5 Breder inzetbare veiligheidsregio’s
Op dinsdagavond 8 maart 2022 belt Jaap Donker, algemeen directeur van Veiligheidsregio Utrecht (VRU), met Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht. Onderwerp van gesprek: de vluchtelingencrisis. “Er komen nu treinen met Oekraïense vluchtelingen over de grens. Help!” Samen vertellen ze over de uitdagingen waarvoor ze kwamen te staan en hoe ze die nu nog altijd het hoofd bieden.
“Diezelfde nacht hebben we een Jaarbeurshal ingericht, ‘s ochtends konden mensen worden opgevangen”, vertelt Donker over de eerste uren van de nieuwe vluchtelingencrisis. Sinds die tijd dient de Jaarbeurs als regionale eerste opvang voor Oekraïense ontheemden. Vandaaruit worden mensen op een andere locatie in de regio geplaatst.
Donker: “Bij crisisnoodopvang moet je niet alleen draagvlak hebben onder je gemeenten, je moet als veiligheidsregio ook ontzorgen. Daarom hebben wij VRU Opvang Support op poten gezet, een organisatie die ons in staat stelt om makkelijk vrijwilligers in te zetten. Een stad als Utrecht heeft doorgaans genoeg capaciteit om crisisnoodopvang zelf te organiseren, maar in de kleinere gemeenten in onze regio is dat veel moeilijker. Voor zo’n gemeente is het heel prettig dat wij ze werk uit handen kunnen nemen.”
Dijksma: “We hebben zeer bewust niet afgeschaald in de afgelopen maanden. De provincie heeft feitelijk de regie, maar we doen de opvang nu echt met elkaar. Zodat er ook niet steeds geschoven hoeft te worden in wie wat doet. Dat creëert stabiliteit en een vaste aanpak.”
Humane opvang
Vrijdagavond 8 augustus wordt er opnieuw een dringend beroep op de Veiligheidsregio Utrecht gedaan. Er zijn twee bussen met 100 mannen uit Ter Apel onderweg naar de regio Utrecht. “Het eerste wat je dan doet, is alles in paraatheid brengen om die mensen te ontvangen”, zegt Dijksma. “Ons idee was wel dat ze echt maar één nacht in de Jaarbeurs konden blijven, want aan de ene kant zaten Oekraïense vrouwen met kinderen en aan de andere kant had je dan een groep alleenstaande mannen waarvan niemand wist wie dat precies waren. We hebben er die avond letterlijk een wandje tussen gezet en beveiliging geregeld. Daarnaast moesten die mannen kunnen douchen en warm eten krijgen. Al dat soort voorzieningen werden direct geregeld. Dus we hebben eerst iedereen even goed laten landen. En daarna is de groep naar Wijk bij Duurstede gegaan.”
Donker: “Wij willen humane opvang. We zijn echt tegen onnodig heen-en-weergesleep van mensen. In het begin van de crisis hebben we daar enkele bestuurlijke afspraken over gemaakt. Dat betekent ook dat iedere gemeente een keer aan de beurt is. Wij zijn die vrijdagavond een rondje gaan bellen en hebben de vervolgopvang toen al geregeld.”
Dijksma: “In zo’n groep hoeven maar een stuk of vijf mannen met verkeerde intenties te zitten of in een klein stadje als Wijk bij Duurstede ontstaan grote problemen. Dus hebben we de eerste week met de provincie, de gemeente Utrecht en de VRU alle zeilen bijgezet en hulp ingeroepen van het ministerie en COA. Als er criminelen tussen zitten, kunnen die daar echt niet blijven.
Uiteindelijk is dat goed gekomen. We waren er ook steeds van doordrongen dat dit slechts een paar individuen waren en dat niet de hele groep verkeerd was. Dat moet je altijd voor ogen houden.”
Creatief denken
Dijksma zit in haar regio niet alleen een geweldige samenwerking, maar ook een enorme wil van de samenleving om het goed te doen. “We hebben heel veel vrijwilligers die willen meehelpen. Ik denk dat we die veerkracht vaak te weinig benutten in Nederland. Organisaties willen het veel te veel zelf doen, volgens strakke regels. Dat is ook mijn boodschap: als je als landelijke overheid zorgt dat er voldoende financiering is, er niet te veel regels in de weg staan en je ruimte geeft om de dingen te doen die nodig zijn, dan kan er echt heel veel. Dan kunnen we in een nacht een Oekraïne-hub uit de grond stampen die binnen week uitgroeit tot een klein dorpje. Waar je kleding kunt halen en je shampoo, waar het eten prima is en waar er een hele wasstraat is aan vluchtelingenwerk of psychische hulp. Dat kunnen we allemaal doen, samen met de mensen uit de stad. Als er maar ruimte is om het zo te mógen doen.”
