De veranderende wereld laat van zich horen
24 juli 2024
In hoog tempo verandert de wereld: de druk op het veiligheidsdomein en de verwachting vanuit de samenleving nemen zienderogen toe. Het afgelopen jaar heeft het NIPV inspirerende podcasts opgenomen die de wereld van nu en de toekomst onder de loep nemen. De podcast top 4 biedt een compact overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de (veilige) energietransitie, de kracht en noodzaak van netwerken en een toekomstblik op crisisbeheersing.

Kennis en kunde blijven delen
“Het is van belang om je staande te houden als NIPV in een wereld die steeds sneller draait. Kennis delen, kennis ophalen en die toepassen in belang van een veilig en weerbaar Nederland zijn een ‘must do”, aldus teammanager Beleid en Communicatie Clody van Limburg-Stirum. “Visies op de wereld van nu en de toekomst wil je gehoord hebben om er een mening over te vormen.”
Toekomst crisisbeheersing
De Crisis van de Toekomst is een podcastreeks die aansluit bij het rapport Toekomstverkenning Crisisbeheersing. In de podcasts analyseren deskundigen als Maarten van Aalst, Mart de Kruif en Inge Bryan hoe we moeten omgaan met toekomstscenario’s waarin een crisis de hoofdrol speelt. Zijn we daar klaar voor? Wie moet de regie nemen? Waar zitten straks de zwakke plekken?
De Kracht van Netwerken: Samen door de Crisis
Hoe sla je je door een crisis? De kracht en noodzaak van netwerken komt in deze podcastreeks aan bod. Bij bovenregionale dreigingen is het hebben van landelijk beelden cruciaal. Overstromingen en natuurbranden stoppen eenvoudigweg niet bij een regionale grens….
De veiligheid van de energietransitie
In de NIPV Innovatiepodcast belichten we innovatie in het veiligheidsdomein en praten we over de kansen, dilemma’s en bedreigingen van deze nieuwe ontwikkelingen. In de podcast over de veiligheid van de energie transitie gaan o.a. lector Nils Rosmuller en lector Menno van Duin met elkaar in gesprek. De snelheid van de energietransitie in de samenleving is nauwelijks bij te benen… Wat zijn de veiligheids- en bestuurlijke aspecten die hieraan verbonden zijn?
De kenniscirkel van NIPV in de praktijk: onderzoek en onderwijs aan elkaar verbinden
‘Als het incident dan tegen het einde aan loopt dan trekt langzaam de mist op van wat er zich nu eigenlijk heeft afgespeeld in die stad. En dan komt er een gruwelbeeld naar voren’, zegt Paul Brinkman, officier van dienst bevolkingszorg tijdens het schietincident bij het Erasmus Medisch Centrum. ‘Je ziet belangrijke verkeersaders vastlopen, het is chaos en jij bent de spin in het web om dingen te gaan regelen om de ontstane problemen te tackelen’.
Ontwikkelfonds Brandweer 2024: stand van zaken onderwijsproducten
22 juli 2024
Via de ontwikkelsporen 1, 2 en 3 van het Ontwikkelfonds Brandweer werkt het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV ook dit jaar weer hard aan de landelijke onderwijsproducten voor het vakbekwaam worden en de blijvende vakbekwaamheid van brandweermensen. We doen dit samen met het brandweerveld! Eerder dit jaar is het programma Ontwikkelfonds 2024 gedeeld, dat in samenwerking tussen het NIPV en het werkveld tot stand is gekomen.

