Blog: Veiligheid als RES(t)post
8 april 2021
“Hoewel de energietransitie ook in de Regionale Energiestrategieën (RES’en) op stoom komt, is de veiligheid nog niet veel meer dan een nachtkaars, soms een waakvlammetje”, schrijft lector Energie- en transportveiligheid Nils Rosmuller in zijn nieuwste blog.
Ik herinner mij het nog goed. Het was in april 2019. Ik werd door een veiligheidsregio gevraagd om zijn bestuur bij te praten over de veiligheidsaspecten van de energietransitie. Op dat moment waren de 30 energieregio’s in Nederland al gevormd. Toen ik vroeg aan mijn toehoorders of ze wisten in welke energieregio hun gemeente gelegen was, werd ik verbaasd aangekeken. Zijn die er dan?
Veiligheid 5 keer genoemd
Twee jaar later zal dit geheel anders zijn. Het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie timmert hard aan de weg, getuige ook de overzichtelijke website, om de 30 energieregio’s bekendheid te geven en de activiteiten te coördineren. De opgave van de 30 energieregio’s is duidelijk: in 2030 moet er door middel van wind- en zonne-energie op land 35 Terawattuur (TWh) aan duurzame energie op land worden opgewekt en een indicatie waar in de regio dit wordt opgewekt, de zogenaamde zoekgebieden [1]. Om het schrijven van de regionale energiestrategieën te stroomlijnen, te harmoniseren, is de Handreiking RES voor de Regio’s opgesteld. In de 1.0-versie van de handreiking (20 december 2018, 39 pag., veiligheid werd 5 keer genoemd) stonden enkele zinnen over de veiligheid rondom wegen, waterwegen, spoorwegen, hoogspanning en gas- en buisleidingen “als restricties vanuit harde nationale wet- en regelgeving” waarmee rekening moest worden gehouden. In de 1.1-versie (oktober 2019, 60 pag., veiligheid ook 5 keer genoemd), ging het over containerbegrippen als nationale veiligheid, vliegveiligheid en waterveiligheid. Zowaar geen verbetering wat mij betreft.
Geen substantiële of geuniformeerde aandacht voor veiligheid
Op 1 oktober 2020 moesten alle concept-RES’en ingediend zijn, op 1 juli 2021 geldt dit voor de definitieve versies. Ik was benieuwd of en op welke wijze veiligheid in de concept-RES’en aan bod is gekomen. Door middel van de zoektermen: brand | veiligheid | explosie | vuur | gevaar | heeft een van onze stagiairs [2] de RES’en doorzocht. Hieronder het resultaat samengevat per regio:
Veilgheid met betrekking tot… | |||||
---|---|---|---|---|---|
RES-regio | Wind | Zon | Waterstof | Algemeen | Totaal aantal termen |
Achterhoek | 0 | ||||
Alblasserwaard | 0 | ||||
Arnhem Nijmegen | 1 | 1 | |||
Amersfoort | 1 | 1 | |||
Drechtsteden | 20 | 20 | |||
Drenthe | 0 | ||||
Flevoland | 10 | 10 | |||
Foodvalley | 3 | 2 | 4 | 9 | |
Friesland | 0 | ||||
Goeree-Overflakkee | 1 | 1 | |||
Groningen | 0 | ||||
Hart van Brabant | 11 | 11 | |||
Holland Rijnland | 7 | 7 | |||
Hoeksche Waard | 1 | 2 | 3 | ||
Midden-Holland | 1 | 1 | 2 | ||
Noord-Holland Zuid | 4 | 13 | 17 | ||
Metropoolregio Eindhoven | 1 | 3 | 4 | ||
Noord-Holland Noord | 7 | 7 | |||
Noord- en Midden-Limburg | 5 | 5 | |||
Noordoost Brabant | 2 | 2 | |||
Noord-Veluwe | 1 | 10 | 11 | ||
Fruitdelta Rivierenland | 1 | 1 | |||
Rotterdam-Den Haag | 1 | 5 | 6 | ||
Cleantech Regio | 1 | 1 | |||
Twente | 1 | 3 | 4 | ||
U16 | 1 | 3 | 4 | ||
West-Brabant | 1 | 1 | |||
West-Overijssel | 0 | 0 | |||
Zeeland | 6 | 6 | |||
Zuid-Limburg | 1 | 1 | 4 | 6 |
Een paar zaken die opvallen:
- De helft van de regio’s noemt het totaal van de zoektermen minder dan 5 keer.
