Diploma-uitreiking leergang Operationeel manager
April 2024
Zes deelnemers van de leergang Operationeel manager hebben op 20 maart 2024 tijdens een feestelijke ceremonie hun diploma in ontvangst mogen nemen. De deelnemers zijn door Janneke Titzing (onderwijskundige) en Sandy Pilage (onderwijscoördinator) namens het NIPV en Hogeschool Saxion met een korte toespraak in het zonnetje gezet.

Na de start van deze herziene leergang in september 2022 hebben de deelnemers ruim een jaar hard gewerkt aan de verschillende proeveonderdelen en zich verder ontwikkeld op het gebied van organisatiemanagement en leidinggeven. Daarnaast hebben zij kennisgemaakt met persoonlijke uitdagingen, krachten en dilemma’s. Dit alles heeft uiteindelijk tot dit mooie resultaat geleid. Janneke Titzing: “We zijn trots op het bereikte resultaat en wensen de geslaagden een mooie voortzetting van hun loopbaan binnen de veiligheidsregio’s!”
Enkele deelnemers delen hun ervaringen met de leergang Operationeel manager.
Hoe hebben jullie de leergang ervaren?
“Ik heb de opleiding als positief en leerzaam ervaren”, vertelt een van de deelnemers. “Met name het leiderschapstraject is erg interessant. De contactmomenten van ongeveer 2 keer in de maand op het NIPV zijn goed te doen. Naast de contactmomenten is het van belang dat je naast je huidige werk voldoende tijd inplant voor de beroepsproducten. De samenwerking met de andere deelnemers is heel waardevol. Vanuit de praktijk vlieg je casussen aan en je leert hierbij erg veel van andermans ervaringen.”
“De leergang heb ik als zeer leerzaam en waardevol ervaren. Het heeft me inzicht gegeven in de verschillende dilemma’s van leidinggeven en een boost op persoonlijk leiderschap. De docenten waren deskundig en er werden veel praktijkcases behandeld om te theorie te verduidelijken. De studiebelasting is hoger dan aangegeven in de toetswijzer, hoewel dit per individu verschilt”, aldus een andere deelnemer.
Wat nemen jullie mee uit de leergang naar de praktijk?
“Wat ik met name meeneem vanuit de opleiding is het communiceren en het creëren van draagvlak”, aldus een van de deelnemers. “Hoe zorg ik als (project)leider voor draagvlak en hoe zorgen we dat het gezamenlijke doel wordt behaald? Welke stijlen moet ik gebruiken bij een bepaald type mens? Tot slot neem ik het waardevolle netwerk mee terug dat ik heb opgedaan tijdens de opleiding. Regelmatig hebben we onderling nog contact.”
“Aandacht voor persoonlijk leiderschap en gesprekstechnieken vond ik het meest waardevolle uit de opleiding”, vertelt een andere deelnemer. Deze skills kan ik direct toepassen in mijn huidige rol. Verder heb ik veel geleerd over projectmatig werken. Hoewel ik persoonlijk weinig projectmatig werk, weet ik nu hoe een project aan te vliegen.”
Wat zou je als oud-deelnemer mee willen geven aan een toekomstige deelnemer?
“Wil je graag meer leren over leiderschap in combinatie met het gestructureerd aanpakken van een vraagstuk? Ga dan de opleiding Operationeel manager doen. Deze sluit hier erg goed op aan.” Tot slot geven de deelnemers nog de volgende tips mee:
- Blijf gemotiveerd. Het kan soms moeilijk zijn (zeker als dit niet je dagelijks werk is). Maar zet door, houd je doelen in gedachten. Het kwartje gaat opeens vallen.
- Pas toe wat je leert. Ga dingen die je leert uitproberen, gesprektechnieken met collega’s, kneepjes toepassen in je project.
- Werk samen. Met andere deelnemers en gebruik elkaars netwerk. Samenwerken biedt verlichting op de studielast en leidt tot waardevolle inzichten.
- Geniet er vooral van!
