label Fysiek veilige leefomgeving

“Het delen van kennis vind ik het leukste wat er is”

12 december 2025

“Het delen van kennis en ervaringen met brandweercollega’s vind ik het leukste wat er is”, vertelt Jos Dijkgraaf, werkzaam als ploegchef bij Veiligheidregio Haaglanden. “Inmiddels werk ik hier bijna 35 jaar, waarvan de laatste 17 jaar als ploegchef. Ook werk ik als trajectbegeleider voor de leergang Ploegchef en ik geef les aan de leergang Ploegchef. De rol van ploegchef en de manier van opleiden heb ik enorm zien veranderen in de afgelopen decennia.”

Jos Dijkgraaf, ploegchef bij Veiligheidsregio Haaglanden.
Jos Dijkgraaf, ploegchef bij Veiligheidsregio Haaglanden.

“Het delen van ervaringen met andere ploegchefs vind ik een van de waardevolste dingen van de bijeenkomsten voor ploegchefs. Je merkt dan dat de problematiek of valkuilen waar je tegenaan loopt als ploegchef in Haaglanden, echt niet zoveel verschillen van die van een ploegchef in een andere regio. Dingen die in je eigen regio of in andere regio’s zijn opgelost, geef je dan weer mee aan collega’s met dezelfde problematiek. Het is dus eigenlijk meer het ophalen van elkaars kennis. Dat is echt heel waardevol. Ik kom er altijd rijker van terug dan dat ik erheen ging.”

Brede functie

“Ploegchef zijn is een hele brede functie. Als ploegchef ben ik meer aan het sturen. In elke regio wordt dit weer net iets anders ingevuld. In Haaglanden is het een combinatie. Ik ben zowel bevelvoerder als ploegchef. Dan houdt die verantwoording niet op als het incident afgesloten is, want dan begint de andere kant van de medaille. Zeker aan de koude kant. Daar zit echt heel veel werk. Er zijn collega’s met serieuze problemen. Je staat eigenlijk gewoon altijd aan op dat gebied. Het is fijn als ik dan collega’s mee kan nemen in mijn eigen ervaringen van de afgelopen 35 jaar.”

Spin in het web

“Als ploegchef ben je echt een spin in het web. Je zit precies tussen het hogere management en de operationele dienst in. De ene keer verdedig je het beleid van de werkgever en de andere keer het beleid van je ploeg. Het selecteren van een goede ploegchef is daarom echt belangrijk. Het is een rol die niet te verwaarlozen valt. Tijdens selectiegesprekken merk ik dat veel mensen nog echt niet doorhebben wat het nou exact inhoudt. De grootste stap die ik heb ervaren in mijn loopbaan is van bevelvoerder naar ploegchef. Hier wordt in de leergang voor ploegchef wel goed aandacht aan besteed. Mensen worden steeds beter voorbereid op wat ze te wachten staat.”

Leren van mijn valkuilen

“Tijdens de lessen in de leergang krijg ik altijd de meeste energie van het delen van mijn ervaring met de beginnende beroepsoefenaars. We hebben allemaal valkuilen en zijn erin gestapt. Als ik het dan voor elkaar kan krijgen om te voorkomen dat nieuwe mensen in diezelfde valkuilen stappen, dan vind ik dat het leukste wat er is. Kennis delen dus. Zo hoop ik ze verder te helpen.”

Meer kennis delen

“Ik vind dat we binnen de brandweer in Nederland te weinig doen aan kennis delen, leren van elkaar en leren van incidenten. Tijdens het lesgeven heb ik natuurlijk de unieke gelegenheid om dat te doen. Dus ik neem de studenten mee in de operationele inzetten die ik zelf heb meegemaakt in mijn ploegchefschap. Zoals de jaarwisseling in Scheveningen waar het misging. Ik leg dan uit wat dat betekent als ploegchef. Dat vind ik heel leuk. We zijn uiteindelijk allemaal praktijkmensen. Natuurlijk heb je een theoretische basis nodig, maar verhalen uit de praktijk gaan erin als zoete koek.”

Meer informatie over de leergang Ploegchef

In april start een nieuwe leergang Ploegchef. Bekijk alle informatie over programma en aanmelding.

label Veilige energietransitie

Energiehubs en veiligheidsrisico’s: het geheel is meer dan de som der delen  

12 december 2025

Omdat energiehubs relatief nieuw zijn, is er nog weinig bekend over de mogelijke veiligheidsrisico’s. Het NIPV voerde daarom een verkennend onderzoek uit. Het onderzoek bestond uit een literatuurstudie, expertgesprekken en een technische analyse.

