Onderzoek onder werkgevers naar het faciliteren van brandweervrijwilligers
3 maart 2023
Werkgevers zijn een belangrijke speler bij het faciliteren van hun medewerkers om als vrijwilliger bij de brandweer actief te zijn. In onderzoek van NIPV zijn werkgevers bevraagd over hun beeldvorming en bereidheid tot het faciliteren van medewerkers om ook bij de brandweer actief te zijn. Het onderzoek biedt handvatten voor wervingscampagnes en voor organisaties die het ondersteunen van brandweervrijwilligers vorm willen geven.
Initieel is een derde van de werkgevers bereid om brandweervrijwilligers in dienst te hebben en tijdens werktijd in actie te laten komen, stellen de onderzoekers. Wel denken werkgevers die nog geen ervaring hebben met brandweervrijwilligers dat uitrukken meer tijd kost dan het daadwerkelijk kost. Brandweervrijwilligers zijn afhankelijk van de medewerking van hun hoofdwerkgever wanneer zij onder werktijd moeten uitrukken.
Informatie en urgentie als overtuigende factoren
Zowel het geven van nadere informatie als het benadrukken van de urgentie om nieuwe brandweervrijwilligers te werven heeft een positief effect op de bereidheid bij werkgevers. Uiteindelijk is de helft van de werkgevers geïnteresseerd. De meeste kans om informatie over ‘brandweervrijwilliger worden’ goed te laten landen bij werkgevers is via de afdelingen HR (human resources). Deze afdeling kan helpen om wervingscampagnes voor brandweervrijwilligers verder te brengen in organisaties.
Zzp’ers als potentiële doelgroep
Initieel zijn zzp’ers nauwelijks geïnteresseerd om brandweervrijwilliger te worden. Het geven van voorlichting en het benadrukken van de noodzaak om nieuwe brandweervrijwilligers te werven hebben een positief effect op de mate van bereidheid. Uiteindelijk toont een derde van de zzp’ers interesse om brandweervrijwilliger te worden.
Programma Vrijwilligheid
In 2018 heeft Brandweer Nederland de opdracht gekregen om in samenwerking met de Vakvereniging van Brandweer Vrijwilligers, NIPV en het ministerie van Justitie en Veiligheid, het programma Vrijwilligheid op te starten. Het doel is om te komen tot een betere inzet van vrijwilligers, te zorgen voor continuïteit en handvatten geven voor vrijwilligheid in de toekomst. De serie onderzoeken naar vrijwilligheid is een onderdeel van dit programma. Later dit jaar volgt een rapport dat de conclusies van alle onderzoeken naar dit thema aan elkaar verbindt.
Bekijk ook:
Lees ook
De afgelopen tijd is de functie van officier van dienst geneeskundig (OvD-G) doorontwikkeld, onder andere door de veranderende wetgeving en ontwikkelingen binnen de (opgeschaalde) zorg.
Lector Energie- en transportveiligheid Nils Rosmuller sprak onlangs op het eerste World Fire Congress. Het leverde hem nieuwe inzichten op over hoe de energietransitie zich wereldwijd voltrekt. Vooral als het gaat om batterij-elektrische voertuigen.
Op basis van gesprekken met professionals en burgers blikken we terug op rampen en crises van de afgelopen 70 jaar én kijken we 30 jaar vooruit.
De samenwerking versterkt de besluitvorming van het Rode Kruis tijdens een crisissituatie, of in de voorbereiding daarop.
De aanbevelingen uit de evaluatie gaan vooral over de landelijke aanpak van cybercrises.
De luchthavenbrandweerkorpsen, verenigd in het College van commandanten brandweren luchthaventerreinen (CCBL), hebben de intentie uitgesproken om voor langere termijn samen te werken met het NIPV op het gebied van examinering.
Marjolein Verberne is werkzaam bij het NIPV als projectleider van de ontwikkeling van de Operationele risicometer, een systeem dat dreigingen en risico’s vanuit verschillende databronnen koppelt en zo nodig een waarschuwing af geeft. Ze vertelt hier over haar ervaringen.
Het NIPV waarschuwt voor onvoldoende preventiebewustzijn bij overheid, bedrijven en burgers. Wie is aan zet om de veerkracht van Nederland bij een crisis te vergroten? Dat is één van de vragen tijdens het landelijk congres Veerkrachtige crisisbeheersing dat vandaag wordt gehouden in Bussum.
Veiligheidsregio’s kunnen een leidende en coördinerende rol hebben in risico- en crisisbeheersing in relatie tot de gevolgen van klimaatverandering. Maar vervullen die rol op dit moment (nog) slechts beperkt.