor de detailhandel, maar de wet maakt geen onderscheid en dus zijn ook de zeer grootschalige opslagen van sterke dranken uitgezonderd. Omdat het gaat om een reëel risico met potentieel grote effecten, moet de brandweer er toch iets van kunnen vinden. Bij uitstek een voorbeeld waar risicogericht adviseren kan worden toegepast om toch veiligheidswaarborgen te kunnen vragen van de opslagbedrijven stelt Renée Linck, programmamanager risicogerichtheid. De huidige wet biedt daarvoor in haar ogen voldoende houvast.

De tweede workshop handelde over het beheersen van loading dock brandscenario’s bij opslagloodsen. Een scenario dat in de PGS 15 niet aan bod komt, maar waar de brandweer vanuit haar adviesrol toch wel iets van vindt. Want af en toe ontstaan branden in loading docks die, als onvoldoende maatregelen voor brandbeheersing zijn getroffen, kunnen overslaan naar de opslag. Met alle gevolgen van dien. Om de brandweer meer handvatten voor advies te geven, is een handreiking voor de veiligheidsregio’s in ontwerp, op basis van de mogelijke scenario’s plasbrand en lekkage van toxische stoffen. Een voertuigbrand (trekkend voertuig) in het loading dock wordt niet als een reëel scenario gezien. Wel een plasbrand, die kan ontstaan bij het lek stoten van opslagvaten met brandbare vloeistof die worden in- of uitgeladen, waarbij de lekkende stof in aanraking komt met bijvoorbeeld hete delen in de wielen van de oplegger.

Marco van Eijkeren en Sjaak Offermans behandelen ‘loading dock’ scenario’s.

Tijdens de workshop wordt gediscussieerd over brandbeheersende maatregelen, zoals brandwerende scheidingen op gevels en deuren, al dan niet in combinatie met gevelsprinkler. Belangrijk: een sprinklerinstallatie ín de loods wordt niet geaccepteerd als maatregel voor brandbeheersing in het loading dock. Alle voorzieningen die het bedrijf treft om branddoorslag naar de expeditie te voorkomen, bepalen of het bedrijf wel of niet in aanmerking komt voor een aanwijsprocedure bedrijfsbrandweer.

In workshop 3 puzzelen de deelnemers op een nieuwe versie van de stoffenlijst, die nu te complex en te omvangrijk is voor praktisch gebruik in de operationele hulpverlening. Hoe kan die lijst praktischer toepasbaar worden gemaakt?

Na een korte plenaire terugkoppeling van de resultaten van de workshops sloot dagvoorzitter Ron Bouwman zijn eerste LEC-netwerkdag af met de uitnodiging voor de volgende editie, op 9 maart 2023.

Lees ook

21-11-2023
Landelijke harmonisatie veiligheid spoorwegemplacementen in zicht

Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.

21-11-2023
IV-Alert flensverbindingen

Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.

21-11-2023
‘In de startblokken voor 1 januari 2024, bent u klaar voor de OW?’

Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.

21-11-2023
Actualisering PGS 12: Richtlijn voor veilig opslaan en verladen ammoniak

In de industriële energievoorziening is ammoniak de komende jaren belangrijk als drager voor waterstof en mogelijk ook als brandstof. De industrie sorteert daar al op voor, met plannen voor uitbreiding van bestaande ammoniakopslagterminals en aanvragen voor zowel ombouw van cryogene tanks als nieuwe opslagtanks.

12-10-2023
Externe noodplannen Seveso III bijna overal up-to-date

De externe noodplannen in het kader van de Seveso III-richtlijn, beter bekend als ‘rampbestrijdingsplannen voor Brzo-bedrijven’ zijn bijna overal up to date.

12-10-2023
De SIV’er in de praktijk: Peter Meijer (Veiligheidsregio Noord-Holland Noord)

Passie voor de brandweer zit bij Peter Meijer in het bloed. Hij begon 32 jaar geleden als aspirant-brandwacht bij de toenmalige Regionale Brandweer Noord-Kennemerland en werkte zich in de loop der jaren uiteindelijk op tot Hoofdofficier van Dienst.

10-10-2023
Adviesleerroute Industriële Veiligheid van start

Op 6 september jl. is bij het NIPV de nieuwe ‘adviesleerroute’ Industriële Veiligheid van start gegaan. Het is, na de leerstroom Ruimtelijke Veiligheid, de tweede leerstroom die wordt aangeboden.

10-10-2023
LEC Industriële Veiligheid mediapartner van Nationaal Seveso Congres

Het LEC IV is dit jaar mediapartner op het Nationaal Seveso Congres, dat op 23 november a.s. in Utrecht wordt gehouden. Op het congres, georganiseerd door kennis- en opleidingsinstituut Outvie, worden actuele thema’s in het Seveso/Brzo-domein geadresseerd, waaronder de consequenties van invoering van de Omgevingswet, de energie- en grondstoffentransitie en de gevolgen van klimaatverandering voor de sector. Het LEC IV neemt tijdens het congres deel aan een inspiratietafel over de blusschuimtransitie.

10-10-2023
Staat van de Veiligheid 2022: minder overtredingen, wel verbetermogelijkheden

Tijdens Brzo-inspecties zijn in 2022 minder overtredingen geregistreerd dan in het voorgaande jaar. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage ‘Staat van de Veiligheid 2022’. De positieve trend is voor de landelijke inspectiediensten en de partners in het Netwerk Industriële Veiligheid geen reden om tevreden achterover te leunen, want slechts bij vijf procent van de bedrijven is in het geheel geen overtreding of afwijking op veiligheidsgebied geregistreerd. Bovendien deden zich vorig jaar 4282 ‘ongewone voorvallen’…