Netwerkdag LEC IV 13 maart: Nieuwe verstoringen en kansen
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari, 2025
De wereld is volop in beroering. Dreigingen, crisisscenario’s en verstoringen als gevolg van klimaatverandering, cyberaanvallen, sabotage en sinds twee jaar ook weer reële oorlogsdreiging, bepalen de agenda’s van de veiligheidspartners. Tijdens de komende netwerkdag van het LEC IV op 13 maart ligt de focus op dit veranderende dreigingsbeeld, waar ook industriële bedrijven zich op moeten prepareren. De titel van de netwerkdag luidt: ‘Nieuwe verstoringen en kansen’. Bent u er ook bij op 13 maart?

‘Weerbaarheid’ en ‘veerkracht’ winnen als beleidsthema’s aan belang, zowel bij de Rijksoverheid als in de veiligheidsregio’s en op lokaal niveau. De hele samenleving moet zich voorbereiden op nieuwe risico’s en crisisscenario’s, zoals een grootschalige en langdurige cybercrisis, stroomuitval of verstoring van andere vitale processen. Al dan niet als gevolg van sabotage of militaire conflicten. Voor de industrie en de vitale sectoren ligt hier ook een opgave, om de eigen procescontinuïteit te waarborgen, maar ook om de maatschappelijke gevolgen van die verstoringen en mogelijke externe veiligheidsrisico’s te beperken.
Een inleiding op dit actuele thema wordt verzorgd door Luitenant-kolonel Fred van Kooten, hoofd sectie Inzet van de 11 Luchtmobiele Brigade. Hij geeft een presentatie over geopolitieke dreigingen en de mogelijke gevolgen voor Nederland. Na 80 jaar vrede sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is een oorlogssituatie waarbij de NAVO direct betrokken raakt bepaald niet meer denkbeeldig. En in geopolitiek opzicht zijn er meer potentiële dreigingen en brandhaarden in de wereld dan alleen de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Wat kunnen de gevolgen zijn van geopolitieke dreigingen op de Nederlandse samenleving en welke uitdagingen levert dit op voor het civiele veiligheidsdomein en de industrie? Bepaald geen prettige boodschappen, maar we kunnen onze ogen er niet voor sluiten.
In de middag wordt het thema verder uitgediept tijdens een viertal workshops over stroomuitval, de voorbereiding van Sevesobedrijven op verstoringen en weerbaarheid. Daarnaast wordt een werksessie rond kennisontwikkeling georganiseerd en worden de deelnemers bijgepraat over de actuele ontwikkelingen rond spoorwegemplacementen.
Uiteraard ontbreekt het traditionele ‘rondje langs de regio’s niet, waarin de actuele ontwikkelingen rond industriële veiligheid in de landsdelen wordt belicht.
Speciaal aan de komende netwerkdag is het feit dat de inhoudelijke voorbereiding voor rekening komt van enkele trainees omgevingsveiligheid. Zij hebben bij alle veiligheidsregio’s een uitvraag gedaan naar thema’s en hebben ook meegewerkt aan de organisatie van het programma en de selectie van sprekers. De trainees verzorgen in het ochtendprogramma zelf ook een interactieve presentatie.
Zie ook
Veiligheidsregio’s teleurgesteld over Kamerbrief Basisnet en emplacementen
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari, 2025
Kort voor het kerstreces heeft de staatsecretaris van IenW een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over het robuust basisnet en de veiligheid van spoorwegemplacementen. Vooral dat laatste onderwerp komt binnen het Netwerk Industriële Veiligheid vaak aan bod. De brief is het sluitstuk op langlopende overleggen tussen het ministerie (IenW), ProRail, gemeenten, provincies en veiligheidsregio’s. Het LEC IV en de veiligheidsregio’s vinden de inhoud van de brief teleurstellend. Veiligheidsadviezen van de betrokken deskundige partijen zijn niet overgenomen en soms wordt van feitelijk onjuiste aannames uitgegaan. De veiligheidsregio’s bereiden een gezamenlijke reactie voor op de Kamerbrief, onder coördinatie van het LEC IV.

