Maatwerkopleiding Ploegchef voor vrijwillige postcommandanten in Amsterdam en Rotterdam  

28 mei 2025

Samen aan de slag om de ‘koude kant’ van leidinggeven te verdiepen. Leen van den Ouden en Wilfred van Randwijk van Veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond (VRR) en Amsterdam- Amstelland (VRAA) hebben de handen ineengeslagen voor een gezamenlijk opleidingstraject op maat, verzorgd door het NIPV. Aanleiding was de behoefte in beide regio’s om vrijwillige postcommandanten beter toe te rusten voor hun taak als ploegchef. Deze maand starten twaalf vrijwilligers met de avondopleiding.  

Hoe kwam dit traject tot stand?  

“Eerst een stukje geschiedenis”, begint Van den Ouden het gesprek. Van den Ouden is programmamanager weerbare samenleving bij de VRR en als docent en examinator betrokken bij het NIPV. “In onze regio’s is het aantal postcommandanten gehalveerd. Tegelijkertijd moeten zij een groter team aansturen, bijvoorbeeld 35 vrijwilligers op meerdere kazernes. Waar tijdens een inzet de leidinggevende taken bij de bevelvoerder liggen, heeft de ploegchef een heel andere focus, namelijk de koude taken in de driehoek ‘leidinggeven’, ‘coachen’ en ‘managen’. Voor ploegchefs is er al langere tijd de reguliere leergang Ploegchef van het NIPV, maar dat is een dagopleiding en dus minder geschikt voor vrijwilligers, die vaak een fulltime baan hebben. Daarom ontstond het idee om een avondopleiding aan te bieden.” 

Wendy van Middelkoop is als decaan bij het NIPV betrokken bij de leergang en was meteen enthousiast over het idee van een maatwerkopleiding. Van Middelkoop: “De benaming van deze functie verschilt per veiligheidsregio. Ook heeft het feit of er een beroepsploeg wordt aangestuurd of een vrijwillige post, gevolgen voor de functienamen. Denk bijvoorbeeld aan de functienamen wachtcommandant of ploegchef bij een beroepsploeg, en postcommandant of-coördinator bij vrijwillige korpsen. Het is voor ons een mooie opdracht om de opleiding af te stemmen op vrijwillige ploegchefs, die toch weer tegen andere uitdagingen aanlopen in hun werk.” 

Wat willen jullie bereiken?  

“Ook het onderzoek van Karin Dangermond en Ricardo Weewer naar de vrijwillige brandweer heeft bijgedragen aan dit traject”, vult Van Randwijk aan. Van Randwijk is sectormanager brandweerzorg bij VRAA en heeft in de loop der jaren de samenstelling van het vrijwilligerskorps zien veranderen. “De teams zijn nu pluriformer van samenstelling. Dat vraagt andere kwaliteiten van de leidinggevenden. Zo zijn de jongere generaties een stuk mondiger en dat creëert een andere dynamiek. Hoe ga je daar als ploegchef mee om? We willen hun een stevige rugzak meegeven met een stukje zelfkennis en gesprekstechnieken, om zowel de individuele vrijwilliger als het team goed te kunnen coachen.” 

De deelnemers geven aan behoefte te hebben aan meer inhoud en theoretische onderbouwing, zodat zij zich steviger voelen in hun rol als leidinggevende. Van Randwijk: “Je bent immers één van hen, maar tegelijk ook een verlengstuk van het management en de bedrijfsvoering. In de opleiding proberen we die menselijke én zakelijke kant samen te brengen.”  

Hoe is de leergang opgebouwd?  

De leergang is opgebouwd rondom een aantal leerlijnen. Van den Ouden legt uit: “Eerst ga je met jezelf aan de slag: wat is jouw leiderschapsstijl? Ben je sturend of meer coachend? Daarna staat leidinggeven aan individuen centraal, zoals coaching. Vervolgens zijn er lessen over bedrijfsvoering en daarna ligt de focus op leidinggeven aan het team. De deelnemers maken een ploeganalyse en leren functioneringsgesprekken voeren, waarbij ook conflicthantering aan bod komt.” “En vergeet niet het mentale aspect”, vult Van Randwijk aan. “In een team spelen veel zaken onder de oppervlakte. Het is de kunst dat te signaleren en het gesprek erover aan te gaan. In sommige teams is er veel weerstand bij veranderingen; hoe ga je daarmee om en hoe krijg je ze mee?” 