Stockfoto van energiehubs
Foto: Shutterstock.

Energietransitie vereist andere inrichting energiesysteem

Kenmerkend voor de energietransitie is dat er ook meer lokale en duurzame energie wordt opgewekt en opgeslagen, zoals zonne- en windenergie. De hoeveelheid energie die met zon en wind kan worden opgewekt, wisselt voortdurend waardoor vraag en aanbod van energie moeilijk op elkaar kunnen worden afgestemd. Dit is een belangrijk verschil ten opzichte van conventionele energie die wordt opgewekt uit grote, centrale fossiele energiecentrales. De transitie naar duurzame vormen van energie vereist dan ook dat het energiesysteem anders wordt ingericht. Energiehubs worden gezien als een van de oplossingen om het energiesysteem anders in te richten.

Vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen 

Energiehubs zijn lokale samenwerkingen waarin verschillende soorten energie slim lokaal worden opgewekt, opgeslagen en gedeeld. Energiehubs helpen om vraag en aanbod van energie beter op elkaar te laten aansluiten. Daardoor wordt het (centrale) elektriciteitsnet minder belast en kunnen huizen en bedrijven verder verduurzamen, ook als er weinig ruimte meer is op het bestaande stroomnet.

Mogelijke veiligheidsrisico’s

Uit het verkennende onderzoek blijkt dat elke energiehub in de basis bestaat uit drie onderdelen. Een Energy Management System (EMS) zorgt daarbij voor de digitale aansturing van energiestromen tussen deze drie onderdelen:

  • Inkomende (duurzame) energiestromen (bijvoorbeeld elektriciteit, restwarmte of waterstof)
  • Conversie- en opslagsystemen (bijvoorbeeld batterijen, warmtepompen of warmtekrachtkoppelingsinstallaties)
  • Uitgaande energiestromen (naar gebruikers).

Doordat al deze componenten binnen een energiehub in verschillende combinaties kunnen worden toegepast, kunnen ook de veiligheidsrisico’s sterk variëren. De omvang van de energiehub en de directe omgeving van de hub spelen een belangrijke rol bij de veiligheid van het geheel. Energiehubs komen voor in uiteenlopende omgevingen: van woonwijken en bedrijventerreinen tot industriegebieden en de glastuinbouw.

Andersoortige veiligheidsrisico’s

Over de componenten van een energiehub afzonderlijk bestaat al een geruime hoeveelheid veiligheidskennis: de veiligheidsrisico’s van bijvoorbeeld zonnepanelen, batterijen en waterstof zijn bekend. Maar wat kan er gebeuren met de hub als geheel, als er iets misgaat met zo’n component? Mogelijke incidenten van een component zijn brand, explosie of het vrijkomen van schadelijke stoffen. De combinatie en nabijheid van verschillende componenten binnen één energiehub kan leiden tot nieuwe of samengestelde veiligheidsrisico’s.

Daarnaast wijst internationale casuïstiek uit dat verstoringen in het EMS lokale stroomuitval kunnen veroorzaken in het gebied dat door de energiehub van energie wordt voorzien. In hoeverre zulke verstoringen ook fysieke veiligheidsrisico’s opleveren binnen de hub, is nog onvoldoende duidelijk.

Het is van belang dat er bij deze hub-ontwikkeling ook aandacht is voor de interactie tussen de verschillende componenten, zodat de energiehubs van de toekomst niet alleen slim en duurzaam, maar ook betrouwbaar en veilig functioneren.

Lees het rapport

label Fysiek veilige leefomgeving

Zowel boogmethode als 3D-pulsmethode is geschikt om effectief rookgassen te koelen

11 december 2025

Hoe kunnen rookgassen het beste worden gekoeld: met de boogmethode of met de 3D-pulsmethode? In twee series praktijkexperimenten heeft het NIPV het effect van beide methoden onderzocht. Hieruit blijkt dat allebei de technieken rookgassen effectief koelen. De continue boogmethode met lage druk geeft de meeste koeling.

Brandweerman voert slang door bij blussen brand tijdens praktijkexperimenten rookgaskoeling
Foto: NIPV.