Uit de Kamerbrief blijkt dat de staatsecretaris niet alle afspraken uit het gezamenlijke overleg wil overnemen. Zoals de afspraak om lokaal maatwerk toe te kunnen passen. Ook de kans op een groot incident door een BLEVE wordt anders ingeschat dan de huidige consensus binnen de incidentbestrijding.
Geen effectbenadering
Programmamanager van het LEC IV, Ron Bouwman: ”Het lijkt er een beetje op dat tijdens het schrijven van de brief de deskundigen op het gebied van risicobeheersing bij het ministerie IenW al op kerstvakantie waren. Het ministerie kiest met de formulering in de Kamerbrief volledig voor de kansbenadering, terwijl de veiligheidsregio’s ook het belang van de effectbenadering hebben onderstreept. Die is uiteindelijk ook als uitgangspunt in het gezamenlijk advies gekomen, maar het ministerie lijkt de effectkant niet te willen meenemen in de kaders voor de omgevingsveiligheid van goederenspoortrajecten en emplacementen.”
Omdat de Kamerbrief niet alleen bij het Veiligheidsberaad, maar ook bij de ander koepels tot afkeurende reacties leidde, is de eerst bespreking van de brief, die stond gepland voor begin januari, uitgesteld tot begin april. Dit geeft de veiligheidsregio’s de kans om nogmaals haar visie op spoor- en emplacementveiligheid onder de aandacht te brengen. Omdat er veel zaken in de Kamerbrief worden besproken, zullen alle relevante netwerken vanuit Brandweer Nederland moeten worden betrokken bij het formuleren van een reactie.
Alleen generieke eisen
Walter Reurink was destijds vanuit het LEC IV betrokken bij het Landelijk project emplacementen en projectleider voor de binnenkort te verschijnen LEC-handreiking Spoorwegemplacementen. Hij legt uit dat het doel van het Landelijk project was om zoveel mogelijk landelijk uniforme eisen te stellen op het gebied van externe veiligheid. Dit wordt niet langer geregeld in gemeentelijke omgevingsvergunningen, maar in een Algemene Maatregel van Bestuur onder het Besluit activiteiten leefomgeving, waarvoor de verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk.
Reurink: “Uit de kamerbrief blijkt dat het ministerie van IenW alleen het generieke deel van de veiligheidseisen uit het gezamenlijk advies wil overnemen in de AMvB en dat er geen ruimte is voor maatwerkoplossingen, die wij samen met gemeenten en omgevingsdiensten vanuit de brandweervisie sterk hebben bepleit. De veiligheidsregio’s hebben de mogelijkheid om spoorwegemplacementen waar gevaarlijke stoffen worden gerangeerd aan te wijzen voor een bedrijfsbrandweeraanwijzing. Dit omdat deze specifieke risico’s kunnen opleveren waarvoor de overheidsbrandweer niet geëquipeerd hoeft te zijn. Hoewel de staatsecretaris van IenW niet over het instrument ‘bedrijfsbrandweren’ gaat, stelt zij deze wel in haar brief ter discussie. Zij geeft in de brief aan de Tweede Kamer aan dat deze aanwijsbevoegdheid voor emplacementen besproken wordt met het ministerie van Justitie en Veiligheid.”
De brief moet nog door de Tweede Kamer worden behandeld. Voorafgaand daaraan wil het Veiligheidsberaad als koepel voor de veiligheidsregio’s een stevige gezamenlijke reactie geven. Ook andere lokale overheden die betrokken waren bij het Landelijk emplacementen project, zullen met een reactie komen. Het lectoraat Energie- en Transportveiligheid zal bij de reactie worden betrokken. Het LEC IV neemt in dit proces de regie. De reactie zal worden gestuurd naar de Kamercommissie die de brief bespreekt vóór plenaire behandeling.
Voor vragen of input voor een reactie op de Kamerbrief kunt u contact opnemen met Walter Reurink van het LEC IV. (walter.reurink@vr-rr.nl. )
Trainees Omgevingsveiligheid vinden hun plek
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari, 2025
De trainees omgevingsveiligheid die afgelopen najaar aan de slag zijn gegaan, hebben hun plek bij de veiligheidsregio’s gevonden. Ook de landelijke samenwerkingsnetwerken, zoals het LEC IV plukken daar de vluchten van. Want de komende netwerkdag op 13 maart is inhoudelijk grotendeels door enkele trainees georganiseerd. In deze editie van de LEC IV-nieuwsbrief vertellen drie trainees over hun passie voor het vakgebied en hun eerste ervaringen.

