CBRN

CBRN staat voor chemisch, biologisch, radiologisch of nucleair. In de praktijk valt hier ook de bestrijding van incidenten met CBRN-middelen onder.


Algemene informatie

CBRN staat voor chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair. Strikt genomen vallen onder CBRN álle gevaarlijke stoffen die er bestaan, maar deze afkorting wordt meestal gebruikt als er sprake is van moedwillige verspreiding van gevaarlijke stoffen. Bijvoorbeeld bij een aanslag. In de medische wereld wordt de term gebruikt voor alle incidenten met gevaarlijke stoffen.

De taken van de brandweer bij CBRN-incidenten vallen onder het specialisme incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (IBGS).

Bij CBRN-incidenten kunnen ook andere organisaties een taak hebben zoals de CBRN Responseenheid van het ministerie van Defensie en de RIVM Responsorganisatie Milieu- en Stralingsincidenten. Ook de politie, de GHOR/GGD en bevolkingszorg hebben een taak.

Soms wordt gesproken over CBRNe om aan te geven dat het ook om incidenten met explosief materiaal kan gaan. Als hiervan sprake is wordt gebruik gemaakt van de expertise van Explosieven Opruimingsdienst (EOD) van Defensie.

Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen

Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen is één van de landelijke specialismen van de brandweer. Bekijk meer informatie over dit landelijke specialisme.

Slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen

Bij een incident met een gevaarlijke stof (IGS) kunnen slachtoffers gecontamineerd raken met deze stof. Dit brengt specifieke aandachtspunten met zich mee voor de hulpverleners. Het is essentieel dat de hulpverlening aan de slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief, proportioneel en goed op elkaar afgestemd zijn. Drie documenten, die nauw aan elkaar zijn gerelateerd, leveren een bijdrage aan de zorg voor slachtoffers. Het zijn documenten zijn van het NIPV, van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht en van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

Bekijk rapport NVIC en leidraad LNAZ

Protocol Verdachte Objecten

Het Protocol Verdachte Objecten (PVO) beoogt een eenduidige en adequate respons van de (hulpverlenings)diensten op verdachte chemische, biologische, radiologische, nucleaire en/of explosieve objecten en omstandigheden (‘verdachte CBRN-E incidenten’).

Het PVO wordt beheerd door het NIPV en wordt periodiek samen met de betrokken (hulpverlenings)diensten en organisaties geëvalueerd. Het PVO wordt voor de doelgroep digitaal (pdf) beschikbaar gesteld en verschijnt niet in gedrukte vorm. Het PVO is een vertrouwelijk niet openbaar document en is uitdrukkelijk niet bedoeld voor openbare publicatie en/of verdere verspreiding.

Het protocol is uitsluitend bedoeld voor medewerkers van de organisaties en (hulpverlenings)diensten van de overheid die met dit protocol dienen te werken. Voor deze professionals is het protocol via het vragenformulier onderaan de pagina aan te vragen. Vul alstublieft de naam van uw organisatie en uw functie in op dit formulier.

Bij het PVO hoort een Monsteroverdrachtsformulier waarmee Chemisch, Biologisch en Radiologisch (CBRN) onderzoek door het RIVM aangevraagd kan worden en een verpakkingsrichtlijn voor het opsturen van verdachte objecten.

PVO aanvragen

Wilt u het PVO aanvragen, vul dan s.v.p. de naam van uw organisatie en uw functie in op het contactformulier.

Heeft u een vraag over dit onderwerp?

Neem contact met ons op via dit formulier. Uw gegevens worden alleen gebruikt voor correspondentiedoeleinden.

Velden gemarkeerd met * zijn verplicht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.