Wereldwijd discussie over beste manier van rookgaskoeling

Bij het uitvoeren van een offensieve binnenaanval moeten brandweermensen zich veilig kunnen voortbewegen door de (hete) rook richting de brandhaard. Hiervoor is het nodig om de rookgassen te koelen. Wereldwijd is er discussie over de beste manier van rookgaskoeling. Is de boogmethode, waarbij tegen wanden en plafonds wordt gespoten, het meest effectief? Of is dat de 3D-pulsmethode, waarbij met pulsen water in de rookgaslaag wordt gespoten?

In 2019 hebben we een eerste serie praktijkexperimenten uitgevoerd, met de deur open. Afgelopen voorjaar hebben we vervolgonderzoek gedaan. Hierbij hebben we onderzocht of de resultaten uit 2019 ook gelden bij andere omstandigheden, zoals bij een gesloten deur, en bij varianten van de boogmethode: met een continue of onderbroken straal water. De praktijkexperimenten zijn uitgevoerd in samenwerking met de Community of Practice Brand.

Wat is er gemeten?

We hebben onderzocht wat het effect is van de boogmethode (continu of onderbroken) en de 3D-pulsmethode op:

  • Het koelen van de rookgassen: daalt de temperatuur?
  • De veiligheid voor de brandweer en slachtoffers: blijft de warmtestralingsdosis binnen de grenswaarde? Wat zijn de overlevingskansen voor slachtoffers?
  • De beleving van de inzetploeg: wat is de mate van warmteregulatie, discomfort en inspanning?

Conclusie: beide methoden koelen effectief

De conclusies van de experimenten uit 2025 bevestigen die van 2019:

  • Beide methoden koelen de rookgassen effectief. De continue boogmethode met lage druk en een debiet van 250 l/min geeft de meeste koeling.
  • De koeling voor en achter de inzetploeg is bij de continue boogmethode (lage druk en 250 l/min) gunstiger dan bij de 3D-pulsmethode.
  • De boogmethode is makkelijker uit te voeren en geeft meer koeling, vooral bij een dynamische rookgaslaag.
  • Het sluiten van de deur heeft een positieve invloed op de temperatuur. Deze daalt 200 tot 250 ˚C. Bij een gesloten deur zakt de rookgaslaag lager dan bij een open deur.
  • Voor de inzetploeg zijn beide methoden niet bovenmatig zwaar.
  • Beide rookgaskoelingsmethoden verslechteren de condities voor slachtoffers. Het sluiten van de deur zorgt voor een temperatuurdaling (gunstig voor slachtoffers), maar tegelijkertijd voor een lager hangende rookgaslaag (nadelig voor slachtoffers).

Les- en leerstof blijft ongewijzigd

Op grond van de uitkomsten van de experimenten is het niet nodig om de les- en leerstof over rookgaskoeling aan te passen.

Lees het rapport en de samenvatting

label Informatiegestuurde veiligheid

Kerncijfers Materieel 2025 nu beschikbaar

11 december 2025

Het NIPV heeft de jaarlijkse cijfers over het beschikbare brandweermaterieel bij de veiligheidsregio’s gepubliceerd. De gegevens zijn beschikbaar sinds 2024.

tankautospuit brandweer met brandslang
Foto: NIPV.

Het jaar 2025 laat een lichte daling zien in het aantal reguliere tankautospuiten ten opzichte van 2024, terwijl het aantal natuurbrandbestrijdingsvoertuigen licht is gestegen.

Dit betreft deels de vervanging van reguliere tankautospuiten door tankautospuiten die ook gespecialiseerd zijn in natuurbrandbestrijding, en deels een betere vastlegging van de verschillen tussen deze voertuigen. Verder is het aantal operationele droneteams uitgebreid naar 11.

Dataverzameling

In opdracht van de veiligheidsregio’s publiceert het NIPV jaarlijks cijfers over beschikbaar brandweermaterieel van de veiligheidsregio’s. De data komen het uit Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) en is bedoeld om een beeld te geven van de beschikbare brandweer capaciteit. Het dashboard geeft inzicht in beschikbare fysieke voertuigen en materieel van de brandweer, waarbij de voertuigen en het materieel worden gecategoriseerd op basis van de primaire rol. Het dashboard toont slechts een selectie van het beschikbare brandweermaterieel, en is daarom geen complete weergave.