Shelley Heskes: hart voor openbare orde en veiligheid
Shelley Heskes studeerde in de zomer van 2024 af na haar opleiding Integrale Veiligheid en kon in september direct aan de slag als trainee bij Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Tijdens haar studie liep ze stage bij gemeente Rotterdam, een dynamische stad waar ze best zou willen wonen. “Liefst in het centrum, dicht bij waar het allemaal gebeurt. Rotterdam is een grote, drukke stad, met een wereldhaven en heel veel industrie, een dichtbevolkt gebied met stevige uitdagingen en vraagstukken rond omgevingsveiligheid. Dat is waar ik mij als trainee bij de veiligheidsregio nu in aan het specialiseren ben.”
Shelley had een ‘vliegende start’. Onderdeel van het laatste studiejaar was het schrijven van enkele ‘fictieve’ sollicitatiebrieven om als nieuwkomer op de arbeidsmarkt haar startbekwaamheid aan te tonen. “Ik heb tijdens mijn studie bewust gekozen voor de richting Openbare Orde en Veiligheid, omdat ik graag bij de overheid wil werken en wil bijdragen aan een veilige leefomgeving. Ik had dan ook een oefensollicitatiebrief opgesteld voor de VRR. Daadwerkelijk solliciteren was niet het doel van de opdracht, maar ik geloofde zo in wat ik wilde, dat ik hem daadwerkelijk heb ingestuurd, toen ik hoorde van het traineeship. Ik mocht langskomen voor een gesprek en hoorde de volgende dag dat ik was aangenomen bij de VRR.”
Shelley kreeg een warme ontvangst en vond haar plek in het Team Veilige Leefomgeving, waar ze veel jonge collega’s ontmoette. “Ik werd goed ingewerkt en ik kreeg direct al een mooi project op mijn bordje: de veiligheid rond energie opslagsystemen. Daar is nog geen regelgeving voor, terwijl er steeds meer van die grote energieopslagen komen in de bebouwde omgeving. Samen met collega’s gaan we nu een structuur opzetten voor de regio om de omgevingsveiligheid rond EOS-voorzieningen te waarborgen. Het leuke van dit project is dat ik in korte tijd veel mensen heb leren kennen, want ik heb contact gezocht met mensen binnen de VRR en bij andere veiligheidsregio’s die ook met dit thema bezig zijn. Zo bouw ik aan een netwerk waar ik in mijn verdere carrière profijt van heb. Ik wil namelijk beslist verder doorgroeien in dit mooie vak.”
Een tweede mooie uitdaging in haar eerste jaar als trainee is meewerken aan de voorbereiding van de netwerkdag van het LEC IV. Industriële veiligheid is momenteel niet de specialisatie waar Shelley’s focus ligt, maar bij het EOS-project en andere werkzaamheden komt ze wel regelmatig mensen van het team IV tegen. Het vakgebied heeft in haar ogen veel raakvlakken met ruimtelijke veiligheid in brede zin, zeker in een industrierijke en dichtbevolkte regio als Rotterdam-Rijnmond.
“Samen met mijn collega-trainees Kelly en Yorick zijn we voor het LEC IV aan de slag gegaan met de inhoudelijke voorbereiding van de netwerkdag. We hebben collega’s in onze eigen organisaties en andere veiligheidsregio’s bevraagd op thema’s die zij graag belicht wilden zien. Ons favoriete onderwerp uit de rondvraag was: ‘nieuwe dreigingen en kansen, als gevolg van de dreigingstrends in de wereld, zoals geopolitieke dreiging, cyberaanvallen en natuurgeweld door klimaatverandering. De veiligheidsregio’s moeten aan de slag met weerbaarheid van de samenleving en hetzelfde geldt voor de industrie. Rond die thema’s hebben we het programma opgebouwd en relevante sprekers gezocht. Erg leuk dat we als trainees mogen bijdragen aan de netwerkdag.”
Kelly Tromp: van ‘forensics’ naar risicobeheersing

Kelly Tromp maakte de overstap naar het traineeship na haar studie forensisch onderzoek. haar doel was brandonderzoeker te worden, want de politiekant van de forensische expertise, waarbij zij met slachtoffers van misdrijven kon worden geconfronteerd, vond zij minder aantrekkelijk. “Ik heb stages gedaan bij verschillende veiligheidsregio’s en vond het erg interessant om daarbij kennis te maken met risicobeheersing. Toen het traineeship omgevingsveiligheid onder mijn aandacht kwam, zag ik daarin een mooie kans.”
Kelly werkt sinds september 2024 als trainee bij de afdeling Risicobeheersing in Noord-Holland Noord en vond er snel haar draai. “Het is een klein team met leuke collega’s, waardoor de lijnen kort zijn. Ik wil mij specialiseren op de advieskant van de ruimtelijke veiligheid. Nadenken over scenario’s en oplossingen voor veiligheidsvraagstukken, om een goed advies op te stellen voor het bevoegd gezag, vind ik een leuke uitdaging. Met industriële veiligheid zal ik in mijn praktijk als trainee minder te maken krijgen. De regio heeft geen zwaar industrieel risicoprofiel en de IV-taken worden in het samenwerkingsverband noordwest uitgevoerd door Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Ik ga dit jaar nog wel een aanvullende cursus industriële veiligheid volgen.”
Kelly zegt zich in het vakgebied risicobeheersing helemaal op haar plek te voelen en ziet toekomst voor zichzelf als adviseur in Noord-Holland Noord. “Voorlopig ligt mijn aandacht tot en met volgend jaar bij het voltooien van het traineeship. Ik hoop veel praktijkkennis en ervaring op te doen om ‘op vlieghoogte’ te komen en straks te kunnen doorstarten in een vaste baan bij risicobeheersing. Ik heb na de eerste vijf maanden al geconcludeerd dat ik de juiste keuze heb gemaakt met de overstap van forensisch onderzoek naar risicobeheersing.”
“Ik krijg alle ruimte van de collega’s in het team om te leren en kennis te vergaren, onder andere door te participeren in werkgroepen en door mee te gaan naar adviesgesprekken bij gemeenten. Een interessante ervaring. Ook heb ik meegewerkt aan het opstellen van een rampbestrijdingsplan voor een gascompressiestation en aan het actualiseren van het regionaal risicoprofiel. Het is mooi dat ik als trainee actief mee kan werken aan concrete werkzaamheden en projecten rond risicobeheersing.”
Koen Krol: Kennis opdoen en overdragen

