“Logistiek aanhaken op ontwikkelingen landelijke ondersteuning”
14 juli 2025
Zomerreeks landelijke brandweerspecialismen – deel 1: Logistiek & ondersteuning
“Logistiek is een noodzakelijk ondersteunend proces om doelmatig op te treden bij grootschalige of complexe incidenten. Veiligheidsregio’s benutten hun systemen en kennis maximaal door samen te werken en samen te professionaliseren.” Sinds begin 2025 ondersteunt landelijk coördinator Matthy Smeets (NIPV) het landelijk specialisme Logistiek & ondersteuning. “Begin juli organiseerden we een netwerkbijeenkomst voor logistiek specialisten, voor het eerst in jaren. Een mooie mijlpaal voor de toekomst van logistiek in veiligheidsland.”

Impuls voor logistieke ondersteuning
“Al een jaar of twee was er een vacature voor landelijk coördinator Logistiek & ondersteuning. Toen ik begin dit jaar begon, was mijn opdracht met name het doorontwikkelen van het specialisme door onder meer de visie te gaan herschrijven. Ook zou ik het netwerk van logistiek specialisten weer actueel krijgen en een bijdrage leveren aan de nieuwe opzet van de opleidingen op het vlak van logistiek. En niet te vergeten: de Databank logistiek die we gebruiken voor overzicht van de beschikbare middelen en materieel.”
“In mijn oriëntatiefase onderzocht ik wat we al hebben in het land op logistiek gebied. Ik bezocht veel regio’s en inmiddels zie ik een wisselwerking ontstaan: ik weet wie, wie is en mensen weten mij ook te vinden als ze iets willen weten op bovenregionaal logistiek gebied.”
Logistiek & ondersteuning in samenhang met landelijke ontwikkelingen
“Nu wil ik wel echt aan de slag met doorontwikkeling van logistieke ondersteuning op landelijk niveau. Maar ik merk ook dat ik heen en weer geslingerd word. Ondersteuningsteams, een mogelijke landelijk operationele staf, landelijke actiecentra, op al die ontwikkelingen moet logistiek inspelen. En wat dacht je van brandweerkazernes als lokale steunpunten tijdens crises? Hoe regel je daarvoor de logistieke ondersteuning? Dan heb ik het ook nog niet gehad over grootschalig brandweeroptreden (GBO) waar logistiek als paraplu ook overheen hangt. Ik ben benieuwd welke kant de ontwikkelingen opgaan en hoe ik daarop kan aanhaken met het landelijk specialisme Logistiek & ondersteuning.”
Effectiever samenwerken op bovenregionaal en landelijk niveau
“Een netwerk Logistiek & ondersteuning is iets waar we nu deels natuurlijk wel mee aan de slag kunnen. Ik merk dat er behoefte is aan meer samenwerking tussen regio’s, aan landelijke samenwerking. Effectief samenwerken doen we door elkaar te leren kennen en van elkaar te leren. Een netwerk met mensen uit hele land die over dezelfde dingen nadenken en verbinding zoeken, dat willen we nu opzetten.”
Informatievoorziening beschikbaar materieel via de Databank logistiek
“Naast bovenregionale samenwerking is er ook behoefte aan goede informatievoorziening, bijvoorbeeld via de Databank logistiek. Mijn insteek is nu het neerzetten van een goede voorziening voor bovenregionaal samenwerken. Wie weet kunnen we daarna verder kijken naar samenwerken buiten de brandweer.”
“Er is behoefte aan het aanhaken van heel hulpverlenend Nederland. Wie weet kunnen we in de toekomst ons systeem koppelen aan andere partijen, zodat logistieke ondersteuning kan helpen Nederland weerbaarder te maken. Maar: daar hoort ook capaciteit en een zak geld bij.”
“Eerst onze eigen zaken op orde. Eind 2025 moet de Databank logistiek een voorziening zijn die iedereen in de veiligheidsregio goed kan gebruiken en waar iedereen heel erg over te spreken is.”

Enthousiasme voor brede samenwerking op logistiek gebied
“Tijdens de netwerkdag bespraken we verschillende onderwerpen. De belangrijkste uitkomsten zijn voor mij:
- Al direct een aantal aanmeldingen om deel te nemen aan het landelijk netwerk Logistiek & ondersteuning. Als iemand zich ook nog wil aanmelden, dan kan dat via mij.
- Veel draagvlak voor de Databank logistiek en goede input voor de doorontwikkeling daarvan.