Wat is de meerwaarde van maatwerk?  

“We werken met casuïstiek die herkenbaar is voor vrijwilligers”, zegt Van Middelkoop. “Door te werken met de opbrengsten van onderzoek naar leiderschap en vrijwilligheid bij de brandweer en de casuïstiek die we tijdens groepsgesprekken horen, verrijken we de leergang en werken we met zaken waar mensen in de praktijk echt tegenaanlopen.” 

Van den Ouden vult aan: “Vrijwilligers zijn echt een andere doelgroep met een andere casuïstiek. De brandweer is niet hun primaire taak en ze zijn meestal geen manager van beroep. Daarom gaan we aan de slag met hun eigen praktijkervaringen en proberen de opdrachten daar ook op aan te passen.” “Naast theorie en praktijkopdrachten zit de meerwaarde voor de deelnemers ook in het sparren met elkaar”, aldus Van Randwijk. “Door deel te nemen aan de leergang vergroot je je netwerk. Ook word je onderdeel van de community van ploegchefs, zodat je kunt leren van andere postcommandanten.” 

Inmiddels hebben twaalf postcommandanten zich opgegeven voor de leergang, die deze maand van start gaat in Leiden. Zij hopen binnen een jaar hun diploma in ontvangst te nemen.  

Bekijk meer informatie over de leergang Ploegchef. Of neem contact op met decaan Wendy van Middelkoop.

label Informatiegestuurde veiligheid

Van incident tot inzicht: 3 jaar slimme samenwerking tussen NIPV en Stichting Salvage

27 mei 2025

In april 2022 tekenden het NIPV en Stichting Salvage een samenwerkingsovereenkomst. Drie jaar later kijken Kim de Valk (interim teammanager vakgroep Datawetenschappen bij het NIPV) en Johan van den Berg (directeur-bestuurder Stichting Salvage) terug op wat er sindsdien is bereikt. Wat hebben ze geleerd? En hoe zorgen de gedeelde data voor een veiliger Nederland?

Johan van den Berg Salvage en Kim de Valk NIPV
Kim de Valk en Johan van den Berg.

De meerwaarde van samenwerken

De Valk: “Sinds we begonnen met de samenwerking, wisselen we maandelijks data uit en hebben we regelmatig overleg over nieuwe ontwikkelingen. Binnen het NIPV hebben we grote stappen gezet, vooral op het gebied van datagedreven werken. Zo is in 2025 het lectoraat Datagedreven publieke veiligheid van start gegaan. Binnen het lectoraat ontwikkelen we niet alleen kennis over data, maar onderzoeken we ook hoe we data kunnen gebruiken om de brandweerzorg en crisisbeheersing verder te verbeteren. Dankzij deze kennis kunnen we straks nog meer gericht onderzoek doen.”

Van den Berg: “Inderdaad, we delen al veel data, maar Stichting Salvage heeft zich de afgelopen jaren vooral gericht op de verbetering van interne processen. We hebben geïnvesteerd in systemen en een eigen datawarehouse, wat nodig was voor onze groei. Toch hebben we nog niet volop gebruik kunnen maken van de data die het NIPV verzamelt. Dat gaat de komende jaren zeker veranderen. Wij richten ons steeds meer op preventie en kunnen daardoor vraag en aanbod nog beter op elkaar afstemmen.”

Wat heeft de samenwerking concreet opgeleverd?

De samenwerking heeft al concrete resultaten opgeleverd, vooral op het gebied van data-analyse. “Een goed voorbeeld is de data die we nu verzamelen over branden waarbij zonnepanelen betrokken waren. TNO, NEN en het NIPV hebben tussen 2022 en 2023 in kaart gebracht bij hoeveel branden een zonne-energiesysteem betrokken was. Dit was een belangrijke eerste stap, maar de dataset was nog beperkt. Alleen branden waarbij de brandweer ingreep en waar we data van de Teams Brandonderzoek van veiligheidsregio’s hadden, konden worden meegenomen. Dankzij de data van Stichting Salvage kunnen we nu een veel groter aantal branden analyseren, wat ons helpt om de risico’s beter in beeld te brengen”, aldus De Valk.

