4 Aandacht voor nazorg

 

“Op 17 juli 2014 stapte Quinn in het vliegtuig naar Indonesië. Hij had net de examens van zijn eerste jaar aan de HvA afgerond en wilde eerst een weekje met zijn vriendin op pad terwijl ik met de rest van het gezin al eerder naar Java reisde.” Thomas Schansman zit aan zijn eettafel, schuin voor een getekend portret van zijn zoon Quinn, dat prominent op een schildersezel in de huiskamer staat. Hij vertelt zijn verhaal rustig en analytisch. Slechts één moment krijgen emoties de overhand, als hij vertelt dat burgemeester Pieter Broertjes op de eerste Vaderdag na de ramp een kaartje stuurde. “Thomas, ik ben ook vader. Ik weet het.”

“Omdat mijn ouders in Indonesië zijn geboren, wilde ik mijn kinderen het land laten zien,” zo vertelt Schansman over de aanleiding tot de ramp. “We zouden Quinn treffen in Surabaya, waar mijn ouders elkaar hebben leren kennen. De avond voor die ontmoeting ligt mijn jongste al lekker te slapen, terwijl mijn oudste op haar telefoon kijkt wat voor nieuws er is. Zij ziet het als eerste. Tegelijkertijd krijg ik een pushbericht op mijn telefoon: er is een vliegtuig neergestort. We horen het vluchtnummer, kijken op de boardingpass die we een paar uur daarvoor hebben gekregen en al snel komen de eerste beelden van de wrakstukken binnen. Dit is helemaal mis. Hij is gewoon dood.” 

Kan ik iets voor je doen?
Kan ik iets voor je zijn
In dit wrange seizoen
Met zijn kruipend venijn 

Een onwerkelijke periode

“Nazorg begint als je hoort dat je betrokken bent bij een ramp,” zo stelt Schansman onomwonden. “Je kunt je voorstellen dat we de hele nacht bezig waren met regelen. Familie bellen. Ambassade bellen. Wachten op nieuws, proberen te begrijpen wat er in godsnaam is gebeurd. Buitenlandse Zaken had al heel snel een telefoonnummer waar je naartoe kon bellen. Malaysia Airlines had ook snel een callcenter in de lucht, maar het duurde lang voordat ze hun processen daarachter hadden georganiseerd. Werd ik die eerste nacht drie of vier keer teruggebeld met allerlei vragen, terwijl ik alleen maar wilde weten of hij bij hen op de lijst stond. Het allerergste was het telefoontje naar Quinns moeder, mijn ex-vrouw, die ik die nacht moest bellen terwijl ze nog van niks wist.”

De volgende dag stapten Schansman en de rest van zijn gezin in het busje naar Surabaya, om daar het vliegtuig te pakken naar huis. Daarna duurde het drie maanden voordat het lichaam van Quinn werd vrijgegeven en geïdentificeerd. Het was een onwerkelijke periode, zo zegt hij. “We waren nog geen dag thuis of we werden gebeld door Slachtofferhulp. Zij koppelden ons aan twee familierechercheurs die namens de politie verbinding maken tussen het Openbaar Ministerie en de familie van slachtoffers. Die kwamen langs voor DNA en om zaken voor ons te regelen. Aan hen hebben we veel gehad. Ze informeerden ons altijd direct als er nieuws was en we konden 24 uur per dag overal voor bellen. Een brief van de verzekering over een brommerplaatje dat niet is ingeleverd? ‘Kom maar hier, dat is één telefoontje.’ Wat zij alleen niet voor ons hebben kunnen oplossen, is dat er een foto van Quinn ging circuleren onder zijn vrienden in Hilversum. Er waren natuurlijk allerlei figuren die daar in Oekraïne foto’s maakten. Ik wilde die foto niet zien en ik wilde die foto weg hebben. Dat kan dus niet. Lang leve het World Wide Web. Maar zij hebben wel kunnen terugvinden wie in Hilversum die foto is gaan verspreiden, die is erop aangesproken.” 