“Crisis gaat over leiderschap, maar ook over creativiteit en out-of-the-box kunnen denken”, vult Donker aan. “Zo zochten we in de Jaarbeurs mensen die konden helpen in de zorg. Maar die zijn in heel Nederland schaars en we kregen intussen ook aanbod van diverse gepensioneerden die graag wilden helpen. Nu zijn er vijf uitstekende artsen – 70-plussers – die daar allemaal meer dagen en avonden van de week de eerste zorg verlenen en nog eens zeven andere gepensioneerde vrijwilligers die helpen met de catering, intake en andere klussen. Wij prijzen ons gelukkig dat vrijwilligers dit met ziel en zaligheid willen doen. De zorg en andere zaken zijn hiermee goed geregeld.”
Donker heeft nog een voorbeeld waarbij regels in de weg kunnen zitten. “Een opvanglocatie moet volgens het COA geschikt zijn voor minimaal 500 mensen. Dat kan wel in Utrecht, maar in een dorp lukt dat niet. Dan komen we er met COA en andere partijen niet uit. Daarom runnen we het zelf, naar draagkracht van zo’n gemeente. We vragen de gemeente wat ze daarvoor nodig hebben en wij leveren het.”
Dijksma: “Als zo’n opvanglocatie kleinschaliger wordt, zie je dat de druk op wat er nodig is enorm afneemt. Dit past misschien niet in de efficiency-reglementen maar ik geloof echt dat dit zich weer terugverdient. Wij bewijzen dat je het ook op een andere manier kunt doen. Soms moet je eigenwijs zijn omdat je ergens in gelooft. Dan moet je gewoon springen en gaan.”
De politieke argumenten blijven over
Dijksma is daarbij best op weerstand gestuit, ook in haar veiligheidsregio. “Veel gemeenten zien beren op de weg, bijvoorbeeld als het gaat om noodopvang, omdat ze geen ambtelijke capaciteit hebben. Daarom zijn we op het idee gekomen om gemeenten te ontzorgen. Als we de beren op de weg weghalen, blijven alleen nog de politieke argumenten over om het niet te doen. Die argumenten mogen er ook zijn, maar dan weten we wel waar we het over hebben. Burgemeesters die noodopvang in hun gemeente opzetten, weten dat ze er nooit alleen voor staan. Ze hebben altijd een professionele club achter zich waar ze op terug kunnen vallen.”
Donker: “De burgemeester van Oudewater heeft laatst zijn vinger opgestoken. Hij is dat echt samen met de bevolking gaan doen. Heeft ondernemers en verenigingen betrokken, was aanwezig op jaarmarkten om vragen te beantwoorden en heeft een persoonlijke brief geschreven naar alle inwoners. Die aanpak wordt heel positief ontvangen. Dat bewijst maar weer dat communicatie vooraf essentieel is. Je moet altijd eerst inwoners en pas daarna de officiële instanties informeren. Als je dat niet doet, overval je je gemeenschap en krijg je weerstand. Welke groep komt er? Waarom moet dit? Hoelang gaat het duren? En als we dat laatste niet weten, zeggen we dat ook.”
Puzzel door woningtekort
In de ogen van Donker is de vluchtelingencrisis een uitgestelde beleidscrisis. “Al overkomt Oekraïne ons wel en dat maakt het extra moeilijk. De laatste maanden loopt met name het aantal vluchtelingen uit Oekraïne op, dus moeten er weer plekken bijkomen.”
Dijksma: “Omdat wij die hub in de Jaarbeurs hebben, kijkt iedereen dan naar ons. Maar we hebben hier ook al veel extra mensen in de noodopvang. Verder willen we ook statushouders snel een plek kunnen geven en hebben we in deze stad soms te maken met oprispingen van geweld van een groep mensen, die hier eigenlijk geen rechten heeft en toch vindt dat ze moeten blijven en niks meer te verliezen heeft. Dat maakt dat de druk op de regio en de spanning op het dossier toeneemt.”
“Verder lopen we tegen een gigantisch woningtekort aan,” vervolgt Dijksma. “Wat doen we met de huisvesting van kwetsbare doelgroepen? Niet alleen van statushouders of mensen in de crisisnoodopvang, maar ook van mensen die om andere redenen op wachtlijsten staan? Misschien moeten we meer mensen per appartement toelaten. Misschien moeten we meer uitruilen met andere gemeenten of moeten we onorthodox tijdelijk bouwen. Om deze puzzel op te lossen, zullen gemeentebestuurders moeilijke besluiten moeten nemen. Ik ben daar een aanjager van, omdat we nu al grote stappen moeten maken om dit voor de lange termijn op te lossen.”
Donker knikt. “Soms moet je zelf de lead nemen en het gewoon maar gaan doen.” Dijksma vult hem aan: “Onder het motto: we krijgen een liever klappen voor iets wat we wel gedaan hebben dan voor iets wat we hebben nagelaten.”