Interesse in de leergang Operationeel manager? In september 2024 start er weer een nieuwe groep. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar, aanmelden kan tot 1 juni. Voor meer informatie en aanmelden bekijk de leergang Operationeel manager.
Bekijk ook
“Deze minor is extra interessant, omdat we uit het hele land komen en verschillende achtergronden hebben”
22 april 2024
Tim van Werkhoven maakt deel uit van de eerste lichting die de nieuwe minor Publieke Veiligheid: Brandweerzorg en Crisisbeheersing volgt.

Tim van Werkhoven is nog bezig met zijn hbo-studie Integrale Veiligheidskunde, maar werkt al bij de brandweer van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Hij maakt deel uit van de eerste lichting die de nieuwe minor Publieke Veiligheid: Brandweerzorg en Crisisbeheersing volgt. Deze minor is speciaal ontwikkeld door het NIPV, in samenwerking met Saxion Hogeschool.
Het is mijn doel is om binnen de veiligheidsregio en dan specifiek binnen de brandweer te gaan werken. Vooral de balans tussen enerzijds het planmatige en beleidsmatige aspect en anderzijds het actieve werk op straat trekt mij, maar ook de teamdynamiek en de diversiteit van de meldingen. Ik woon en werk in Rotterdam. Nou, er gebeurt hier van alles! Dat maakt mij erg betrokken bij dit vak. Voor mij is het belangrijkste dat ik mijn werk met plezier doe en er voldoening uit haal. Voor mezelf of als we met een team een resultaat hebben behaald. Maar ook als je mensen na afloop opgelucht ziet staan en je hebt een verschil kunnen maken. Of als je terugkomt op de kazerne en het nieuws in de krant ziet staan.
Mooie verdieping op mijn opleiding
Deze minor leek me een mooie verdieping op mijn opleiding. Het brandweervak triggert mij het meest, want dat is het meest tastbaar. Maar crisisbeheersing is een interessant aspect van het vak, waarvan ik eigenlijk nog vrij weinig weet. Ik hoop er in deze opleiding veel over te leren.
In de vorige periode van de minor zijn de diverse lectoraten van het NIPV aan bod gekomen. Welke onderzoeken en experimenten vinden er nu plaats op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en de energietransitie? Met welke modellen kunnen we werken? Maar ook: hoe zitten mensen in elkaar? We noemen dat heel mooi human factors: wat doet stress met je en hoe verloopt besluitvorming onder druk? We gingen daarbij niet alleen in op de huidige problematiek, maar keken ook naar toekomstige ontwikkelingen. Waar komen wij als veiligheidsprofessionals straks voor te staan? Denk ook aan de klimaatverandering die natuurbranden en overstromingen kan veroorzaken.
Gevaarlijke stoffen en industriefuncties
In de huidige periode van de minor richten we ons vooral op omgevingsveiligheid en dan specifiek gevaarlijke stoffen en de industriefuncties. Overkoepelend boven deze twee periodes krijgen we bovendien een onderzoeksopdracht. Daarbij doen we bij een veiligheidsregio onderzoek. In de eerste periode hebben we daarvoor een plan van aanpak geschreven, in deze periode gaan we daadwerkelijk aan de slag. Voor mijn groep doen we dit bij de veiligheidsregio Haaglanden. Niet mijn eigen regio, maar het lijkt me juist leuk om bij een andere regio te kijken hoe het daar werkt.
Leren van jongeren over innovatie, technologie en social media
Ons onderzoeksonderwerp is lithium-ion batterijen – de batterijen in elektrische auto’s, maar ook in veel apparaten, die moeilijk zijn te blussen bij brand. Een heel actueel thema. Dat doen we in een groepje van vier man. Dat maakt het heel interessant, want we komen uit het hele land, van verschillende scholen en met verschillende achtergronden. Ik ben een brandweerman uit Rotterdam, maar er komt ook iemand uit Groningen met een achtergrond in forensisch onderzoek. Een groot aantal studeert weliswaar Integrale Veiligheidskunde, maar een deel van de klas gaat straks door naar de politie. Die zitten juist voor het onderdeel crisisbeheersing in deze minor. Die komen daardoor soms met andere inzichten, vanuit een ander perspectief. Dan laten ze zien welke andere belangen er dan soms spelen. Enorm leerzaam!”