Van den Berg: “Daarnaast hebben we het meldkamersysteem verrijkt. Voorheen ontbrak vaak informatie over de vermoedelijke oorzaak van een incident. Nu kunnen we dankzij het platform van Salvage incidentnummers koppelen aan de meldkamerdata. Dit maakt het makkelijker om gegevens te combineren en sneller inzicht te krijgen.”

Lopende onderzoeken: veiligheid in de energietransitie

Een ander belangrijk onderwerp waarnaar het NIPV onderzoek doet, zijn de veiligheidsrisico’s die samenhangen met de energietransitie. Zoals zonne-energie en elektrische voertuigen.. Van den Berg: “Stichting Salvage is vaak betrokken bij grote incidenten, en daardoor leveren we belangrijke data voor het NIPV. Zeker in de context van de energietransitie, waar nieuwe risico’s ontstaan.”

“Voor ons is het belangrijk om te begrijpen welke factoren bijdragen aan woningbranden. Door de data van Stichting Salvage kunnen we gerichter onderzoeken welke bouwkundige en sociaal-demografische kenmerken verbonden zijn aan woningbranden. Deze informatie helpt ons om preventie nog effectiever te maken”, vult De Valk aan.

Nieuwe partners en bredere impact

Door de samenwerking hebben zowel het NIPV als Stichting Salvage nieuwe partners aangetrokken en krijgen ze steeds meer media-aandacht. De Valk: “De media weten het NIPV en Stichting Salvage steeds sneller te vinden. Onze dashboards worden regelmatig geraadpleegd en dienen steeds vaker als bron voor persvragen.”

“Klopt. Ook bij Stichting Salvage merken we dat we vaker door andere partijen, zoals woningbouwcorporaties, worden benaderd. Ze willen weten of bepaalde woningen in risicovolle wijken een hogere kans op brand hebben. Dit is een interessante vraag, waar we samen met het NIPV goede antwoorden op kunnen geven”, zegt Van den Berg. De Valk voegt eraan toe: “Door onze data te delen, kunnen we samen voorspellende modellen maken die branden en de schade die ze veroorzaken helpen voorkomen. Uiteindelijk is dat ons doel: Nederland veiliger maken door kennis te ontwikkelen en deze te delen.”

Brand in Arnhem: de rol van Salvage

In maart 2025 was Stichting Salvage ook actief na de grote brand in het historische centrum van Arnhem. Drie Salvage-coördinatoren hielpen bij het beperken van de schade. Van den Berg: “Het is cruciaal om meteen maatregelen te nemen om verdere schade te voorkomen. De data die wij verzamelen over de schadegraad en de oorzaken van branden is belangrijk voor verzekeraars, maar ook voor andere betrokkenen. Het NIPV kan ons daarbij ondersteunen door de data verder te analyseren en inzichten te delen.”

De samenwerking tussen het NIPV en Stichting Salvage heeft al veel waardevolle inzichten opgeleverd, en er zijn meerdere trends die ze de komende tijd willen volgen. De Valk: “We zien bijvoorbeeld een toename in het aantal incidenten met elektrische voertuigen, zoals hoover boards. Dankzij de data van Stichting Salvage kunnen we deze trends nu beter in beeld brengen en ons afvragen: als dit een indicator is voor een verhoogd risico, hoe kunnen we dat dan gebruiken om de veiligheid te verbeteren?”

Van den Berg: “Daarnaast zien we dat de markt van thuisbatterijen en zonnepanelen groeit. Dit brengt nieuwe veiligheidsrisico’s met zich mee. We moeten ervoor zorgen dat onze database up-to-date blijft, zodat we ook deze nieuwe risico’s kunnen monitoren.”

Belang van uniforme data

Een van de grote voordelen van de samenwerking is de manier waarop data uniform wordt verzameld, wat het vergelijken van incidenten vergemakkelijkt. “Verzekeraars werken vaak regionaal en hebben hun eigen systemen. Daardoor is het lastig om gegevens goed te vergelijken. Onze samenwerking is anders: wij verzamelen data op een uniforme manier, landelijk, wat het makkelijker maakt om grote trends te ontdekken”, stelt Van den Berg. De Valk vult aan: “Onze data is echt uniek. De samenwerking zorgt ervoor dat we betrouwbare en uitgebreide informatie hebben die niet alleen voor onszelf, maar voor alle betrokkenen belangrijk is.”