“Verder heb je natuurlijk de pers. Quinns Facebook- en Instagramfoto’s gingen rond en er werden verhalen geschreven die niet compleet en niet correct waren. Die eerste dagen heb ik met mijn ex-vrouw en de familie een persberichtje gemaakt. Vervolgens kreeg ik via alle kanalen die ik maar had verzoeken voor interviews. Mijn vader zat toevallig bij zijn zus in Amerika. Die had een dag na de ramp ABC News voor zijn deur staan. Hoe wisten ze dat hij daar was? Neven en nichten met dezelfde achternaam werden gebeld: wat kunt u vertellen over Quinn? Alles om maar het verhaal te hebben. Maar ik had geen verhaal. Wilde het ook niet teruglezen. En bij de eerste begrafenis van Quinn, wat geen begrafenis was want er was nog geen lichaam, hebben we de politie gevraagd om de pers op afstand te houden.” 

“Die familierechercheurs zijn een jaar lang intensief bij ons gebleven. Er is nog steeds één familierechercheur voor de hele groep die communiceert tussen het Openbaar Ministerie en ons. En ik heb met de mensen die er toen direct voor ons waren altijd even contact op 17 juli: jij denkt aan mij, ik denk aan jou.” 

Kan ik iets voor je zijn
In je grote gemis
Omdat wie je zo liefhad
Er nu niet meer is?

 

Persoonlijke nazorg

Op een dag werd Schansman gebeld door een ambtenaar van de gemeente Hilversum met de vraag of Pieter Broertjes langs mag komen. “Ik vond dat niet nodig. Waarom zou hij daar zijn tijd aan besteden? ‘Ik ben hier goed. Laat maar.’ Maar de ambtenaar antwoordt dat Pieter toch echt heel graag die afspraak wil. Die middag komt hij langs. ‘Thomas, vanavond komen de eerste lichamen vanaf Vliegbasis Eindhoven aan in Hilversum. Wil jij met mij mee daarnaartoe?’ Ik wil niet. ‘Al die mensen die daar staan hebben maar één ding met mij gemeen en dat is dat ze nabestaande zijn, maar ik ken die mensen niet.’ ‘Nou Thomas, dat lijkt mij geen goed idee. Je kunt met mij meerijden en dan gaan we daar gewoon staan. Als je het vreselijk vindt, dan zorgen we ervoor dat je weg kunt met mijn chauffeur.’ Toen sprak mijn vrouw de woorden die mij tot inkeer brachten: ‘Thomas, hij komt wel thuis.’” 

“Ik was overweldigd door al die mensen die er stonden. Al die vrienden en vriendinnen die je nog nooit hebt gezien, maar die allemaal Quinn kennen. Van de kroeg, van de sport, van school. En toen zei ik: ‘Pieter, we hebben hier nu één avond gestaan, dit zijn de eersten die zijn binnengekomen, maar morgen staan we hier weer en overmorgen staan we hier weer, totdat de laatste kist binnen is.’ We zijn alle keren geweest.” 

Broertjes maakte de nazorg persoonlijk, zo vertelt Schansman. “’Thomas, vertel maar wat je moet, wat je wilt, waar ik dingen kan regelen, of het nou voor jou is of voor je ex-vrouw in Amsterdam. Moet ik burgemeester Van der Laan bellen dat hij bij haar langsgaat?’ Naast Pieter Broertjes heeft pastoor Jules Dresmé van de Vituskerk een grote rol gespeeld. Hij organiseerde een tocht, stelde zijn kerk open om te herdenken. En toen mijn ex-vrouw de dienst van de crematie van Quinn graag in zijn kerk wilde, met haar eigen pastor bovendien, vond hij dat geen enkel probleem.”