Bij de dataverzameling van 2025 zijn nieuwe inzichten opgedaan, waarop de definities zijn aangescherpt. Hierop zijn ook de cijfers van 2024 aangepast.

Verkennend onderzoek naar laadgedrag van telefoon en fietsaccu

9 december 2025

Wanneer en met welke type oplader laden mensen hun mobiele telefoon en de accu van hun elektrische fiets op? Welke gedragsfactoren spelen hierbij een rol? Uit een verkennend onderzoek blijkt dat de meeste mensen in ons land veilig laden. “Zij laden hun telefoon en fietsaccu meestal op wanneer zij thuis zijn. De fietsaccu wordt meestal opgeladen met een originele lader. Er is nog wat winst te behalen als het gaat om het gebruik van een originele telefoonoplader”, vertelt onderzoeker Margo Karemaker.

Foto: Shutterstock.

Huidig gedrag en gedragsfactoren

Het lectoraat Brandveiligheidskunde van het NIPV doet onder andere onderzoek naar hoe je brandveilig gedrag van mensen kunt stimuleren. Karemaker: “Voor een effectieve gedragsverandering is het belangrijk om, voordat je campagnes of voorlichtingsprogramma’s ontwikkelt, eerst het huidige gedrag en de bijbehorende gedragsfactoren te onderzoeken. Gedragsfactoren zijn de verschillende (psychologische) redenen die, bewust of onbewust, ons gedrag bepalen. Pas als je huidig gedrag begrijpt, kun je bepalen hoe je dit gedrag effectief kunt beïnvloeden.”

Inzet van burgerpanel voor onderzoek

“Steeds meer mensen maken gebruik van oplaadbare elektrische apparaten, zoals mobiele telefoons en elektrische fietsen, en laden deze thuis op. Dit brengt risico’s met zich mee. In ons onderzoek hebben we gekeken naar hoe mensen hun telefoons en fietsaccu’s opladen en welke gedragsfactoren hierbij een rol spelen. Daarnaast hebben we de mogelijkheden van een burgerpanel verkend. Voor onderzoek waarbij mensen bevraagd worden is het een steeds grotere uitdaging om voldoende deelnemers te vinden. De inzet van een burgerpanel kan mogelijk een oplossing zijn”, vertelt Karemaker.

Risicoperceptie, attitude, sociale normen en zelfeffectiviteit

De onderzoekers stelden een vragenlijst op met vragen over laadgedrag en gedragsfactoren. De volgende gedragsfactoren werden meegenomen:

  • Risicoperceptie: hoe groot schat iemand de kans in op brand als gevolg van bepaald gedrag.
  • Attitude: hoe nuttig of nodig vindt iemand bepaald gedrag.
  • Sociale normen: wat vinden andere mensen uit de sociale omgeving belangrijk om te doen en welk gedrag vertonen die mensen.
  • Zelfeffectiviteit: heeft iemand het gevoel in staat te zijn om bepaald gedrag uit te voeren.

Attitude belangrijkste gedragsfactor voor veilig laadgedrag

Karemaker: “We hebben de vragenlijst uitgezet onder burgerpanels in 11 van de 12 provincies. In totaal hebben bijna 3500 personen de vragenlijst volledig ingevuld. De conclusies? Nederlanders laden over het algemeen veilig hun telefoon en fietsaccu op. Als je mensen wilt aansporen om veilig op te laden, speelt de gedragsfactor attitude (hoe nuttig of nodig vind ik dit?) de grootste rol. Die bepaalt het meest of ze veilig laadgedrag laten zien. Dit geldt zowel voor mensen die al veilig opladen als voor mensen die toch nog wel eens onveilig oplaadgedrag laten zien.”

Lees het rapport

Update LCMS-databases januari 2026 

8 december 2025

In januari 2026 worden de LCMS-databases bijgewerkt naar een nieuwe versie. Dit is noodzakelijk om het LCMS toekomstbestendig en veilig te houden. In dit bericht informeren we je over de planning en impact van deze update.

Planning

De update is op twee momenten gepland:

Oefenomgeving en module Centraal Gebruikersbeheer (CGB) 

  • Op dinsdag 13 januari 2026 tussen 9:00-16:00 uur worden de Oefenomgeving en de module Centraal Gebruikersbeheer (CGB) bijgewerkt. 
  • Maak tijdens de update ook bij een oefening gebruik van de Operationele omgeving. Zet in dat geval ‘Oefening’ in de naam van een activiteit. 