Drie ontwikkelsporen
Tanja Guyken, één van de verantwoordelijke decanen, licht de stand van zaken toe. “Misschien goed om de kennis over de 3 sporen weer even op te frissen. In ontwikkelspoor 1 wordt onderwijscontent ontwikkeld voor de leergangen in het kader van vakbekwaam worden. In ontwikkelspoor 2 ontwikkelen we leermiddelen voor postbijscholingen, zoals e-modules, instructievideo’s, lesplannen, presentaties, instructeurskaarten en scenario’s. In ontwikkelspoor 3 nemen we de regionale kerninstructeurs mee in de verdiepende vakkennis en de vakdidactiek achter deze leermiddelen. Wanneer we met een postbijscholing een nieuw handelingsperspectief overdragen, zoals in de leerlijn IBGS (IBGS = incidentbestrijding gevaarlijke stoffen) en energietransitie, dan scholen we de instructeurs ook op dat vlak bij. Meestal bestaat een instructeursbijscholing uit een eendaagse plenaire bijeenkomst. Soms kan worden volstaan met het schriftelijk informeren van instructeurs over wijzigingen in bijvoorbeeld leergangen die ook van belang zijn voor bestaand brandweerpersoneel.”
Huidige stand van zaken
“We zijn natuurlijk hard op weg om de producten op te leveren zoals is afgesproken in het programma van dit jaar”, vertelt Guyken. In onderstaand overzicht staat de huidige stand van zaken vermeld van de producten die in ontwikkeling zijn. Zodra de producten gereed zijn, worden ze via een studieroute in de ELO Brandweer beschikbaar gesteld. “We informeren hierover zowel de hoofden vakbekwaamheid als de regionaal functioneel beheerders van alle veiligheidsregio’s”, voegt zij toe. “De communicatie over de instructeurscursussen in ontwikkelspoor 3 loopt eveneens via de hoofden vakbekwaamheid.”
Alle veiligheidsregio’s mogen op kosten van het ontwikkelfonds 4 kerninstructeurs naar elke bijscholing afvaardigen. Voor kerninstructeurs van interregionale roi’s zijn extra plaatsen beschikbaar.
Ondertussen begint de uitvraag ook voor de producten die via het Ontwikkelfonds in 2025 ontwikkeld moeten worden. “De gesprekken zijn gaande met onder andere de vakraden en het Platform Blijvende Vakbekwaamheid om te komen tot een gezamenlijk programma Ontwikkelfonds!”, besluit Guyken.
Leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds
De leden van de stuurgroep Ontwikkelfonds zijn:
Marcel Meijs (Vakraad L&O), Monique van Beek (LOBO), Hakan Meijer (Vakraad L&O), voorzitter Jan Pieter Duhen (WVA), Tanja Guyken (NIPV)
Lees het overzicht Ontwikkelfonds Brandweer 2024: stand van zaken
Lees de notitie Aanpassen onderwijs: het proces in 5 fases
Bekijk ook
Institutionele inbedding van veiligheid in ammoniakketens
18 juli 2024
Om veiligheid (ook) bij groeiende ammoniakactiviteiten te borgen, komt het NIPV met een aantal aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie.

Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat vooralsnog een beperkt aantal (grote) partijen actief is in de ammoniakketen (productie, opslag, transport en gebruik). Nieuwe (kleinere) spelers zullen deze markt bestormen. Deze nieuwe spelers zullen niet altijd de nodige ervaring hebben met ammoniak(veiligheid). Om veiligheid ook bij groeiende ammoniakactiviteiten te borgen, komt het NIPV met een aantal aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie.
Aanbevelingen voor beleidsmakers, handhavers en de industrie
- Huidige grote spelers met ervaring in de ammoniakketen kunnen (veiligheids)voorwaarden stellen bij het aangaan van handelsrelaties met nieuwe ketenpartijen. Zij zouden kennis beschikbaar moeten stellen aan de nieuwe spelers in de markt. Bijvoorbeeld door middel van gezamenlijke opleidingsprogramma’s en kennisuitwisseling.
- Een sectorbrede aanpak kan zorgen voor een efficiëntere uitwisseling van kennis en ervaring. Hierbij hoort niet alleen het ontwikkelen en communiceren van scenario’s, maar ook het opdoen en verspreiden van kennis over het bestrijden van incidenten door een ketenbrede hulpregeling op te stellen.
Veiligheid in groeiende ammoniakketens
De energietransitie zal leiden tot het transport van grote hoeveelheden ammoniak door Nederland. Het NIPV geeft met dit rapport inzicht in de veiligheid van deze ketens, en onderzocht hoe de relevante wet- en regelgeving is geïmplementeerd en wordt gehandhaafd. Het rapport is opgedeeld in drie onderwerpen.
Grootste effecten bij opslag van ammoniak en onder druk vervoeren van ammoniak per schip
Ten eerste zijn de veiligheidsrisico’s per onderdeel van de keten beschouwd. Ammoniak is een toxische stof, en activiteiten met ammoniak veroorzaken dan ook gevaren voor personen in de omgeving van die activiteiten. Uit dit onderzoek blijkt onder andere dat er grote verschillen bestaan tussen de impact op de veiligheid die diverse activiteiten binnen de ammoniakketen kunnen hebben. De grootste effecten ontstaan bij incidenten met de opslag van ammoniak en bij het onder druk vervoeren van ammoniak per schip. De grote hoeveelheden ammoniak die vrijkomen bij dergelijke incidenten vormen hiervoor de verklaring.
Landelijke wetgeving wordt aangevuld door lokale afwegingen
Ten tweede zijn de institutionele kaders geschetst die deze risico’s beperken. Belangrijke kaders worden gesteld in internationale afspraken voor transport over weg, spoor en water en via de recent uitgebrachte PGS 12 die richtlijnen biedt voor de opslag en overslag van ammoniak. Bovendien blijkt dat lokale afwegingen van belangrijke partijen binnen de ammoniakketen, zoals het Havenbedrijf Rotterdam of de kunstmestfabrikant Yara, van belang zijn voor het borgen van de veiligheid. Deze afwegingen zijn zichtbaar in havenverordeningen en opleidingsprotocollen.
Effectief toezicht en handhaving vragen om doorontwikkeling van expertise
Ten derde is er gekeken naar toezicht en handhaving op deze kaders, en hoe dit is ingericht door de volledige keten. Hieruit blijkt onder andere het belang van de expertise van de betrokken partijen en van het toezicht tussen ketenschakels (bijvoorbeeld tijdens de overslag van opslag naar transport).
Stappenplan om omgevingsveiligheid te borgen in omgevingsplan
17 juli 2024
Met de komst van de Omgevingswet hebben gemeenten meer mogelijkheden om omgevingsveiligheid op lokaal niveau, in een omgevingsplan, te regelen. Het NIPV schreef een handreiking voor iedereen die betrokken is bij het maken van een omgevingsplan. Centraal in de uitgave staan een analyse van de relevante regelgeving en een stappenplan voor het opstellen van planregels over omgevingsveiligheid.

Inhoud van de handreiking
De handreiking besteedt achtereenvolgens aandacht aan:
- de rol en positie van het omgevingsplan binnen het stelsel van de Omgevingswet
- het begrip omgevingsveiligheid, de onderwerpen die hieronder vallen en de relatie met externe veiligheid
- de juridische ruimte die de Omgevingswet en de uitvoeringsregelingen bieden om regels over omgevingsveiligheid in een omgevingsplan op te nemen
- een stappenplan waarmee een doelstelling op het gebied van omgevingsveiligheid systematisch kan worden omgezet in concrete planregels in een omgevingsplan
- een paar voorbeelden van omgevingsplanregels aangevuld met een korte toelichting.
Onderzoek naar juridische regelruimte voor gemeenten
In de handreiking is een onderzoek meegenomen naar de juridische regelruimte voor gemeenten. Het NIPV heeft geanalyseerd welke ruimte de Omgevingswet, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling geven om onderwerpen op het gebied van omgevingsveiligheid te regelen in het omgevingsplan.
Dialoog bevorderen tussen de betrokken partijen
De nieuwe uitgave is bedoeld om de dialoog te bevorderen tussen juristen, planologen, milieuspecialisten, vergunningverleners, adviseurs van de veiligheidsregio en omgevingsdiensten, en bouwkundigen. Met als uiteindelijk doel om omgevingsveiligheid goed te borgen in het omgevingsplan. Opdrachtgever van de handreiking is Omgevingsdienst NL. Het project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het ontwikkelbudget nieuwe prioriteiten omgevingsveiligheid dat door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beschikbaar is gesteld.
Download de handreiking
Bekijk ook
Verkenning naar goed operationeel crisisleiderschap in drie veiligheidsregio’s
15 juli 2024
Waar de afgelopen jaren in Nederland wel onderzoek is gedaan naar crisisleiders op strategisch en tactisch niveau, is er nog weinig bekend over multidisciplinaire crisisleiders op operationeel niveau. Daarom heeft het NIPV een empirisch onderzoek gedaan naar goed crisisleiderschap op operationeel niveau. Hierbij stond het leiderschap van de leider CoPI centraal.

