6 Brandbestrijding

 

Op 9 mei 2008 kostte een brand op een scheepswerf in de Drentse plaats De Punt aan drie brandweermannen het leven. Die zou leiden tot een nieuwe tactische manier van brandbestrijding. Maar dat leerproces kwam niet vanzelf, er ging veel emotie aan vooraf. Fred Heerink en Bert Winters keren terug naar de plek en vertellen over hun ervaringen. 

Het is een herinnering in de categorie ‘Ik weet nog precies wat ik op dat moment deed’. Dat stelt Fred Heerink, commandant van de brandweer Drenthe en directeur van de veiligheidsregio. “Het was een heel mooie zonnige dag, toen de piketdienst me belde en zei dat we drie mensen hadden verloren. Dan schakel je meteen ‘aan’, je gaat opschalen. Ik ben naar het gemeentehuis gereden, ontmoette daar de locoburgemeester, we zijn elkaar gaan helpen. Er waren drie namen bekend, maar één naam kwam drie keer voor in het personeelssysteem: dus wie was het? Bijna iedereen wist al om welke mannen het ging. Behalve wij, het Gemeentelijk Beleidsteam in de bubbel van dat gemeentehuis.” 

Ook Bert Winters, officier van dienst bij Veiligheidsregio Drenthe, heeft de dag nog helder voor ogen. Hij had op dat moment eigenlijk geen dienst, maar nam het over van een collega. “Die was helemaal op door de sterfgevallen en moest afgelost worden. Ik kwam aan in een bizarre situatie: er lagen gestorven collega’s, maar de situatie was niet meer ‘eigendom’ van de brandweer. Het was een niemandsland geworden, er stond politie bij, de agenten deden onderzoek. Je wordt dus tegengehouden door de politie terwijl je eigen mensen daar liggen. Dat voelde heel onwezenlijk. Het was nog steeds De Punt, op dat kleine stukje na. Er heerste natuurlijk een enorme verslagenheid, we waren bezig om stukjes informatie te verzamelen. Plotseling werd ik enorm boos, want terwijl het nablussen nog gaande was, liepen mensen van het bedrijf met een bierflesje in de hand. Toen kreeg ik het echt te pakken.”

Een paralelle wereld

In die dagen hanteerden burgemeester en hulpverleners een ander crisismanagementmodel dan nu. Daarbij kwam een groot nadeel aan het licht, aldus Heerink. “We moesten informatie van verschillende plekken halen. Zo gaan we nu niet meer te werk, we houden bij calamiteiten directe informatielijnen aan en de burgemeester krijgt rechtstreeks alles te horen via de operationeel leider. Maar toen waren die lijnen te lang, het duurde uren voor we alles op een rij hadden. Van één omgekomen brandweerman konden we de identiteit niet meteen vaststellen.” 

“Er ontstond een parallelle wereld. De samenleving vermoedde op dat moment al om welke drie mannen het ging, maar de familie moest wachten op het officiële nieuws, want wij waren nog aan het organiseren. Die traagheid heeft veel onbegrip en pijn veroorzaakt, nabestaanden verweten ons dat we hen te lang lieten wachten. We kregen zelfs de vraag waarom we niet even zélf het laken hadden opgetild om te kijken wie de onbekende derde brandweerman was. Terwijl we ons gewoon aan de richtlijnen hielden. Daarop dacht ik: dit doe ik nooit meer. Het raakt me trouwens nog steeds diep. Hoe het toen is gegaan, zo mag het niet meer gebeuren. Veerkracht betekent dat je lessen moet leren.” 

Fred Heerink en Bert Winters

Vermijdbaar, maar niet verwijtbaar

De Punt liet een scala aan emoties na: spanning, verdriet, verslagenheid, woede. Er zijn breuklijnen tussen mensen ontstaan, grote meningsverschillen, de nasleep was enorm. “Het rapport stelde achteraf dat de gebeurtenis niet verwijtbaar, wél vermijdbaar is geweest,” zegt Heerink. “Maar hoe dan? De gestorven brandweermensen waren uitstekend opgeleid, de bevelvoering functioneerde, daar lag het allemaal niet aan. Ik kon me ook niet voorstellen dat brandweermensen willens en wetens risico’s hadden gelopen. Intussen doken de media er bovenop. Er ontstond veel speculatie, terwijl niemand nog wist wat er precies was gebeurd. Op de tweede dag was al druk van allerlei partijen voelbaar, iedereen wilde het onderzoeken. Daaruit ontstond het initiatief om alle partijen bij elkaar te brengen, van OM via onderzoeksraad en arbeidsinspectie tot de brandweer.” 

