Ron Bouwman één jaar aan het roer van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV)
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, juni 2023
De kracht van het Netwerk Industriële Veiligheid steunt op mensen met een grote passie voor het vak. Dat is een van de ervaringen van Ron Bouwman na zijn eerste jaar als programmamanager van het LEC IV. Hij stelt, na zijn kennismakingsronde in het land, vast dat het LEC IV en het specialistennetwerk in de veiligheidsregio’s een stevige positie hebben verworven in het bredere partnernetwerk voor de industriële veiligheid in Nederland, maar er liggen nog wel opgaven en uitdagingen. “We doen zondermeer goede dingen, maar op wezenlijke onderdelen moeten we nog beter leren doorpakken. Alleen een inhoudelijk goed advies of controle is niks waard als het niet wordt overgenomen of tot opvolging leidt.”
“Industriële veiligheid is een niche binnen het takenpakket van de veiligheidsregio’s”, stelt Ron Bouwman. “Het is in geen van de regio’s de hoofdmoot van het werk en er is maar een beperkt aantal mensen gespecialiseerd in het thema. Dat specialistisch karakter én de grote diversiteit in uitvoering benadrukken het belang van samenwerking, die we hebben georganiseerd in de Brzo-samenwerkingsgebieden. Zo kunnen we, met relatief beperkte specialistische capaciteit, toch kracht organiseren en mooie dingen voor elkaar krijgen. Mensen met passie voor het vak zijn echt de motor van het Netwerk IV.”
Die bundeling van passie en kennis is volgens Ron cruciaal om een van de ambities van het LEC IV waar te maken: investeren in de professionaliteit van uitvoering. “Dat gaan we serieus oppakken, om onze rol in het partnerlandschap nog verder te versterken. Dat moet ook wel, want het BRZO+, waarin we participeren, krijgt steeds beter vorm. Daar zitten we aan tafel met grote spelers voor wie toezicht op de industrie core business is, zoals de Arbeidsinspectie en de omgevingsdiensten. Met de kennis en expertise die we als LEC IV hebben opgebouwd kunnen we daar een gelijkwaardige partner zijn. Het vraagt ook dat wij weten hoe het spel van advisering, regulering, toezicht en handhaving op dat niveau te spelen. Je moet het spel kunnen spelen om echt effect te hebben.”
Met het kennis- en deskundigheidsniveau van het netwerk zit het in de ogen van Ron wel goed, maar op wezenlijke onderdelen van het takenpakket is nog wel verdere doorontwikkeling wenselijk. Zeker met het oog op de aankomende Omgevingswet, die de veiligheidsregio’s een nog steviger rol toekent in advisering en toezicht op industriële veiligheid. “Dat stelt wel hogere eisen aan de veiligheidsregio’s, bijvoorbeeld wat betreft de doorlooptijden van adviezen. Zo moet dan bijvoorbeeld ook over een bedrijfsbrandweeraanwijstraject straks binnen acht weken de knoop worden doorgehakt.”
Ook op handhavingsgebied kunnen de veiligheidsregio’s in de ogen van Ron nog groeien. “We zijn goed in het opstellen van inhoudelijk vakkundige adviezen en inspectierapporten, maar handhaven laten we nog wel eens liggen. Meestal blijft het bij een ‘zwaarwegend advies’ of laten we het over aan een mede-toezichthouder, terwijl we zelf ook wel eens mogen doorpakken. Het hoge kennisniveau dat we als industriële veiligheidscommunity hebben opgebouwd, geeft ons ook de verantwoordelijkheid om die kennis goed toe te passen en, wanneer nodig, ook een stevige handhavingsbrief te sturen.
Doorontwikkeling
Een ander aandachtspunt voor doorontwikkeling is het versterken van de rol van de GHOR in de veiligheidsadvisering. Die rol zit al in de wettelijke adviestaak van de veiligheidsregio’s, om bij industriële risico’s en scenario’s ook de gezondheidseffecten te beschouwen, maar heeft nog niet structureel vorm gekregen. Ron: “De GHOR-taken zijn niet in alle regio’s op dezelfde manier georganiseerd. In de ene regio maken ze deel uit van de veiligheidsregio, terwijl ze in andere regio’s meer zijn ingebed in de structuur van publieke gezondheid via de GGD. Het is belangrijk dat ook de GHOR-expertise meer integraal deel wordt van de industriële veiligheidsadvisering. Dat betekent ook dat er tools en rekenmodellen moeten komen om gezondheidseffecten van industriële incidenten in termen van aantallen slachtoffers en typen letsels te berekenen. Het LEC IV gaat hier zeker zijn rol in pakken.