Mooi voorbeeld

Drie jaar na de start blijkt dat de samenwerking niet alleen meerwaarde heeft voor de data-uitwisseling, maar ook concreet bijdraagt aan de verbetering van de publieke veiligheid. De samenwerking is een mooi voorbeeld van hoe publieke en private organisaties gezamenlijk risico’s kunnen beperken en incidenten effectiever kunnen bestrijden.

label Informatiegestuurde veiligheid

Achter de schermen bij NL-Alert

26 mei 2025

Hoe komt een NL-Alert tot stand? Wie zijn erbij betrokken? En hoe zorgen crisisfunctionarissen ervoor dat ze vakbekwaam blijven in dit complexe en risicovolle proces? In de vijfdelige podcastserie ‘Achter de schermen bij NL-Alert’ nemen de gasten u mee in de wereld achter één van de bekendste crisiscommunicatiemiddelen van Nederland. Aan de hand van een brand in De Krim in 2024 is het proces gereconstrueerd: van besluitvorming tot het verzenden van het bericht.

podcast NL-Alert
Diana Inkelaar en Cees-Jan Bloemendaal van Veiligheidsregio IJsseland.

Elke aflevering zoomt in op een andere schakel in de keten, met bijdragen van o.a. Diana Inkelaar (officier van dienst crisiscommunicatie), Cees-Jan Bloemendaal (adviseur gevaarlijke Stoffen), Mariska Kruithof (hoofd Informatie Crisiscommunicatie), Janny Nijsing (coördinator crisiscommunicatie), Ton van Rijn (generalist meldkamer), Patrick van der Linden dienstenmanager Alerteringsdiensten) en Bo van Aalst (projectleider NL-Alert).

Vakbekwaamheid als fundament

Het NIPV ontwikkelt e-modules over NL-Alert zodat crisisfunctionarissen die betrokken zijn bij het beslissen, opstellen en verzenden van NL-Alerts op een uniforme manier worden bijgeschoold. Met deze aanpak zorgt het NIPV ervoor dat iedereen die werkt met NL-Alert beschikt over dezelfde basiskennis, volgens duidelijke instructies werkt en is voorbereid op uiteenlopende crisissituaties.

NL-Alert informeert mensen via hun mobiele telefoon in noodsituaties – bijvoorbeeld bij grote branden, overstromingen of andere incidenten waarbij snel handelen van levensbelang kan zijn.

Onderzoeken, kennisdocumenten en e-modules

Het NIPV werkt nauw samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS), de veiligheidsregio’s, meldkamers en andere crisispartners om de vakbekwaamheid van de crisisfunctionarissen kwalitatief hoog te houden.

Alle onderzoeken, kennisdocumenten en e-modules NL-Alert zijn te vinden op de pagina Crisiscommunicatie.

Luister de podcastreeks

label Maatschappelijke veerkracht

Koninklijke onderscheiding voor Frans Schippers

22 mei 2025

Frans Schippers is woensdag 22 mei tijdens de afsluiting van het congres Crisisbeheersing benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij ontving deze onderscheiding vanwege zijn grote verdiensten op het gebied van brandweer en crisisbeheersing en daarnaast ook vanwege zijn grote inzet voor een aantal kerkelijke organisaties.

Frans Schippers koninklijke onderscheiding

Frans Schippers is momenteel programmadirecteur Onderwijs Onderweg. Tot het voorjaar van 2024 was hij werkzaam als commandant en directeur van Veiligheidsregio Kennemerland.

De onderscheiding werd uitgereikt door Marianne Schuurmans–Wijdeven, burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer en voorzitter van Veiligheidsregio Kennemerland: “Vanwege zijn strategisch inzicht, zijn dienend leiderschap en zijn gave om te verbinden, kan de kwaliteit worden geleverd die nodig is bij crisisbeheersing. Frans Schippers is een voorbeeld en inspiratie voor diegenen die werkzaam zijn in de crisisbeheersing. Het heeft zijne Majesteit Koning Willem-Alexander daarom behaagd Frans Schippers te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.”

label Informatiegestuurde veiligheid

1710 diploma’s uitgegeven in 2024

21 mei 2025

Het dashboard Kerncijfers Diploma’s is bijgewerkt met de cijfers over 2024 voor verschillende repressieve brandweerfuncties. In het dashboard staan data vanaf 2017.

