“De ene accu is de andere niet”
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, juni 2023
Naarmate de energietransitie op stoom komt, nemen ook het gebruik en de opslag van lithium-ion accu’s een steeds grotere vlucht. Dat is merkbaar op straat en in gebouwen in de vorm van energie opslag systemen en de opslag van accu’s bij bedrijven (winkels, logistieke centra etc.). Om de kennis omtrent batterijrisico’s in de veiligheidsregio’s te bevorderen, werd in april op initiatief van de Sector Milieu & Industrie onder de vlag van het LEC IV een ‘train-de-trainercursus’ voor toepassing van de recent vastgestelde PGS 37-1 en PGS 37-2 georganiseerd. Met die ‘bagage’ kunnen regionale trainers de specialisten advisering, toezicht en handhaving wegwijs maken in de gevaren van lithium-ion accu’s en het handelingsperspectief voor risicobeheersing en repressie. Een urgent thema, gelet op de snelle groei van het gebruik van accu’s.
Circa 50 medewerkers sloten in april aan bij een tweetal kennissessies in de brandweerkazerne van Woerden, om zich te laten bijpraten over de handvatten die de PGS 37-1 en 37-2 bieden om lithium-ion opslagsystemen veilig in te passen in de gebouwde omgeving. Martin Meijer en Frank Lelieveld (Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond) en Sander Lepelaar (Veiligheidsregio Haaglanden), verzorgden de inhoud van de sessies. Martin Meijer en Sander Lepelaar participeerden namens de brandweer in de PGS-commissies 37-1 en 37-2 en namen de cursisten mee in de verschillende typicals (uitvoeringen van systemen en opslagen) die in de PGS 37-1 en 37-2 worden benoemd, de scenario’s, doelen en de te nemen maatregelen.
Nadat Geerlof Bijsterbosch als voorzitter van de Sector M&I de dag opende en iedereen welkom heette, belichtte Frank Lelieveld de milieuwetgeving, de rol van PGS’en hierin en de totstandkoming en opbouw van een PGS. Een PGS wordt opgesteld door werkgroepen van vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven en is dus per definitie een consensusstuk. De meeste PGS’en gelden als BBT document, waarmee het bevoegd gezag bij vergunningverlening rekening moet houden. Afwijken van een PGS mag, maar met een goede onderbouwing. De PGS 37-1 en 2 zijn nog niet in wetgeving verankerd, maar de verwachting is dat ook deze als BBT document worden aangewezen en ook direct vanuit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) zullen worden aangestuurd.
Kenmerken en risico’s van lithium-ion accu’s en batterijen
Na het blokje regelgeving en PGS ging Martin Meijer dieper in op de kenmerken en risico’s van lithium-ion accu’s en batterijen. “De ene batterij is de andere niet”, legt Martin uit. “Lithium-ion is in feite een verzamelnaam voor een groep accu’s en batterijen met gelijksoortige kenmerken, maar verschillende chemische samenstelling. Die verschillen zijn ook bepalend voor de gevaren die de batterijen opleveren als ze, door welke oorzaak dan ook, onstabiel worden en in brand raken. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat batterijen die een grotere opslagcapaciteit hebben meer ellende produceren bij incidenten. Maar het ene type batterij raakt sneller onstabiel dan het andere type. Een lithium-ijzerfosfaatbatterij heeft bijvoorbeeld een minder grote elektrische opslagcapaciteit, maar bij dat type batterij treedt een thermal runaway pas op bij hogere temperaturen, terwijl dat bij andere typen batterijen al vanaf 80 tot 90 graden Celsius gebeurt. Maar als deze relatief veiliger batterijen in een thermal runaway raken komen er ook gevaarlijke stoffen vrij. Deze kennis kunnen adviseurs en toezichthouders benutten bij het beoordelen van veiligheidsaspecten rond energieopslagsystemen in de woon-werkomgeving.”
Tijdens de cursus werden verschillende typen Energie Opslag Systemen (EOS) behandeld, zoals zelfstandige opslagsystemen, EOS in containerparken, mobiele EOS bij evenementen of werkzaamheden en indoor EOS. Elke toepassing heeft zijn eigen aandachtspunten voor risicobeheersing en repressie als het mis gaat.
Elektrische opslagcapaciteit
Martin Meijer signaleert dat de vraag naar elektrische opslagcapaciteit sterk toeneemt. Niet alleen om duurzaam opgewekte energie uit wind- en zonneparken op te slaan, maar ook om op tijdelijke locaties in (extra) stroombehoefte te kunnen voorzien. Zo worden de systemen ingezet bij evenementen met veel publiek, maar ook bij verbouwing van bijvoorbeeld zorgcentra, waarbij de reguliere stroomvoorziening tijdelijk is onderbroken. Dat zijn situaties waar de brandweer bij de beoordeling van de plannen en vergunningaanvraag wel iets van moet vinden. Hetzelfde geldt voor EOS in de woonomgeving en nabij vitale infrastructuren, waar bij brand grote potentiële keteneffecten kunnen ontstaan. Als een belangrijke verkeersader langere tijd moeten worden afgesloten als gevolg van giftige uitstoot van een EOS-brand kunnen bedrijven onbereikbaar worden en kunnen logistieke processen worden ontwricht.