Ik zie bij mijn oudere collega’s veel kennis en ervaring. Daar kunnen wij als jongeren een boel van leren. Tegelijk kan de zittende generatie leren van jongeren, bijvoorbeeld als het gaat om innovatie, technologie en social media. En misschien ook wel met het opvullen van de generatiekloof. We zijn toch anders opgevoed. Als je daar één geheel van kunt maken, kan dat een mooie combinatie worden.”
Meer informatie
Bekijk de minor Publieke veiligheid: brandweerzorg en crisisbeheersing.
Trainingen Netcentrisch werken en LCMS voor de BES-eilanden Saba en Sint-Eustatius
22 april 2024
De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) gaan aansluiten op onze Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb). Daarom worden de toekomstige informatiemanagers getraind in de netcentrische werkwijze en het gebruik van het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). Adviseur Netcentrisch werken Jeroen Steijsiger verzorgde samen met een collega van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) de trainingen op Saba en Sint Eustatius. Hij vertelt over zijn recente werkbezoek.

Eerst oefenen, dan alles op papier
“Normaal gesproken zetten we alles eerst op papier, en dán gaan we trainen en oefenen. Maar nu draaiden we het om: al doende onderzochten we samen met de lokale collega’s de meerwaarde van de netcentrische werkwijze en het LCMS. Die blijkt er bij een middelgrote brand of een groot ongeluk niet echt te zijn. In dat geval weet men de ander namelijk wel te vinden: iedereen kent elkaar en de communicatielijnen zijn kort en sterk. Zo hebben ze op Saba WhatsAppgroepen waarin alle bewoners, de crisisdiensten en de gezaghebber zitten. Maar bij een langdurige en complexe crisis is die meerwaarde er zeker wel. Denk aan een situatie als een pandemie of een orkaan, waarin veel afstemming nodig is tussen de eilanden onderling en met diensten buiten het eiland.”

Minder telefoon- en mailverkeer
“Als er op dit moment iets gebeurt op één van de BES-eilanden staat heel Nederland op scherp. Iedereen wil helpen: JenV, Defensie, noem maar op. En dan regent het belletjes en mailtjes vanuit Den Haag: wat is er aan de hand en wat hebben jullie nodig? Als je netcentrisch samenwerkt hoeft dit niet meer: alle informatie komt dan geordend, eenduidig en goed leesbaar samen in een gedeeld situatiebeeld. Het telefoon- en mailverkeer vermindert en de bijstand vanuit Nederland komt gemakkelijker op gang.”
Maatwerk is nodig
“Door direct te oefenen hebben we een voorsprong op de implementatie genomen. En nog belangrijker: de informatiemanagers op de eilanden zien de meerwaarde van de LVCb op de eigen, al aanwezige communicatielijnen. Daarom is het ook zo belangrijk dat we deze samen met hen onderzochten: je kan niet zomaar iets wat hier werkt en hoe wij het gewend zijn, kopiëren en plakken. Op Saba bijvoorbeeld, bevind je je met z’n allen midden in de zee. De community is daardoor veel hechter en sterker dan we in Nederland gewend zijn. Het eiland is zo klein dat crisispartners praktisch naast elkaar wonen. Mensen hebben meerdere petten op en schakelen tijdens een crisis tussen die verschillende rollen. En de uitwerking voor Bonaire zal waarschijnlijk weer anders zijn: het is een veel groter eiland, dat bovendien zo’n 800 km zuidelijker ligt.”
De komende tijd wordt netcentrisch werken ondergebracht in de bestaande crisisstructuren van de BES-eilanden. Daarna volgt de operationele uitwerking. De eilanden kunnen dan gelijk aan de slag, omdat de informatiemanagers al zijn uitgerust om netcentrisch samen te werken.