- Daar waar veiligheid aan bod komt, is de variatie groot: van vliegveiligheid tot waterveiligheid, van verkeersveiligheid tot milieuveiligheid, van veiligheidsafstanden tot (on)verzekerbaarheid.
Deze zaken duiden erop dat veiligheid noch substantieel, noch geüniformeerd aandacht krijgt in de concept-RES’en 1.0. Dat laatste is mogelijk te begrijpen vanwege verschillen tussen de regio’s. Het eerste is zorgelijk. Enerzijds omdat bij de zoekgebieden natuurlijk rekening gehouden moet worden met “harde restricties vanuit nationale wet- en regelgeving”. Anderzijds omdat zonnepanelen en windturbines zelf voor gevaren kunnen zorgen.
Conclusie: aan de slag met veiligheid
Mijn conclusie is dan ook dat hoewel de energietransitie ook in de RES’en op stoom komt, de veiligheid nog niet veel meer is dan een nachtkaars, soms een waakvlammetje. Vooralsnog is veiligheid eerder een restpost dan een voldragen onderwerp in de RES’en. Enigszins begrijpelijk door het nog veelal rekenkundige karakter van de RES om energieproductie en -vraag te kwantificeren. Echter, de RES’en gaan ook versies (ontwikkelingen) 2.0 (1 maart 2023) en 3.0 doormaken. Hierin zullen de energieproductie en locaties ervan alsmaar concreter worden. De hoogste tijd dus om juist in díe versies wel de veiligheid goed te benoemen, om zodoende niet later in de energietransitie voor veiligheidsteleurstellingen te komen.
Dit betekent wat mij betreft enerzijds dat de veiligheidsregio’s rechtstreeks (dus niet via gemeente, waterschap of provincie) in gesprek moeten gaan met de RES-coördinatoren voor hun eigen energieregio’s. Hier ligt een taak voor zowel de RES-coördinator (van wie we geluiden horen dat het contact met de veiligheidsregio soms zo lastig is) als de adviseur risicobeheersing/industriële veiligheid van de veiligheidsregio (van wie we soms horen dat de RES-contactpersonen lastig te vinden zijn). En anderzijds dat veiligheidsregio’s de gemeentes binnen de eigen regio moeten adviseren over de veiligheidsaspecten van de energietransitie. Doen ze dat dat niet, dan RESteren aan het einde van de rit teleurstelling en het wijzende vingertje naar de veiligheidsregio als de partij die zogenaamd de energietransitie tegenwerkt.
Nils Rosmuller
lector Energie- en transportveiligheid
[1] Zoals bekend uit de veiligheid is het scheiden van de risicobron van de risico-ontvanger een van de eerste maatregelen om de veiligheid te borgen. Dus die zoekgebieden zijn een eerste cruciale indicatie voor het veiligheidsniveau. Thans analyseren we de ligging van de zoekgebieden in relatie tot risicozones rondom Basisnetroutes en BRZO-inrichtingen. In een volgend blog zullen we daarover verslag doen.
[2] Met dank aan Joost Klooster.
Lees ook
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
Met de omzetting van de PGS-reeks naar PGS’en ‘Nieuwe Stijl’, die enkele jaren geleden is gestart, is voor deze serie richtlijnen ook het digitale tijdperk begonnen. De nieuwe risico- en scenariogestuurde werkwijze met ‘doorklikfuncties’ werkt immers alleen in een digitale omgeving.