Koen Krol wilde na zijn studie integrale veiligheid graag verder in het vakgebied industriële veiligheid en die kans kreeg hij via zijn traineeship bij Brandweer Amsterdam-Amstelland. “Ik heb altijd interesse gehad in techniek en industrie, maar ook het veiligheidsdomein vond ik aantrekkelijk. Mijn vader is veiligheidskundige en een vriend van mij studeerde integrale veiligheid. Hun verhalen brachten mij ertoe ook voor die studie te kiezen. Tijdens de opleiding werden verschillende casussen behandeld waarin de rol van de veiligheidsregio aan bod kwam. Een interessante organisatie die in brede zin verantwoordelijk is voor veiligheidstaken. Dat trok mij aan.”
Als trainee krijgt Koen in Amsterdam-Amstelland de gelegenheid zowel de advieskant als de toezichtkant van industriële veiligheid te leren kennen. Een mooie combinatie, vindt hij. “Ik had geluk dat ik in deze regio terecht kon, want daar zochten ze net versterking voor het team industriële veiligheid en dat is precies waar mijn interesse ligt. Industriële incidenten kunnen grote effecten hebben op de omgevingsveiligheid en dus liggen er grote verantwoordelijkheden bij de bedrijven en de adviserende en toezichthoudende overheden. Wat er kan gebeuren als veiligheid faalt, bleek tijdens de brand bij ChemiePack in 2011, een casus die tijdens mijn studie IVK werd behandeld. Ik vind het mooi om als adviseur of inspecteur mee te werken aan het borgen van die veiligheid.”
Koen heeft al een inspectie bij een Sevesobedrijf mogen meemaken en was geboeid door de manier waarop verschillende inspectiediensten samenwerken om zo’n bedrijf door te lichten. “Wat ik prettig vind is dat ik door mijn collega’s in alle werkprocessen word mee genomen en de tijd en ruimte krijg om meer kennis op te doen. Ik kijk ernaar uit mijn kennis op IV-gebied verder te verdiepen en ik hoop hier ook een vaste job te kunnen vinden. Amsterdam-Amstelland is een regio met veel industrie en havenactiviteiten en we werken samen in Noordwest verband: Noord-Holland-Noord, Zaanstreek-Waterland, Kennemerland, Amsterdam-Amstelland, Gooi en Vechtstreek, Utrecht, en Flevoland. Een groot werkgebied met veel variatie in bedrijven en risico’s; dat maakt het werk voor een specialist IV aantrekkelijk.”
Een bijzonder project dat Koen in de eerste fase van zijn traineeship zelf mocht uitvoeren, was het inventariseren van alle vuurwerkopslagen in de regio. “Over de risico’s van vuurwerkopslagen is het een en ander te doen geweest en de veiligheidsregio wilde al die locaties met foto en details over opslagvolumes, veiligheidsmaatregelen en bereikbaarheid in het operationeel informatiesysteem Live-Op opnemen. Ik heb alle opslagen bezocht en de informatie verwerkt in Live-Op.”
Koen hoopt na het traineeship verder te kunnen doorgroeien als specialist industriële veiligheid en als zelfstandig adviseur en inspecteur aan de slag te gaan. Maar zijn ambities reiken nog verder: “Het lijkt mij ook leuk om later als docent of instructeur mijn opgedane kennis weer door te geven aan een nieuwe generatie aankomende vakmensen. Tijdens de opleiding integrale veiligheid en de basiscursus voor het traineeship heb ik ervaren hoe belangrijk goede docenten zijn, die hun kennis hebben opgedaan in de praktijk.”
Foto’s: Megin Zondervan
Jaarverslag LEC IV 2024: eindelijk aan de slag met de Omgevingswet
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari, 2025
Het LEC IV heeft in het afgelopen jaar stevig geïnvesteerd in zijn positie als kennisplatform voor het veiligheidsdomein. Het LEC IV nam deel aan diverse kennisevents en publiceerde een aantal kennisdocumenten om de veiligheidsregio’s en hun netwerk te ondersteunen bij relevante vraagstukken rond industriële veiligheid. Opvallend is dat veiligheidsregio’s steeds vaker een beroep doen op het LEC voor hulp bij het beantwoorden van juridische vragen rond Seveso-advisering en –toezicht. Deze ontwikkelingen en trends blijken uit het Jaarverslag 2024.