Operationele omgeving 

  • Op dinsdag 20 januari tussen 9:00-16:00 uur wordt de database van de Operationele omgeving bijgewerkt. 
  • Maak tijdens de update gebruik van de Oefenomgeving, ook bij een daadwerkelijk incident. 


Liveblog  

Tijdens beide updates kun je de voortgang volgen via een liveblog op lcms.nl. 


Vragen?  

Heb je vragen naar aanleiding van dit bericht? Neem dan contact op met de beheerder van jouw organisatie. 

Herziene leergang Brandonderzoek laat brandweer en politie sámen onderzoeken  

8 december 2025

De herziene leergang Brandonderzoek levert op wat is beoogd: méér praktijk en een volwaardig examen met diploma als resultaat. Docent Joost Ebus en decaan Maarten de Groot vertellen over de opbrengsten.  

Brandonderzoekers aan het werk.
Brandonderzoekers aan het werk. Foto: NIPV.

De leergang Brandonderzoek wordt al meer dan 15 jaar aangeboden bij het NIPV en was aan een herziening toe. Joost Ebus is als docent en onderzoeker bij het NIPV betrokken bij de leergang: “De afgelopen jaren is gewerkt aan een nieuwe opzet met leerblokken, zodat de opleiding past binnen het leerlandschap Risicomanagement. De leerroute bestaat uit zes leerblokken. Na het eerste leerblok brandveiligheidskunde volgen de deelnemers een workshop fotografie, waarna de fasen van een brandonderzoek worden doorlopen: voorbereiden, uitvoeren en rapporteren. De leerroute wordt afgesloten met een tweedaags praktijkexamen op de Twente Safety Campus in Enschede.”     

Voor brandweer én politie 

“Bijzonder aan deze leerroute is dat hij is ontwikkeld om mensen van de brandweer én van de politie gezamenlijk op te leiden op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar”, vertelt Maarten de Groot, decaan Risicomanagement bij het NIPV. “Er nemen cursisten vanuit de politie deel en cursisten vanuit de brandweer. Voor studenten van de Politieacademie is deze leerroute een verdieping op de opleiding Forensisch onderzoek advanced.” Ebus vult aan: ”Soms komen er ook deelnemers van de bedrijfsbrandweer of van een verzekeringsmaatschappij. Dit zorgt voor een mooie interactie tussen de deelnemers en een variëteit aan praktijkcasussen.”  

Flipping the classroom 

Nieuw in de leerroute is het concept flipping the classroom, waarbij de deelnemers vooraf thuis de theorie tot zich nemen. “Hierdoor hebben de bijeenkomsten een veel praktischere insteek”, legt Ebus uit. De praktijklessen vinden plaats op de Twente Safety Campus. Daar vindt ook het examen plaats. “Het examen is wat verzwaard”, benadrukt De Groot. “Hierdoor kunnen de studenten nu een volwaardig diploma krijgen in plaats van een certificaat.” Ebus licht toe: “Dat betekent dat ze niet meer als groep, maar individueel beoordeeld worden. De studenten voeren een schouw uit, waarbij ze mondeling rapporteren wat ze zien en beoordeeld worden door twee examinatoren. Daarnaast nemen ze interviews af met rollenspelers en schrijven ze ieder een eigen onderzoeksrapport.

Allemaal geslaagd 

De Groot is tevreden over het resultaat van de herziening: “Afgelopen jaar heeft de leerroute voor het eerst gedraaid met 16 kandidaten en in oktober was het laatste examen. Alle kandidaten zijn geslaagd en ontvangen in januari hun diploma.” “En we starten weer met een nieuwe leerroute”, vertelt Ebus enthousiast. “Ik heb er weer zin in!”    

Meer informatie

Kijk voor meer informatie op de opleidingspagina Adviesleerroute Brandonderzoek.

label Fysiek veilige leefomgeving
label Maatschappelijke veerkracht

Noodhulpvoertuigen overgedragen aan Nederlandse Rode Kruis

4 december 2025

Met de overhandiging van een symbolische sleutel draagt het NIPV 26 noodhulpvoertuigen officieel over aan het Nederlandse Rode Kruis. Met de voertuigen verlenen Noodhulpteams eerste hulp aan lichtgewonden bij grote incidenten.

