Tweede inventarisatie inzet NL-Alert 2018-2022

6 september 2023

Bij welke incidenttypen is NL-Alert in de periode 2018-2022 ingezet en wat was de kwaliteit van de NL-Alerts? Dat onderzocht het NIPV in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Mobiele telefoon met een NL-Alert op de display

Het inventariserende onderzoek had tot doel om een beeld te krijgen van de inzet van NL-Alert tijdens incidenten. De centrale vraag van het onderzoek luidde: bij welke incidenttypen is NL-Alert in de jaren 2018 tot en met 2022 ingezet en wat was de kwaliteit van deze berichtgeving?

338 incidenten, waarvan 312 branden

In de periode 2018–2022 is NL-Alert bij 338 incidenten ingezet, waarvan 312 keer bij een brand. Net als in eerdere jaren, wordt NL-Alert het minst vaak ingezet gedurende de nacht. Er zijn grote verschillen zichtbaar tussen de veiligheidsregio’s wat betreft de frequentie waarmee ze NL-Alert in de onderzochte periode hebben ingezet: Veiligheidsregio’s Friesland en Groningen zetten NL-Alert het meest in en Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland het minst. In de periode 2018 tot en met 2022 is er drie keer een landelijk NL-Alert verstuurd; in alle drie de gevallen was er sprake van een ernstig incident met landelijke impact.

Ontalarmeren via NL-Alert

Het aantal incidenten waarbij NL-Alert is ingezet om te ontalarmeren is afgenomen van 72 procent in 2018 tot 50 procent in 2021 en 2022. Een mogelijke verklaring voor deze afname is dat veiligheidsregio’s inmiddels een standpunt hebben ingenomen over het ontalarmeren via NL-Alert. Een paar veiligheidsregio’s doen dit standaard wel, andere standaard niet en het merendeel weegt per situatie af of het ontalarmeren via NL-Alert noodzakelijk is.

Kwaliteit NL-Alerts

Slechts 44 procent van de verstuurde NL-Alerts voldoet aan alle zes de componenten uit het Inzet-en beleidskader NL-Alert. Opvallend is dat – net als bij de eerste inventarisatie van NL-Alert – in meer dan een derde van de NL-Alerts informatie over de locatie onvolledig was of ontbrak. Ook opvallend is dat in eerste NL-Alerts vaak wél de locatie volledig wordt weergegeven, maar dat deze in de aanvullende NL-Alerts regelmatig ontbreekt. Anders dan tijdens de eerste inventarisatie van NL-Alert het geval was, is dat de informatiecomponent inmiddels niet meer optioneel is. De resultaten laten echter zien dat in bijna een derde van de NL-Alerts – met name in eerste NL-Alerts en ontalarmeringsberichten – een doorverwijzing ontbreekt.

E-learning NL-Alert

De bevindingen uit het onderzoek worden verwerkt in de E-learning NL-Alert en het vakbekwaamheidsprogramma NL-Alert.