2024 markeerde de start van het eerste meerjarenplan van het LEC IV, waarin de voorgenomen activiteiten voor de periode 2024-2027 uiteen werden gezet. Het was ook het jaar waarin de langverwachte Omgevingswet in werking trad, waarmee de rol en taken van de veiligheidsregio’s in de milieuadvisering steviger zijn verankerd. In het verslagjaar is vanuit het LEC IV op verschillende manieren ondersteund om de veiligheidsregio’s ‘op vlieghoogte’ te brengen met het nieuwe wettelijk kader.
Zo werd de ‘Handreiking Advisering milieubelastende activiteiten’ uitgebracht, als opvolger van de oude ‘Handreiking brandweeradvisering milieu’. Daarnaast werd een bedrijvenochtend georganiseerd, om bedrijven te informeren over de veranderende adviesrol van de veiligheidsregio’s en de consequenties van de Omgevingswet voor bedrijfsbrandweeraanwijzingen. Andere relevante gepubliceerde kennisdocumenten in 2024 waren: de ‘Factsheet Effectiviteit van waterschermen en waterstralen bij de bestrijding van dampwolken’, de ‘Handreiking brandveiligheidsmaatregelen bij afvalbedrijven’ en deel 2 van het LBR-boekje: ‘handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR.
Kennis- en netwerkdagen
Het LEC IV was aanwezig bij drie belangrijke kennisevents. In april vond in het Belgische Mons (Bergen) een EU-seminar over External Emergency Planning plaats. Een vertegenwoordiging van het LEC gaf een presentatie om de deelnemers inzicht te geven in hoe rampbestrijdingsplannen in Nederland tot stand komen. Tevens werden opgedane inzichten en ervaringen uit andere lidstaten gedeeld met de partners in het Nederlandse IV-netwerk.
Verder werkte het LEC IV in september mee aan het Impel-congres, met een casusbespreking in een workshop, en was een brede vertegenwoordiging in oktober voor de tweede keer aanwezig op het jaarlijkse Brandweer Event in Nijkerk. Het LEC presenteerde zich deze keer samen met de Sector Milieu en Industrie van Brandweer Nederland. In een workshop tijdens het event werd een casus verzorgd om functionarissen uit het domein risicobeheersing bekend te maken met de scenariobenadering van industriële risico’s.
En dan waren er nog de twee ‘eigen’ netwerkdagen van het LEC: op 14 maart in Amersfoort en op 14 november bij het NIPV in Arnhem. Tijdens de eerste netwerkdag stond het ‘leren van industriële bedrijven’ centraal, met een zeer leerzaam inkijkje in de veiligheidsorganisatie en bedrijfsbrandweer van Chemelot-Sitech. De tweede netwerkdag stond in het teken van ‘transities’. Vooral de bestuurlijke kijk op maatschappelijke en industriële transities door Laurens de Graaf, lector aan de Universiteit van Tilburg en burgemeester van Lopik, maakte indruk.
Juridische vragen
Een duidelijke trend in 2024 was de toename in hulpaanvragen van veiligheidsregio’s bij juridische vraagstukken rond toezicht en advisering. Ron Bouwman, programmamanager LEC IV: “De juridische helpdesk waar regio’s met zulke vragen terecht kunnen, functioneert al langer, maar was het afgelopen jaar duidelijk meer tijd kwijt aan de beantwoording van vragen. Veiligheidsregio’s lopen bij bedrijven soms tegen juridische kwesties aan en vragen bijvoorbeeld om een ‘second opinion’. Of ze willen weten of ze met een advies op de juiste route zitten of zij vragen zich af of voorgestelde maatregelen en voorzieningen wel handhaafbaar zijn.”
Volgens Ron Bouwman is de helpdesk primair bedoeld voor het behandelen van relatief eenvoudige vragen, maar blijkt uit de trend in het afgelopen jaar dat de vragen complexer van karakter worden. “Dit brengt ons tot de conclusie dat we onze juridische capaciteit moeten versterken door een extra jurist aan de helpdesk van het LEC IV te verbinden. Dan krijgen we meer mogelijkheden om juridische kwesties diepgaander te behandelen en bijvoorbeeld mee te denken met handhavingsstrategieën en behandeling van bezwaarschriften door veiligheidsregio’s. We gaan daarvoor zoeken naar een jurist die is ingewijd in het vakgebied veiligheid en brandweer, omdat het om tamelijk specialistische vragen gaat.”
Traineeship
Een thema dat zeker niet onbelicht mag blijven is het Traineeship Omgevingsveiligheid, dat in 2024 van start ging, op initiatief van het LEC IV en het NIPV. Dertien trainees, veelal afkomstig van HBO-studies als Integrale Veiligheid, begonnen in september bij enkele veiligheidsregio’s, die behoefte hadden aan extra capaciteit en die zich als praktijkleerschool hadden aangemeld. Ron Bouwman: “De nieuw ingestroomde jonge professionals zijn allemaal erg enthousiast en hebben hun plek gevonden bij de regio’s, deels ook bij afdelingen Industriële Veiligheid. Dit is zeker een van de succesprojecten in 2024, waarmee we hopelijk nieuw talent blijvend aan ons vakgebied kunnen verbinden. Het traineeship loopt nog tot en met 2026, maar we willen dit jaar al een eerste evaluatie houden, om te bekijken of we volgend jaar een nieuwe ronde trainees willen gaan werven.”
Het LEC IV blikt grosso modo terug op een druk en succesvol jaar, al zijn er volgens Bouwman ook een paar projecten ‘op de plank blijven liggen’, omdat keuzes gemaakt moesten worden met de beschikbare capaciteit. Zo is de evaluatie van de artikel 31 bedrijfsbrandweeraanwijzingen door het ministerie van JenV doorgeschoven naar dit jaar en is ook de voorgenomen landelijke en Europese ‘benchmark’ over de kwaliteit van de Sevesotaken nog niet uitgevoerd. Ook die staat geagendeerd in het Jaarplan voor 2025.
LEC Industriële Veiligheid uit de startblokken
Maart 2022