Het rapport verkent operationeel crisisleiderschap in drie veiligheidsregio’s: Fryslân, Limburg-Noord en Rotterdam-Rijnmond. Deze drie veiligheidsregio’s zijn geselecteerd op basis van de verschillende regiokenmerken (zoals oppervlakte, aantal inwoners en regionale bijzonderheden). Op basis van gesprekken met leiders CoPI en functionarissen met wie de leider CoPI samenwerkt (waaronder de operationeel leider) en een vragenlijst onder CoPI leden, zijn inzichten en denkbeelden over goed operationeel crisisleiderschap verzameld.
Grote overeenkomsten, minimale verschillen
De denkbeelden en ideeën over operationeel crisisleiderschap van respondenten uit de drie veiligheidsregio’s komen in hoofdlijnen overeen. Er zijn slechts minimale verschillen. Zo wordt de leider CoPI gezien als verbinder en coördinator. Hij of zij moet (onder andere) besluitvaardig zijn, goed kunnen samenwerken en structuur kunnen aanbrengen in het overleg. Ook moet de leider CoPI over bestuurlijke sensitiviteit beschikken en goed kunnen schakelen tussen een directieve en participatieve leiderschapsstijl.
De onderzoekers constateren dat er veel van een leider CoPI wordt verwacht. Zo lijkt hij/zij een schaap met vijf poten te moeten zijn. De conclusie is dan ook dat goed crisisleiderschap veeleisend is en vakmanschap vraagt. Vooral doordat in crisissituaties er al snel naar de leider gekeken wordt en de verwachtingen hooggespannen zijn.
Veel aandacht voor de menskant in crisisbeheersing
Uit de gesprekken komen enkele nieuwe ontwikkelingen naar voren. Zo laten respondenten weten dat er de laatste jaren veel aandacht is voor de menskant in crisisbeheersing, door te focussen op persoonlijk leiderschap en soft skills. Bestuurlijke sensitiviteit is volgens hen een competentie die elke leider CoPI tegenwoordig nodig heeft. Daarnaast zijn de multidisciplinaire leidinggevende functies in veel regio’s ontkleurd (oftewel de leider vertegenwoordigt alle diensten). Deze ontwikkeling brengt voordelen met zich mee, zoals de verbinding tussen de kolommen versterken door inzichten en ervaringen vanuit verschillende achtergronden te delen.
Onderdeel van programma Leiderschap, management en organisatie
Dit onderzoek is onderdeel van het NIPV-programma Leiderschap, management en organisatie. Het onderzoek is een vervolg op de literatuurstudie naar crisisleiderschap. In de podcastserie Op zoek naar goed crisisleiderschap komen dezelfde thema’s terug. Het leiderschapsprogramma heeft als doel te voorzien in een body of knowledge op het gebied van leiderschap, organisatie en cultuur. Volg de ontwikkelingen op onze website.
Bekijk ook
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland oefent op extreme hitte
Uit nieuwsbrief Klimaatveiligheid juli 2024
“We hebben een scenario gecreëerd waarbij Nederland al meerdere dagen wordt geteisterd door een extreme hittegolf, met 40 graden overdag, waarbij ’s nachts de temperatuur niet onder de 30 graden komt. Jonge kinderen en ouderen hebben het moeilijk. De ziekenhuizen liggen vol dus veel evenementen zijn afgelast, behalve dat er een groot internationaal scoutingskamp in de regio plaatsvindt. Daar gaat het mis. Kinderen worden ziek, moeten overgeven en zweten niet meer. De arts op het kamp kan het niet meer alleen aan en alarmeert de hulpdiensten. De meldkamer maakt er, vanwege de vele slachtoffers, direct een groot incident van.”

