Commentaarronde nieuwe PGS 37: veel feedback
Mei 2022
De vraag naar lithium-ion houdende energiedragers neemt stormachtig toe en dat leidt bij overheid en bedrijfsleven tot een intensief debat over de veiligheid. Dat merkt ook het PGS-team (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) dat werkt aan de PGS-37, de richtlijn met veiligheidsnormen voor energiedragers op basis van lithium-ion. De commentaarronde voor de PGS 37-1 (‘Lithium-ion accu’s: Energie Opslag Systemen’) leverde niet minder dan 700 reacties op, zowel tekstueel als inhoudelijk. Die worden nu door het team PGS 37-1 verwerkt. De PGS 37-2 (‘Lithium-houdende energiedragers: Opslag’) ligt momenteel ter inzage. De verwachting is dat beide PGS’en komend najaar van kracht worden.
Dat de inzagetermijn voor de PGS 37-1 zoveel feedback heeft opgeleverd is volgens Martin Meijer en Sander Lepelaar van het PGS-team 37-1 verklaarbaar. Martin Meijer: “De ontwerp-PGS is heel breed gedeeld met belanghebbenden van overheid en bedrijfsleven. Naast vertegenwoordigers van het Netwerk Industriële Veiligheid hebben ook de energiesector, fabrikanten en leveranciers van brandbeveiligingssystemen veel input geleverd. Iedereen vindt iets van de eisen die in de PGS worden gesteld aan preventieve brandveiligheid en brandbeheersing. We merken dat het leeft in alle sectoren die belang hebben bij lithium-ion energiedragers en bij partijen die bewaken dat de brandveiligheid van deze energiedragers goed wordt geborgd. Dat dat belangrijk is zien de betrokken partijen ook, nadat zich internationaal enkele branden in Energie Opslag Systemen (EOS) hebben voorgedaan. Die incidenten tonen hoe groot de effecten van een lithium-ionbrand op de omgeving en op de gezondheid kunnen zijn.”
De focus van het PGS-team is dat door belanghebbenden niet teveel wordt getornd aan de basisveiligheidseisen. Sander Lepelaar: “Iedereen vindt veiligheid belangrijk, maar niet tot elke prijs. Fabrikanten zijn van mening dat hun EOS veilig zijn en dat de in de PGS geëiste veiligheden topzwaar zijn. Ze zien de brandweer als een ‘rupsje nooitgenoeg’. Maar ieder systeem kan falen, dus moeten we scherp blijven en zorgen voor een stevige reeks basisveiligheidseisen, zoals compartimentering van batterijsystemen om onbeheersbare brandvoortplanting te voorkomen.”
“Fabrikanten zijn van mening dat hun EOS veilig zijn en dat de in de PGS geëiste veiligheden topzwaar zijn.”
Martin Meijer voegt eraan toe dat er ook discussie is over de vraag hoe ver de regelgeving moet gaan inzake het aanpassen van al bestaande systemen. Nieuwe systemen die worden gerealiseerd nadat de PGS 37-1 van kracht is onder het Activiteitenbesluit van de Omgevingswet moeten sowieso aan de richtlijn voldoen. Als ook bestaande systemen op die eisen moeten worden aangepast, gaat dat de beheerders geld kosten voor extra investeringen. “We krijgen dan ook veel vragen uit de markt van bedrijven die plannen ontwikkelen voor een EOS en willen weten waar ze aan toe zijn.”
Het grote aantal reacties op de ter inzagelegging stelt het PGS-team voor een flinke uitdaging, want over een deel van de commentaren zal nog wel het nodige debat moeten worden gevoerd. Bij de herziening van een PGS kan vaak worden volstaan met één of twee vergaderingen om de reacties te bespreken en vervolgens te verwerken, maar met de brede inbreng vanuit de geconsulteerde partijen is nu meer tijd nodig. “De grote feedback is ook wel verklaarbaar, omdat dit een volledig nieuwe PGS is, die vanaf een nulpunt is geschreven. Invoering van de PGS 37-1 eerder dan het vierde kwartaal van dit jaar is, vanwege het zorgvuldig behandelen van de commentaren dan ook niet realistisch”, verwacht Meijer. Hetzelfde geldt voor de PGS 37-2 voor opslagvoorzieningen. Die ligt nu ter inzage en zal naar verwachting ook behoorlijk wat reacties opleveren.”
Lees ook
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
Met de omzetting van de PGS-reeks naar PGS’en ‘Nieuwe Stijl’, die enkele jaren geleden is gestart, is voor deze serie richtlijnen ook het digitale tijdperk begonnen. De nieuwe risico- en scenariogestuurde werkwijze met ‘doorklikfuncties’ werkt immers alleen in een digitale omgeving.