- Veel goede ideeën voor de ontwikkeling van nieuwe les- en leerstof voor de opleiding Coördinator logistiek (C-log).”
“Mijn hoop is dat we met alle logistieke ontwikkelingen binnen een brede groep kunnen samenwerken. Dat ook bijvoorbeeld de meldkamers, operationeel leiders en regionaal beheerders van de Databank logistiek zich aansluiten bij ons netwerk. Zo kunnen we gezamenlijk inzetten op effectievere logistieke samenwerking.”
Bekijk ook
Verkenning: bijdrage Rode Kruis bij grootschalige stroomuitval
11 juli 2025
Wat als de stroom in Nederland 72 uur of langer uitvalt? In hoeverre zijn inwoners dan nog geïnformeerd, bereikbaar en geholpen? In opdracht van het Rode Kruis heeft het NIPV onderzocht welke rol de verbindingsdienst en de Humanitaire Servicepunten (HSP’s) van het Rode Kruis kunnen spelen bij een langdurige en grootschalige stroomuitval.

Onderzoeker Laurens van der Varst: “De conclusie is duidelijk: bij langdurige uitval zijn de gevolgen voor zowel burgers als hulpdiensten fors. Laagdrempelige, schaalbare en goed gecoördineerde hulpverlening is dan cruciaal. De verbindingsdienst en HSP’s van het Rode Kruis kunnen hieraan waardevol bijdragen.”
Focus op drie kernthema’s
De verkenning brengt kansen in beeld, maar maakt ook duidelijk dat er eerst meer helderheid nodig is over drie cruciale aspecten:
- Snelheid van inzet: hoe snel kunnen de diensten operationeel zijn en in welk gebied?
- Schaalbaarheid: Is er voldoende capaciteit aan vrijwilligers, kennis en middelen (zoals portofoons en aggregaten)?
- Situationele toepasbaarheid: hoe verhouden deze diensten zich tot noodsteunpunten die momenteel in ontwikkeling zijn?
Advies: heldere positionering en samenwerking
Van der Varst vervolgt: “Het NIPV adviseert het Rode Kruis om deze drie aspecten expliciet te verhelderen, zowel intern als richting partners. Wat kun je leveren? Hoe ga je dat doen? Heldere positionering is essentieel om de operationele inzetbaarheid te vergroten en samenwerking met publieke partners te versterken. Het Rode Kruis heeft een unieke toegang tot kwetsbare en moeilijk bereikbare groepen. Juist bij een grootschalige stroomuitval, waar communicatie en bereikbaarheid onder druk staan, is die positie van grote waarde.”
Lees het rapport
Pilot projectwerkplaats: inventarisatie gevolgen hitte en droogte afgerond
10 juli 2025
Om beter voorbereid te zijn op extreme hitte en extreme droogte zijn de mogelijke gevolgen voor de publieke veiligheid en betrokken partners in kaart gebracht. In een projectwerkplaats hebben vier veiligheidsregio’s op basis van de thema’s bedrijfscontinuïteit, fysieke leefomgeving en milieu, gezondheid, maatschappij, natuur en klimaat en vitale voorzieningen in totaal 52 gevolgen van hitte en 55 gevolgen van droogte geïnventariseerd. Daarnaast is per gevolg vastgesteld welke partijen betrokken zijn.

De resultaten als gespreksonderwerp
De resultaten zijn verwerkt in twee klikbare praatplaten, één voor hitte en één voor droogte. De praatplaten bieden aanknopingspunten om als veiligheidsregio het gesprek aan te gaan over de gevolgen waar betrokken partijen mee te maken krijgen. Want afstemming over elkaars verantwoordelijkheden en rollen, in zowel de koude als de warme fase, zorgt voor een betere voorbereiding. Omdat de effecten van hitte en droogte vele sectoren raken, is het aantal betrokken partijen hoog.
“Een van de doelen van het programma Klimaatveiligheid is het versterken van het netwerk tussen de veiligheidsregio’s. De pilot projectwerkplaats laat zien dat er stappen zijn gezet in die onderlinge samenwerking waarbij de krachten gebundeld worden om producten te ontwikkelen waaraan behoefte is in veiligheidsregio’s”, aldus programmamanager Klimaatveiligheid Charlotte van Ruijven.