Bekijk ook
Testen met drones en AI voor detectie natuurbranden
22 april 2024
Het NIPV voert een experiment met vliegtuigdrones uit dat een waardevolle bijdrage levert aan innovatieve ontwikkelingen in het veiligheidsdomein. Het NIPV zorgt voor financiering, evaluatie en regie op de uitvoering. Het landelijk specialisme Team Digitale Verkenning (TDV) voert verschillende testvluchten uit. De testvluchten zijn een vervolg op onderzoek voor Stichting het Veluws Bosbrandweer Comité (VBC) en eerdere tests door verschillende partners.

Snellere beeldvorming van natuurbranden door drones en AI
Tijdens het natuurbrandseizoen is het belangrijk om beginnende branden vroeg op te sporen. Op dit moment gebruiken veiligheidsregio’s daarvoor verkenningsvliegtuigen die luchtsurveillance uitvoeren. Dit werkt goed, maar de techniek ontwikkelt door. Drones en AI (kunstmatige intelligentie) kunnen bijdragen aan snellere detectie en beeldvorming in de meldkamer en in het veld. Tussen eind maart en oktober vliegen er daarom speciale vliegtuigdrones om natuurbranden in een vroegtijdig stadium op te sporen. De bestaande verkenningsvliegtuigen blijven ondertussen gewoon hun werk doen.

Drone detecteert natuurbrand, AI verifieert
Tijdens een missie vliegt een zelfvliegende drone vanaf brandweerkazerne Otterlo over een vastgestelde route. De drone detecteert een mogelijke natuurbrand, waarna AI dit verifieert. Vervolgens streamt de drone live-beelden direct naar de meldkamer. De AI is getraind door eerder gemaakt beeldmateriaal voor hoge kwaliteit en betrouwbaarheid.
Dronespecialisten van het landelijk specialisme TDV voeren de testvluchten uit. Robbert Heinecke is vanuit het NIPV landelijk coördinator TDV: “Luchtvaartwetgeving zegt dat er, ook bij zelfvliegende drones, altijd een pilot in command moet zijn om de drone te begeleiden. Die kan ingrijpen en bijsturen als dat nodig is. Ook kan de piloot bij detectie van een brand de camera besturen die live-beelden naar de meldkamer zendt. Onze dronepiloten zijn speciaal opgeleid om deze drones te begeleiden en hebben daarvoor ook een aantekening op hun brevet. We vinden het heel mooi dat wij zo kunnen bijdragen aan de doorontwikkeling van het bestrijden van natuurbranden.”

NIPV aangesloten na onderzoek in opdracht van VBC
Het experiment met zelfvliegende dronevluchten is een vervolg op een onderzoek en een haalbaarheidsstudie in opdracht van Stichting het Veluws Bosbrandweer Comité (VBC). Samenwerkingspartners zijn Veiligheidsregio Noord- Oost Gelderland, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, softwareontwikkelaar LIVEOP, dronebouwer Avy en Meldkamer Oost-Nederland brandweer (MKON). Het NIPV is nu aangesloten om het experiment te financieren, te evalueren en de uitvoering op zich te nemen.
Zelfvliegende dronevliegtuigen
De drones in dit project, zijn ontwikkeld door de Nederlandse vliegtuigbouwer Avy. De drones zijn uitgerust met zowel propellers als vleugels, waardoor ze tien keer verder en langer vliegen dan gewone drones. De drones werken autonoom en zijn dus zelfvliegend. Daarmee zijn er in de basis geen piloten met joysticks meer nodig. Dat zorgt ervoor dat de systemen sneller ter plaatse kunnen zijn, veiliger zijn en dat de operationele kosten beperkt kunnen blijven.

Innovatieve ontwikkelingen zijn kans voor de toekomst
Natuurbranden hebben ontzettend veel impact, zeker in een dichtbevolkt land als Nederland. Het NIPV verzamelt en bundelt kennis op dit vlak, we doen onderzoek en verbinden veiligheidsregio’s en andere partners. Verder willen we als NIPV een waardevolle bijdrage leveren aan innovatieve ontwikkelingen in het veiligheidsdomein. Daarom zoeken we voortdurend naar nieuwe manieren van werken en oplossingen voor de voorziene uitdagingen in crisisbeheersing en brandweerzorg. Dit experiment met zelfvliegende drones is een voorbeeld van een concrete, innovatieve oplossing voor zo’n voorziene uitdaging.