Ron benoemt twee projecten uit het jaarplan 2023 die dit jaar zijn of worden voltooid. Om te beginnen de factsheet Incidentonderzoek, die al is verschenen. “Daar moeten we naar mijn mening nu echt aan de slag: incidenten onderzoeken volgens de in de factsheet beschreven methodieken en de resultaten delen met elkaar. Aan casuïstiek geen gebrek en het grote voordeel: met elk incident wordt de waarde van goede effectbeheersing en incidentbestrijding aangetoond. En daarmee waardering voor ons aandeel in het veiligheidsdomein. Een tweede document, waaraan we nog werken is de Werkwijzer toezicht en handhaving bedrijfsbrandweren. De verwachting is dat we op de netwerkdag in november een concept kunnen presenteren.”
Kerntaken veiligheidsregio’s
Bedrijfsbrandweeraanwijzingen behoren tot de kerntaken van de veiligheidsregio’s in relatie tot de industriële veiligheid. Tot dusver beperkt die taak zich wettelijk tot Brzo-inrichtingen. Maar daarin komt mogelijk verandering, omdat het ministerie van J&V de reikwijdte van bedrijfsbrandweeraanwijzingen wil vergroten. Een logische ontwikkeling, vindt Ron, gelet op maatschappelijke trends waardoor ‘industriële risico’s’ van karakter veranderen en ook op plaatsen anders dan de traditionele BRZO inrichtingen, reëel worden: “De energietransitie brengt grote veranderingen teweeg in de productie en opslag van energie in allerlei vormen. Grote energie-opslagsystemen met lithium-ion, kleine energiefabriekjes op waterstof, ammoniak als grondstof voor waterstofproductie, om maar een paar voorbeelden te noemen. De veiligheidsregio’s krijgen met die ontwikkelingen allerlei nieuwe risico’s en potentiële scenario’s op hun bordje, waarvoor zij geen gerichte repressieve kennis en capaciteit hebben. Een bedrijfsbrandweer in enigerlei vorm kan dan als vangnet dienen, zeker als de wettelijke adviestaak van de Omgevingsvergunning onvoldoende blijkt. Ik verwacht dan ook dat we meer armslag krijgen voor bedrijfsbrandweeraanwijzingen, ook buiten de categorie Brzo-bedrijven en dat dit nog vooruitlopend op de gehele evaluatie van de Wet op de veiligheidsregio actueel wordt.”
Nabije toekomst
Tot slot richt Ron nog zijn blik op de nabije toekomst, waarbij hij probeert de ondersteunende en faciliterende rol van het LEC IV in het netwerk te bestendigen: “Nu vindt de financiering van het LEC IV nog plaats via een jaarlijkse subsidieaanvraag, aangevuld met andere losse subsidies. We zijn nu in overleg met het ministerie van J&V om hier meerjarig zekerheid over te krijgen. Dat betekent dat we beleidsmatig verder vooruit moeten kijken en dat we zullen moeten gaan werken volgens een strategische agenda voor onze programma’s en projecten. Vooral die strategische ambities moeten uit de regio’s komen.”
Lees ook
De verbreding van Brzo-inrichtingen naar andere categorieën risicorelevante bedrijven en de voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet bepaalde de agenda van het LEC in 2022 komen ruim aan bod.
Sophie Lang (Veiligheidsregio Zuid-Limburg): Passie voor industrie en veiligheid. Haar drive is bij te dragen aan een grotere industriële veiligheid; voor deze en toekomstige generaties.
Het scenario ‘brand in afvalstapel’ wordt in vergunningen niet als relevant scenario beschouwd, terwijl juist dit type branden met een grote omgevingsimpact het meest voorkomt in de branche.
Op 1 december verzorgde het LEC IV een webinar om IV-specialisten in de veiligheidsregio’s wegwijs te maken in het nieuwe Scenarioboek Industriële Veiligheid.
Het LEC IV heeft voor de jaarlijkse kamerraportage de stand van zaken bedrijfsbrandweeraanwijzingen bij Brzo-bedrijven 2021 aangeleverd.
Het LEC IV heeft zijn Jaarplan voor 2023 gepresenteerd; het eerste in de nieuwe huisstijl en is opgebouwd in vijf thematische pijlers: ‘netwerkbeheer’, ‘kennismanagement’, ‘beleidsontwikkeling’, ‘professionele uitvoering’ en ‘communicatie en profilering’. Een andere belangrijke activiteit komend jaar is de implementatie van de Handreiking incidentonderzoek in de industrie.
Het Belgisch Nationaal Crisiscentrum (NCCN) is bezig met het ontwikkelingen van een programma dat zal dienen als ondersteunend platform om de noodplanning en crisisbeheer te organiseren: Paragon.
De oefeninspiratiebank is een online platform waar u oefeningen kunt vinden en delen en is ontstaan om organisaties meer van elkaar te laten leren en om kennis over netcentrisch werken te delen.
Het lectoraat Crisisbeheersing van NIPV organiseerde op 1 december een Proefschrift & Praktijk sessie. In deze sessie kwam onder andere het proefschrift van collega Willem Treurniet aan de orde, met als titel Between Chaos and Continuity: A Common Operational Picture in Support of Emergency Response Networks.