Logische keuze voor hitte en droogte
Periodes van hitte en droogte vergroten de kwetsbaarheid van de samenleving. Terwijl het niet de meest tastbare klimaatrisico’s zijn voor een veiligheidsregio, omdat vaak een opschaling van de crisisorganisatie niet nodig is. Bij uitstek deze risico’s kunnen in veel domeinen wel tot keteneffecten leiden die uiteindelijk ook weer tot situaties kunnen leiden waar wél voor opgeschaald moet worden. Zo kunnen hitte en droogte bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de stroomvoorziening, wat tot uitval kan leiden. Maar ook treinen of bruggen kunnen uitvallen als gevolg van hitte, wat bijvoorbeeld impact heeft op de bereikbaarheid van hulpdiensten.
Bekijk de praatplaten
Bekijk ook
Nieuwe leergang Jeugdbrandweer Junioren gelanceerd
10 juli 2025
Tijdens de landelijke coördinatorendag van de jeugdbrandweer in mei is de nieuwe leergang Jeugdbrandweer Junioren gepresenteerd. Het NIPV heeft bijgedragen aan het samenstellen van het onderwijsmateriaal samen met jeugdleiders uit de veiligheidsregio’s. Jeffrey Meeuwissen en Kitty Veldscholten vertellen over het project.

We brengen een bezoek aan de brandweerkazerne in Almelo, waar de jeugdbrandweer een oefenavond heeft. Deze avond wordt een les getest voor de aspiranten, de jongeren in de leeftijd van 15 tot 18 jaar. Kitty Veldscholten, onderwijskundige bij het NIPV, heeft samen met collega’s en jeugdleiders uit de regio’s Twente, Drenthe en Gelderland-Zuid enkele lessen ontwikkeld en gaat nu kijken of het ontwerp van deze lessen werkt in de praktijk. Dat doet zij samen met Jeffrey Meeuwissen, coördinator jeugdbrandweer Twente, die als inhoudsdeskundige betrokken is bij het project. Jeffrey Meeuwissen is al 25 jaar lid van de jeugdbrandweer; eerst als jeugdlid, jeugdleider, hoofdjeugdleider nu als coördinator.
Wat was de aanleiding voor het project?
“De aanleiding voor het project is dat de lesstof erg verouderd was”, vertelt Jeffrey Meeuwissen. “De lesstof die in de boeken stond stamde uit de jaren 90. We gingen de jeugd dingen leren die ze later weer moesten afleren. De meeste jeugdleiders gebruiken al een tijd delen van de lesstof van de Manschapopleiding, zoals filmpjes die in de ELO staan. Maar de wens was om een samenhangende leergang te maken voor de jeugd, die echt op hen is afgestemd.”
Wat willen jullie bereiken?
“Het doel is natuurlijk ook om de jeugd te motiveren om bij de brandweer te blijven en instroom in de reguliere Manschapopleiding te bevorderen”, vult Kitty Veldscholten aan. “Daarom is het lesmateriaal ook gebaseerd op de leergang Manschap, maar vertaald naar de doelgroep junioren (12 -15 jaar) en aspiranten (15-18 jaar). Het project is in 2024 gestart en bestaat uit drie deelprojecten: de ontwikkelfase, de testfase en de implementatiefase. Het lesmateriaal van de Junioren-leergang is begin juni beschikbaar gesteld aan de veiligheidsregio’s. De Aspiranten-leergang bevindt zich nog in de testfase.”
Waaruit bestaat het lesmateriaal?
“Het materiaal voor de junioren bestaat uit dertig lesplannen, PowerPoint-presentaties met weinig tekst en veel beeld, en praktijksuggesties voor oefeningen,” vertelt Kitty Veldscholten. “De lessen bestaan uit een basisles en een verdiepingsles. Ook zijn er quizzen toegevoegd aan het materiaal. De lessen voor de aspiranten zijn uitgebreider, waardoor het in de toekomst wellicht mogelijk is om toetsen af te nemen.” Jeffrey Meeuwissen legt uit: “De bedoeling is dat vanaf 16 jaar jeugdleden toegang krijgen tot de ELO met een eigen account. Het zou natuurlijk mooi zijn als zij dan al enkele echte Manschaptoetsen kunnen doen, zodat zij die later niet meer hoeven te maken.”

Hoe bevalt de lesstof in de praktijk?