Albert-Jan van Maren, centrummanager NIPV overhandigt een symbolische rode sleutel aan Suzanne Segaar, hoofd Nationale hulpverlening Nederlandse Rode Kruis. Bron: NIPV
Albert-Jan van Maren, centrummanager NIPV overhandigt een symbolische rode sleutel aan Suzanne Segaar, hoofd Nationale hulpverlening Nederlandse Rode Kruis. Bron: NIPV.

Eerste hulp verlenen aan lichtgewonden bij grote incidenten

Het Rode Kruis heeft 25 compacte, lokaal georganiseerde Noodhulpteams die eerste hulp verlenen aan lichtgewonden, ter ondersteuning van de ambulancezorg. De Noodhulpteams bestaan uit volledig opgeleide en ervaren, vrijwillige hulpverleners, met een achtergrond in de evenementenhulpverlening van het Rode Kruis. De teams verplaatsen zich met noodhulpvoertuigen, bestuurd door ervaren chauffeurs die mogen rijden met optische en geluidssignalen.

De meeste voertuigen zijn al in gebruik door de noodhulpteams in het hele land. Na de officiële overdracht neemt het Rode Kruis het laatste voertuig, het reservevoertuig, mee en is de overdracht van de 26 voertuigen een feit.

Noodhulpteams onderdeel van Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB)

Sinds 2016 is in Nederland Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB) bij grote rampen of incidenten. Het Rode Kruis en het NIPV werken hierin samen. GGB is ontworpen voor snellere responstijden, slimmere capaciteitstoename en kosten-efficiënter werken met behoud van uniformiteit. Het haalt bestaande capaciteit omhoog, zoals traumateams en reguliere ambulancezorg. GGB voegt vrijwilligerscapaciteit toe via de Noodhulpteams van het Rode kruis.

Intensieve samenwerking NIPV en Rode Kruis

Suzanne Segaar, hoofd Nationale hulpverlening Nederlandse Rode Kruis: “Het is ontzettend fijn dat het NIPV de afgelopen tien jaar het beheer van deze voertuigen heeft gedaan en dat we altijd op hun kennis en ervaring konden rekenen. Dankzij de financiële steun van het ministerie van Justitie en Veiligheid kunnen we deze voertuigen nu in eigen beheer overnemen én in de nabije toekomst vervangen.”

Albert-Jan van Maren, centrummanager NIPV, vertelt dat de overdracht van de noodhulpvoertuigen een mooi symbool is voor de relatie tussen het Rode Kruis en het NIPV. “Als organisaties hebben we namelijk een gemeenschappelijke drive: het versterken van de publieke veiligheid en weerbaarheid. Daarom tekenden we begin 2025 een intentieovereenkomst voor intensievere samenwerking.”

“Met resultaat, want samen hebben we de afgelopen tijd mooie stappen gezet in het weerbaarder maken van Nederland: operationeel in de Grootschalige Geneeskundige Bijstand, qua informatiedeling het werken via de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb) verder ontwikkelen, en het NIPV deed in opdracht van het Rode Kruis onderzoek naar de inzet van humanitaire servicepunten.”

“In 2026 gaan we de samenwerking verder verdiepen. Bijvoorbeeld met uitwisselingen tussen collega’s van beide organisaties. Met als doel: elkaar beter leren kennen, zodat we nog meer richting, energie en samenhang in onze gezamenlijke dienstverlening aan kunnen brengen.”

label Fysiek veilige leefomgeving

Handboek Incidentbestrijding op het water geactualiseerd

4 december 2025

Het Handboek incidentbestrijding op het water uit 2021 is geactualiseerd. Dit is gebeurd op initiatief van de leden van het ketenpartneroverleg Incidentbestrijding op het water. De uitgave is vervolgens in nauwe samenwerking met hen geactualiseerd.

Brand op schip op het water wordt geblust
Foto: Shutterstock.

Belangrijkste aanpassingen

De belangrijkste aanpassingen bestaan uit enkele naamswijzigingen, geactualiseerde links, verwijzingen naar relevante wetgeving en plannen en enkele updates van monodisciplinaire procedures. Daarnaast is hier en daar de tekst verduidelijkt.

