label Fysiek veilige leefomgeving

Leren van inzet Brandweer Haaglanden na explosie Tarwekamp

29 oktober 2025

Op verzoek van Veiligheidsregio Haaglanden heeft het NIPV het operationeel optreden van Brandweer Haaglanden onderzocht bij de explosie aan de Tarwekamp in Den Haag.

Explosie in wijk Tarwekamp in Den Haag
Foto: Regio15.

Op 7 december 2024 vond bij een portiekflat aan de Tarwekamp een zware explosie plaats. Er ontstond brand en een deel van het gebouw stortte in. Het incident vroeg om een intensieve en langdurige inzet van de hulpdiensten. De impact op de wijk was groot: zes mensen kwamen om het leven en zes raakten gewond.

Het perspectief van de positieve bestuurskunde

In dit leeronderzoek staat de vraag centraal wat er te leren valt van een operationeel optreden dat op het eerste gezicht ‘goed’ is verlopen. Vanuit de invalshoek van de positieve bestuurskunde onderzocht het NIPV hoe de hulpdiensten hebben opgetreden en welke lessen dat oplevert voor de crisisbeheersing en brandweerzorg.

Om deze vraag te beantwoorden zijn drie aspecten van het optreden onderzocht:

  1. De grootschalige, langdurige brandweerinzet
  2. De grootschalige samenwerking
  3. De eigen veiligheid van hulpverleners.

Het onderzoek baseerde zich op deskresearch, een enquête onder betrokken functionarissen, interviews en twee leertafelsessies.

“De bevindingen laten zien dat de betrokken (hulp)diensten sterk hebben geopereerd. Het leed en de schade die door de daders zijn veroorzaakt, hadden, naar ons oordeel, niet kunnen worden voorkomen door anders of sneller optreden. Tegelijkertijd laat deze casus zien dat ook de omstandigheden invloed hebben op het verloop van een incident, waardoor het operationeel optreden een combinatie is van ‘goed gedaan’ én ‘goed gegaan’, aldus onderzoeker Joyce Kox.

Het beschouwen van het operationeel optreden aan de Tarwekamp leert dat de invalshoek van de positieve bestuurskunde (’t Hart et al., 2025) ook van meerwaarde is voor de crisisbeheersing en brandweerzorg omdat het relevante lessen oplevert, zoals:

  1. Grenzen aan grootschaligheid op plaats incident en in de regio
    Grootschalig optreden vraagt om een snelle, strakke organisatie én aandacht voor aflossing. Houd bij opschaling rekening met de inzet die elders in de regio nog nodig kan zijn.
  2. Samenwerken in verschillende vormen
    Soms is samenwerking expliciet en strak gecoördineerd; soms impliciet, doordat diensten zo op elkaar zijn ingespeeld dat afstemming nauwelijks nodig is. Beide zijn waardevol, maar wanneer diensten uit zichzelf rekening houden met elkaar laat dat de meest natuurlijke vorm zien.
  3. Omgaan met risico’s voor de eigen veiligheid
    In situaties van vermoed levensgevaar is het idee van een ‘weloverwogen, acceptabel risico’ min of meer een mythe. Wel kunnen hulpdiensten op verschillende manieren met de onzekerheid omgaan – door te deze verminderen, onderkennen of onderdrukken – al biedt geen enkele aanpak een sluitende oplossing.

“De positieve bestuurskunde richt de blik op wat wél goed gaat: een waardevolle benadering, juist in deze tijd. Tegelijk vraagt het om enige reflectie op de grenzen ervan, want hoe definieer je succes in crisisbeheersing, waar onvermijdelijk ook veel leed mee gemoeid is? En hoe voorkom je dat focus op het positieve blinde vlekken creëert? Onderscheid maken tussen omstandigheden en optreden én aandacht voor zowel wat goed gaat als wat beter kan, helpt daarbij.”

Lees het rapport