Vanavond geeft Brandon Tieman een les ‘Brandontwikkeling en brandverloop’. De les bestaat uit drie kwartier theorie, en daarna een uur praktijk waarin de jeugdleden kunnen zien hoe een brand zich ontwikkelt en waaraan je een flashover herkent. Brandon Tieman is hoofdjeugdleider bij jeugdbrandweer Almelo en werkt ook als instructeur voor de Manschapopleiding. “Ik heb nu een paar lessen gegeven van de nieuwe leergang. Eerst pakten we de lesstof uit de ELO, maar die was te moeilijk. Ik heb het idee dat deze lesstof goed aansluit bij de jeugd. De kracht zit in de herhaling. Er is veel beeldmateriaal en het ziet er mooi uit. En de jeugdleider hoeft minder voor te bereiden.”
En wat vinden de jeugdleden er zelf van?
Eén van de aspirant jeugdleden reageert: “Bij de junioren hadden we de oude lesstof uit een boek. Het boek was huiswerk, en dat werd op een oefenavond getoetst.” Een ander jeugdlid vult aan: “Ik vond het een leuke les, maar wel veel herhaling van wat we bij de junioren hebben geleerd. Het was leuk dat we na de theorieles naar buiten gingen om te kijken hoe het er in het echt uitziet. Een goede les is voor mij een combinatie van theorie en praktijk.”
Lage risicoperceptie, maar wel informatiebehoefte: burgers willen anders geïnformeerd worden over klimaatrisico’s
Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, juli 2025
Veel Nederlanders onderschatten de risico’s van klimaatverandering, terwijl ze wel behoefte hebben aan meer informatie – en dat het liefst op een andere manier dan nu gebeurt. Dat blijkt uit recent onderzoek van het NIPV naar de manier waarop burgers risicocommunicatie over klimaatrisico’s ervaren. Het onderzoek richtte zich op vijf specifieke risico’s: droogte, extreem weer, hitte, natuurbranden en overstromingen.

De resultaten bieden drie belangrijke aanknopingspunten voor effectievere risicocommunicatie:
- De risicoperceptie is relatief laag
Hoewel Nederland steeds vaker te maken krijgt met extreme weersomstandigheden en andere klimaatgerelateerde risico’s, ervaren veel mensen deze risico’s niet als een bedreiging voor zichzelf of hun omgeving. Die lage risicoperceptie vormt een belemmering voor gedragsverandering en voorbereiding op mogelijke calamiteiten. Effectieve risicocommunicatie moet daarom allereerst gericht zijn op het vergroten van het bewustzijn over de risico’s. Dat kan bijvoorbeeld door persoonlijke ervaringsverhalen te delen of praktijksituaties na te bootsen, zoals in een Risk Factory. - Er is brede informatiebehoefte onder burgers
Veel respondenten geven aan dat ze meer willen weten over de klimaatrisico’s zelf, hoe ze zich hierop kunnen voorbereiden, en wat ze kunnen doen om zichzelf en anderen in veiligheid te brengen. Deze informatiebehoefte is over het algemeen breed aanwezig, maar de precieze informatiebehoefte verschilt per persoon. Dit onderstreept het belang van een inventarisatie aan welke informatie behoefte is en afstemming van de risicocommunicatie op de bestaande kennis van mensen. - De huidige communicatiewijze sluit onvoldoende aan
De manier waarop klimaatrisico’s nu worden gecommuniceerd, blijkt niet effectief genoeg. Het merendeel van de respondenten geeft aan liever op een andere wijze geïnformeerd te worden. Er is bijvoorbeeld behoefte aan huis-aan-huis communicatie, zoals folders of brieven, en informatie die lokaal is toegespitst. Op die manier worden ook mensen bereikt die nu buiten beeld blijven en groeit de betrokkenheid bij dit onderwerp.
Twee deelrapporten
De resultaten van het onderzoek zijn uitgewerkt in twee deelrapporten.
Deelrapport A geeft per klimaatrisico inzicht in factoren als risicoperceptie, informatiebehoefte en betrokkenheid. Dit rapport is bedoeld voor professionals die werken aan risicocommunicatie rondom specifieke risico’s.
Deelrapport B biedt een overkoepelend beeld en is vooral geschikt voor beleidsmakers en anderen die een globaal overzicht nodig hebben van hoe burgers risicocommunicatie over klimaatrisico’s ervaren.
Factsheets per klimaatrisico
Voor professionals die werken aan risicocommunicatie rondom klimaatrisico’s is een aantal factsheets beschikbaar. Ze geven snel inzicht in de risicoperceptie, het gedrag en de informatiebehoefte van burgers. En bieden aanknopingspunten voor een doeltreffende risicocommunicatie.