Bestaande doctrine en multidisciplinaire samenwerking ongewijzigd

Het gaat nadrukkelijk niet om een herziening van het handboek: de bestaande doctrine en de multidisciplinaire samenwerking blijven ongewijzigd. De actualisatie betreft uitsluitend het up-to-date brengen van de bestaande inhoud.

In 2026 wordt een verkenning gedaan naar de mogelijke noodzaak voor een bredere herziening of aanvulling van het handboek. Daarbij wordt gekeken naar de nieuwste inzichten in de incidentbestrijding en ontwikkelingen in het risicolandschap.

Voor wie?

Het geactualiseerde handboek is bedoeld voor alle partners binnen de waterkolom en overige betrokken organisaties.

Lees het handboek

Update uit het netwerk & programma Klimaatveiligheid 

Nieuws van het programma Klimaatveiligheid, december 2025

Het jaar loopt ten einde – en wat voor een jaar was het! We hebben samen enorm veel bereikt: nieuwe kennis opgedaan, waardevolle connecties gelegd, inspirerende samenwerkingen opgezet en prachtige producten ontwikkeld. Denk aan de Handreiking Veilige Klimaatadaptatie deel II en de praatplaten ‘Droogte’ en ‘Hitte in beeld’. Deze resultaten laten zien wat we samen kunnen bereiken.

Dit alles hebben we gerealiseerd via onze projectwerkplaatsen – een werkwijze die we dit jaar hebben verkend. Het idee: collega’s uit verschillende regio’s bundelen hun krachten in kleine projectteams. Het effect? Producten die direct toepasbaar zijn voor alle veiligheidsregio’s én een grotere slagkracht. Waar één regio misschien niet de tijd of middelen heeft om een project te draaien, lukt het samen wél – vaak zelfs op korte termijn. Hoe mooi is dat? 

Natuurlijk kwamen er ook uitdagingen naar voren. Het landelijke netwerkwerk kan voor collega’s voelen als vrijwilligerswerk naast hun reguliere taken. Ondanks afspraken over tijdsbesteding moeten velen zich verantwoorden in hun eigen regio, en hun landelijke inbreng wordt niet altijd erkend in beoordelingen. Toch zetten zij zich in omdat zij geloven in de kracht van landelijke samenwerking. Dat verdient meer waardering. We kunnen ons voorstellen dat dit niet alleen bij ons netwerk speelt. Hoe kunnen we dit samen veranderen? Een vraag die we meenemen naar volgend jaar. Als jullie hier ideeën over hebben, laat het graag weten aan Charlotte en mij.  

En dat brengt ons bij 2026: we gaan moedig voorwaarts! Tijdens de laatste netwerkbijeenkomst kwamen veel ideeën op tafel voor nieuwe projectwerkplaatsen. Super inspirerend! We hopen dat er weer enthousiaste mensen zijn die willen meewerken aan thema’s zoals: 

  • Projectwerkplaats herstel: in kaart brengen wat er speelt rondom klimaatrobuust herstel en welke handvatten er zijn te ontwikkelen om hier meer aandacht voor te krijgen. 
  • Projectwerkplaats planregels: meerdere veiligheidsregio’s zijn hiermee bezig, welke rode draden kunnen we hieruit halen en is het mogelijk om gezamenlijk tot planregels te komen? 
  • Projectwerkplaats evacuatie: kunnen we op basis van regionale planvorming komen tot een methodiek die landelijk breed inzetbaar is? 
  • Projectwerkplaats slide deck klimaatveiligheid: bundelen van input toepasbaar voor diverse presentaties breed bruikbaar in het netwerk.  

Nog een persoonlijke noot van Charlotte, vanaf 1 december ga ik starten als projectleider van de landelijke pilot noodsteunpunten. Ik zal als programmamanager verbonden blijven aan het programma Klimaatveiligheid en daarmee het aanspreekpunt blijven. We gaan wel op zoek naar een projectleider die diverse projecten gaat trekken, mocht je iemand weten, geef het vooral door!  

Tot slot wensen we jullie een heel fijne tijd de laatste maand van het jaar. We wensen jullie fijne dagen, hopelijk wat welverdiende rust, en een mooie jaarwisseling. Dank voor jullie inzet en betrokkenheid dit jaar. We kijken ernaar uit om in 2026 samen verder te bouwen aan klimaatveiligheid! 

Hartelijke groeten,  

Lana en Charlotte