Leerblok Brandveiligheidskunde

Dit leerblok is het fundament van het leerlandschap Risicomanagement. Het leerblok Brandveiligheidskunde gaat in op de benodigde basiskennis voor zowel objectveiligheid als omgevingsveiligheid. De kennis wordt behandeld volgens de structuur van het kenmerkenschema uit de Basis voor Brandveiligheid, waarin alle kenmerken eerst apart en vervolgens vanuit de wisselwerking (interactie) worden bezien. Dit leerblok is een kennismaking met het gegeven brand, warmtetransport en de Basisprincipes van brandbestrijding, maar omvat ook de laatste kennisinzichten uit onderzoek. U leert hoe u deze kennis integraal kunt benaderen op een manier die past bij uw eigen specialisme (stroming Ruimtelijke, Industriële of Brandveiligheid).

Voor wie is dit leerblok?

Dit leerblok is bedoeld voor beginnende beroepsbeoefenaars die willen uitstromen in de richting Ruimtelijke veiligheid, Industriële veiligheid of Brandveiligheid. Daarnaast kan dit leerblok gevolgd worden door functionarissen bij veiligheidsregio’s die zich (willen gaan) bezighouden met risicomanagement en meer willen weten over brandveiligheidskunde.

Wat leert u?

Na het volgen van dit leerblok:

• Weet u wat de term brand inhoudt.
• Kunt u de branddriehoek, warmtetransportmechanismen en het brandverloop duiden.
• Heeft u inzicht in rookontwikkeling en rookverspreiding.
• Heeft u inzicht in de opwarming van materialen en constructies bij brand.
• Heeft u inzicht in menselijk gedrag en de invloed van zelfredzaamheid tijdens brand.
• Weet u wat de taken zijn van bedrijfshulpverlening, bedrijfsbrandweer en brandweer en hoe de samenwerking tussen preventie en repressie is.
• Kent u de procedure ten opzichte van brand-, explosie- en toxische- aandachtsgebieden, voortkomend uit omgevingsvisie- en omgevingsplannen.
• Heeft u inzicht in het gedrag van (bouw-)materialen tijdens brand.
• Heeft u inzicht in de risico’s van menselijk gedrag tijdens brand in gebouwen en in een buitenomgeving.
• Weet u wat het kwadrantenmodel is en hoe u deze kunt gebruiken.
• Weet u welke incidenten met gevaarlijke stoffen zich kunnen voordoen en wat de effecten op de omgeving zijn.
• Kunt u de interactie tussen de verschillende kernmerken integraal benaderen en de aandachtspunten voor uw eigen specialisme belichten.

Programma

Dit leerblok bestaat uit twee series van online modules (zes modules in serie één en zeven modules in serie twee) en twee lesdagen van 4 uur. De online modules vormen de theoretische basis en fungeren daarnaast ook als naslagwerk. De toelichting, nadere uitleg en de koppeling met de praktijk vinden plaats tijdens de lesdagen waar u zelf aan de slag gaat met casuïstiek.

Eerste serie online modules

Deze eerste serie bestaat uit de volgende modules:

1. Inleiding: Wat is de opbouw van het leerblok, wat is het kenmerkenschema?
2. Brand: Wat is brand, hoe ontstaat brand, wat zijn de effecten van brand (o.a. rook, warmte) wat zijn warmtetransportmechanismen, wat is brandverloop, wat zijn aandachtspunten binnen uw specialisme?
3. Gebouw: Wat zijn aandachtspunten voor verschillende typen gebouwen en gebouwfuncties, welke materiaal- en producteigenschappen bestaan er en wat voor invloed hebben deze op brand, welke brandmeldinstallaties kunt u aantreffen in gebouwen?
4. Mens: Wat zegt zelfredzaamheid over vluchtgedrag en wat zijn aandachtspunten wat betreft sociale, persoonlijke en persoonsgebonden factoren?
5. Interventie: Wat is de inzet van bedrijfshulpverlening en de bedrijfsbrandweer, hoe ziet de samenwerking met de overheidsbrandweer er uit, wat zijn de doelen van brandbestrijding, wat is het kwadrantenmodel en hoe werkt u daarmee?
6. Omgeving: Welke aandachtspunten zijn er wat betreft de geografische ligging van een terrein en wat zijn brandaandachtsgebieden, explosieaandachtsgebieden en gifwolkaandachtsgebieden?