-
Factsheet Risicocommunicatie over droogte. Het perspectief van burgers
pdf | 1 MB | 08-07-2025 -
Factsheet Risicocommunicatie over extreem weer. Het perspectief van burgers
pdf | 362 KB | 08-07-2025 -
Factsheet Risicocommunicatie over hitte. Het perspectief van burgers
pdf | 183 KB | 08-07-2025 -
Factsheet Risicocommunicatie over natuurbranden. Het perspectief van burgers
pdf | 852 KB | 08-07-2025 -
Factsheet Risicocommunicatie over overstromingen. Het perspectief van burgers
pdf | 784 KB | 08-07-2025 -
Factsheet Risicocommunicatie over klimaatrisicio’s. Het perspectief van burgers
pdf | 410 KB | 08-07-2025
Onderdeel van het programma Klimaatveiligheid
Het onderzoek is uitgevoerd binnen het programma Klimaatveiligheid, dat zich richt op het versterken van kennis, samenwerking en professionalisering binnen de veiligheidsregio’s. Bekijk meer informatie over het programma Kimaatveiligheid.
Bekijk ook
“It matters what you are doing, even if you can’t always see the impact with your own eyes”
Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, juli 2025
Hoi allen,
Een paar weken geleden woonde ik de reünie bij van mijn masterprogramma Disaster Risk Management and Climate Change Adaptation in Lund, Zweden. Tien jaar geleden begon ik aan deze opleiding, en sindsdien hebben ruim 200 mensen het programma gevolgd. Al deze professionals zetten zich – ieder op hun eigen manier – in voor een veiligere en klimaatbestendige wereld: binnen lokale overheden, als humanitaire hulpverleners in conflictgebieden en ontwikkelingslanden, bij NGO’s, in het VN-systeem, enzovoort.

Het was bijzonder om met deze internationale groep alumni, studenten en professoren, live en digitaal, samen te komen. Inspirerend, verbindend en hartverwarmend.
Tijdens het ochtendprogramma spraken twee zeer ervaren professionals uit de wereld van de Verenigde Naties en de internationale ontwikkelingssamenwerking. Ze deelden hun inzichten over de huidige stand van zaken op het gebied van klimaat en geopolitiek.
Wat volgde was een intensieve, interactieve paneldiscussie.
Op een bepaald moment werd hun gevraagd hoe zij, met al hun ervaring, aankijken tegen de huidige internationale dynamiek. Hun antwoord raakte mij diep. In hun decennialange loopbanen hadden ze nog nooit zo sterk meegemaakt dat de fundamenten van onze internationale samenleving – inclusief de mensenrechten – zó openlijk onder druk stonden, soms zelfs door landen of actoren die ooit als bondgenoten golden. Die constatering raakte hen zichtbaar emotioneel.
Daarop volgde een vraag uit het publiek: Hoe gaan jullie hier persoonlijk mee om? Hebben jullie tips voor ons, jongere professionals, om veerkrachtig te blijven in het licht van deze zware omstandigheden?
Op dat moment werd het stil, tranen vloeiden.
Zowel bij de sprekers als in het publiek. Want als je de emoties toelaat die je tijdens je werk vaak moet onderdrukken om door te kunnen gaan, dan komt dat hard binnen. Ik denk dat velen in de zaal zich herkenden in dat gevoel: hoe zwaar het soms is om door te gaan, om gedreven te blijven terwijl de uitdagingen alleen maar groter lijken.
Een van de sprekers sprak toen de woorden die mij zijn bijgebleven, en die ik graag met jullie wil delen: “My advice to you is that you don’t forget the following: It matters what you are doing, even if you can’t always see the impact with your own eyes. Keep up your good work and never give up.”
En dat is precies wat ik jullie als leden van het Netwerk Klimaat en Veiligheid ook wil meegeven. Blijf doorgaan. Sta jezelf toe om emoties te voelen en deel ze met elkaar. Zoek steun, vier successen, en hervind samen de energie om verder te gaan.
Wat wij doen als netwerk, en wat jullie doen binnen de veiligheidsregio’s: het doet ertoe. Juist nu.