Evaluatie en doorontwikkeling
Na de huidige testperiode komt er een gedegen evaluatie als doorontwikkeling op de eerdere onderzoeken voor het VBC. De evaluatie moet handvatten aanreiken voor de toekomst. Heinecke: “Ik hoop vooral dat het zelf vliegen de meerwaarde brengt die we verwachten. Als ze uiteindelijk echt ingezet worden, maken ze het brandweerwerk effectiever, efficiënter en veiliger.”
Bekijk ook
NIPV onderschrijft Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit
19 april 2024 (bijgewerkt op 12 mei 2025)
Vandaag tekende directeur Onderwijs en Onderzoek Coby Flier namens het NIPV de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit. Deze gedragscode betekent dat het NIPV zich houdt aan een aantal voorwaarden voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. De symbolische ondertekening gebeurde in het bijzijn van een grote groep collega’s.

Integriteitsprincipes zijn leidend in de gedragscode
Onderdeel van de gedragscode zijn de integriteitsprincipes eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid.
Coby Flier: “De ondertekening van de gedragscode draagt bij aan het borgen van de kwaliteit van het NIPV als onafhankelijk kennis- en onderzoeksinstituut. En past in het rijtje van maatregelen die het NIPV eerder al nam op dit vlak: het instellen van een Adviesraad Onderzoek en het publiceren van een strategische onderzoeksagenda.”
Omgaan met klachten
Onderdeel van de gedragscode is dat er een regeling is voor klachten over schending van de wetenschappelijke integriteit in onderzoek. Het dagelijks bestuur van het NIPV heeft inmiddels een klachtenregeling formeel vastgelegd. Verder is het NIPV samen met acht hogescholen aangesloten bij een commissie voor de afhandeling van eventuele klachten. En er komt een vertrouwenspersoon als eerste aanspreekpunt bij eventuele vermoedens over schendingen of klachten.
Bekijk ook
Koersplan ‘Onderwijs Onderweg’ vastgesteld
19 april 2024
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft een akkoord gegeven op het koersplan van het programma ‘Onderwijs Onderweg’. Ook het MT van het NIPV heeft ingestemd met het koersplan en de gezamenlijke ambitie. Het programma is één van de vier Grote Werken en richt zich op het verbeteren van het onderwijsstelsel voor brandweer en crisisbeheersing.

Praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs
Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg: “Met de goedkeuring van het koersplan kan een volgende stap gezet worden in het waarmaken van onze ambitie. En dat is samen op weg naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s.”
Stapsgewijze aanpak
Het koersplan beschrijft hoe de verbetering van het onderwijsstelsel de komende jaren wordt aangepakt. Het doel is te werken aan flexibel onderwijs dat goed aansluit op de vraag uit de beroepspraktijk. Hiervoor is een transparant, goed werkend en flexibel onderwijsstelsel nodig. Om hier te komen is gekozen voor een stapsgewijze aanpak, waarin met elkaar ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad gaan centraal staan. Dit betekent dat in verschillende fasen wordt geëxperimenteerd en vanuit die ervaringen weer verder wordt ontwikkeld.
Zes ontwikkelopgaven
Centraal staan zes ontwikkelopgaven:
- beter samenspel door meer rolduidelijkheid, rolbewustzijn en rolvastheid
- betere sturing en aansluiting op de vraag vanuit de beroepspraktijk
- meer flexibiliteit in het functiestelsel en de kwalificatiedossiers
- meer flexibiliteit in het onderwijs, waarin de deelnemer centraal staat
- efficiëntere en effectievere uitvoering
- gezamenlijke evaluatie en snellere aanpassing van onderwijs.
Waarom herziening van het onderwijsstelsel?