De onthulling van het nieuwe logo en de nieuwe huisstijl markeerde tijdens de netwerkdag op donderdag 17 maart 2022 de start van het LEC Industriële Veiligheid, kortweg LEC IV. De belangrijkste boodschap van het nieuwe LEC is dat de kennis en ervaring die met vijftien jaar BrandweerBRZO-activiteiten is opgebouwd, nu veel breder wordt benut bij het bevorderen van de industriële veiligheid in het algemeen.

De onthulling van de banner met de nieuwe huisstijl door Jan Meinster en Chantal Torn-Wintjens, is onderdeel van hun presentatie over de transitie van LEC BrandweerBRZO naar LEC IV. Het LEC begon in 2007 klein, als tweepersoons formatie, en groeide in de afgelopen vijftien jaar uit tot een expertisenetwerk van formaat. Met die gebundelde kennis zijn belangrijke stappen gezet in kwaliteitsverbetering en professionalisering van het taakveld industriële veiligheid. Kennisdeling via publicaties en bijeenkomsten werd een belangrijke taak van het LEC, evenals het ondersteunen van de regio’s met tools, applicaties, handreikingen en modelbeleid.

Bij de nieuwe, bredere, koers hoort een nieuwe huisstijl, die zowel zakelijk en functioneel als vriendelijk moest zijn. En dat is de ontwerpers van WebNL, dat door het LEC in de armen werd genomen, gelukt. Met een simpel maar krachtig logo dat in één oogopslag de wortels en taakstelling in één symbool vangt wil het vernieuwde LEC verder. De samenvattende boodschap van Jan en Chantal in de presentatie luidt: ‘We laten geen taken los, maar we versterken en verbreden onze rol ten dienste van de veiligheidsregio’s en het netwerk nog meer.’
Netwerkgesprek
Dat netwerk komt aan het woord in een netwerkgesprek onder leiding van dagvoorzitter Dina van der Aart (Afdelingshoofd IV Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Zij sprak met Anton Slofstra (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden), Marleen van der Kerkhof, (Brandweer Amsterdam-Amstelland), Klaas Sietse van der Wal, (Veiligheidsregio Groningen), Hubert Weitenberg (Veiligheidsregio IJsselland) en Walter Reurink, plaatsvervangend programmamanager LEC IV. Hoe bezien zij als partners in het netwerk de nieuwe identiteit en de verwachte meerwaarde voor de regio’s?
Anton Slofstra noemt de verschuiving van focus van Brzo-inrichtingen naar risicorelevante activiteiten een belangrijke stap. “Het LEC heeft zijn oorsprong in de zware chemische industrie, maar echt grote calamiteiten gebeuren daar niet meer. Op dit moment is onze grootste zorg juist de categorie bedrijven ónder de Brzo-drempel. Ook goed dat de aandacht nu meer uitgaat naar netwerkvorming voor kennisdeling, terwijl het LEC zich in zijn eerste jaren vooral richtte op kwaliteitsverhoging van Brzo-inspecties.”
Ook Klaas Sietse van der Wal ziet het belang van het breder inzetten van de opgedane Brzo-kennis binnen een groter spectrum risico-opleverende bedrijven. Hij stelt vast dat veiligheidsvraagstukken complexer worden, terwijl gespecialiseerde risicokennis schaars is. “Daarom is het goed dat we die schaarse capaciteit bundelen en dat we in netwerkverband slim werken en kennis delen.”

