Bedrijfsbrandweeraanwijzingen en Omgevingswet: koppeling met ARIE-regeling bestaat niet meer
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, juli 2024
Regelmatig komt de vraag langs of de veiligheidsregio’s door de wijziging met de ARIE-regeling meer bedrijven moeten gaan aanwijzen. Het antwoord is nee, sterker nog: de koppeling met de ARIE-regeling is met de inwerkingtreding van de Omgevingswet helemaal losgelaten.
In het ‘oude’ artikel 7.1 Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), dus vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet, waren categorieën van inrichtingen opgenomen die konden worden aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken. Dit betrof o.a. inrichtingen waarop hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) van toepassing was, de zogenoemde ARIE-inrichtingen. Het ging hierbij om inrichtingen die bestemd zijn voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (o.a. stuwadoors en spoorwegemplacementen). In het huidige artikel 7.1 Bvr is geen verwijzing meer opgenomen naar het Arbobesluit, de koppeling daarmee is komen te vervallen.
Waarom is deze koppeling met de ARIE-regeling losgelaten?
Met de komst van de Omgevingswet is het begrip ‘inrichting’ als centraal aangrijpingspunt losgelaten. Daarvoor in de plaats is het begrip ‘milieubelastende activiteit’ (mba) gekomen. De mba’s waarvoor rijksregels gelden, zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De wettelijke adviesbevoegdheid van de veiligheidsregio’s, die is opgenomen in artikel 4.33 Omgevingsbesluit, is ook gekoppeld aan verschillende mba’s uit het Bal.
Door het verdwijnen van het begrip inrichting moest ook het Bvr worden aangepast. Daarin werd namelijk ook gesproken over inrichtingen. Daarnaast moest het Bvr worden aangepast om tegemoet te komen aan de wens van de Tweede Kamer om de omgevingsvergunning milieu en de bedrijfsbrandweeraanwijzing meer op elkaar te laten aansluiten (zowel inhoudelijk als qua proces).
Om die reden is er met de inwerkingtreding van de Omgevingswet een inhoudelijke en procedurele koppeling geïntroduceerd tussen de omgevingsvergunning voor de mba en de bedrijfsbrandweeraanwijzing. Door deze koppeling was het noodzakelijk ook in artikel 7.1 Bvr een verwijzing te maken naar de mba’s uit het Bal. Zodoende zijn alle onderdelen van artikel 7.1 Bvr gekoppeld aan de mba’s uit het Bal en is voor vervoersgebonden bedrijven (waaronder spoorwegemplacementen) de koppeling met de ARIE-regeling losgelaten.
De lijst in artikel 7.1 Bvr is langer, zijn er nu meer vervoergebonden bedrijven aanwijsbaar?
Het antwoord is nee (!), de omzetting moest immers beleidsneutraal zijn. Er zijn dus niet meer bedrijven aanwijsbaar dan voorheen. De inhoud van artikel 7.1 Bvr komt overeen met de vervoergebonden inrichtingen uit de ARIE-regeling, zoals die gold voor 1 januari 2023 (dus vóór het moment dat de ARIE-regeling werd gewijzigd). Waarom is de lijst dan langer? Dat komt door de verspreiding van de vervoergebonden activiteiten over meerdere mba’s in het Bal. Hierdoor is de lijst met vervoergebonden activiteiten die in artikel 7.1 Bvr is opgenomen langer dan voorheen.
Hoe weten de veiligheidsregio’s dan om welke bedrijven dit gaat?
Omdat de veiligheidsregio’s ten aanzien van de mba’s die in artikel 7.1 Bvr zijn opgenomen een wettelijk adviesrecht hebben op grond van 4.33 Omgevingsbesluit, hebben zij deze activiteiten/bedrijven in beeld voor de bedrijfsbrandweeraanwijzingen (de veiligheidsregio’s moet immers om advies worden gevraagd). Dit hangt samen met de eerdergenoemde inhoudelijke en procedurele koppeling.
De vertrouwde koppeling met de ARIE-regeling is dus na bijna 40 jaar losgelaten. Dat zal dus voor iedereen even wennen zijn, maar geldt dat niet voor de hele Omgevingswet?
Lees ook
Op 7 december a.s. organiseert het LEC IV een informatiebijeenkomst voor het bedrijfsleven en adviesbureaus over de aanstaande Omgevingswet.
Noteer de datum alvast in uw agenda: 9 november. Dan vindt op het NIPV weer de halfjaarlijkse Netwerkdag van het LEC IV plaats. Het centrale thema is: ‘risicobeheersing in een veranderende wereld als gevolg van transities en nieuwe wetgeving’.
Het onderzoek moet inzicht geven in de mogelijke veiligheidsrisico’s van deze categorie voertuigen in de (petro)chemie en in maatregelen om die risico’s te beheersen en effecten van incidenten te beperken.
Die bundeling van passie en kennis is volgens Ron cruciaal om een van de ambities van het LEC IV waar te maken: investeren in de professionaliteit van uitvoering.
Maarten de Groot is sinds dit jaar decaan Risicomanagement bij het NIPV. In zijn nieuwe functie heeft hij heel wat opgaven op zijn bordje liggen.
Om de kennis omtrent batterijrisico’s in de veiligheidsregio’s te bevorderen, werd in april op initiatief van de Sector Milieu & Industrie onder de vlag van het LEC IV een ‘train-de-trainercursus’ voor toepassing van de recent vastgestelde PGS 37-1 en PGS 37-2 georganiseerd.
“In mijn werk als adviseur en inspecteur industriële veiligheid redeneer ik vooral vanuit het veiligheidsbelang van de repressieve collega’s, als zij bij industriële incidenten moeten optreden.”
Brzo-inspecteurs van de vijf Oostelijke veiligheidsregio’s (Oost-5) van 13 tot 17 maart 2023 een internationale geaccrediteerde schuimtraining in het Franse Vernon.