Blog: Haal niet je eigen Oekraïner(s)…
10 maart 2022
De eerste fase na een ramp wordt wel de ‘honeymoon phase’ genoemd. Er is een roze wolk waarin velen goed willen doen. Maar doen we dan wel het goede?
Er is massale solidariteit die zich vaak uit in het organiseren van vele vormen van informele hulp. Bij de coronacrisis zagen wij dat vooral het eerste half jaar. In alle gemeenten ontstonden prachtige initiatieven (muziekgroepjes bij verzorgingscentra; restaurants die maaltijden gingen leveren; nieuwe netwerken die zich ontwikkelden).
Inmiddels zitten wij in de Oekraïense crisis en zien wij ook weer allerlei vormen van deze massale solidariteit en mensen die staan te popelen om een steentje bij te dragen. Duizenden knuffels zijn inmiddels verzameld en zoals gebruikelijk is er al ongelooflijk veel goedbedoelde rotzooi (informele hulpbronnen) richting de Oekraïne gestuurd. Ongetwijfeld zijn daar ook nuttige zaken bij. Een voorbeeld van maar één van de lessen uit internationaal ramponderzoek is wel dat na afloop van rampen er nog hele hangars, sporthallen en distributiecentra vol liggen met spullen waar niets meegedaan wordt. Gelukkig is de inzameling middels Giro 555 ook succesvol, maar die massale toestroom van informele goederen is niet de oplossing.
Wat zeker ook niet de oplossing is, is de trek naar met name de Poolse-Oekraïense grens om zelf daar personen (moeder met één of enkele gezinnen) te gaan ophalen. Natuurlijk is het nobel en zullen er ongetwijfeld goede voorbeelden zijn waar op zo’n manier een prachtige match ontstaat. Tegelijkertijd roept dit zowel aan die kant (de ‘beauty contest’: dat oudere echtpaar van 85 plus wordt niet snel meegenomen en blijft dan lang achter!) als aan onze kant (in Nederland) allerlei vragen op. Die kleine gemeenschap is helemaal niet in staat die 30 weeskinderen op te vangen die door een particulier zijn meegenomen uit Polen. Die particulier kent vaak ook niet al die wegen die hier dan weer bewandeld moeten worden (school, gemeente e.d.). Tenslotte is er op zo’n manier nooit zicht op de intenties die niet per definitie altijd goed zullen zijn.
Inmiddels worden in Nederland door professionele organisaties als Vluchtelingenwerk Nederland, het Rode Kruis, het Leger des Heils e.a. allerlei maatregelen genomen en worden overlegstructuren opgebouwd om hier die opvang goed te organiseren. Zowel grootschalig in hotels, recreatieparken, bedrijfspanden (via gemeenten en veiligheidsregio’s) als bij mensen thuis, maar dan wel door echt te kijken waar dat kan en wie dan bij die personen passend zijn.
Menno van Duin, lector Crisisbeheersing
Ga naar ons Oekraine-dossier voor alle informatie over onze inspanning rondom de oorlog en crisis in Oekraïne.
Lees ook
Leest u wel eens een onderzoeksrapport van het NIPV? En wat doet u er dan mee? Kunt u de bevindingen toepassen, en doet u dat ook? Lees de nieuwste blog van lector Ricardo Weewer.
Het onderwijs voor brandweer- en crisisprofessionals moet klaar zijn voor de toekomst. Met die boodschap is het onderwijsjaar 2024-2025 van het NIPV officieel geopend.
Kwaliteitscontrole aan het einde van eerste-levenstoepassingen kan deze risico’s deels borgen.
Het NIPV en Universiteit Twente stellen bijzondere leerstoel in: ‘Veiligheidsaspecten van Energietransitie in de Gebouwde Omgeving’.
Een 8-tal collega’s, van verschillende organisaties, bracht vorige week een werkbezoek aan Roemenië. In enkele dagen gaven de staatssecretaris van Binnenlandse zaken en zijn collega’s een waardevol inzicht in de crisisorganisatie van het land.
Erik Schrijvers start per 1 september 2024 als lector Crisisbeheersing bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV).
Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat voor brandcompartimenten groter dan 2500 m² extra maatregelen mogelijk zijn om de brandveiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen op niveau te houden.
Dit onderzoek laat zien welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij een zero-emissie busincident per fase van incidentbestrijding: alarmeren, herkennen, verkennen, stabiliseren, bestrijden en nazorg.
Op 31 december 2023 telde de Nederlandse brandweer in totaal 22.383 personen in repressieve dienst. Hiervan heeft 80 procent een vrijwillig dienstverband en is 14 procent beroeps. Dat en meer blijkt uit de gegevens over repressief brandweerpersoneel die het NIPV publiceert.