Diploma NIPV
Foto: NIPV.

Cijfers 2024 per repressieve brandweerfunctie

In 2024 zijn de volgende aantallen diploma’s uitgegeven:

  • Manschap: 1134 diploma’s
  • Bevelvoerder: 415 diploma’s
  • Officier van dienst: 61 diploma’s
  • Hoofdofficier van dienst: 17 diploma’s
  • Brandweerduiker: 83 diploma’s.

Stabiel beeld

Ook met de cijfers van 2024 blijft het beeld over de afgelopen vijf jaar stabiel. Alleen in 2020 was er een duidelijke dip zichtbaar, als gevolg van de coronapandemie. Door de tijdelijke stillegging van opleidingen werden dat jaar aanzienlijk minder diploma’s uitgereikt.

Welke functies zijn opgenomen in dashboard?

Het dashboard Kerncijfers Diploma’s toont het aantal uitgegeven diploma’s voor repressieve brandweerfuncties. Hieronder vallen: manschap, bevelvoerder, officier van dienst, hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen en brandweerduiker, zoals beschreven in de Regeling personeel veiligheidsregio’s.

Voor het vervullen van deze functies is een diploma vereist, zoals vastgelegd in het Besluit personeel veiligheidsregio’s. Het NIPV verzorgt zowel de examinering als de uitgifte van deze diploma’s.

Meer weten?

Samen bouwen aan beter onderwijs: ervaringen uit de Manschap-bijeenkomsten 

21 mei 2025

Het programma Onderwijs Onderweg startte in 2024 met het project ‘Verkenning beroepspraktijk Manschap’. Dit project onderzoekt welke vaardigheden een beginnend brandweerman of -vrouw moet hebben. Projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder vroegen zich af wie hen zou kunnen helpen om hierover mee te denken. Al snel werd duidelijk dat de brandweermensen die de functie zelf uitoefenen, samen met hun leidinggevenden, de juiste gesprekspartners waren. Daarom gingen zij in januari op pad en spraken in twaalf bijeenkomsten met beroeps- en vrijwillige brandweermensen uit verschillende regio’s over hun inzichten en ervaringen met deze vraag uit de beroepspraktijk. 

Lodder: “Het doel van de bijeenkomsten was om samen met de praktijk te onderzoeken welke taken en eisen precies bij de functie Manschap horen. Tijdens de eerste bijeenkomst in Drachten bleek bijvoorbeeld dat er behoefte was aan meer aandacht voor specifieke, veelvoorkomende scenario’s, zoals schoorsteen- en kachelbranden. Ook het trainen in het gebruik van de portofoon en de apps op de tablet werd genoemd. Door de ervaringen en kennis van professionals te verzamelen, ontstaat er een helder en gezamenlijk beeld van de noodzakelijke vaardigheden voor startende beroepsbeoefenaars. Dit legt de basis voor toekomstgericht onderwijs binnen de brandweer- en crisisbeheersing.”

Leren van elkaar: de bijeenkomst in Drachten 

Loes Brinkman is vrijwilliger bij de brandweer en werkt bij Veiligheidsregio Fryslân. Ze werkt al 3,5 jaar voor de brandweer en voltooide de opleiding Manschap twee jaar geleden. Toen ze de uitnodiging voor de bijeenkomst kreeg, twijfelde ze geen moment: “Ik had tijdens mijn opleiding al ideeën over hoe het beter kon. Als je iets vindt, moet je ook je gezicht laten zien.” 

Brinkman vond de bijeenkomst inspirerend en een kans om mee te denken. “Wat ik mooi vond, was dat ik de mensen in mijn groepje niet kende, maar toch een goede discussie had. Soms dacht ik: ‘Oh, zo had ik er nog niet naar gekeken.” Ze vond echter dat er veel onderwerpen tegelijk werden besproken. “Misschien was het een beetje veel, maar het was goed dat we betrokken werden bij dit proces.”  