Hartelijke groet,
Lana Garrels
voorzitter Netwerk Klimaatveiligheid
Bekijk ook
De meeste mensen deugen: lessen uit een bijzondere doorleefsessie over grootschalige stroomuitval
Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, juli 2025
In Veiligheidsregio Twente werd onlangs een unieke doorleefsessie gehouden. Geen gewone crisisoefening, maar een diepgaande verkenning van wat er gebeurt als West-Europa 3 dagen zonder elektriciteit komt te zitten. “In tijden van crisis kunnen we vertrouwen op elkaar”, aldus coördinator risicobeheersing Myrte Sival van Veiligheidsregio Twente.

Doorleefsessie in plaats van oefening
De sessie werd bewust geen oefening genoemd. In plaats van een gesimuleerd crisisscenario waarin razendsnel besluiten moeten worden genomen, stond tijdens deze doorleefsessie het nadenken en reflecteren centraal. Partijen namen de tijd om te verkennen wat een langdurige stroomuitval betekent voor hun werk en de samenleving.
De sessie vond plaats op 28 maart met zo’n 70 deelnemers – van inwoners tot supermarkten, scholen, agrariërs en vitale partners. Op 16 april volgde een vervolg met de 14 burgemeesters van de regio. Wetenschappers dachten mee over maatschappelijke reacties. Alles was gericht op één vraag: “Wat doen we als het écht gebeurt?”
Belangrijkste inzichten
- Vertrouwen in de samenleving
Uit gesprekken met inwoners, wetenschappers en maatschappelijke partners kwam een krachtig beeld naar voren: de meeste mensen deugen. In plaats van chaos en paniek verwachten mensen samenwerking en solidariteit. Supermarkten, agrariërs en burgers gaven aan te willen en kunnen helpen – mits ze duidelijke opdrachten krijgen.
- Schaarste als grootste zorg
Brandstof, voeding en medicijnen zullen bij langdurige stroomuitval snel schaars worden. Het is dus van uiterst belang dat inwoners en organisaties nu al maatregelen treffen. En ook dat de veiligheidsregio nadenkt over hoe zij de continuïteit van de crisisorganisatie kan borgen in tijden van schaarste. Veel organisaties gaven aan bereid te zijn hun bijdrage te leveren, bijvoorbeeld door voedselpakketten te maken – als dat goed wordt gecoördineerd.
- Communicatie is cruciaal
Als digitale communicatie uitvalt, moeten er fysieke informatiepunten komen. Niet alleen om boodschappen te zenden, maar vooral om te horen wat er speelt. Alleen zo kunnen crisisdiensten inspelen op de behoeften van de samenleving. - Landelijke regie ontbreekt nog
Hoewel regio’s als Twente al goed nadenken over hun rol, ontbreekt het nog aan landelijke coördinatie. Samenwerken met supermarkten of banken op regionaal niveau kan, beter is dat er landelijke afspraken worden gemaakt.
Stroomuitval is een reëel (klimaat)risico
Voor deze oefening werd gekozen voor een scenario waarbij de stroomvoorziening moedwillig werd gesaboteerd. Maar stroomuitval kan ook een klimaatgerelateerde oorzaak hebben. Bijvoorbeeld als gevolg van een hoger risico op een overstroming of een natuurbrand. In 2005 viel in Veiligheidsregio Twente in Haaksbergen ruim 2 dagen de stroom uit, doordat door het slechte weer een aantal hoogspanningskabels knapte. Duizenden bewoners zaten vijftig uur in de kou, zonder licht, centrale verwarming, televisie of radio en mobiel telefoonnetwerk.
Wat zou er de volgende keer anders gaan?
De sessie was een succes, maar groeide al snel in omvang. De belangrijkste les voor een volgende keer: bepaal vooraf beter de scope. Door de betrokkenheid van steeds meer partijen werd het groot en daarmee behoorlijk tijdsintensief. Terwijl elke nieuwe partij ook weer nieuwe inzichten en nieuwe perspectieven opleverde.
Wat begon als een scenario over stroomuitval, groeide uit tot een oefening in vertrouwen.
Vertrouwen in elkaar, in de samenleving, en in de veerkracht van mensen. Dat is misschien wel de belangrijkste les van allemaal.
Bekijk ook
Update programma Klimaatveiligheid
Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, juli 2025
Twee weken geleden was de NAVO-top in mijn straat. Als professional in dit domein is het heel gaaf om van dichtbij te zien hoe politie, veiligheidsregio’s, ministeries en Defensie zo’n grote operatie samen trekken.

