Wijziging ARIE-regeling: geen gevolgen voor veiligheidsregio’s
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, februari 2023
Op 1 januari jl. is de gewijzigde ARIE-regeling, een onderdeel van het Arbeidsomstandighedenbesluit, in werking getreden. De oorspronkelijke regeling is hierbij op veel onderdelen aangepast, waarbij ook meer bedrijven onder de regeling zijn komen te vallen. Heeft de wijziging van de ARIE-regeling dan ook gevolgen voor de aanwijzing van bedrijven om over een bedrijfsbrandweer te beschikken? Daar heerst in de uitvoeringspraktijk wat onduidelijkheid over, daarom een korte toelichting.
Om maar meteen antwoord te geven op de vraag uit de inleiding: Nee, de wijziging van de ARIE-regeling heeft geen consequenties voor de veiligheidsregio’s. Het is een op zichzelf staande wijziging.
Nu hoor ik jullie denken: maar in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) wordt toch naar de ARIE-regeling verwezen? Dat klopt. In het Bvr, zoals dat gold vóór 1 januari 2023, was voor de aanwijzing van inrichtingen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken, een koppeling met de ARIE-regeling opgenomen. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde ARIE-regeling is echter ook artikel 7.1 Bvr aangepast. De oorspronkelijke tekst van het Arbeidsomstandighedenbesluit is daarbij ‘overgeheveld’ naar artikel 7.1 eerste lid onderdeel b van het Bvr. Dit is gedaan om te borgen dat de bevoegdheid van veiligheidsregio’s, om bedrijven aan te wijzen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken, niet wijzigt.
In eerste instantie was de noodzaak van deze aanpassing over het hoofd gezien. Dit zou tot gevolg hebben gehad dat veiligheidsregio’s, tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet (waarin sowieso de koppeling met de ARIE zou worden losgelaten), geen vervoersgebonden inrichtingen en spoorwegemplacementen meer zouden kunnen aanwijzen. Met de wijziging van artikel 7.1 Bvr is dit “gat” voorkomen.
De tekst van artikel 7.1 onderdeel b Bvr is zodanig aangepast, dat daarmee eigenlijk al de koppeling met het Arbeidsomstandighedenbesluit is losgelaten. Samengevat komt het er op neer dat de vervoersgebonden inrichtingen die tot 1 januari 2023 konden worden aangewezen, ook na die datum kunnen worden aangewezen. Dit zijn alle inrichtingen die bestemd zijn voor opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen en die deze stoffen op grond van de omgevingsvergunning milieu ook aanwezig mogen hebben. Tevens is de uitleg van het begrip opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen in het artikel en wordt hier voor gevaarlijke stoffen verwezen naar de tekst van artikel 2.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit zoals dat luidde vóór 1 januari 2023.
Er komen dus weliswaar meer bedrijven onder de ARIE-regeling te vallen, maar door de wijziging van artikel 7.1 eerste lid onderdeel b Bvr heeft dit geen consequenties voor de bevoegdheid van veiligheidsregio’s om vervoersgebonden inrichtingen en spoorwegemplacementen te kunnen aanwijzen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken (deze categorie wordt niet groter maar ook niet kleiner).
De toelichting op de wijziging van artikel 7.1 eerste lid onderdeel b Bvr is te vinden in het wijzigingsbesluit van de ARIE-regeling (in de toelichting op artikel IV) (publicatie in het staatsblad van 7 december 2022).
Mr. K.E. (Karin) Eshuis
Juridisch beleidsadviseur Industriële Veiligheid VRR/LEC IV
Lees ook
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
Met de omzetting van de PGS-reeks naar PGS’en ‘Nieuwe Stijl’, die enkele jaren geleden is gestart, is voor deze serie richtlijnen ook het digitale tijdperk begonnen. De nieuwe risico- en scenariogestuurde werkwijze met ‘doorklikfuncties’ werkt immers alleen in een digitale omgeving.