“Pak je kans om jouw visie te delen” 

Johnny Keijnemans is bevelvoerder en opleidingscoördinator in Gelderland-Zuid. Hij is al jaren actief bij de brandweer en heeft zowel de Manschap- als Bevelvoerdersopleiding gevolgd. Voor hem was het vanzelfsprekend om deel te nemen aan de bijeenkomst: “We kunnen wel veel van alles vinden, maar als je de kans krijgt om echt iets in te brengen, moet je die pakken.” 

Keijnemans vond de bijeenkomst waardevol, maar kort. “Twee uur is kort voor zo’n belangrijk onderwerp. De inleiding was goed, de groepsdiscussies waren prima, maar ik had graag wat meer tijd gehad om samen het gesprek aan te gaan over bepaalde onderwerpen.” Wat hem vooral opviel, was dat er nog veel discussie is over wat de basis moet zijn en wat regionaal geregeld kan worden. “Een brandweerman in Gameren doet ander werk dan een collega in Amsterdam. In Gameren worden we regelmatig opgeroepen voor het redden van dieren uit een mestput, terwijl in Amsterdam werken op hoogte vaker voorkomt. Die verschillen zijn er, maar wat is de basis die overal hetzelfde moet zijn? Die vraag blijft belangrijk.”  

Hoe nu verder?  

De input uit de bijeenkomsten wordt zorgvuldig bekeken en verwerkt. Lodder licht toe: Het is belangrijk dat we dicht bij onze opdracht blijven, namelijk het beantwoorden van de vraag vanuit de beroepspraktijk. Daarom richt het vervolg van dit project zich niet direct op het herzien van de opleiding, maar op het maken van een voorstel voor een nieuwe bundeling van de taken. In dit voorstel nemen we verschillende dingen mee, waaronder de feedback vanuit het werkveld, maar ook de resultaten uit de evaluatie Manschap van het Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer (COVB) van het NIPV, wetenschappelijke onderzoeksresultaten, de Toekomstverkenning Brandweer en behoeften vanuit werkgevers.” 

Op basis van al deze input wordt een voorstel opgesteld voor een aangepaste taakverdeling. Hierover gaan we in gesprek met de Vakraden Incidentbestrijding en Leren en Ontwikkelen. We hopen zo tot een duidelijk beeld te komen van wat er de komende jaren nodig is. Zodra hierover door de RCDV (Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio) een besluit is genomen, kan de volgende stap gezet worden in de ontwikkeling van een aangepast kwalificatiedossier, waarna ook het onderwijs hierop kan worden aangepast.  

Meer informatie

Bekijk meer informatie over het Programma Onderwijs Onderweg.

Actualisatie bestuurlijke netwerkkaarten: essentiële kennis voor crisisbeheersing

19 mei 2025

De bestuurlijke netwerkkaarten zijn recent geactualiseerd. Deze netwerkkaarten zijn een essentieel naslagwerk voor bestuurders en hun adviseurs tijdens crisissituaties. Ze bieden een overzicht van de verantwoordelijkheden en verplichtingen van bestuurders in uiteenlopende sectoren binnen de crisisbeheersing – van rampenbestrijding tot dierziektebestrijding en van vreemdelingenbeleid tot milieubescherming.

Fragment van de kaart van Nederland

Wat is er geactualiseerd?

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  1. Opname van de Omgevingswet
  2. Opname van het nieuwe hoofdstuk in de Wet publieke gezondheid voor de bestrijding van een pandemie
  3. Opname van de Spreidingswet
  4. Een actualisatie van de benaming van de departementen
  5. Verheldering t.a.v. de reikwijdte van het territoriale gezag van de voorzitter veiligheidsregio bij opschaling naar het regionaal beleidsteam (GRIP 4)
  6. Wie wanneer op defensieterreinen de (openbare) orde handhaaft
  7. Opname van de organisaties die kunnen worden ingeschakeld bij CBRN-incidenten
  8. Opname van de nucleaire A-objecten die in Nederland aanwezig zijn.

Er zijn ook enkele nieuwe onderwerpen toegevoegd waaronder de bevoegdheden ten aanzien van incidenten rondom windmolenparken op zee in de Netwerkkaart voor Noordzee en zeescheepvaart.

Inzet bestuurlijke netwerkkaarten

De bestuurlijke netwerkkaarten worden veelvuldig ingezet bij daadwerkelijke crisissituaties, maar zijn ook onmisbaar bij de voorbereiding: denk aan oefeningen, trainingen, opleidingen en het opstellen van crisis- en bestrijdingsplannen. Door helderheid te geven over wie waarvoor verantwoordelijk is en de onderlinge verhoudingen, dragen de kaarten bij aan een effectieve en afgestemde crisisaanpak.