In september 2023 verscheen de rapportage Onderwijsstelsel veiligheidsregio’s: de zoektocht naar verbetering. Hieruit bleek dat het huidige onderwijsstelsel onvoldoende aansluit op de snel veranderende wereld om ons heen. In het rapport zijn de knelpunten in het huidige stelsel beschreven en is een eerste perspectief voor de toekomst geschetst. Dit toekomstperspectief en de aanpak om hiernaartoe te werken zijn verder uitgewerkt in het koersplan.
Lees het koersplan Programma Onderwijs Onderweg
Koersplan ‘Onderwijs Onderweg’ vastgesteld
19 april 2024
De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft een akkoord gegeven op het koersplan van het programma ‘Onderwijs Onderweg’. Ook het MT van het NIPV heeft ingestemd met het koersplan en de gezamenlijke ambitie. Het programma is één van de vier Grote Werken en richt zich op het verbeteren van het onderwijsstelsel voor brandweer en crisisbeheersing.

Praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs
Frans Schippers, programmadirecteur Onderwijs Onderweg: “Met de goedkeuring van het koersplan kan een volgende stap gezet worden in het waarmaken van onze ambitie. En dat is samen op weg naar een goed werkend onderwijsstelsel met praktijkgericht, flexibel en up-to-date onderwijs voor alle brandweer- en crisisprofessionals in de veiligheidsregio’s.”
Stapsgewijze aanpak
Het koersplan beschrijft hoe de verbetering van het onderwijsstelsel de komende jaren wordt aangepakt. Het doel is te werken aan flexibel onderwijs dat goed aansluit op de vraag uit de beroepspraktijk. Hiervoor is een transparant, goed werkend en flexibel onderwijsstelsel nodig. Om hier te komen is gekozen voor een stapsgewijze aanpak, waarin met elkaar ontdekken, reflecteren, leren en weer op pad gaan centraal staan. Dit betekent dat in verschillende fasen wordt geëxperimenteerd en vanuit die ervaringen weer verder wordt ontwikkeld.
Zes ontwikkelopgaven
Centraal staan zes ontwikkelopgaven:
- beter samenspel door meer rolduidelijkheid, rolbewustzijn en rolvastheid
- betere sturing en aansluiting op de vraag vanuit de beroepspraktijk
- meer flexibiliteit in het functiestelsel en de kwalificatiedossiers
- meer flexibiliteit in het onderwijs, waarin de deelnemer centraal staat
- efficiëntere en effectievere uitvoering
- gezamenlijke evaluatie en snellere aanpassing van onderwijs.
Waarom herziening van het onderwijsstelsel?
In september 2023 verscheen de rapportage Onderwijsstelsel veiligheidsregio’s: de zoektocht naar verbetering. Hieruit bleek dat het huidige onderwijsstelsel onvoldoende aansluit op de snel veranderende wereld om ons heen. In het rapport zijn de knelpunten in het huidige stelsel beschreven en is een eerste perspectief voor de toekomst geschetst. Dit toekomstperspectief en de aanpak om hiernaartoe te werken zijn verder uitgewerkt in het koersplan.
Lees het koersplan Programma Onderwijs Onderweg
Meer informatie
Heeft u na het lezen van dit koersplan vragen? Neem dan contact met ons op.
Contact
Bekijk ook
Onderweg naar 18 miljoen hulpverleners: meer weerbaarheid en veerkracht in tijden van crises
17 april 2024
Het NIPV heeft een verkenning uitgevoerd naar het versterken van maatschappelijke weerbaarheid en veerkracht in tijden van crises. Dit heeft geleid tot een aantal inzichten op het gebied van netwerkvorming, capaciteiten, slagkracht, bewustwording en kaderstelling binnen het totale landschap van crisisbeheersing.

Aanleiding voor deze verkenning, uitgevoerd door Paul Gelton (strategisch adviseur Versterken Crisisbeheersing), is het uitgangspunt dat een paraat en veerkrachtig Nederland niet alleen iets vraagt van de overheid, maar van de samenleving als geheel. Oplopende (geopolitieke) spanningen in de wereld, nieuwe soorten calamiteiten en verstoringen van onze infrastructuur – aangewakkerd door de klimaatverandering, energietransitie en datarevolutie – vragen de volledige kracht van de samenleving.