Lesdag 1 (10.00 – 15.00 uur)

Tijdens deze lesdag gaat u zelf actief aan de slag met de kenmerken van het kenmerkenschema door te analyseren welke (aspecten van de) kenmerken een rol spelen voor een gegeven casus. U krijgt ook een doorkijkje naar Deel 2 van de online modules; de interacties tussen de kenmerken. Het scenariodenken komt aan bod en de introductie van een aantal risicoanalysemodellen die daarvoor gebruikt kunnen worden.

Tweede serie online modules

De tweede serie bestaat uit de volgende online modules:

1. Brand en gebouw: Wat is de invloed van brand op het gebouw (brandfysisch materiaalgedrag) en wat is de invloed van het gebouw op de brand? Denk bijvoorbeeld aan variabele opslag in een gebouw of de vaste inrichting van een gebouw, zoals trappen, deuren en gangen.
2. Brand, gebouw en mens: Wat is de invloed van menselijk gedrag op de brand en wat is de invloed van het gebouw en de brand op de mens (bijvoorbeeld op diens vluchtgedrag)? Ook de fysiologische aspecten wat betreft brandontwikkeling en rookverspreiding in gebouwen worden behandeld.
3. Brand, gebouw, mens en interventie: Hoe waarborg je de veiligheid van hulpverleners in het gebouw en wat zijn de effecten van de interventie op het gebouw en de mens (denk bijvoorbeeld aan rookverspreiding of brandgedrag)? De combinatie van mens- en gebouwkenmerken zijn ook van invloed op de bhv.
4. Brand, gebouw, mens, interventie en omgeving: Wat zijnde effecten van de omgeving op de mens, op de hulpverlening (denk bijvoorbeeld aan de bereikbaarheid van binnensteden of langs een spoor), en op de ontwikkeling van de brand (denk aan dranghekken)? Wat is de invloed van de brand en de interventie op de omgeving (denk aan milieuaspecten)?
5. Brand en omgeving: Wat is het effect van brand in de buitenlucht (denk aan brandstof, brandverloop en rookontwikkeling)? Waar moet je rekening mee houden bij brand in een industriële omgeving wat betreft incidenten met gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld explosiegevaar en verspreiding van gevaarlijke stoffen via bodem, water en lucht)? Daarnaast komen warmtetransportmechanismen in relatie tot de omgeving aan bod (warmtestraling op risicovolle objecten), en brand-, explosie- en toxische aandachtsgebieden met bijbehorende voorschriftengebieden.
6. Brand, omgeving en mens: Wat zijn de effecten van brand op de mens in de omgeving (denk aan brandwonden, de reactie op rook (verstikken, prikkende ogen, beperkt zicht), maar ook aan het onbruikbaar worden van vluchtroutes? We gaan in op de risicocommunicatie die nodig is bij een (mogelijke) calamiteit en van welke handelingsperspectieven je gebruik kunt maken.
7. Brand, omgeving, gebouw, mens en interventie: Wat zijn de effecten van de omgeving op hulpverleners en hoe beïnvloeden deze de inzet of wijze van optreden? Welk effect heeft de inzet op de brand en op de vlucht-, overlevings- en redmogelijkheden van aanwezigen?

Lesdag 2 (10.00 – 15.00 uur)

Tijdens lesdag 2 gaat u zelf actief aan de slag met de interacties. U werkt in subgroepen verder aan de casussen van lesdag 1. U kiest in overleg met de docent en de andere deelnemers uit jouw subgroep welke focus jouw casus heeft: ruimtelijke veiligheid, industriële veiligheid of brandveiligheid.

Er is tijdens lesdag 1 geanalyseerd welke (aspecten van de) kenmerken een rol spelen voor de casussen. Tijdens deze lesdag wordt deze opdracht uitgebreid door naar mogelijke scenario’s te kijken. U bepaalt voor één scenario hoe u de mate van brandveiligheid door middel van aanpassingen van de kenmerken zou kunnen borgen. U brengt advies uit over de mate van brandveiligheid van uw gekozen casus en het scenario.

Studielast

De totale studielast bedraagt naar schatting 46 uur, waarvan 8 contacturen.

Aanmelden

Exameninformatie

Na afloop van het leerblok ontvangt u een bewijs van deelname.

Contact

Decanaat Risicomanagement