“We wilden de nabestaanden en slachtoffers zo min mogelijk belasten met onderzoek. Tegelijkertijd hadden we gelukkig goed contact met de Officier van Justitie en de politie. Toch kropen alle partijen na de begrafenis weer terug in hun eigen wereldjes. Ergens in die tijd is de vraag gesteld of wij, als brandweer, eigenlijk ook zélf onderzoek mochten doen. Dat gebeurde en precies dit onderzoek is leidend geworden. De inzichten hebben iedereen wakker geschud. Brandweermensen beseften dat iedereen deze brand op exact dezelfde manier had aangepakt. Dus dit had iedereen kunnen overkomen. Er is een animatie gemaakt die de situatie in De Punt laat zien vanuit het zicht van de bevelvoerder. Die video is confronterend: uit het niets, boem, ontbranden de gassen in die loods.”

Leren

Winters was een van de brandweermensen die zocht naar de beste weg om te leren van de brand. Hij zocht daarvoor de samenwerking met het NIPV. Het proces is volgens hem nog steeds gaande. “Dat leerproces ging niet zonder slag of stoot. Het besef dat dit elke brandweer had kunnen overkomen, gaf de brandweermensen in Eelde weliswaar rust. Maar ook werd duidelijk dat het tijd was om te gaan trainen op een rigoureus andere manier van brandbestrijding. Je kunt mensen weliswaar leren om brandbare gassen te koelen, maar De Punt had aangetoond dat de praktijk weerbarstig is. De industrie ging zich er ook mee bemoeien. De conclusie dat isolatiematerialen zulke ontvlambare gassen kunnen veroorzaken, stuitte op een luide lobby van die leveranciers. Er heerste weinig verantwoordelijkheidsbesef bij die partijen en in de bouw.” 

“Toch moeten we de veiligheid van onze mensen vooral bij onszelf zoeken. We zijn altijd voorbereid op de dingen die gisteren zijn gebeurd. Er moet iets gebeuren voor je nieuwe inzichten krijgt, zonder incidenten weet je niets. In ons geval werd duidelijk dat het trainen op een betere binnenaanval geen oplossing vormt.

Er was maar één manier, namelijk: we doen het niet meer. We leren de reflex af om direct een binnenaanval te starten. Er is risicobewustzijn nodig, het besef dat situaties die er onschuldig uitzien, heel snel uit de hand kunnen lopen. De brandweerdoctrine is na én door De Punt enorm gewijzigd.” 

Kwadrantenmodel en vrijwilligers

In deze doctrine vormt het kwadrantenmodel het centrale element. In dit model wordt een offensieve binnenaanval, waarbij brandweermensen een brandend pand van binnenuit proberen te blussen, zo veel mogelijk vermeden. Dat is een volledige ommekeer van de klassieke tactiek. Winters vat het kort samen: ”Als er sowieso niets meer te redden valt, is het beter om helemaal niet binnen aan te vallen. De basisprincipes in het kwadrantenmodel helpen je om de veiligste keuze te maken, om de risico’s van een brand goed in te schatten. Wat blus je op welke manier? Toch staat het telkens weer onder druk. De samenleving wil vaak dat de brandweer tóch weer offensiever naar binnen gaat; als het brandt, moet het uit. Onze eigen mensen hebben die reflex ook. Ik vind dat geen goede ontwikkeling. Het kwadrantenmodel is goed, punt.” 

“Wat er in De Punt is gebeurd, kan weer gebeuren,” vervolgt Winters. “Dat heeft me ook op andere gedachten gebracht, namelijk: we proberen té veel informatie in vrijwillige brandweermensen te stoppen. Telkens als er iets gebeurt, voegen we weer een nieuwe procedure toe. Dat valt niet meer te volgen. Sommige brandweermensen moeten elke week trainen. Een vrijwilliger is gemiddeld nog maar 13 jaar bij de brandweer, veel korter dan vroeger. Daarvan moet die persoon al vijf jaar aan studie besteden. Kortom, het ‘bedrijfsmodel’ van vrijwilligers moet veranderen. Ik zet me er al jaren voor in. Landelijk is het een lastig thema, maar het is zinvol om te zoeken naar een behapbare basiskennis en voor de rest hulp op afstand te bieden. Dat is een evolutionair proces, maar we zijn projecten begonnen om vrijwilligers ter plaatse te helpen. Denk aan camera’s, een directe lijn met experts tijdens een brand. Mogelijkheden zijn er genoeg. We hoeven ze alleen nog maar te gebruiken.”  

De Veerkracht van Nederland

Dit jaar vertelt het NIPV het verhaal van de Veerkracht van Nederland. Dat doen we aan de hand van de verhalen van 55 mensen die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld in crisisbeheersing en brandweerzorg.