Blog: ‘Wat als de bom valt….’
14 oktober 2022
Lector Crisisbeheersing Menno van Duin bespreekt in zijn blog de situatie in Rusland. ‘Feitelijk zijn we weer min of meer in een nieuwe Koude Oorlog beland.’

Eerder wijdde ik een blog aan het bekende thema van onzekerheid naar aanleiding van de inval van Rusland in de Oekraïne. Ik sloot die blog af met de zin: We hopen maar, met Sting, dat Poetin naar zijn onderdanen gaat luisteren. Sting zong immers 37 jaar geleden al in het prachtige nummer Russians (1985): “How can I save my little boy from Oppenheimer’s deadly toy” en “What might save us, me and you, is if the Russians love their children too.”
Het is feitelijk nog steeds volstrekt onzeker of Poetin dat gaat doen. Als er één doemscenario is dan is het wel dat Poetin ‒ volledig in het nauw gedreven en in ego weinig meer te verliezen ‒ alsnog gebruik gaat maken van een (klein) nucleair wapen. Militairen zeggen dan wel steeds dat Poetin ‘not mad but bad’ is, maar hoe zeker zijn we daarvan?
Eén van Nederlands meest populaire popgroepen, Doe Maar, kwam al wat eerder (1982) ‒ ook direct gerelateerd aan de Koude Oorlog ‒ met het geweldige nummer De bom: “Want als de bom valt, dan lig ik in mijn nette pak, diploma’s en mijn cheques op zak, mijn polis en mijn woordenschat aaoei, onder de flatgebouwen van de stad naast jou …”
Voorlopig leeft deze nieuwe ‘cold war’ nog niet echt want een nieuwe De Bom of Russians heeft zich nog niet gemeld, maar wat niet is… Deze nieuwe situatie roept wel de vraag op wat dat nu voor ons persoonlijk maar ook professioneel betekent. Vooral sommige jongeren, zo hoor ik wel al wat om me heen, worden knap onrustig van deze nieuwe dreigingen. Ook wel begrijpelijk: hebben ze eerst als geen andere groep geleden onder de beperkingen van de coronacrisis en vervolgens hangt dit weer boven hun hoofd.
Zouden we ons moeten/kunnen voorbereiden op ‘als de bom valt’. De schuilkelders (onder flatgebouwen van de stad) zijn er niet meer, maar dat betekent nog niet per se dat we niets meer zouden kunnen doen. Enige voorbereiding op een dergelijke situatie kan waardevol zijn. Ik denk dat het goed zou zijn hier toch al wat meer over na te denken en mogelijk wat – zeker in het communicatieve! – maatregelen te nemen. Om wat te noemen.
- Welke gevolgen heeft een eventuele nucleaire fall-out voor ons land. Het antwoord in technische zin (stralingsrisico) zal zijn: heel weinig. Maar dat zal zeker niet iedereen voetstoots aannemen. Een mens lijdt immers het meest van het lijden dat hij vreest. De belevingsaspecten zijn vaak belangrijker dan de feiten.
- Moeten wij alvast of snel aan de jodiumprofylaxe? Ook hier zal het antwoord nee zijn, maar daarbij zal verdere uitleg wenselijk zijn. Liggen alle Q&A’s hierover klaar of vraagt dat nog wat aandacht?
- Welke indirecte gevolgen kunnen er zijn en zijn daar onderwerpen bij die nu voorbereid kunnen worden (aanpak import mogelijk besmette producten, nieuwe vluchtelingenstromen).
Eén ding is zeker. Ook al blijft het verder beperkt tot (be)dreigingen. De samenleving of tenminste een deel van de samenleving wordt (wat) onrustig en zal gaandeweg met vragen komen. Communicatief ‒ risico- en crisiscommunicatie – wacht mogelijk een pittige klus. Daarop in relatieve rust (die er natuurlijk niet meer is nu de crises over elkaar heen rollen) al wat anticiperen kan mijns inziens geen kwaad.
Misschien verbaast sommigen deze oproep omdat ik vooral bekend sta als een veerkracht-aanhanger. Dat blijf ik ook onverkort, maar dat laat onverlet dat ik vind dat overheidscommunicatie langzamerhand wel op zijn plaats is. Niet dat daarmee antwoorden zullen komen; wel dat begrip wordt getoond voor de gevoelde onrust en mogelijk ook al wat wordt gezegd hoe de overheid zich hierop voorbereid.
Lees ook
Wat als een belangrijk ziekenhuis of een elektriciteitscentrale plotseling uitvalt als gevolg van een natuurbrand? Beleidsmedewerkers Elsbeth van der Graaf en Marcel Hilhorst van Veiligheidsregio Utrecht werken aan een ambitieus project: het in kaart brengen van kritieke voorzieningen in Nederland. Ze vertellen.
De verwachte frequentie en intensiteit van klimaatincidenten, en steeds reëlere scenario’s van militaire dreiging, benadrukken de noodzaak om na te denken over het omgaan met schaarste in tijden van crisis.
Op 16 april streden 8 groepjes scholieren om de Technasium Brandweer Award 2024-2025. Lector Ricardo Weewer en onderzoeker Joost Hermans maakten deel uit van de jury.
Het NIPV heeft een leertraject begeleid naar de respons op de storing op het Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN) van eind augustus 2024.
Kan een batterijmanagementsysteem (BMS) helpen bij het voorkomen van een thermal runaway? Het NIPV deed onderzoek naar de werking van BMS’en en hun preventieve mogelijkheden.
Norm NEN-EN 1846-2 beperkt risico’s zodat brandweermensen veiliger kunnen werken. Deze zijn vernieuwd om onder meer de aanschaf van elektrische brandweervoertuigen makkelijker te maken.
Brandonderzoekers kunnen zich vanaf nu inschrijven voor verschillende bijscholingsthema- en trainingsdagen die het NIPV dit jaar aanbiedt.
Deze besluiten vormen een volgende stap in het verbeteren van het onderwijsstelsel voor brandweerzorg en crisisbeheersing.
“Voorheen was BI vooral terugkijken, nu is daarnaast realtime presentatie van data mogelijk. De volgende stap is misschien wel de toekomst voorspellen: data science”, vertellen Wolfgang Hasse en Ninke Maes van het BI-team van het NIPV.
Vorige pagina - Pagina1
- …
- Pagina3
- Pagina4
- Pagina5
- …
- Pagina48
- Volgende pagina