Blog: Dilemma’s rond de USAR-teams
9 februari 2023
De waarde van het hulpteam ter plaatse is aanmerkelijk groter dan alleen het redden van slachtoffers, blogt lector Crisisbeheersing Menno van Duin.
Na iedere aardbeving of andere situatie met instortingen komen vanuit de gehele wereld USAR-teams naar de plaats des onheils om reddingswerkzaamheden te verrichten. Als het aantal uitzendingen van deze teams wordt afgezet tegen het aantal succesvolle reddingen zou hier beter gestopt kunnen worden. Het aantal reddingen is vrijwel altijd zeer gering en veelvuldig wordt er niemand levend uit het puin gehaald.
Cru gezegd zou dat geld dus beter uitgegeven kunnen worden door het totaal van alle kosten gewoon over te maken naar het betreffende land c.q. betrokken NGO’s. Daarbij moet niet vergeten worden dat (sommige van) deze teams ter plaatse ook weer gebruik maken van schaarse middelen (bijvoorbeeld auto’s en voedsel).
Toch is deze redenering veel te eenzijdig en zijn er zeker diverse redenen te noemen waarom het sturen van deze – veel aandachttrekkende – hulpteams ook nuttig kan zijn. Het is soms een waardevol politiek gebaar dat ook weer kan aanzetten de banden met het betreffende land te versterken. Het helpt soms mee om het thuisland van dat team bewust te maken van de ernst van de situatie (hetgeen de giften soms doet toenemen).
Verder is de waarde van de teams ter plaatse altijd beduidend groter dan alleen het redden van personen. Ook het onder het puin vandaan halen van overledenen heeft voor de nabestaanden grote waarde. Duidelijkheid is over het algemeen beter dan lange onzekerheid. Daarnaast brengen deze teams vaak enige structuur ter plaatse in de hulpverlening en de reddingswerkzaamheden. Bij elkaar wordt over het algemeen de inzet van deze teams ter plaatse zeer gewaardeerd en ook dat is het nodige waard.
Dat er deze keer daadwerkelijk mensen (al zo’n 10) zijn gered is zeer uitzonderlijk en geeft ook aan dat dit keer men ook echt snel ter plaatse was. In het verleden ging er soms erg veel tijd overheen alvorens toestemming e.d. was verleend om naar het gebied te vertrekken en werd bij aankomst ook nog veel tijd verloren.
Ten slotte is ons Nederlandse USAR-team inmiddels zo ervaren en getraind dat het ook in eigen land prima inzetbaar is – ook voor andere klussen dan de primaire werkzaamheden. Ook hiervoor zijn soms nog net te veel drempels.
Menno van Duin
lector Crisisbeheersing
Lees ook
De huidige elektronische leeromgeving (ELO) is aan vervanging toe. Daarom komt er in 2024 een nieuwe ELO. Veiligheidsregio’s, regionale opleidingsinstituten en NIPV werken hierbij nauw met elkaar samen.
Is er een uniforme aanpak mogelijk voor het verzamelen van brandstatistiek in de Europese Unie? Dat heeft het lectoraat Brandveiligheidskunde van NIPV onderzocht binnen het Europees onderzoeksproject EU FireStat.
Op dinsdag 20 juni vindt de volgende LCMS release plaats. Tijdens deze release wordt de symbolenset voor Plot geheel vernieuwd. De nieuwe en gemoderniseerde set wordt in het pdf-document gepresenteerd. Daarin is te zien hoe alle symbolen zijn opgebouwd en waar ze voor fungeren.
De Universiteit Leiden en NIPV verzorgen samen een collegereeks over het Nederlandse crisismanagementstelsel.
Het GGB-model is een generieke, flexibel inzetbare werkwijze voor allerlei scenario’s. Vorig jaar is het GGB-model geëvalueerd. Dat heeft geleid tot een aantal bijstellingen, die nu in de Leidraad GGB versie 2.1 verwerkt zijn.
In 2022 waren er 306 incidenten met alternatief aangedreven voertuigen waarbij de brandweer aanwezig is geweest: 189 ongevallen en 117 branden.
Leg de positie van de voorzitter van het IRBT niet wettelijk vast. Daarvoor pleiten lector Crisisbeheersing Menno van Duin en senior onderzoeker Vina Wijkhuijs.
De klimaatverandering, en het daaruit voortvloeiende streven naar een meer duurzaam energiegebruik, heeft een enorme invloed op wijze waarop met energie wordt omgegaan; ook in de woonomgeving.
Karin Dangermond onderzocht de invloed van de brandweercultuur op het verwerken van ingrijpende incidenten.