“Dit is een zogenaamde ‘ongekende crisis’ waar we dus nog geen scenario’s voor hebben klaarliggen. In verschillende themabijeenkomsten hebben we onder andere in samenspraak met het RIVM de gevolgen van extreme hitte voorbesproken. Bijvoorbeeld: hoe uit zich dit lichamelijk? Op basis hiervan hebben we dit scenario gecreëerd. En het bijzondere is dat bij de oefening ook Scouting Nederland heeft meegewerkt. Dat is heel waardevol. Zowel voor hen als voor ons.”
“Wat we zoal hebben ondervonden? Tijdens extreme hitte moeten mensen elkaar aflossen. Er is schaarste aan personeel, dus je moet keuzes maken: wat doe je wel en wat doe je niet? En wat kun je doen als je een dergelijke hittegolf ziet aankomen? Tijdens de thema-bijeenkomsten hebben we ook gekeken naar zogenaamde cascade-effecten. Je kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met gebrek aan stroom doordat er op grote schaal tegelijkertijd airco’s worden gebruikt. Om dit te doorleven met elkaar vind ik echt een aanrader. En bovendien: volgens de deskundigen is het niet de vraag óf een zo’n langdurige hittegolf zich gaat voordoen, de vraag is alleen wanneer.”
Wil je meer informatie over deze oefening ‘extreme hitte’? Neem dan contact op met Martin Valk, coördinator multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen via m.valk@vrzw.nl.
Bekijk ook
“Er komt de komende jaren veel op ons pad. Als leider wil je klaar zijn voor de crisis van morgen”
11 juli 2024
“Er worden sinds kort andere vaardigheden gevraagd van leiders in een crisis. Dus daar hebben we onze opleidingen op aangepast”, vertelt Erik de Paauw, docent Crisisbeheersing bij het NIPV. Met zijn team vernieuwde hij in korte tijd de opleidingen Leider commando plaats incident (CoPI) en Regionaal operationeel leider (ROL).

Nieuwe inhoud die ingaat op die langdurige en complexe crises
“Natuurlijk is de inhoud van de oude opleidingen gebleven. We zijn als crisisorganisaties goed in het beheersen van een acute crisis en dat moet vooral zo blijven. Er komt alleen nieuwe inhoud bij, die ingaat op die langdurige en complexe crises. Zo is netwerkmanagement nieuw. Verder gaan we in op leiderschapsstijlen en laten we deelnemers hun eigen stijl ontdekken. Daarmee leer je leidinggeven vanuit je persoonlijk leiderschap. Daarnaast gaan we in op het werken vanuit je doel als team: wat is nu eigenlijk je opdracht binnen deze crisis? En voor wie doen we dit? Ook kijken we naar de hele context van crisisbeheersing en de dynamiek van een voor- en nafase. Daarnaast behandelen we de trends binnen crisisbeheersing voor de komende vijf jaar? Wat komt er op ons af? Allemaal vragen waar wij binnen deze opleidingen op ingaan.
We hebben de eerste stappen gezet in het aanpassen van de opleiding. De komende tijd willen we in nauw contact met de veiligheidsregio’s de opleiding verder ontwikkelen. De veiligheidsregio’s ontwikkelen zich in rap tempo door, en als de behoeftes veranderen willen we daar snel op inspelen.
Zo veel mogelijk in teams werken
Tijdens de opleiding werken we zoveel mogelijk in teams. Theorie krijg je vooraf en tijdens de lesdagen zijn we actief met elkaar bezig met uitdagende opdrachten. Ook gaan we in op ieders persoonlijke werksituatie. Want in elke veiligheidsregio is het weer net anders georganiseerd. Daarnaast hebben we door de opleiding heen meerdere oefendagen. Tijdens die oefendagen ga je aan de slag als leider in het crisisteam. Kortom: met deze opleiding ben je klaar voor de crisis van morgen.”
Meer informatie en aanmelding
Bekijk de opleiding Leider CoPI.
Bekijk ook
Nationale Reddingsvloot sluit aan op LVCb en zet stap vooruit in samenwerking bij crisisbeheersing
10 juli 2024
De Nationale Reddingsvloot (NRV) is aangesloten op de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb). Daarvoor tekenden de Reddingsbrigade Nederland en het NIPV vandaag de samenwerkingsovereenkomst. Vanaf nu kan de NRV via het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) netcentrisch samenwerken met crisispartners. Dit draagt bij aan een snelle en gerichte inzet van de NRV. De NRV verbindt zich via de LVCb aan een breed netwerk van crisispartners: zo breidde Defensie begin dit jaar het aantal aangesloten krijsmachtonderdelen uit en sloot het Rode Kruis in mei aan.