Hubert Weitenberg signaleert dat de veiligheidsregio’s steeds meer taken naar zich toe trekken. Brandveiligheid, milieuveiligheid, veilig leven, industriële veiligheid; bij elkaar een flinke werklast. Maar de personele capaciteit is schaars, dus moeten keuzes worden gemaakt. De samenwerking met de omgevingsdiensten is in zijn ogen een aandachtspunt, omdat die qua werkwijze van het netwerk IV kunnen leren. In IJsselland gaan de veiligheidsregio en de OD risicogericht samenwerken rond de Omgevingswet.
Walter Reurink is van mening dat de klassieke Brzo-taak van de veiligheidsregio’s inzake bedrijfsbrandweeraanwijzingen uitgebreid kan worden, gelet op de bredere taakopvatting van het netwerk. “We maken ons er hard voor om bedrijfsbrandweer vaker als instrument in te zetten, ook bij de lagere categorieën risicorelevante bedrijven die soms wel een behoorlijk brandrisico kennen. Wellicht kunnen we op dat gebied in de komende herziening van de Wet veiligheidsregio’s meer bevoegdheden krijgen.”
Marleen van der Kerkhof gaat in op de samenwerking tussen het Netwerk IV en de Vakraad Brandveiligheid. De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio riep de vakraden in het leven om maatschappelijk relevante veiligheidsthema’s landelijk te agenderen. “De vakraden willen invloed op beleid uitoefenen op basis van hun kennis en expertise. Ook over risicorelevante bedrijven hebben we in de Vakraad Brandveiligheid veel kennis. Nu ook het netwerk IV zich meer op die bedrijvencategorie gaat richten, kunnen we elkaar daarin met onze kennis en kunde aanvullen.”
Foamdammen onder de loep
Na de officiële aftrap van het LEC IV komen de inhoudelijke thema’s van deze netwerkdag aan bod. Als eerste een presentatie van Jan-Kees Kallemein van de VRR over de problematiek met niet-regelconforme foamdammen op opslagtanks. Bij een inventarisatie in het VRR-gebied eind 2021 werden bij verschillende tankopslagbedrijven foamdammen van aluminium aangetroffen, die niet voldoen aan de eisen van de NFPA 11. Een gevaarlijke situatie, omdat ze al bij relatief lage temperaturen kunnen bezwijken, zodat bij een rimsealbrand het schuimblussysteem zijn werk niet kan doen. Het risico van escalatie is dan groot. De VRR verspreidde in december een safety alert in het Netwerk IV en gaf bedrijven opdracht maatregelen te nemen en foamdammen conform de NFPA aan te brengen.

Leveranciers van foamdammen probeerden in hun verweer gelijkwaardigheid aan te tonen. Maar bij de samen met tankdakleveranciers en branchekoepel VOTOB uitgevoerde praktijktesten met schaalmodellen bezweken de aluminium foamdammen al na zes minuten, waar NFPA een weerstand van ten minste 20 minuten voorschrijft. Conclusie: aluminium is absoluut niet gelijkwaardig! De betrokken tankopslagbedrijven moeten vóór 1 april laten weten hoe zij dit veiligheidsissue oplossen en moeten tijdelijke maatregelen treffen om een rimsealbrand toch doeltreffend te kunnen bestrijden. Volgens Kallemein zijn de eerste resultaten van deze IV-interventie al geboekt en hebben de eerste bedrijven inmiddels een plan van aanpak overlegd.
Het nieuwe leerlandschap
Als tweede inhoudelijke thema komt het nieuwe leerlandschap voor risicomanagement aan bod: de leerstroom waarin ook de scholing voor het specialisme industriële veiligheid is ondergebracht. Leo de Niet, teammanager brandweeronderwijs ’niet-operationeel’ belicht de stand van zaken rond het brandweeronderwijs 2.0. Kort samengevat: binnen het leerlandschap risicomanagement komen vier horizontale leerstromen. Een basisleerstroom en leerstromen voor ruimtelijke veiligheid, brandveiligheid en industriële veiligheid. Voor alle leerstromen zijn nieuwe kwalificatiedossiers en curricula ontwikkeld. Wezenlijk nieuw voor industriële veiligheid is het onderscheid in curriculum voor ‘specialist adviseren industriële veiligheid’ en ‘specialist inspectie industriële veiligheid’.

Leo de Niet legt uit dat het nieuwe leerlandschap meer modulair wordt en beter wordt afgestemd op de behoeften van de veiligheidsregio’s. Bovendien worden modules regelmatiger aangeboden. De basis instroomeis HBO-niveau verandert volgens Leo niet. Mensen met een MBO-opleiding maar aantoonbaar HBO-werkniveau kunnen volgens hem wel de leerstroom volgen, maar krijgen na voltooiing niet het diploma. In september 2023 moet het nieuwe leerlandschap volledig ‘klaar’ zijn.
Brandveiligheid afvalbedrijven
Tot slot in het plenaire programma belichten Norbert Gret, Nils Rosmuller en Jan Meinster het project ‘Brandveiligheid bij afvalbedrijven’. De focus op deze bedrijfstak wordt gerechtvaardigd door de gesignaleerde trend van een al jaren toenemend aantal branden in de afval- en recyclingsector. Branden die zich doorgaans kenmerken door lange duur en grote milieu- en omgevingsimpact.
Norbert Gret beschrijft een praktijkcase bij een grote afvalverwerker in Amsterdam, waarbij de veiligheidsregio, de gezamenlijke Brandweer Amsterdam, omgevingsdienst en het betrokken bedrijf de handen ineensloegen. Het bedrijf voerde een risicobeoordeling uit en nam maatregelen voor preventie en effectbeheersing. Een mooi eerste resultaat dat tot voorbeeld strekt. Nils Rosmuller licht vervolgens toe hoe zijn lectoraat het onderzoek aanpakt om meer zicht te krijgen op de problematiek van afvalbranden en hun oorzaken. Die oorzaken blijken in 50 tot 60 procent van de gevallen niet te achterhalen. Daar is volgens Nils dus nog veel werk te doen. Open vuur, onveilige werkprocessen, broei en ondeugdelijke opslag van vloeistoffen blijken wel generiek veel voorkomende oorzaken.