Is er iets wat je wilt
Wat je stilte verstoort
In het kaal en het kil
Wat je graag van me hoort 

Naar je eigen emoties schakelen

Als Schansman wordt gevraagd wanneer nazorg ophoudt, laat hij het nummer Kan ik iets voor je doen van De Dijk horen. Dit nummer werd gezongen in het Nederlands en het Engels tijdens de opening van het Nationale Monument in Vijfhuizen. Hij was zelf betrokken bij de totstandkoming van dit monument waarbij alle nabestaanden inspraak kregen. “Ieder jaar is er op 17 juli in Vijfhuizen en in Hilversum een samenkomst. Daarna praten we in Hilversum na bij pastoor Dresmé en daar is Pieter Broertjes ook altijd bij aanwezig. Die nazorg doet de ene burgemeester natuurlijk beter dan de andere. Ik heb ook verhalen gehoord van andere nabestaanden die één keer een bloemetje kregen en daarna nooit meer wat hoorden.” 

Verder is Schansman onderdeel van de nabestaandenwerkgroep Waarheidsvinding MH17. “Met die werkgroep zijn we iedere drie à vier maanden ontvangen door Mark Rutte in het Torentje. Dan wilde hij horen hoe het met ons ging en of er zaken waren waar hij wat mee moest. Klein voorbeeld: we kwamen erachter dat iedereen die op Schiphol door de poortjes gaat op beeld staat. Kunnen wij die laatste beelden van mijn vader, moeder, kind, broer of zus krijgen? Dat was allemaal heel lastig wegens privacywetgeving. Maar Rutte regelde dat persoonlijk.” 

“Met die werkgroep hebben we ook ontdekt hoe we de pers voor onze zaak kunnen inzetten. Een brief sturen naar Poetin is één, maar als je die brief met de internationale pers deelt, krijg je aandacht. Volgende week staan we met 298 lege stoeltjes bij de Russische ambassade. Zolang Rusland onzin verklaart, zullen we daar blijven staan. Die foto in de krant ieder jaar zegt alles. We weten nog steeds niet of het een ongeluk was of niet. Wat was de opdracht van de mensen die die raket afschoten? Wisten ze dat het een passagiersvliegtuig was of niet? Ik zit te wachten op de dag dat Rusland zijn verantwoordelijkheid neemt en excuses aanbiedt. Dan kan ik het afsluiten.” 

MH17 monument

Tot slot deelt Schansman de ervaringen die hij zelf heeft opgedaan. “Wat ik vaak ben tegengekomen, is dat mensen heel moeilijk naar hun echte eigen emoties kunnen schakelen en verstijfd raken of vast blijven zitten in hun werkproces. Het meisje aan de receptie van het hotel in Surabaya dat onze kamers niet wilde cancelen. Het telefoonbedrijf dat een abonnement niet wilde stoppen. De provinciaal bestuurder die een onpersoonlijk briefje stuurde. Terwijl andere organisaties heel snel schakelen en dat dan ook bij hun frontdesk weten te krijgen. De verzekeringsmaatschappij, het reisbureau, mijn eigen werkgever en de gemeente Hilversum. Die deden dat geweldig.” 

“Als een heel gezin verongelukt, heb je te maken met de familie van hem en de familie van haar. En die kennen elkaar wel, maar ze kunnen er totaal andere gevoelens en ideeën op nahouden. We moeten ook beseffen dat gezinnen niet meer standaard zijn. Mensen zijn gescheiden, kunnen soms niet meer door één deur. Als de één bij de nazorg meer aandacht krijgt dan de ander, ligt dat heel gevoelig.” 

“Ten slotte suggereert het woord veerkracht dat je dat terugveren zelf kunt doen. Maar veerkracht kost energie en die energie kunnen anderen je geven. Toen de vrouw van een collega overleed, heb ik hem een jaar later een kaartje gestuurd. Omdat ik nu weet hoe belangrijk het is dat er juist dan iemand aan je denkt. Dat is de energie die je nodig hebt.” 

Is er iets wat ik doen kan
Wat troost in je verdriet?
Want straks moet je weer verder
Ook al wil je nog niet

Het nummer ‘Kan ik iets voor je doen’ van De Dijk werd gezongen tijdens de opening van het Nationale Monument in Vijfhuizen.

De Veerkracht van Nederland

Dit jaar vertelt het NIPV het verhaal van de Veerkracht van Nederland. Dat doen we aan de hand van de verhalen van 55 mensen die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld in crisisbeheersing en brandweerzorg.