Verkenning hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof en verkiezingsprogramma’s 2023: energie- en transportveiligheid
4 juli 2024
Met het aantreden van een nieuw kabinet zal er een koerswijziging plaatsvinden op de thema’s die verband houden met het vervoer van gevaarlijke stoffen en de energietransitie. Het lectoraat Energie- en transportveiligheid analyseerde de te verwachten implicaties voor veiligheid wanneer de deelnemende politieke partijen hun verkiezingsprogramma’s (deels) omzetten in beleid. De focus in de analyse ligt op de implicaties voor risicobeheersing, omgevingsveiligheid en incidentbestrijding.
Een nieuw kabinet: een nieuwe koers
Op 22 november 2023 vond de vervroegde Tweede Kamerverkiezing plaats. De deelnemende politieke partijen hebben tijdens de campagne veel gesproken over thema’s die verband houden met het vervoer van gevaarlijke stoffen en de energietransitie. Dit was reden voor het lectoraat Energie- en transportveiligheid om de verkiezingsprogramma’s van de zes grootste partijen te analyseren op deze thema’s. Tevens is het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof bestudeerd.
Brede steun voor kernenergie en snelle elektrificatie Nederlandse energiesector
Een viertal ontwikkelingen wordt breed gedragen in de geselecteerde verkiezingsprogramma’s:
1. Kernenergie vasthouden en eventueel vergroten in de Nederlandse energiemix
Bestaande plannen voor nieuwe kerncentrales blijven overeind. Een aantal partijen spreekt bovendien over het introduceren van kleine modulaire kernreactoren, die op meerdere plekken in het land kunnen worden gerealiseerd. De mogelijke effecten van incidenten met deze nieuwe kerncentrales zijn bekend en de kans op incidenten klein. De impact van deze (nieuwe) locaties op de publieke veiligheid is dan ook beperkt.
2. Snelle elektrificatie Nederlandse energiesector
Er bestaat brede steun of op zijn minst een erkenning van een snelle elektrificatie van de Nederlandse energiesector. Deze elektrificatie leidt ertoe dat nieuwe risico’s ontstaan, terwijl sommige bestaande risico’s zullen afnemen. Er zullen zich minder incidenten voordoen met koolstof houdende brandstoffen (zoals koolmonoxidevergiftiging). Hiervoor in de plaats krijgen we te maken met incidenten met (bijvoorbeeld) thuisbatterijen en elektrische voertuigen. Laatstgenoemde risico’s zijn vaak al bekend, maar procedures voor incidentbestrijding en vergunningverlening zijn nog volop in ontwikkeling.
3. Modal shift is gewenst
Daarnaast bestaat er breed gedragen de wens om het vervoer van gevaarlijke stoffen anders in te richten. Deze zogenoemde ‘modal shift’ moet het transport van gevaarlijke brand- en grondstoffen verschuiven van weg en spoor naar binnenvaart en buisleiding. Deze modal shift is voor een groot deel afhankelijk van buisleidingentransport. Wettelijke kaders voor bijvoorbeeld het transport van ammoniak door buisleidingen ontbreken vooralsnog. Ook bestaat er nog geen visie op incidentbestrijding bij het transport van deze stoffen door buisleidingen.
4. Brede weerstand tegen zonneweides en windparken op land
Als laatste laat de analyse een brede weerstand zien tegen zonneweides en windparken op land. De voorkeurslocatie voor energiewinning vanuit zon en wind is respectievelijk op daken en in de zee. Deze laatste ontwikkeling kent weinig nieuwe implicaties voor de veiligheid. Wel onderstreept het de noodzaak voor een aantal aandachtspunten: het navolgen van bestaande installatierichtlijnen; het periodiek keuren van windturbines; de installatie van zonnepanelen op daken op een manier dat dit een effectieve brandweerinzet niet verhindert; en een goed protocol voor het opruimen van depositie die vrijkomt bij branden waarbij zonnepanelen betrokken zijn.
Ondersteuning vanuit het hoofdlijnenakkoord
Tot slot ondersteunt het hoofdlijnenakkoord deels de bovenstaande maatregelen en beleidslijnen. Zo wordt de wens uitgesproken voor twee nieuwe kerncentrales (naast de twee nieuw geplande kerncentrales waarvoor de planvorming al in Rutte-IV is gestart) en is de toenemende elektrificatie bijvoorbeeld zichtbaar in de blijvende steun voor elektrische auto’s. De andere thema’s staan niet specifiek vernoemd in het hoofdlijnenakkoord, en zullen tijdens het schrijven van het regeerakkoord aan bod ‘moeten’ komen.
De analyse is opgesteld door lector Energie- en transportveiligheid Nils Rosmuller, bestuurskundige en onderzoeker Ben Riemersma en staflid Marco van de Reep van het NIPV.