Dag allemaal,
Twee weken geleden was de NAVO-top in mijn straat. Als professional in dit domein is het heel gaaf om van dichtbij te zien hoe een samenwerking van politie, veiligheidsregio’s, ministeries, Defensie en ongetwijfeld nog tal van onzichtbare partijen zo’n grote operatie samen trekt. Als omwonende was het prima, lopend en met de fiets kwam ik waar ik zijn moest. Alleen de herrie van helikopters 24/7 boven het huis, tja die was ik wel zat als ik eerlijk ben. Wat voor mij uiteindelijk het meest vervreemdende moment was, was om op zondagochtend al fietsende, collega’s van Defensie in jeeps in mijn eigen wijk tegen te komen. Das toch gek. En het zette mij aan het denken. We leven in de gelukkige omstandigheid dat fysieke oorlogsdreiging hier in Nederland al jaren niet heeft plaatsgevonden. Dat neemt niet weg dat er op het vlak van hybride oorlogsvoering ook in Nederland een hoop plaatsvindt. Is dat niet vergelijkbaar met de effecten van klimaatverandering?
Oorlogsdreiging is verschrikkelijk en ontwrichtend, maar geldt dat niet ook voor de effecten van klimaatverandering waar we mee te dealen hebben? Ook in Nederland zien we al effecten, we zijn niet voor niets gestart met het programma Klimaatveiligheid als veiligheidsregio’s. Maar wordt dit al als chefsache gezien of te makkelijk weggezet als ‘linkse hobby’? Gelukkig wordt op Europees niveau in toenemende mate gesproken over klimaataanpak. Maar wordt het niet eens tijd voor een NATSO? Een North Atlantic Climate Safety Organization?
Dit is helaas niet hetgeen waar we direct invloed op hebben. Waar we wel invloed op hebben is het zichtbaarder maken van klimaatveiligheid. Het belang dat veiligheidsaspecten als onderdeel worden meegenomen binnen klimaatadaptatie. Steeds meer partners zien ons. Een mooi resultaat is de deelname aan de stuurgroep DPRA, het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Daarnaast hebben we onze inzichten versterkt op hoe om te gaan met schaarste en de risicoperceptie van burgers op klimaatrisico’s.
Ondertussen wordt er door collega’s hard gewerkt in drie projectwerkplaatsen. Zo zijn er praatplaten over hitte en droogte gemaakt. De praatplaten geven inzicht in de mogelijke gevolgen van hitte en droogte voor de publieke veiligheid. Per gevolg is beschreven welke partnerorganisaties (mogelijk) een rol hebben. Verder wordt de Handreiking veilige klimaatadaptatie verlandelijkt en passen we het meerlaagsveiligheidsmodel ook toe op andere klimaatrisico’s dan water zoals hitte en droogte. Ontzettend gaaf om te zien hoe we met onze kennis, expertise en vooral in samenwerking aan de slag zijn!
Hartelijke groet,
Charlotte van Ruijven
Programmamanager Klimaatveiligheid
Bekijk ook
Pilot projectwerkplaats: inventarisatie gevolgen hitte en droogte afgerond
Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, juli 2025
Om beter voorbereid te zijn op extreme hitte en extreme droogte zijn de mogelijke gevolgen voor de publieke veiligheid en betrokken partners in kaart gebracht. In een projectwerkplaats hebben vier veiligheidsregio’s op basis van de thema’s bedrijfscontinuïteit, fysieke leefomgeving en milieu, gezondheid, maatschappij, natuur en klimaat en vitale voorzieningen in totaal 52 gevolgen van hitte en 55 gevolgen van droogte geïnventariseerd. Daarnaast is per gevolg vastgesteld welke partijen betrokken zijn.

De resultaten als gespreksonderwerp
De resultaten zijn verwerkt in twee klikbare praatplaten, één voor hitte en één voor droogte. De praatplaten bieden aanknopingspunten om als veiligheidsregio het gesprek aan te gaan over de gevolgen waar betrokken partijen mee te maken krijgen. Want afstemming over elkaars verantwoordelijkheden en rollen, in zowel de koude als de warme fase, zorgt voor een betere voorbereiding. Omdat de effecten van hitte en droogte vele sectoren raken, is het aantal betrokken partijen hoog.
“Een van de doelen van het programma Klimaatveiligheid is het versterken van het netwerk tussen de veiligheidsregio’s. De pilot projectwerkplaats laat zien dat er stappen zijn gezet in die onderlinge samenwerking waarbij de krachten gebundeld worden om producten te ontwikkelen waaraan behoefte is in veiligheidsregio’s”, aldus programmamanager Klimaatveiligheid Charlotte van Ruijven.