NIPV adviseert brede maatschappelijke netwerken te organiseren
Algemeen directeur IJle Stelstra: “Maatschappelijke weerbaarheid en veerkracht wordt onder de noemer van civiele bescherming in veel omringende landen als eigenstandig geïntegreerd beleidsterrein in de volle breedte opgepakt. Ook niet-overheidspartijen variërend van bedrijfsleven tot vrijwilligers hebben veelal een plek in die stelsels. In Nederland zijn het beleid, de uitvoering en het toezicht onder de vlag van civiele bescherming weinig zichtbaar en versnipperd georganiseerd. Het NIPV adviseert brede maatschappelijke netwerken te organiseren rond maatschappelijke behoeften, in kaart te brengen wat nodig en beschikbaar is, en om slagkracht te organiseren. Overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers vormen hierin de partners die de civiele bescherming gaan versterken.”
Regelgevend kader voor heldere onderlinge verantwoordelijkheden
Netwerkpartners kunnen daarvoor zorgen als ze samen maatschappelijke behoeftescenario’s uitwerken, beter zicht krijgen op de beschikbaarheid van ieders capabilities en de inzet daarvan beter kunnen coördineren. Dit moet worden vastgelegd in maatschappelijke netwerkkaarten.
Daarnaast moet er gewerkt worden aan een passend regelgevend kader, om zo helderheid te creëren over de onderlinge verantwoordelijkheden. Verder zijn de weerbaarheid en veerkracht in de samenleving (in het Engels samen resilience genoemd) gebaat bij een gerichte risico- en crisiscommunicatie die dicht bij de belevingswereld van de burger staat en uitnodigt tot actie.
Bijdrage NIPV als verbinder en versterker
Stelstra: “In deze verkenning is bekeken welke maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan een veerkrachtige samenleving vanuit hun doel/opgave of door hun mogelijkheid om burgers te activeren. In deze verkenning wordt ook beschreven op welke wijze er concrete invulling kan worden gegeven aan een samenwerking tussen iedere organisatie , de veiligheidsregio’s en het Rijk. Het NIPV ziet het als zijn verantwoordelijkheid om vanuit de eigen taakstelling een bijdrage te leveren aan de aanbevelingen op het gebied van netwerkvorming, inzicht, slagkracht, bewustwording en kaderstelling.”
Lees het rapport
Bekijk ook
De effectiviteit van een fysieke barrière in een explosieaandachtsgebied
16 april 2024
Bij een explosie kunnen gebouwen in de buurt beschadigd raken en kunnen er slachtoffers vallen. Een barrière, zoals een betonnen muur of een aarden wal, kan mogelijk gebouwen en mensen beschermen tegen de overdrukeffecten van een explosie. Om inzicht te krijgen in de effectiviteit van dit soort barrières, heeft het NIPV samen met het RIVM en Antea Group bestaande inzichten onderzocht en gebundeld.

Afbakening van het onderzoek
Het onderzoek heeft zich toegespitst op gaswolkexplosies van waterstof. Als vertrekpunt is genomen dat een barrière effectieve bescherming biedt, als deze instorting van gebouwen helpt voorkomen; mensen in die gebouwen hebben dan namelijk een grote kans om de explosie te overleven.
Effectiviteit van een barrière
De effectiviteit van een barrière is het grootst direct achter de barrière en neemt verder achter de barrière af. De afstand van de barrière tot het te beschermen gebouw is bij voorkeur kleiner of gelijk aan 2 tot 3 keer de hoogte van de barrière. In risico- en effectberekeningen wordt als vuistregel een overdruk van 0,3 bar gebruikt, waarboven gebouwen kunnen instorten. Het is daarom gunstig als een barrière de overdruk op het te beschermen gebouw kan verlagen tot 0,3 bar of minder.