De opgave voor specialisten in advisering en toezicht is volgens de inleiders van de cursus helder: kritisch blijven meekijken naar het ontwerp en de uitvoering als in een bepaalde omgeving een EOS wordt gerealiseerd. Behalve aandacht voor het type batterij en zijn kenmerkende risico’s, moet ook de omgeving goed worden gescand op risicoverhogende factoren. Is er bijvoorbeeld bij een buiten opgestelde EOS aanrijdgevaar door zware vrachtvoertuigen of machines? En is er bij een EOS in een binnenruimte voldoende vluchtgelegenheid en vluchttijd voor personen? Nog een eyeopener: in risicoberekeningsmodellen van fabrikanten wordt bij het bepalen van het brandrisico primair uitgegaan bij branden die ontstaan in de EOS zelf. Maar brandgevaar kan ook van buitenaf komen en ook daar dient het opslagsysteem tegen te worden beschermd.
Martin Meijer signaleert dat de industrie zich wel steeds meer inspant om de veiligheid van accu’s en energieopslagsystemen te verbeteren, maar dat de veiligheidsregio’s vanuit hun wettelijke toezicht- en adviesrol een belangrijke taak hebben door bij alle ontwikkelingen rond energieopslag kritisch mee te kijken om de veiligheid voor de omgeving te waarborgen.
Zorgpunt
Een zorgpunt is volgens Meijer dat de veiligheidsregio’s achterblijven bij het investeren in kennis en personele capaciteit over energietransitie in brede zin. Het is in zijn ogen niet uit te leggen dat de komende decennia 35 miljard euro wordt besteed aan energietransitie, terwijl niet of nauwelijks geld beschikbaar is voor de veiligheidsregio’s om te investeren in de benodigde extra expertise en capaciteit voor het waarborgen van de energieveiligheid.
In de middag stond de PGS 37-2 op het programma. Die gaat in op de opslag van accu’s, die op steeds meer locaties en op steeds grotere schaal plaatsvindt. Van de fietsenwinkel in de straat tot grote magazijnen op industrieterreinen. De diversiteit aan accu’s is enorm in grootte en vermogen. Ook maakt het verschil of de accu’s in een apparaat zitten, met het apparaat verpakt of los op een pallet staat en of het gaat om nieuwe accu’s, ‘refurbished’ of defecte accu’s. Voor alle uitvoeringen wordt geprobeerd zo goed mogelijk maatregelen op te schrijven.
Over brandbeveiliging van accu-opslagen met blussystemen, compartimentsgrootte en het gebruik van kasten of kluizen wordt in Nederland zeer verschillend gedacht. Dit komt mede doordat er nog geen normen zijn voor brandveiligheidskasten specifiek voor batterijen. Dit kan leiden tot incidenten met brandveiligheidskasten die door overdruk open slaan. Ook de toepassing van blussystemen staat nog in de kinderschoenen, waarbij soms systemen worden aangeboden met de boodschap dat deze een batterijbrand kunnen blussen. In de praktijk worden batterijen echter niet geblust en zullen de brandende batterijen uit een ruimte moeten worden gehaald, als ze niet ter plaatse onder water kunnen worden gezet. Tot slot zijn er bedrijven die nu al op grote schaal accu’s opslaan in grote brandcompartimenten. Hoewel dit bestaande situaties zijn, zullen ook zij uiteindelijk moeten voldoen aan de nieuwe PGS 37-2.
Op de PGS 37-1 en PGS 37-2 is door de brandweerwereld met smart gewacht. Maar door de snelle ontwikkelingen op de batterijenmarkt zullen ze snel geactualiseerd moeten worden om nieuwe ontwikkelingen zo goed mogelijk in te bedden in richtlijnen.
Lees ook
De waternood in Limburg (2021) was voor de Nationale Reddingsvloot de eerste grootschalige inzet sinds de overstromingen van 1993 en 1995. De belangrijkste les die na de inzet werd getrokken is het belang om met verschillende organisaties informatiegestuurd samen te werken.
Risicogericht adviseren vormde de rode draad in het programma van de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid op 10 november jl.
Het onderzoek werd afgelopen voorjaar uitgevoerd en inmiddels zijn de resultaten geanalyseerd. De eindconclusie van het onderzoek is dat het risicobewustzijn bij bedrijven beter kan.
Het Platform Industriële Incidentbestrijding (PII) is in een nieuwe fase gekomen, met de ondertekening van een convenant op 21 september 2022.
Onder de noemer ’Formatex23’ wordt in september volgend jaar in Oostenrijk een internationale samenwerkingsoefening georganiseerd rond het thema ‘impact van natuurrampen op de industrie’.
Welke speerpunten gaf het POI aan de RCDV mee over informatievoorziening in het kader van de evaluatie Wet veiligheidsregio’s?
Het onderzoek richtte zich op de rol die een gedeeld beeld in de praktijk speelt bij de vorming van het crisisbeheersingsnetwerk, bij de interactie tussen het crisisbeheersingsnetwerk en de maatschappij in bredere zin én in de interactie tussen de organisaties binnen het crisisbeheersingsnetwerk.
Voorlopige resultaten project brandveiligheid afvalbedrijven
Het LEC Industriële Veiligheid heeft zijn rapportage ‘Verkenning toezicht op de bedrijfsbrandweerorganisatie’ besproken met het kernteam van het netwerk IV. De resultaten van de verkenning laten zien dat er verschillen in aanpak zijn tussen de veiligheidsregio’s en ook dat de regio’s als toezichthouder meer houvast zoeken om het toezicht op aangewezen bedrijven goed uit te voeren.