Juridische basis: bevoegdhedenschema’s

Aan de netwerkkaarten zijn bevoegdhedenschema’s gekoppeld. Deze schema’s bevatten een overzicht van de alle (nood)bevoegdheden en verplichtingen, met verwijzingen naar de relevante nationale en internationale wet- en regelgeving. Ze vormen de juridische basis van de netwerkkaarten. De schema’s zijn in beginsel niet bedoeld voor direct gebruik tijdens respons

De netwerkkaarten voor Caribisch Nederland

De bestuurlijke structuur van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba – BES-eilanden) wijkt af van die van Europees Nederland. Daarom zijn voor de Bes-eilanden drie aparte netwerkkaarten opgesteld, toegespitst op de specifieke bestuurlijke verhoudingen en verantwoordelijkheden aldaar. Deze netwerkkaarten worden binnenkort ook geactualiseerd, als ook de gecombineerde netwerkkaart vitaal.

Bestuurlijke netwerkkaarten voor landgrensoverschrijdende samenwerking tijdens crisis

Voor de noodzakelijke afstemming over de grens met Duitsland (de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen) of België worden op dit moment ook enkele bestuurlijke netwerkkaarten opgesteld zodat over en weer beter inzicht ontstaat over de structuur en verantwoordelijkheden van de crisisbeheersing op de terreinen van onder meer de rampenbestrijding, waterbeheer en milieu. Voor België apart worden ook nog netwerkkaarten opgesteld voor de binnenvaart en de Noordzee en zeescheepvaart en voor Duitsland voor de dierziektebestrijding, stralingsincidenten en voor elektriciteit en gas. Deze netwerkkaarten zullen als werkdocumenten nog voor de zomer gepubliceerd worden op de website van het NIPV.

Bekijk de netwerkkaarten en bevoegdhedenschema’s

Onderzoek naar ‘best practices’ voor berging elektrische voertuigen uit parkeergarages

19 mei 2025

Het NIPV heeft, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het veilig verwijderen van elektrische voertuigen (EV’s) uit parkeergarages bij incidenten met onstabiele of beschadigde batterijen. Dit onderzoek volgt op eerdere bevindingen waaruit bleek dat onderdompeling van een EV in een speciale dompelcontainer een gangbare methode is om batterijbranden te beheersen. Deze methode is echter niet toepasbaar in de beperkte ruimte van parkeergarages.

Uitgebrand voertuig in parkeergarage
Foto: Shutterstock.

Onderzoek naar veilige bergingsmethoden

Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in manieren om een EV uit een parkeergarage te verwijderen en elders onder te dompelen. Hiervoor is informatie verzameld via literatuuronderzoek, online bronnen en interviews met ervaringsdeskundigen uit de praktijk.

Een belangrijk aandachtspunt is dat een beschadigde of instabiele EV-batterij tijdens het bergingsproces opnieuw kan ontbranden. Daarom moeten hulpverleners en bergers altijd de juiste voorzorgsmaatregelen nemen en zoveel mogelijk op afstand blijven van het voertuig.

Vergelijking van bergingsmiddelen

Tijdens het onderzoek zijn vier bergingsmiddelen onderzocht:

  • Dolly’s
  • Takelwagen met takelbril
  • Blusrobot
  • Bergingsrobot

Op basis van de gestelde criteria blijkt de bergingsrobot de meest geschikte optie. Deze robot is niet alleen wendbaar en op afstand bestuurbaar, maar kan ook worden uitgerust met brandwerende materialen. Bovendien beschikt de robot over aanvullende hulpmiddelen, zoals een lier, waarmee voertuigen met wielschade of een doorgezakt chassis veilig geborgen kunnen worden.