Betere informatiedeling tussen de veiligheidsregio’s en de NRV
De NRV is een samenwerkingsverband van brandweer en reddingsbrigades in Nederland. In juli 2021 is de NRV ingezet tijdens de watersnood in Zuid-Limburg en de Belgische Ardennen. Deze inzet is geëvalueerd door het NIPV. Eén van de aanbevelingen uit de evaluatie was om gebruik te gaan maken van het LCMS. Zodat de informatiedeling tussen veiligheidsregio’s en het actiecentrum van de NRV nog beter verloopt.

“Naar verwachting wordt de NRV pas ingezet nadat de veiligheidsregio is opgeschaald. Op dat moment moet er dus snel geschakeld worden”, zegt Jur van Lieshout, landelijk coördinator bij de NRV. “Door gebruik te maken van de netcentrische werkwijze en het LCMS kan de NRV snel aansluiten op de informatiepositie van de regio waarin de inzet gaat plaatsvinden. Hierdoor behalen we een aanmerkelijke versnelling in de beeldvorming en het bepalen van de inzetbehoefte.”
GoLive-oefening als laatste check
Frank Bruinink is adviseur Netcentrisch werken bij het NIPV. Hij was betrokken bij het aansluiten van de NRV op de LVCb: “Voordat een organisatie écht aan de slag kan met netcentrisch samenwerken, doorlopen we een ‘GoLive-oefening’. In zo’n oefening bootsen we een realistische crisissituatie na. Aan de hand van het scenario testen we of de informatie-uitwisseling goed verloopt. Daarbij kijken we naar verschillende thema’s, zoals: het betrekken van de juiste partijen, het gebruik van het systeem en de manier waarop beelden gedeeld worden. De GoLive-oefening van de NRV draaide om een scenario met wateroverlast in Veiligheidsregio Kennemerland. De oefening verliep voorspoedig en de vraag ‘Kunnen we live?’ kon dan ook zeker met een ‘ja’ beantwoord worden.”

Over de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb)
Via de doctrine Netcentrisch werken en systemen als het LCMS helpt de LVCb zo’n 1000 organisaties samenwerken in alle fases van de crisisbeheersing. Crisispartners hebben via de LVCb altijd en overal toegang tot beheerde informatievoorziening. Hiermee kunnen crisisfunctionarissen voor, tijdens en na de crisis een rijk en actueel beeld met elkaar delen. In dit beeld is niet alleen informatie over de situatie opgenomen, maar ook informatie over de andere crisispartners. Dit laatste zorgt voor meer netwerkbewustzijn; het helpt crisispartners in de gezamenlijke besluitvorming.
Bekijk ook
Bedrijfsbrandweeraanwijzingen en Omgevingswet: koppeling met ARIE-regeling bestaat niet meer
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, juli 2024
Regelmatig komt de vraag langs of de veiligheidsregio’s door de wijziging met de ARIE-regeling meer bedrijven moeten gaan aanwijzen. Het antwoord is nee, sterker nog: de koppeling met de ARIE-regeling is met de inwerkingtreding van de Omgevingswet helemaal losgelaten.

