Externe noodplannen Seveso III bijna overal up-to-date
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, oktober 2023
De externe noodplannen in het kader van de Seveso III-richtlijn, beter bekend als ‘rampbestrijdingsplannen voor Brzo-bedrijven’, zijn bijna overal up-to-date. Dat blijkt uit een inventarisatie in de veiligheidsregio’s die het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) eerder dit jaar namens de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Justitie heeft gehouden. De inventarisatie vindt iedere vier jaar plaats op verzoek van de Europese Commissie, om vast te stellen of de veiligheidsregio’s voldoen aan hun verplichtingen om voor hogedrempel Brzo-inrichtingen rampbestrijdingsplannen op te stellen en deze periodiek te toetsen. De uitvraag door het LEC IV leverde op dat in het grootste deel van de veiligheidsregio’s de rampbestrijdingsplannen op orde zijn. Voor twintig bedrijven, verspreid over drie veiligheidsregio’s zijn de plannen nog niet actueel, onder andere als gevolg van de nasleep van de coronapandemie en capaciteitsproblemen.
De uitvraag aan de zes IV-samenwerkingsgebieden naar de stand van zaken rond externe noodplannen vond afgelopen voorjaar plaats en behelsde de periode 2019-2022. De resultaten zijn door het LEC IV samengevat in een rapportage die begin juli aan het ministerie van Justitie en Veiligheid is aangeboden. Het ministerie heeft de rapportage vervolgens doorgestuurd naar I en W, dat zal zorgen voor terugkoppeling naar de Europese Commissie (EC). De EC houdt met de periodieke uitvraag de vinger aan de pols wat betreft uitvoering van het Seveso-beleid in de lidstaten.
Uit de uitvraag blijkt dat in 18 van de 25 veiligheidsregio’s actuele externe noodplannen voor hoge drempelinrichtingen zijn opgesteld. Voor drie regio’s is de eis niet van toepassing, omdat daar geen hogedrempelinrichtingen bestaan. Voor 27 van de 149 hogedrempelinrichtingen zijn er geen actuele rampbestrijdingsplannen, maar in zeven gevallen oordeelden de betrokken veiligheidsregio’s dat zo’n plan ook niet nodig is, vanwege de relatief geringe te verwachten effecten van incidenten op de omgeving.
Tests of oefeningen met het rampbestrijdingsplan
In de uitvraag werd ook geïnventariseerd hoe over rampbestrijdingsplannen voor Seveso-inrichtingen wordt gecommuniceerd met het publiek en of en op welke wijze de noodplannen door de veiligheidsregio’s worden getest. Het periodiek beoefenen of testen van de plannen, om na te gaan of afspraken en procedures in de praktijk goed werken, is een van de eisen in de Seveso III-richtlijn. Uit de inventarisatie blijkt dat de rampbestrijdingsplannen gemiddeld eens in de drie jaar op een of andere wijze worden getest. Omdat de uitvraagperiode 2019-2022 samenviel met de Covid-pandemie, hebben niet alle geplande oefeningen in deze periode kunnen plaatsvinden. Bij acht bedrijven hebben geen tests of oefeningen met het rampbestrijdingsplan plaatsgevonden.
Tot een aantal jaren terug was de eis dat de plannen operationeel dienden te worden geoefend, maar die eis is aangepast en nu vraagt de richtlijn het ‘testen’ van de plannen. De veiligheidsregio’s mogen zelf kiezen hoe zij die test invullen. Operationeel oefenen met uitvoerende eenheden is nog steeds een optie, maar er kan ook worden volstaan met gedeeltelijke tests, procedure-oefeningen of tabletop oefeningen. Naar aanleiding van de uitvraag hebben enkele veiligheidsregio’s wel waardevolle tips teruggegeven aan het LEC IV, betreffende de uitvoering van tests en oefeningen. Zo wordt e-learning als een waardevolle aanvulling gezien om kennis en procedures rond rampbestrijdingsplannen up to date te houden. Ook de crisisbeheersingsfunctionarissen op de niveaus CoPI, ROT en Beleidsteam zouden via e-Learning scenariotrainingen kunnen doen.
E-learning heeft zijn waarde bewezen
Tijdens de coronaperiode hebben veel regio’s gewerkt met e-learning als alternatief voor fysieke (staf)oefeningen. In die periode heeft e-learning als instrument zijn waarde bewezen. Een andere aanbeveling is het organiseren van bijeenkomsten voor functionarissen van de veiligheidsregio’s en Brzo-inrichtingen om de kennisuitwisseling en samenwerking tussen externe hulpdiensten en de bedrijfsnoodorganisatie te bevorderen.
Lees ook
De eerste kandidaten voor het Traineeship Omgevingsveiligheid hebben zich gemeld. Op 5 maart ging de wervingscampagne online op de website van Brandweer Nederland en al binnen vier uur was de eerste reactie binnen.
Risicobeheersing en repressie zijn in het brandweerdomein de twee uitersten links en rechts in de veiligheidsketen. Maar verenigd in één persoon vormen ze een sterke combinatie. Mario Struik, specialist risicobeheersing bij Veiligheidsregio Utrecht, is één van de SIV’ers die kennis en kunde van beide taakvelden combineert in zijn brandweerloopbaan.
Joram Gielbert heeft op 1 februari zijn werkzaamheden voor de Veiligheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en het LEC IV beëindigd. Maar hij laat de industriële veiligheid beslist niet los, want als zelfstandig adviseur blijft hij in grote lijnen hetzelfde werk doen.
De inzet van waterschermen of waterstralen om bij chemische incidenten gas- of dampwolken te beïnvloeden, heeft vaak maar een beperkt effect.
Het afgelopen jaar stond voor het LEC IV vooral in het teken van het verstevigen van zijn positie en relaties in het netwerk van veiligheidspartners.
Directeur Risico- en Crisisbeheersing Edith van der Reijden geeft inzicht in samenwerking en veilige energietransitie.
Het Joint Research Centre van de Europese Commissie heeft een leidraad gepubliceerd voor het beheersen van risico’s van ‘Natech’ calamiteiten; industriële incidenten veroorzaakt door natuurgeweld, zoals aardbevingen, overstromingen of extreme temperaturen.
De Landelijke Handhavingsstrategie Brzo is aangepast aan de Omgevingswet en heet nu Landelijke Handhavingsstrategie Seveso-inrichtingen. Het betreft een wetstechnische en tekstuele wijziging. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen.
Johan Braker, veiligheidsconsultant Industriële Veiligheid bij Veiligheidsregio Groningen, vertelt over zijn boeiende werk.