De organisatie en/of exploitatie van de bergingsrobot is een belangrijk punt van nadere uitwerking. Dat betreft voor eigenaren en/of exploitanten van parkeergarages en bergers in (eventuele) afstemming met de brandweer.

label Veilige energietransitie

Toename van 10 procent van incidenten met elektrische en hybride voertuigen in 2024

15 mei 2025

Schoon rijden, en dan met name elektrisch, is in opkomst, maar dat brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee voor de hulpdiensten. Het NIPV en de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s hebben onderzocht hoe vaak de brandweer in 2024 moest uitrukken voor incidenten met alternatief aangedreven (lees: emissieloze) voertuigen (AAV’s), zoals elektrische auto’s of voertuigen op waterstof. De ‘Jaarrapportage 2024 Incidenten met alternatief aangedreven voertuigen’ geeft inzicht in het aantal en de aard van incidenten. De rapportage laat een toename van 10 procent zien van incidenten met elektrische en hybride voertuigen ten opzichte van 2023.

Auto aan laadpaal
Foto: NIPV.

De cijfers op een rij

In totaal waren er in 2024 356 incidenten met AAV’s waarbij de brandweer ter plaatse kwam. Dat ging om 135 ongevallen en 221 voertuigbranden.

Bij die 135 ongevallen waren 141 alternatief aangedreven voertuigen betrokken. Ruim 46 procent van de bij ongevallen betrokken voertuigen was volledig elektrisch en iets meer dan 51 procent had een (plug-in) hybride aandrijving. Bij 7 ongevallen vloog het voertuig in brand, waarbij in 2 gevallen de accu zelf de boosdoener was.

De brandweer trad hierbij op met speciale bescherming, zoals 1000V-handschoenen en warmtebeeldcamera’s. Soms werd een voertuig in een dompelcontainer gezet om te voorkomen dat het opnieuw in brand vloog.

Branden: wat valt op?

Er waren in totaal 221 voertuigbranden, waarbij in totaal 241 voertuigen betrokken waren.

  1. Van de 241 voertuigen die betrokken waren bij brand, had bijna de helft een volledig elektrische aandrijving. In 23 procent van de gevallen waarbij voertuigen met accu’s betrokken waren, heeft de accu ook daadwerkelijk gebrand.
  2. 46 voertuigen stonden aan een laadpaal tijdens de brand, in 17 van deze gevallen was bij deze branden de accu betrokken. In totaal zijn 29 voertuigen volledig ondergedompeld in een dompelcontainer.

Lees de jaarrapportage en de factsheet

label Fysiek veilige leefomgeving

Branden in de isolatieschil van verduurzaamde woningen

15 mei 2025

Eerder deze week brandde in Didam een blok met woningen af die, na renovatie, waren voorzien van een nieuwe isolerende schil. RTL Nieuws besteedde aandacht aan de brand. Lector Brandveiligheidskunde Lieuwe de Witte vertelde in de uitzending: “Bij deze manier van isoleren zie je vaker dat brandbare materialen worden gebruikt en dat een brand in de constructie terecht kan komen en zich dan in de constructie verplaatst. Dat soort branden is gewoon heel gevaarlijk voor zowel de bewoners als de hulpverleners.”

Drie branden in de gebouwschil onderzocht

De afgelopen jaren zijn er meerdere branden geweest die zich snel en onvoorspelbaar uitbreidden in de gevel- en dakconstructie (de zogenoemde gebouwschil) van verduurzaamde en snel gerealiseerde woningen. Hierbij bleef de brand niet beperkt tot één woning, maar verspreidde deze zich over een groter aantal woningen. Het NIPV heeft onderzocht welke lessen er zijn te trekken uit drie relevante branden in Arnhem (2023) en Amsterdam (2022 en 2023). En hoe de risico’s en de impact van branden in de gebouwschil kunnen worden beperkt.

Uit het onderzoek komen vier lessen:

  • Weeg zorgvuldig de risico’s af bij de verduurzaming en versnelde realisatie van woningen. Welke risico’s en impact vinden we als maatschappij acceptabel?
  • Geef duidelijkheid over de gevolgen van het brandrisico voor de regelgeving en de maatschappij. Kijk naar bouwvoorschriften, bouwmaterialen, bouwprocessen en brandveiligheidsmaatregelen als één geheel.
  • Verbeter de veiligheid en effectiviteit bij het bestrijden van branden in de gebouwschil. Ontwikkel een handelingsperspectief voor de brandweer.
  • Zorg voor verdere ontwikkeling en verspreiding van kennis over branden in de gebouwschil en brandveiligheid. Bouw casuïstiek en statistiek op.

Lees het rapport