In het ‘oude’ artikel 7.1 Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), dus vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet, waren categorieën van inrichtingen opgenomen die konden worden aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken. Dit betrof o.a. inrichtingen waarop hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) van toepassing was, de zogenoemde ARIE-inrichtingen. Het ging hierbij om inrichtingen die bestemd zijn voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (o.a. stuwadoors en spoorwegemplacementen). In het huidige artikel 7.1 Bvr is geen verwijzing meer opgenomen naar het Arbobesluit, de koppeling daarmee is komen te vervallen.
Waarom is deze koppeling met de ARIE-regeling losgelaten?
Met de komst van de Omgevingswet is het begrip ‘inrichting’ als centraal aangrijpingspunt losgelaten. Daarvoor in de plaats is het begrip ‘milieubelastende activiteit’ (mba) gekomen. De mba’s waarvoor rijksregels gelden, zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De wettelijke adviesbevoegdheid van de veiligheidsregio’s, die is opgenomen in artikel 4.33 Omgevingsbesluit, is ook gekoppeld aan verschillende mba’s uit het Bal.
Door het verdwijnen van het begrip inrichting moest ook het Bvr worden aangepast. Daarin werd namelijk ook gesproken over inrichtingen. Daarnaast moest het Bvr worden aangepast om tegemoet te komen aan de wens van de Tweede Kamer om de omgevingsvergunning milieu en de bedrijfsbrandweeraanwijzing meer op elkaar te laten aansluiten (zowel inhoudelijk als qua proces).
Om die reden is er met de inwerkingtreding van de Omgevingswet een inhoudelijke en procedurele koppeling geïntroduceerd tussen de omgevingsvergunning voor de mba en de bedrijfsbrandweeraanwijzing. Door deze koppeling was het noodzakelijk ook in artikel 7.1 Bvr een verwijzing te maken naar de mba’s uit het Bal. Zodoende zijn alle onderdelen van artikel 7.1 Bvr gekoppeld aan de mba’s uit het Bal en is voor vervoersgebonden bedrijven (waaronder spoorwegemplacementen) de koppeling met de ARIE-regeling losgelaten.

De lijst in artikel 7.1 Bvr is langer, zijn er nu meer vervoergebonden bedrijven aanwijsbaar?
Het antwoord is nee (!), de omzetting moest immers beleidsneutraal zijn. Er zijn dus niet meer bedrijven aanwijsbaar dan voorheen. De inhoud van artikel 7.1 Bvr komt overeen met de vervoergebonden inrichtingen uit de ARIE-regeling, zoals die gold voor 1 januari 2023 (dus vóór het moment dat de ARIE-regeling werd gewijzigd). Waarom is de lijst dan langer? Dat komt door de verspreiding van de vervoergebonden activiteiten over meerdere mba’s in het Bal. Hierdoor is de lijst met vervoergebonden activiteiten die in artikel 7.1 Bvr is opgenomen langer dan voorheen.

Hoe weten de veiligheidsregio’s dan om welke bedrijven dit gaat?
Omdat de veiligheidsregio’s ten aanzien van de mba’s die in artikel 7.1 Bvr zijn opgenomen een wettelijk adviesrecht hebben op grond van 4.33 Omgevingsbesluit, hebben zij deze activiteiten/bedrijven in beeld voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen (de veiligheidsregio’s moet immers om advies worden gevraagd). Dit hangt samen met de eerdergenoemde inhoudelijke en procedurele koppeling.
De vertrouwde koppeling met de ARIE-regeling is dus na bijna 40 jaar losgelaten. Dat zal dus voor iedereen even wennen zijn, maar geldt dat niet voor de hele Omgevingswet?

Lees ook
Michel Dückers, bijzonder hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid, licht toe hoe hij dit belangrijke maar ook wel ongrijpbare onderwerp benadert.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
- Pagina1
- Pagina2
- …
- Pagina13
- Volgende pagina
“Stop er tijd in en wees creatief”, nieuwe ELO Canvas beschikbaar voor veiligheidsregio’s
9 juli 2024
De nieuwe elektronische leeromgeving (ELO) Canvas is in april beschikbaar gesteld voor de veiligheidsregio’s. Dit betekent dat zij hun les- en leerstof voor ‘vakbekwaam blijven’ kunnen migreren naar het nieuwe systeem. Er zijn vier trainingsdagen georganiseerd om functioneel beheerders en onderwijsontwikkelaars wegwijs te maken in de nieuwe ELO. Jip Nauta (Veiligheidsregio Utrecht en NIPV) en Eiso Reinders (Veiligheidsregio Utrecht) vertellen over hun ervaringen rondom de implementatie.