Jan Meinster vult aan dat ook het Netwerk IV zich aansluit bij dit thema en zich samen met de omgevingsdiensten richt op de volgende doelen: de brandveiligheid van afvalbedrijven zelf verhogen, het verbeteren van de omgevingsveiligheid door effecten van afvalbranden te beperken en het ontwikkelen van een beleidskader voor advisering richting omgevingsdiensten. Dat allemaal vanuit een behoefte naar structurele verbetering, gedreven door de frequente praktijkincidenten.
Casuscarrousel
In het middagprogramma kunnen de deelnemers aan de netwerkdag hun kennis verrijken in een carrousel van drie casusworkshops. Aan de orde komen: bedrijfsbrandweerscenario’s, wanneer zijn die reëel en wanneer niet? Bedrijven beoordelen die vraag anders dan de veiligheidsregio’s. Inleiders Gert Castelijn en Marco van Eijkeren halen input op bij de deelnemers. Een wezenlijk criterium is volgens de uitvraag dat een bedrijfsbrandweerscenario reëel en typerend moet zijn.

In de workshop over de herziening van de Handreiking brandweeradvisering milieu beschrijven Ronald van Miltenburg en Frank Lelieveld waarin de nieuwste versie zich onderscheidt van de eerdere versies uit 2010 en 2014. Reden voor herziening zijn de ontwikkelingen in het vakgebied, waaronder de nieuwe Omgevingswet. Derhalve focust de nieuwe handreiking zich op milieubelastende activiteiten (MBA’s). De inleiders vragen de deelnemers welke specifieke aandachtspunten en bijlagen nog in de handreiking zouden moeten komen.

In de derde workshop belichten Henk van Wetten en Antoon Kleijne de LBR-inspectiegidsen, instrumenten als houvast voor de Landelijke Benadering Risicobedrijven. Een houvast in twee hoofdroutes: een techniekroute of een systeemroute. Per gekozen route kunnen in de LBR-basisbibliotheek ‘stellingen’ voor de uit te voeren inspectie worden gekozen, afhankelijk van de aard van het bedrijf en de bedrijfsprocessen. Ook hier wordt de deelnemers gevraagd om input. Momenteel bevat de LBR-bibliotheek circa 100 onderwerpen, overgenomen uit de ‘oude GIR’. Wat moet er nog meer in, om bij LBR-inspecties geen relevante onderwerpen te missen?

Rond half vier ’s middags wordt de eerste netwerkdag onder de noemer LEC IV afgesloten. Een waardevol inhoudelijk programma met veel kennisdeling over concrete projecten en ontwikkelingen die goed aansluiten bij de koers van het vernieuwde LEC en die van het Netwerk IV. Tot ziens op de volgende netwerkdag, op 10 november 2022.
Compilatie
Op 17 maart was de aftrap van het Landelijk Expertisecentrum Industriële Veiligheid (LEC IV) en werd afscheid genomen van de naam LEC BrandweerBRZO. Bekijk de compilatie van die dag.
Meer informatie
Bekijk de pagina van het LEC Industriële Veiligheid.

Lees ook
Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet en andere nieuwe ontwikkelingen was het nodig om de kennisbundels te actualiseren.
Officieren van Dienst (OvD’s) testen de meerwaarde van AR tijdens praktijkoefeningen. OvD Harco van Oorschot: “het zou wat mij betreft onderdeel van het brandweeronderwijs moeten zijn.”
“Met onze nieuwe voertuigen zijn we flexibeler als er een grote natuurbrand is.” Christiaan Velthausz is teamleider bij Fire Bucket Operations (FBO). “Deze sterk terreinvaardige wagens helpen ons ook beter samen te werken met de lokale leiding tijdens een natuurbrand.”
Hoe bereiden we de maatschappij voor op mogelijke oorlogsdreigingen of andere crises? En hoe maken we onze samenleving weerbaar en veerkrachtig? Daarover vertelden sprekers Michiel Verlinden en Paul Gelton in de derde masterclass van het NIPV.
Wat is de relatie tussen het brandgedrag van zonnepanelen en het brandgedrag van de vegetatie in zonneparken? Het NIPV deed onderzoek naar mogelijke relaties.
De brandweerstelsels zijn op 5 thema’s met elkaar vergeleken: bestuur, organisatie en financiering, personeel, taken van de brandweer, opleiding en training, en overige zaken.
De wereld om ons heen verandert snel. “Daarom is het tijd om het onderwijs anders in te richten”, zegt Frans Schippers, programmadirecteur van Onderwijs Onderweg.
Wat is het programma Onderwijs Onderweg? Wat is de aanleiding? Hoe werkt het? En hoe blijf jij op de hoogte? Zes vragen en antwoorden.
Een van de speerpunten waar Onderwijs Onderweg mee aan de slag is gegaan, is de manschappenopleiding. Waar moet een manschap aan voldoen? Hoe zorgen we voor een gezamenlijke vraag vanuit de beroepspraktijk? Projectleiders Alex van Schaik en Pieter Lodder vertellen hierover.