Conclusie: barrière biedt onvoldoende bescherming
Uit het onderzoek blijkt dat een barrière weliswaar de overdruk op een te beschermen gebouw vermindert, maar dat deze afname meestal onvoldoende is om de mensen in het gebouw te beschermen. Mogelijk kan met aanvullende maatregelen het beschermingsdoel wel worden gehaald.
Brochure vat belangrijkste resultaten samen
De onderzoeksresultaten zijn samengevat in een brochure, aangevuld met vijf casussen die de effectiviteit van een barrière beschrijven. Ook is een animatie gemaakt die de werking van een barrière uitlegt.
Voor wie?
Adviseurs van veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten kunnen de inzichten uit dit onderzoek gebruiken bij het maken of beoordelen van plannen voor nieuwbouw in de buurt van bedrijven of transportroutes voor gevaarlijke stoffen.
Lees het RIVM-rapport
Lees het rapport ‘Effecten van waterstofexplosies’ op de website van het RIVM.
Onderzoek naar herijking enkele vluchtroute in woongebouwen
10 april 2024
Hoe kan de enkele vluchtroute in woongebouwen worden herijkt, zodat deze weer beter aansluit op de uitgangspunten van de bouwregelgeving? Dat heeft het NIPV onderzocht in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Flatbrand Arnhem aanleiding voor het onderzoek
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft in zijn onderzoek naar de flatbrand in Arnhem op 1 januari 2020 aanbevolen om de uitgangspunten in de wet- en regelgeving voor de enkele vluchtroute te herijken. Dit op zo’n manier dat rekening wordt gehouden met het scenario waarbij, sneller dan nu wordt gedacht, vuur en/of rook in een (deels) enkelvoudige vluchtroute ontstaat en/of terechtkomt. Het NIPV heeft in 2022 een vooronderzoek gedaan naar de enkele vluchtroute in een woongebouw. Dat onderzoek gaf een eerste aanzet voor deze herijking. In het nu verschenen rapport is die eerste aanzet verder uitgewerkt.
Literatuurstudie en risicoanalyses
Voor het onderzoek zijn verschillende onderzoeksmethoden gebruikt:
- Er is een literatuuronderzoek gedaan om de uitgangspunten voor (enkele) vluchtroutes beter te laten aansluiten op de realiteit.
- Er zijn een kwalitatieve en kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd om het persoonlijk risico in situaties met een enkele vluchtroute te vergelijken met een breed geaccepteerde referentie. In dit onderzoek was de referentie een woongebouw met een inpandige corridor, waardoor mensen twee kanten op kunnen vluchten. Aan de hand van de resultaten van die analyses hebben de onderzoekers oplossingsrichtingen voorgesteld.
Belangrijkste onderzoeksresultaten
- Er zijn definities vastgesteld voor de omstandigheden (zichtlengte, temperatuur en gasconcentraties) waarin veilig kan worden gevlucht door vluchtroutes en voor de tijdsduur dat die vluchtroutes moeten kunnen worden gebruikt na het ontstaan van de brand. Die definities zijn vervolgens gebruikt om de uitgangspunten bij vluchtroutes uit gebouwen beter te laten aansluiten op de realiteit.
- Door middel van risicoanalyses is een vergelijking gemaakt tussen de referentie (een corridorsituatie) en verschillende vormen van enkele vluchtroutes. Uit die analyses blijkt dat vooral in portieksituaties sprake is van een hoger persoonlijk risico dan in de referentie. In de andere bestudeerde verschijningsvormen van een enkele vluchtroute is dat persoonlijk risico beperkt hoger (doodlopend einde) of gelijk of lager (veiligheidsvluchtroute) dan in de referentie.
- Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyses zijn oplossingsvoorstellen gedaan om het persoonlijk risico in enkele vluchtroutes te verlagen. Deze oplossingsrichtingen zijn in het rapport verder uitgewerkt.
Vervolg
Het ministerie van BZK gaat op basis van dit onderzoek overwegen of aanpassingen in de bouwregelgeving nodig zijn.