Logische keuze voor hitte en droogte
Periodes van hitte en droogte vergroten de kwetsbaarheid van de samenleving. Terwijl het niet de meest tastbare klimaatrisico’s zijn voor een veiligheidsregio, omdat vaak een opschaling van de crisisorganisatie niet nodig is. Bij uitstek deze risico’s kunnen in veel domeinen wel tot keteneffecten leiden die uiteindelijk ook weer tot situaties kunnen leiden waar wél voor opgeschaald moet worden. Zo kunnen hitte en droogte bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de stroomvoorziening, wat tot uitval kan leiden. Maar ook treinen of bruggen kunnen uitvallen als gevolg van hitte, wat bijvoorbeeld impact heeft op de bereikbaarheid van hulpdiensten.
Bekijk de praatplaten
Bekijk ook
NIPV ontvangt subsidie voor onderzoeksbijdrage aan vernieuwend onderzoek naar crowd-simulaties
9 juli 2025
Het NIPV gaat een bijdrage leveren aan het project INVISE, een samenwerking met technologiepartner uCrowds en Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Het project richt zich op de ontwikkeling van ‘digital twins’: digitale kopieën van de leefomgeving die beter kunnen voorspellen hoe mensen zich gedragen bij grote evenementen en in crisissituaties.

INVISE richt zich op het combineren van verschillende soorten data, denk aan 3D-beelden van gebouwen en straten én informatie over bijvoorbeeld looproutes of nooduitgangen. Door deze gegevens beter op elkaar af te stemmen, kunnen computersimulaties betrouwbaarder voorspellen hoe mensen zich gedragen in drukke situaties, zoals bij SAIL Amsterdam of Koningsdag. Maar de toepassingen van INVISE zijn breder: van drukke stadscentra tot militaire operaties. Door steeds beter gebruik te maken van digitale simulaties, wordt Nederland beter voorbereid op toekomstige risico’s en crises.
Roland Geraerts, CEO van uCrowds: “Bij uCrowds onderzoeken we hoe fotogrammetrische visuele én semantische lagen in digital twins beter op elkaar kunnen worden afgestemd. We willen weten hoe deze combinatie bijdraagt aan zowel natuurgetrouwe als efficiënte crowd-simulaties. Zo maken we simulaties niet alleen realistischer, maar ook beter inzetbaar voor veiligheidsprofessionals in de praktijk.”
“Het is mooi dat we als lectoraat Datagedreven publieke veiligheid onderzoek kunnen doen dat direct aansluit bij een initiatief van de veiligheidsregio’s”, aldus lector Amy Matser. “Met dit project verhogen we de bruikbaarheid van digital twins in de praktijk.”
Joep Rozendal, programmadirecteur Informatievoorziening veiligheidsregio’s, vult aan: “In de werkpraktijk van de veiligheidsregio’s lopen we soms tegen vraagstukken aan waar we zelf niet direct de oplossing voor hebben. Soms zijn er ook kansen die we niet direct weten te verzilveren. Het NIPV heeft de kennis en kunde in huis om met goed onderzoek bij te dragen aan het oplossen van knelpunten en het verzilveren van kansen. Goed onderzoek draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van ons werk.
Ik ben blij met het onderzoek omdat het de mogelijkheid biedt om het werken met praktijksimulaties te verbeteren. Praktijksimulaties bieden goede mogelijkheden om risico’s te monitoren en zo incidenten te voorkomen. Hoe realistischer we deze simulaties kunnen maken, hoe beter het is. Het is fijn dat er extra middelen beschikbaar komen om hierin verder stappen te zetten.”
De nieuwe technologie wordt eerst getest met gegevens van eerdere evenementen. In 2026 volgen praktijktesten tijdens live-evenementen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de technische kant, maar ook hoe bruikbaar het systeem is voor de veiligheidsprofessionals.
De samenwerking vindt plaats binnen het Strategisch Programma Veiligheidsmarkt. Dit programma richt zich op het versterken van de publiek-private samenwerking voor onderzoek en innovatie in de veiligheidsmarkt.
INVISE wordt gefinancierd met de PPS-i-middelen van het Ministerie van Economische Zaken vanuit TKI ICT. TKI ICT is het topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) van de ICT-sector.