Jip Nauta is als implementatiebegeleider voor de regio’s betrokken bij het project Implementatie ELO. “Als liaison tussen de veiligheidsregio’s, regionale opleidingsinstituten en het NIPV probeer ik de stem van de regio te zijn. Ons doel is dat Canvas goed landt in het veld: we gaan in gesprek met de regio’s en leiden ambassadeurs op. Ook hebben we een expertisegroep opgericht met vertegenwoordigers van vijf regio’s, die samen met ons de nieuwe werkprocessen uittesten en advies geven over de inrichting.”
Gebruiksvriendelijk systeem
Volgens Nauta biedt het nieuwe systeem diverse voordelen boven de ‘oude’ ELO. Voorop staat de gebruiksvriendelijkheid voor de gebruikers. “Canvas is een heel intuïtief systeem dat makkelijk is in te richten en te gebruiken door docenten en cursisten. Bovendien is het een toekomstbestendig systeem met veel koppelingsmogelijkheden met andere systemen. Bijvoorbeeld met Educator voor deelnemer- en cijferregistratie en TestVision voor digitaal toetsen.”
Leergang Instructeur
Sinds april is Canvas toegankelijk voor de veiligheidsregio’s. Zij kunnen aan de slag met het migreren van hun les- en leerstof voor ‘vakbekwaam blijven’. Het NIPV werkt er hard aan om alle content voor de landelijke leergangen in het najaar te kunnen ontsluiten naar de regio’s. Vanaf september zal de leergang Instructeur voor het eerst in Canvas aangeboden worden. Het is de bedoeling dat in de periode 1 oktober tot 15 november 2024 de lesstof voor de overige leergangen beschikbaar komt. Zo gaan we gefaseerd live met verschillende onderwijsprocessen. Met de start van examinering vanaf 1 februari 2025 hebben we Canvas en Educator dan volledig in gebruik genomen.

Expertisegroep denkt mee
Eiso Reinders is medewerker vakbekwaamheid bij Veiligheidsregio Utrecht en is lid van de Expertisegroep Onderwijssystemen. Als ervaren ELO-gebruiker heeft hij veel ideeën over het inrichten van Canvas. Zijn eerste indruk is positief. “In de huidige ELO zijn veel handelingen nodig om onderwijsmateriaal zichtbaar te maken voor de deelnemers. Het is nogal foutgevoelig en ook bij het inleveren van toetsen gaat er soms wat mis. Canvas is een standaard systeem dat wereldwijd in het reguliere onderwijs wordt gebruikt. Het is makkelijk in het gebruik en goed naar eigen stijl in te richten.”
Uitdagingen
Reinders ziet ook nog wel een aantal uitdagingen. “Bijvoorbeeld: wat doen we met opleidingen die binnenkort starten in de oude ELO? We proberen dan een logisch moment te kiezen om over te stappen naar Canvas. Een uitdaging is dan: hoe krijgen we alle gemaakte opdrachten en resultaten mee? Ook willen we graag cursusmateriaal kunnen delen met andere veiligheidsregio’s om van elkaar te kunnen leren. Deze tool in Canvas moet nog verder worden ontwikkeld om optimaal te kunnen gebruiken.”
Advies aan de regio’s
Wat zou Reinders andere regio’s willen adviseren bij de implementatie van Canvas? “Betrek alle afdelingen er in een vroeg stadium bij: vakbekwaamheid brandweer, crisisbeheersing/multi en de ICT-afdeling. Pak het projectmatig aan met een goede projectleider en zorg als medewerker vakbekwaamheid dat je expert wordt in het programma. Stop er tijd in en wees creatief. Zoek hulp bij je collega’s, zodat we van elkaar kunnen leren. Daar heeft de cursist straks het meeste profijt van.”